'J
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 20.
VRIJDAG 15 JUNI 1934
50e Jaarg.
FEUILLETON.
Tijdig gered.
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
Veel dapperen
weinig grooten.
Maarten, een visscherszoon, is
in zijn jongensjaren enkel ver
vuld van alles wat met vliegen
samenhangt. Hij droomt van de
heldendaden, die hij, groot ge
worden, als vlieger verrichten
zal. Achttien jaar oud, weet hij
van zijn vader gedaan te krijgen,
dat deze hem laat opleiden tot
vliegenier. Op zijn negentiende
doet hij zijn eerste zelfstandige
vlucht. Dan komt de oorlog.
Natuurlijk wordt Maarten inge
diend bij den vliegdienst. Hij
onderscheidt zich herhaaldelijk
en verwerft het Victoriakruis. Als
kapitein Maarten Blair komt hij
in jzijn visschersdorp terug. Zijn
plaatsgenooten bereiden den held
een geestdriftige ontvangst. Zijn
ouders groeien daarin, en als ze
des avonds met zijn drieën bij
elkaar zitten, zegt de vader trots
„Nu ben jij een groot man
Maarten1'. Maar Maarten schudt
het hoofd en zegt: „Er waren
geen groote mannen in den oor
log, vader, enkel dappere mannen
en die waren zoo talloos als de
schelpen op het strand".
„Maar een dapper man is toch
zeker een groot man, Maarten",
zegt zijn moeder.
„Neen, moeder, dapperheid is
niet genoeg. Luister, ik zal u
zeggen, wie groot was in die
lange ellende, die we oorlog
noemen. Dat was een vrouw,
Edith Cavell. Niet in de eerste
plaats, omdat ze dapper was en
den dood zonder angst tegemoet
zag, want dat hebben millioenen
anderen ook gedaan, moeder.
Neen, ze was groot, omdat ze
door alle kwaad en ellende van
den oorlog heen, en ziende, als
wij allen, hoe het oorlogsbeest
op zijn buik over de aarde kroop,
diep de dingen peilde. Dat deed
haar de waarheid vinden, en met
haar laatste ademtocht gaf ze
dien aan de wereld. En als de
wereld die waarheid nu maar
wil aanvaarden en erin gelooven,
dan zal er nooit meer oorlog
komen. Dit zei ze vaderlands-
Peter «weeg «ven ea Maynard's
liefde is niet genoeg. Daarmede
meende ze, dat als alle volken
van de heele wereld nu maar
trachten willen elkaar te leeren
kennen, elkaar te verstaan, voor
elkaar te zorgen, dat we dan
de poort kunnen sluiten en voor
goed van ons bannen, dat over
de aarde kruipende beest, dat
we oorlog noemen. Want den
ken, dat andere volken anders
zijn dan wij, en alleen ons eigen
land liefhebben, dat beteekent:
de poort openlaten en dan komt
toch vroeg of laat het beest weer
binnen. Maar gelooven, dat alle
menschen zijn, als wijzelf, dat ze
net zoo spelen en lachen en
werken als wij, dat ze honger
hebben en moe zijn en slapen
als wijdat ze nu eens blij en
dan bedroefd zijn dat hun ver
wachtingen dezelfde zijn als de
onze, hun blijdschap en vrees en
vreugden dezelfde d&t geloo
ven, wil zeggenvoor goed
de poort sluiten voor het beest.
„Zal de wereld dat doen?"
vraagt de kleine jongen aan den
ouden man, die hem het verhaal
van kapitein Blair doet.
„Daarop kan jij alleen het ant
woord geven" antwoordt de oude.
„Ja jij, en al die honderden mil
lioenen van jou leeftijd. Want,
weet je, kinderen worden vol
wassenen en volwassenen maken
den oorlog. Maar dat kunnen ze
niet, als niemand meeroorlog wil".
„Het is moeilijk; maar ik
geloof toch wel, dat ik het be
grijp", antwoordde de kleine
jongen.
Nietwaar, dat is een boek voor
kinderen (voor ons volwassenen
is hei oorlogsprobleem wel iets
ingewikkelder), dat getuigenis
aflegt van een veranderende
geestesgesteldheid. Die kant moet
het toch op met onze geschiede
nisboeken, met ons geschiedenis
onderwijs. Dan daagt het in het
Oosten ten spijt van de Mus
solini's en dergelijke machtheb
bers, die in Italië, in Rusland,
in Oostenrijk en Duitschland
Remarque's boek verbieden.
DRUKKER-UITGEVER
Crediet voor werkverruiming.
Blijkens de memorie van ant
woord inzake het ontwerp van
wet tot wijziging en verhooging
van het crediet voor werkverrui
ming is ook de Regeering van
oordeel, dat het aantal werkloo-
zen, dat door het aangevraagde
crediet kan worden geholpen, in
verhouding tot het totaal niet
bijzonder groot is, maar ook, dat
de waarde van den maatregel
voor een belangrijk gedeelte van
moreele beteekenis is.
Dat de Regeering zou tegen
spreken, dat van hooger hand
loonsverlaging zal worden be
vorderd, is niet juist. Zij heeft
tegengesproken, dat zij bepaalde
Ioonen dwingend wil opleggen
en te kennen gegeven, dat zij bij
de uitvoering van onder dit cre
diet vallende werken met de be
langstellenden hoopt tot overeen
stemming te komen omtrent zoo
danige loonnormen als noodig
zijn om een zoo groot mogelijk
aantal arbeiders te behoeden
voor de werkloosheid. Zij ver
trouwt, dat hier overeenstemming
zal kunnen worden bereikt.
Zou dit onverhoopt niet het
geval zijn, dan zou daarvan het
gevolg zijn, dat de werken niet
worden ondernomen.
De Regeering kan echter niet
genoeg herhalen, dat het onjuist
is haar de bedoeling toe te
schrijven van dwingend te willen
ingrijpen, in het tegenwoordige
loonpeil.
Een andere vraag is of de
loonen reeds thans voldoende
verlaagd zijn, zoodat de Regee-
Jing op verdere verlaging geen
invloed zou behoeven uit te
oefenen. Het komt den ministers
voor, dat hierop in het algemeen
geen antwoord valt te geven,
maar de Regeering is er van
overtuigd, dat de geleidelijke
weg naar lager loonpeil de meest
verkieselijke is.
De Regeering wil niet direct
ingrijpen in de loonen in dien
zin, dat zij dwingend zou willen
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Doe dat niet, zei hij kortaf. Ten
optreden met betrekking tot de
collectieve looncontractenzij
hoopt langs den weg van onder
handeling te komen tot het ge-
wenschte resultaat. Zij verwacht,
dat de door overleg tot stand
gekomen loonen bij de uitvoering
van het f60 millioen-plan mede
van i: vloed zullen zijn op het
algemeen ioonpeii, omdat niet
verwacht kan worden dat, indien
eenmaal over het loonpeil bij een
bepaald werk overeenstemming
is verkregen, de loonen buiten
dit werk op den duur op een
ander peil gehandhaafd kunnen
worden.
Zij erkent, dat de verlaging
van de kosten van het levens-,
onderhoud zooveel mogelijk met
loonsdaling moet samengaan en
zij is dan ook, waar mogelijk, in
die richting werkzaam.
Op het punt van de handels
politiek is de Regeering voort
durend waakzaam teneinde tot
verruiming van het ruilverkeer te
geraken.
Het vraagstuk van de ordening
van het bedrijfsleven en de be
hoefte aan omzetting van bedrij
ven, heeft de volle aandacht der
Regeering. Vestiging van nieuwe
industrieën hier te lande zal,
waar mogelijk en wenschelijk,
worden bevorderd.
In het algemeen is het de be
doeling werken te laten uitvoeren,
die kunnen bijdragen, tot ver
hooging van de economische
weerbaarheid van het land en
tot vermindering der werkloos
heid.
Omtrent de vraag of het mo
gelijk zal zijn, het kapitaal aan
te wenden voor het verkrijgen
van werkverruiming in bestaande
industrieën moet de Regeering
zich voorhands haar oordeel
voorbehouden. Het gevaar ligt
hier voor de hand, dat op deze
wijze juist de aanpassing van de
industrie aan de internationale
concurrentie-eischen zou worden
belemmerd.
Het bestuur van het Werkfonds
zal bij zijn werkzaamheid telkens
met de vakcentrales in aanraking
komen.
De verjaardag van de Koningin.
De Minister van Binnenland-
sche Zaken heeft de volgende
circulaire aan de Commissarissen
der Koningin gezonden:
Mij is de vraag gesteld, of de
verjaardag van Koningin Wil-
helmina dit jaar zal mogen wor
den gevierd op de wijze zooals
dat andere jaren gebruikelijk is
geweest. Ik moge U ter zake het
volgende mededeelen. Het is de
wensch van H. M. de Koningin
dat hoogstderzelver geboortedag
door hen, die zulks ook dit jaar
wenschen, zal kunnen worden
herdacht, in verband met het
leed, dat het Kon. Huis heeft
getroffen door 't overlijden van
H. M. de Koningin Moeder, is
het mede de wensch van de
Koningin dat het feestelijk ka
rakter dit jaar niet op den voor
grond treedt. Ik moge U verzoe
ken van dit standpunt mededee-
ling te doen aan de besturen van
de gemeenten in Uw gewest,
welke weder op hun beurt de
daarvoor in aanmerking komende
corporaties en vereenigingen met
het vorenstaande in kennis zouden
kunnen stellen.
Demonstratie S.D.A.P. en N.Y.Y.
De S. D. A. P. en het N. V. V.
zullen op den Zondag, vooraf
gaande aan de opening van de
Staten-Generaal, 16 September,
vier massale demonstraties hou
den te Amsterdam, Rotterdam,
Groningen en Arnhem.
De verzwegen millioenen.
Naar gemeld wordt, bedraagt
het totaal bedrag van de in Neder
land verzwegen en thans opge
geven vermogens
over 1931-1932 484 millioen
over 19321933 398 millioen
over 1933-1934 351 millioen
De bedragen der verzwegen
inkomsten luiden
over 19311932 26 millioen
over 1932—1933 25 millioen
over 1933-1934 20 millioen
Het totaal bedrag van de hierop
ingestelde navorderingen, welke
dus de schatkist direct ten goede
komen, bedraagt 107, millioen
gulden.
(Wordt verttolgd),
AXELSCHE
COURANT
Engelsche vertaling.
40)
Werkelijk, viel Peter In, als uw
werkgever kon ik zeggen dat u veel
meer gedaan beeft dan van n werd
verwacht. Ik had u niet aangesteld
om het huis in brand te steken en
mijn pupil te vermoorden.
Ik ontken ooit een van beiden te
hebben willen doei, schretuwde zij.
Bloote ontkenningen zullen u
niets baten, zei hij kalm. Wij hebben
feiten. En we hebben thans ook het
motief. Hij keek naar Maynard, die
met gebogen hoofd op den grond zat
te staren. Uw echtgenoot hoopte zijn
fortuin te maken door den dood van
mijn pupil. En u zou de buit met hem
deelen. Het was een slim overlegd
plan en het heeft maar heel weinig
gescheeld of 't was geslaagd, 't Is nu
alleen nog maar de vraag wat er op
het oogenblik moet worden gedaan.
Maynard hief zijn hoofd op en keek
oplettend naar Peter.
We kunnen het er wel over eens
zijn, Maynard, dat je achter het net
gevischt hebt en dat je je onmogelijk
hebt gemaakt. Niemand zal je meer
vertrouwen, zal je meer willen kennen.
Het doet er weinig toe of je in de
gevangenis gaat of niet. Er in of er
buiten zul je even onmogelijk zijn.
Misschien was het nog het best voor
je de eerstvolgende jaren ia de gevan
gen ls door te brengen,..
„Ik f"
hongerige blikken hingen aan zijn
lippen.
Aan den anderen kant, vervolgde
hij, heb ik een stille hoop, dat er nog
iets menschelijks in je is overgebleven.
Je schijnt de kiem van vroomheid in
je te hebben en ik vraag mij af of ik
niet goed zou doen het goede in je
nog één kans te laten.
Ik zag Maynard's blik zachter wor
den en zijn lippen trillen. Maar hij zei
geen woord.
Peter verscheen mij in een nieuw
licht. Er waren diepten van medelijden
en teederheid in z^n wezen, die ik
nimmer gepeild had Het was of
Maynard zijn adem inhield als een
misdadiger, die de uitspraak der jury
afwacht. Peter vervolgde
Robert Leslie was een edel
mensch en hij was je half-broeder.
Jelui hadt dezelfde moeder. En zoover
ik weet was zij een goede vrouw"
Van je vader weet ik niets.
Gedachtig aan Robert, zeu ik
zoo clement mogelijk tegenover je
willen handelen, al heb je ook gepoogd
zijn kind te vermoorden.
Maynard zuchtte diep, maar hij bleef
zwijgen.
Peter keek naar den grond en scheen
diep na te denken. Maynard deed ver
standig door niet te spreken, Als hij
groote woorden gebruikt had, gepoogd
had Peter schrik aan te jagen of tz
overbluffen, dan zou deze zonder me
delijden tegen hem zijn opgetreden.
Of Maynard zweeg uit slim overleg
dan wei omdat hij zich volkomen in
Peter's macht voelde, is mij nooit
duidelijk geworden.
Ten slotte stond Peter langzaam
van zijn stoel op. Luister, aei hij
schetp, ik zal je een voorstel doen.
Als jq met je vrouw onmiddellijk het
land verlaat, zal ik geen poging doen
je terug te houden. Ik geef je een
week tijd. Als je over een week niet
weg bent...
Ik zal gaan, zei de man gretig,
Ik weet niet af ik er goed aan
doe, zei Peter langzaam. Het is of ik
dieven en moordenaars steun geef bij
hun werk. Maar... ik blijf er bij.
Ik zal gaanherhaalde Maynard
blijkbaar verlicht.
Goed dan. Ik zal je laten bewa
ken zoolang je nog in het land bent.
Bij je vertrek zal ik aanwezig zijn.
Hij nam zqn hoed en verliet de kamer
zonder verder een woord te zeggen
en ik volgde hem onmiddellijk, ver
heugd het buis te kunnen verlaten
Toen we terugreden zei hij: 't Is
vooral voor het kind. Hij is haar oom
Jack, weet u, de naaste betrekking
die zij in de wereld heeft. Laat zij
haar geloof in de menschen maar zoo
lang mogelijk houden. Zij mag er nooit
iets van weten. Denk er om I
Ik begrijp u, antwoordde ik.
Ik denk wel, dat ze nog andere
streken hebben uitgehaald, waar wij
niets van weten, vervolgde hij, maar
daar hebben wij nu ook niet mee te
maken. De menschelijke natuur is een
wonderlijk raadsel, dr. Selby.
J<i. zeker.
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
heeft destijds iets gezegd over
een pressie die hij uitoefende op me
vrouw Stanton en haar dochter.
Ji, hij had hen op de een of
andere manier in zijn macht.
Dat zal ik zoo vrij zijn te on
derzoeken. Zoodra hij het land verlaten
heeft, ga ik hun een bezoek brengen,
Dan zou ik graag met u meegaan.
minste als u nog van het meisje houdt.
Het zal wel een bevrijding voor haar
zijn, maar ze zal in ieder geval een
bittere pii van vernedering moeten
slikken het huwelijk vastgesteld
de vrienden waarschijnlijk al uitge-
noodigd de uitzet gereed gemaakt.
Ik denk dat ze roorloopig niet aan een
anderen man zal denken.
't Is mogelijk, zei ik.
Niet dat ik beweer eenig begrip
van vrouwen te hebben. Hoe mir.der
een man met ze te maken heeft, hoe
befer. Maar ik wil u hier geen raad
geven. Als een man liefheeft is de
vrouw van zijn keuze altijd anders
dan alle anderen, 't Is een vergissing,
Selby... 'tis een vergissing! Ze zijn
allemaal vrouwen. De eene beter dan
de andere natuurlijk, maaroch je
doet immers toch wat je niet laten
kunt.
U moet mij dadelijk mededeelen
hoe zij het bericht hebben opgenomen,
zei ik.
Zeker. Ik zal u alles haarfijn
vertellen.
Hij zette mij af in Hatley Street en
reed verder naar Victoria-station.
Daarna zag ik hem in gets veertien
dagen.
HOOFDSTUK XVII.
Een paar dagen nadat het echtpaar
Darke Engeland verlaten had om in
Zuid-Afrika een nieuw leven te be
ginnen, bracht Langiey een bezoek op
Radlip. Peter was een zeer degelijk
man en wat hij ondernam, bracht hij
met de uiterste zorg ten einde.
Hij vond mevrouw Stanton in een
gemakkelijken stoel bij den Haard. Zij
zag nog bleek en droeg nog duidelijke
sporen van haar lange stekte.
U zult wel verwonderd zijn over
mijn komst, zei hfj op zqn gewone
kort-aangebonden wijze.
Ja, dat ben ik werkelijk, mijnheer
Langiey. Neemt u plaats.
Dank u. Ik moet u spreken over
zaken. Het zijn ernstige en geen erg
aangename zaken. Is uw dochter thuis
Zij is in de keuken, geloof ik,
zei mevrouw Stai.ton met een angsti-
gen blik op haar bezoeker. Moet u
haar ook spreken
Ja, de zaak gaat haar eveneens
aan als u.
Agnes werd geroepen en verscheen
spoedig, kalm en zeker van zichzelf
als altqdmaar het was haar aan te
zien, dat ze verdriet had. Zij zag er
slecht uit, somber zelfs.
Manheer Langiey komt met on
gunstige berichten, zegt hij, begon me
vrouw Stanton, het gaat ons Deiden aan.
Zoo? Ze ging naast haar moeder
zitten en keek Peter vragend aan.
Ik veronderstel, dat u den laa!«
sten tijd niets vernomen heeft van John
Maynard, begon Peter.
Mevrouw Stanton's gelaat werd
strak en in Agnes' oogen kwam eea
blik van intense belangstelling.
Waarom vraagt u dat vroeg me
vrouw Stanton scherp.
Heeft u wèl iets van hem ver
nomen was Peters wedervraag.
Hij is de laatste veertien dagen
niet hier geweest, maar ik begrijp niet.
U zult het begrijpen als ik u
mededeel, dat u hem wel nooit meer
zult zien.
Nooit weer zien Beide vrouwen
zaten met open mond van verbazing,