en V.V.V. straks met concours moeten nu hooge bedragen voor uit storten. Voor enkele veree- nigingen en ook voor dhr. Die- leman (Centrum) is het een reu zenstrop. Deze zou zijn gebouw niet gesticht hebben, als hij dat geweten had. De VOORZ. zegt, dat de voor zitter van V.V.V. zoo actiet is geweest, dat hij een bespreking heeft gevraagd en met hem is at een en ander geregeld. Dhr. SEQHERS zegt, dat hij ook vóór de belasting heeft ge stemd, maar hij is het nu eens met het gesprokene van dhr. 't Gilde e. a. en b.v. 3 dagen later de belasting geïnd werd. Dhr. VAN DE BILT zegt sterk voor een vermakelijkheidsbelas ting te zijn er zijn veel onmis bare zaken nog zwaar belast, terwijl vermaak gemist kan wor den en dus daarvan gemakkelijk belaald wordt. Vooral ook als het ter verlichting van de personeele belasting kan dienen, geeft spr. aan vermakelijkheidsbelasting de voorkeur. En als waar is, wat dhr. 't Gilde zegt (ofschoon spr. het niet gelooft, want jammer ge noeg zegt spr. overdrijft die altijd), dat die belasting f3000 op zal brengen, dan kan dat nog geen strop zijn, want dan blijkt daaruit, dat de zaken nogal aardig druk loopen en dan zal het zeker niet schaden voor de betrokkenen. (Dhr. VAN KAMPEN komt ter vergadering). Dhr. D1ELEMAN zegt ook aan de verordening meegewerkt te hebben en wil ook de eerste zijn, om mee te werken als deze te zwaar drukt, maar zoover is het niet. De groote bezwaren die dhrn. 't Gilde en Hamelink aan voerden zijn door den Voorz. tot een minimum terug gebracht. Bovendien drukt de belasting niet op de ondernemers maar op de bezoekers en als men geld heeft om de bioscoop te bezoe ken, dan is 't toch niet noodig voor dezulken de belasting te verlichten. Ieder is vrij om te gaan, maar het is toch geen be zwaar, als men voor zijn ver maak iets meer moet betalen? Voor steun en allerlei noodzake lijke dingen weet men niet aan geld te komen en daarom be grijpt spr. niet, dat men er op spreken wil, dat er ten behoeve daarvan een cent meer voor ver maak wordt geofferd. Dhr. VAN BENDEGEM kan zich geheel vereenigen met het gesprokene van dhr. Dieleman. Wie 50 cent over heeft vooreen pleziertje, kan er ook wel 60 voor betalen. En ook is hij het eens met dhr. Hamelink, dat dan de personeele belasting het eerst voor verlaging aan de beurt is. Spr. zal dus het voorstel van B. en W. steunen. Dhr. 't GILDE houdt vol, dat de opbrengst wel f 3000 zal zijn. Hij zegt niet den nadruk gelegc te hebben op de vereenigingen, maar op de belastingbetalende bezoekers en daarom handhaaft hij zijn voorstel. Dhr. VAN KAMPEN zegt met dhr. Dieleman, dat we dit belas tingstelsel vóór alles moeten handhaven. A 1 s er verlichting komt, dan eeist de personeele belasting naar beneden. Spr. ziet twee groepen van menschen een die spaart en zijn inkomsten vermeerdert en daarnaar belasting betaalt, en een groep, die het inkomen verleeft in genot. Het zijn de laatsten, die we treffen moeten door het heffen van ver makelij kheidsbelasting. De VOORZ. brengt alsnu het voorstel van B. en W. in stem ming, dat wordt aangenomen met 8 tegen 4 stemmen. Tegen de h.h. 't Gilde, Hamelink, Seghers en Verschelling. j, Verzoek van het bestuur van de Bad- en Zweminrichting, om in verband met het naderen van het seizoen, spoedige uitbetaling van een gedeelte van het toe gestane renteloos voorschot, t.w. f 1000 om een en ander in ge reedheid te brengendoch niet zoo luidt het adres zooals de voorwaarde vermeldt, dat het plan en de badinrichting zal moeten worden uitgevoerd, zoo als op teekening staat aangegeven. In verband met het algemeen verlangen om de Badinrichting te laten zooals zij nu is, d.w.z. deze inrichting nog wat uit te breiden met eenige hokjes, springplank en een loopbordes voor den badmeester om les te kunnen geven zoo zouden zij de Badinrichting niet willen bouwen volgens het aangegeven plan. Het gewijzigde plan brengt minder stichtingskosten mede. Aangezien het Raadsbesluit een maximaal bedrag noemt van f 1600 en deze vereeniging in- tusschen rechtspersoonlijkheid heeft verkregen, stellen B. en W. voor, als renteloos voorschot één duizend gulden, onder de zelfde voorwaarden te verleenen, als genoemd in het destijds ge nomen Raadsbesluit en onder voorwaarde, dat de leden van het Bestuur hoofdelijk zich no tarieel verbinden voor de rich- tige nakoming dezer finantiëele verplichtingen. Dhr. DIELEMAN vraagt, of wijziging van het plan niet meer gevaar meebrengt De VOORZ. vindt het niet gemakkelijk om hier ja of neen op te zeggen. Ook daar, waar toezicht is, kunnen er ongelukken gebeuren, maar vroeger was de plaats waar gezwommen wordt, geheel en al onbeheerd en dan is het nu toch veel beter ge worden. Dhr. OGGEL kan dhr. Diele man gerust stellen met te zeggen, dat het gevaar door de toezegging van f 1000 niet grooter wordt. Dhr. DIELEMAN zegt, dat het hem niet in 't geld zit, maar in de wijziging van de inrichting, die nu veel goedkooper wordt en toch van het oorspronkelijk plan afwijkt. We kunnen er hier niets van zien en ze komen maar met een voorstel. De VOORZ. licht de bedoeling nader toe en zegt, dat de inrich ting zooals die nu is, goed vol doet, maar dat het bestuur alleen nog enkele verbeteringen wil aanbrengen, b.v. wat meer hokjes voor dames en heeren afzonder lijk, een springplank, enz. Dhr. HAMELINK zegt dat mo menteel niet overgegaan kan worden tot het oorspronkelijk plan, maar hetgeen nu gedaan zal worden, staat dat plan niet in den weg, als dit later noodig mocht blijken. Dhr. DE RUIJTER kan het plan slechts toejuichen, nu het de ge meente minder geld kost en het zelfde doel bereikt wordt. Het voorstel van B. en W. wordt z. h. s. goedgekeurd. k. De in werking getreden Couponbelasting laat hef aan de desbetreffende instellingen over de belasting van 2 pet. op de verschenen Coupons te verhalen. Daar het hier slechts enkele Obligatieleeningen betreft, stellen B. en W. voor de verschuldigde Couponbelasting bij de uitbeta ling van die opbrengst aan de daarop rechthebbende niet af te houden. De VOORZ. zegt, dat het aan B. en W. niet billijk voorkomt, om een overeengekomen afspraak voor een bepaalde rente te ver breken en daarom is het college er niet voor om van de bestaande leeningen couponbelasting te hef fen, maar wel van de nieuwe. Dhr. OGGEL zegt, dat hij wel voor de toepassing is. Het moet betaald worden aan het Rijk en iedereen, die elders leeningen heeft, moet eveneens 2 pet. cou ponbelasting betalen en daarom ziet spr. geen motief, dat hier de gemeente het voor een ander betalen moet. Dhr. DE RUIJTER is ook tegen het voorstel van B. en W. De obligation zijn veilig en nu het Rijk veel geld noodig heeft voor steun en allerlei en heffing vraagt van het kapitaal moeten de ge meenten dat beginsel volgen. Het gaat niet zoozeer over hel bedrag als over het principe en het is gerechtvaardigd, voor degenen die betalen kunnen. Dhr. VERSCHELLING vindt het eigenaardig, dat B. en W. hier een schenking willen doen en als het een of andere belasting betreft, méér vragen. De VOORZ. beweert dat dit geen schenken is en hij is het ook niet eens met dhr. de Ruij- ter, als hij de gemeente verge lijkt met het Rijk, dat overal geld uit haalt. Spr. stelt het zóó, dat er een overeenkomst is ge troffen voor een bepaalde rente en die verbreekt men, als die rente niet wordt uitbetaald. En als nu de gemeente net stond als het Rijk dan was het iets anders. Maar het gaat hier om een be drag van f40 totaal en dat heeft de gemeente niet zoo hard noo dig. En daarom vindt spr. het niet juist, dat de Raad die be lasting op de menschen gaat verhalen. Dhr. OGGEL neemt een ander standpunt in. De gemeente moet haar rente betalen en van die rente vraagt het Rijk 2 pet. be lasting. Waarom zal nu de ge meente dat betalen voor die menschen, nu de wet zoo is, dat de schuldeischers 2 pet. belasting op moeten brengen Spr. ziet er niets onbillijks in, dat de wet wordt toegepast. De VOORZ.Het is een kwestie van opvatting. Dhr. DE RUIJTERDan zou de geheele wet onbillijk zijn, want iedereen moet het betalen. De VOORZ.Ik ontken niet het recht, maar ik vind het on billijk, omdat het hier niet noodig is. Dhr. HAMELINK vindt het niet coulant, als de gemeente gaat betalen voor degenen, die de rente opstrijken, nu we er zoo diep het mes in moeten zetten, om aan centen te geraken. Als het Rijk recht geeft om het eraf te houden, is het niet onbillijk dat wij het doen en dat zal ook wel de bedoeling geweest zijn van de wet. De VOORZ Dan zou het an ders gesteld zijn, maar het Rijk laat de gelegenheid open. Dhr. HAMELINKDan schijnt de Minister voorzien te hebben, dat er van die sentimenteele ge meenten zijn, die het liever zelf betalen. Maar spr. wijst op de Omzetbelasting waar het juist andersom is. Voor duizenden guldens is door de grossiers in gekocht voor die wet er was en nu vragen ze fijn belasting van de consumenten. Dhr. VAN DE BILT zegt, dat hij er in het college van B. en W. niet zoo diep over doorge dacht heeft, omdat het maar f40 bedraagt en er aan toegaf, omdat het soms moeilijk is om geld te krijgen, maar nu het Rijk toch op die belastir g schijnt te staan, is spr. veranderd en kan hij zich wel met de meerderheid veree nigen. Dhr. VERSCHELLING begrijpt niet de houding van dhr. van de Bilt dat hij er niet over doorge dacht heeft. Een wethouder dient zich toch op de hoogte te stellen van de voorstellen Hij neemt nu een reuzenzwaai, terwijl hij eerst die f 40 maar niet heeft geteld. Dhr. VAN DE BILT: Ik neem geen zwaai, maar men kan van meenir.g veranderen. Dhr. VAN KAMPEN is het niet eens met den Voorz., als deze de ethische zijde kiest en de belasting wil kwijt schelden. Het is een gevaarlijk experiment, want wat kan het Rijk nog niet meer doen De VOORZ. acht zich daar niet verantwoordelijk voor. Ik denk er nu eenmaal over, zooals ik gezegd heb en zal dat nu niet uiteen gaan rafelen, zooals dhr. van Kampen. Spr. acht het zijn recht om over de zaak te denken, zooals hij voorgeeft. Dhr. VAN KAMPEN De over heid legt het ons op. De VOORZ.Neen, de Regee ring legt het niet op, maar laat ons vrij, anders was het wettelijk voorgeschreven. En nu we vrij staan, is mijn opvatting om het niet te doen. Dhr. DE RUIJTER Maar het wordt toch opgelegd om te be talen en wat is nu redelijk, dat de coupontrekkers die safe obli- gatie's hebben, de couponbelas ting betalen, of de gemeente De VOORZ.: Als het zoo eenvoudig was geweest, waarom heeft de Regeering het dan niet zoo gesteld Er is toch ruimte gelaten Dhr. DE RUIJTER: Dat was voor de Regeering gemakkelijk, die krijgt het toch. Het voorstel van B. en W. wordt met alg. st. verworpen. 1. Advies van de Commissie van Georganiseerd Overleg over diverse voorstellen a. Geadviseerd wordt om aan te houden het voorstel van dhr. C. van Kampen om de max. pensioensbijdrage, nl. 81/, pet., voor de Gem. ambtenaren en werklieden in te voeren, omdat de Pensioenwet gewijzigd zal worden in dien zin, dat 10 pet. pensioensverhaal op de ambtena ren imperatief zal worden toege past. De commiscie zal dan de salarissen en loonen van de ambtenaren op de basis van die 10 pet. nader regelen. Alzoo wordt besloten. b Betreffende het voorstel van dhr. P. J. v. Bendegem om met 1 Januari 1934 in te trekken de betaling voor kleeding- rijwiel toelage en vergoeding voor wo ninghuurder beide veldwachters; de vergoeding voor het rijwiel van den Gem opzichter, de ver goeding voor het motorwagentje van den Directeur der Gasfabriek en de fietsenvergoeding van de fitters en de vergoeding voor werkkleeding van het personeel der gasfabriek, adviseert de Com missie dit voorstel niet aan te nemen, omdat het gemeentebe lang daardoor geschaad zou worden. Alzoo wordt besloten. (De notulen van de vergade ring van de Commissie voor Ge organiseerd Overleg worden als «vertrouwelijk" hierbij overge legd). Dhr. VAN BENDEGEM ver dedigt zijn voorstel en constateert, dat hij vanaf het begin steeds gezien heeft, dat het G. O. niet voor bezuiniging is en dat blijkt I ook nu weer. Spr. kan dat plaatsen van de verdedigers van de belanghebbenden, omdat in ieder mensch toch egoïsme zit en ieder wil vast houden, wat hij heeft ontvangen in de dagen van hoogconjunctuur. Maar nu we juist in een laag tijdperk leven, kan spr. het niet prijzen, dat er niet meer broederliefde is om iets af te staan voor degenen, die in het vrije leven zoo worden gedupeerd. En vooral waar er nog zijn, die in weelde leven en dus te over hebben en toch niet bereid zijn iets te offeren. Spr. wijst op den eed die de Raads leden hebben afgelegd niet voor enkelen, maar voor de geheele bevolking en als ze die verstaan, moeten ze anders redeneeren. Er is o a. verwezen naar het voorbeeld van Utrecht, maar we hebben hier met Axel te rekenen. Ook hoort men van sommigen, een loon van f2000 of f2500 is zoo hoog niet, maar spr. kent dezulken, die hun volk wel onder dat loon durven uitbetalen en dus niet consequent zijn. Anderen zeggen het gemeente belang wordt erdoor geschaad. Zeker als b.v. de opzichter in plaats van per fiets, te voet naar Kijkuit gaat, om een werk op te nemen, dan wordt het belang ge schaad, maar dan kan de gemeente toch eischen dat hij een fiets aan schaft We kunnen geen krant nemen, of we lezen verkoopingen volgens art. 1223 B.W., van land bouwers, middenstanders en ar beiders iedereen wordt gedu peerd en dus is het volgens spr. niet onbillijk dat welgestelde amb- tenaren iets minder ontvangen. Dezelfde raadsleden, die een salaris van f 2000 niet zoo hoog achten, nemen het verdiende van een werkman onder de loupe, als hun een Kerstgave wordt gevraagd en vinden dan f 700 niet zoo weinig, terwijl ze meenen, dat er van f2000 niets af kan. Spr. hoopt, dat de heeren in hun meening veranderd zullen zijn. Dhr. HAMELINK zegt o.m., dat dhr. van Bendegem heeft zitten zwammen over den eed en dat de Raadsleden tegenover de gemeenschap hun plicht niet doen, maar spr. gelooft, dat als dhr. van Bendegem kans had om de be langen van zijn groep te dienen, er nog wat anders zou gebeuren. Maar daarom behoeft men nog zijn advies niet te volgen. Men kan ook het algemeen belang nog op andere wijze volgen. Het spijt spr., dat hij dhr. van Bendegem niet heeft gehoord bij het G. O., want daar moet zijn verdediging zeer pover geweest zijn, en als spr. op een zoo principieel stand punt stond als dhr. van Bendegem, dan zou hij het voorstel beter hebben verdedigd. En dan geen persoonlijke aanvallen op Raads leden, die te weinig loon beta len. Spr. wil zich in dat geval wel met dhr. van Bendegem me ten en hij zegt dat nu één keer, maar in 't vervolg zal hij maat regelen nemen, zijtgewaarschuwd. Ook aangaande die Kerstgave wil dhr. van Be. de arbeiders in 't gevlei komen, maar als er ie mand is, die den werkman af takelt, is het dhr. van Be., die onlangs nog zei, dat ze aan den dijk liggen te luieren. De Christ. Hist, doen dat zeker anders? Maar de verkiezingen zijn in 't zicht en daar denkt dhr. van Be. misschien aan. De VOORZDat zou ik niet in bespreking brengen. Dhr. HAMELINK wil geen aan merking maken op de leiding, maar de Voorz. heeft dhr. van Be. dingen later, zeggen, die weer sproken moeten worden en nu wil spr. nog zeggen, dat het G O- ernstige pogingen heeft gedaan om den ambtenaren recht te doen maar dat mag voor dhr. van Be. geen aanleiding zijn, om zoo uit zijn slof te schieten. Dhr. DE RUIJTER zal niet in gaan op de motieven die dhr. van Be. tegen het G. O. aanvoert, voorzoover deze persoonlijk tegen de Raadsleden zijn gericht, maar spr. merkt op, dat het G. O. een andere strekking heeft, dan dhr. van Be. daaraan geeft. Ook ont zegt hij dezen het recht om de Raadsleden schending van den ambtseed te verwijten. Spr. voelt er weinig voor om in openbare vergadering de gronden voor zijn stem in deze mede te deelen. Dhr. VERSCHELLING zegt zich aan het advies van B. en "w. te zullen houden, omdat Ged. St. het anders toch niet goedkeuren en ook omdat reeds tot 10 pet. korting is besloten door het Rijk. Dhr. VAN KAMPEN zegt, dat als dhr. van Bendegem voorstan ders wil krijgen voor een zaak, hij dan niet zoo moet spreken. Daar zit geweld in en nu zit machtsmisbruik wel in de lucht, maar spr. hoopt dat dhr. van Bendegem daar niet mee behept wordt. Spr. is het met hem eens, dat de levensstandaard te hoog I is en we moeten verlagen. Maar is dhr. van Bendegem billijk? We kunnen niet alles doen, zegt spr. en als straks de 10 pet. korting komt, zijn we veel verder dan met de voorstellen van dhr. van Bendegem en past spr. voor dit jaar om verder te gaan. Dhr. DIELEMAN zegt, dat dhr. van Bendegem niet alleen het G. O. heeft genoemd, maar ook de Raadsleden, als zouden zij tegen bezuinigingen zijn, maar wat hij bezuiniging noemt, is eigenlijk een soort treiteren. De VOORZDat woord mag ik niet toelaten. Dhr. DIELEMANNu, dan zoo iets dergelijks, maar het ontnemen van een blauwe kiel hier en een fiets daar is geen bezuiniging. Men moet niet van beneden af, maar van boven af beginnen Dhr. SEGHERS wil ook niet meewerken aan dubbele vermin deringen en acht 10 pet. korting genoeg. Dhr. DE RUIJTER merkt op, dan toen in de vergadering van het G. O. gezegd werd, dat 10 pet., zou gekort worden, hij toen tegen de voorstellen van dhr. van Bendegem heeft gestemd. Boven dien wordt het salaris van de politie door den Commissaris ge regeld en wat betreft de menschen der gasfabriek heeft de Directeur ook gezegd, dat het zou schaden als ze geen fiets hadden. Hierdoof

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1934 | | pagina 2