Nieuws- en Adverteiitieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 2. DINSDAG 10 APRIL 1934 50* Jaarff. J. C. VINK - Axel. Werkverschaffing. FEUILLETON. Tijdig gered. Buitenland. iï f Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNF. MENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Het is een verblijdend ver schijnsel, dat onze regeering zich steeds werkzaam toont inzake de werkloozenverzorging. Men schijnt gelukkig ook in Den Haag nu meer overtuigd, dat het niet alleen financieel, doch vooral ook soci aal en moreel geboden is, in plaats van de zoo zwaar op de gemeenschap drukkende steunuit- keeringen, zoo veel mogelijk ge legenheid tot arbeid te scheppen. Deze omlegging van het sociale roer van staat juichen wij niet enkel, zelfs niet op de eerste plaats, toe terwille van mogelijk geldelijk gewin, doch veeleer om de belangrijke sociale, economi sche en zedelijke belangen, welke daaraan verbonden zijn. leder rechtgeaard burger prefereert zelfs laag loon boven steun. Ar beid immers houdt den geest levendig. De omstandigheid, dat men op steun van de overheid is aangewezen, dus niet in eigen onderhoud kan voorzien, alzoo in de maatschappij, zij het tijde lijk, van geenerlei nut is, ont moedigt in sterke mate. Wat de overheid betreft, deze kan terecht uit materiëele over wegingen alleen al bevorderen, dat tegenover de vele millioenen, welke zij jaarlijks aan werkloo- zensteun ten koste legt, althans voor een gedeelte nuttige arbeid wordt verricht. Zelfs zouden wij geneigd zijn te eischen, dat geen enkele volwaardige arbeider in het genot van overheidssteun worde gesteld, tenzij hij over eenkomstig zijn kennen en kun nen tenminste eenigen arbeid levert. Wij spreken hier opzettelijk slechts van een neiging in deze richting, omdat wij zeer wel begrijpen, dat zulk een stelsel in het huidige maatschappelijk bestel, dat te zeer nog op mate rialistische basis gegrondvest is, bezwaarlijk geheel kan worden doorgevoerd. De krachtdadige regeeringspo- ging, om de werkloozenverzor ging in betere banen te leiden, welke wij op het oog hebben, geldt het dezer dagen ingediend wetsontwerp tot wijziging en verhooging van het zevende hoofdstuk B der Rijksbegrooting 1934, waarbij aan de Staten- Generaal een crediet voor werk verruiming wordt gevraagd ad 60 miilioen gulden. Afgezien van de tenuitvoerleg ging van het plan waarover nog slechts weinigen in staat zijn een gegrond oordeel te vellen, door dat daaromtrent te weinig licht nog ontstoken is, meenen wij, dat in principe dit regeeringsplan aller waardeering verdient. In samenwerking met een in het leven te roepen lichaam, ge naamd: „Werkfonds 1934", dat uit verschillende kringen zal wor den gevormd, en met medewer king van den Raad van Bijstand en Advies, welke uit verschillende kringen van het bedrijfsleven wordt gerecruteerd, stelt zich onze regeering de verwezenlijking van deze nationale werkverschaf fing op groote schaal voor. Indien, wat natuurlijk drin gend noodig is, alle in aan merking komende instanties alle zeilen bijzetten om dit grootsch ondernemen naar best vermogen te doen slagen (hetgeen redelij kerwijze mag worden verwacht), kan 't niet anders, of naast het economisch nut zullen vooral vele sociale en moreele belangen worden gediend. Niet minder dan ruim 30 pro cent van de arbeidersbevolking is thans werkloos. De gruwel der zoozeer demoraliseerende werkloosheid heeft dus al ernstig genoeg onze staatshuishouding aangevreten, om niet alle midde len, welke in deze verlichtend kunnen werken, gretig te doen aangrijpen. Daarbij zullen velen zich offers moeten getroosten, doch bovenal zal een ieder die nen te begrijpen, dat het hier boven veler groepsbelangen uit, om het nationaal welzijn van ons allen gaat De tenuitvoerlegging van dit Ik aam beide personen nog eens goed op. Daarna verdwenen zij uit belangrijk nationale werk, zal ongetwijfeld ook aanleiding geven tot critiek, mogelijk wei op som mige punten tot gegronde critiek. Het aantal factoren, waardoor de omvang der werkloosheid zulke schrikbarende afmetingen heeft aangenomen, is legio. An derzijds zijn de middelen, welke de regeering kan benutten tot bestrijding daarvan, uiteraard be perkt. Immers, het ingewikkelde vraagstuk der werkloosheid is niet een nationaal, doch een in ternationaal vraagstuk, zoodat algeheele verbanning van dezen geesel des tijds buiten de machts sfeer ligt van welken afzonder lijken Staat dan ook. Zeer terecht wordt in de me morie van toelichting gezegd, dat, zoolang niet door een nau were internationale samenwer king de mogelijkheid geschapen wordt, om het vraagstuk op een veel bredere basis te behandelen, de Nederlandsche regeering slechts in beperkte mate bij machte zal zijn de voorwaarden te vervullen, welke kunnen strek ken om de bevolking wederom in ruimer mate aan de productie van goederen en diensten te doen deelnemen. Tot een succesvol internatio naal bereiken ten dezen is het tot heden nooit gekomen. Wij allen hebben dan ook den plicht om elke weloverwogen regeeringsdaad, welke doelbewust leidt tot leniging van den werk- loosheidsnood naar best vermo gen te helpen steunen. We staan hier voor een nationaal werk in den besten zin van het woord. Gelukt het op deze wijze den ban der werkloosheid aanvanke lijk te verbreken, aldus schrijven de ministers zoo terecht in hunne memorie van toelichting, dan zal daarmede een belangrijke stap zijn gezet op den weg naar het herstel. Ook al zal het loon van den arbeider dan geringer zijn dan in de betere dagen, die achter ons liggen, het zal een belangrijke vooruitgang beteeke- nen bij den toestand van dit oogenblik, omdat daardoor voor een groote groep van arbeiders, die thans werkloos zijn, een einde zal worden gemaakt aan het neerdrukkende en door de overgroote meerderheid der be trokkenen zelf verafschuwde steuntrekken. Moge het ontwerp in de Staten- Generaal op loyale medewerking van allen kunnen rekenen, opdat deze kloeke regeeringsdaad, welke ongetwijfeld geschraagd wordt door de instemming van het overgroote deel van het Ne derlandsche volk, aan die groote groep van noodgedwongen werk- loozen tot materiëel en geestelijk voordeel strekke. Voor de regee ring zelve moge dat een prikkel vormen om op den goeden weg, weiken zij heeft ingeslagen, tot aller welzijn voort te gaan. Revolutie-gevaar in Frankrijk. Frankrijk is op het oogenblik in twee kampen verdeeld, de revolutionnairen en de contra- revolutionnairen. De eerste groep is er van overtuigd, aldus „Uni ted Pres", dat Frankrijk nog voor het eind van het jaar met of zonder bloedvergieten, een nieuwe staatsinrichting zal krijgen. De andere groep daarentegen is van meening, dat de Staviskystorm voorbij zal trekken en dat de regeering in haar huidigen vorm in staat zal zijn de moeilijkheden te overwinnen. Op het oogenblik lijkt het er op, of de revolutionnairen gelijk zullen krijgen. Tot de revolu tionairen, die aan een nabijzijnde verandering revolutie of evo lutie gelooven behooren alle aanhangers van de rechtsche par tijen, zoowel de Parijsche als de provinciale jeugd en het meeren- deel der oorlogsveteranen. Tot de contra-revolutionnairen, die het behoud van den huidigen regeeringsvorm wenschen, be hoort de meerderheid van het z g. linksche cartel en de radi caal-socialistische partij, dus de combinatie, die sedert den oorlog in verschillende variaties aan de macht was en de groote meer derheid der landelijke bevolking. Dan is er nog een groep van tegen-revolutionnairen, de com munisten die vreezen voor een fascistischen of conservatieven staatsgreep. Hun macht hangt af van de ondersteuning, die zij van kiezers met minder extreme opvattingen krijgen. In ieder ge val ontwikkelt hun hoofdkwartier in deze dagen een koortsachtige activiteit en verzamelt fondsen voor een „propaganda-campagne tegen het fascistische gevaar". De rechtsche partijen zijn van meening, dat deze gelden alleen er toe moeten dienen wapens en munitie uit het buitenland, waar schijnlijk uit Engeland en Zwit serland te laten komen. Inder daad zijn geheime wapenzendin gen op verschillende plaatsen aan de grens in beslag genomen. Niettegenstaande dat, zijn neu trale buitenstaanders overtuigd, dat het niet tot bloedvergieten zal komen, daar zoowel de rechtsche als de linksche extre misten, de royalisten en de com munisten wel weten, dat Frank rijk noch een bolsjewistische aardbeving, noch het monarchis tische anarchronisme zal accep teeren. Iedere boer en ieder café-eigenaar in het land is een miniatuur-kapitalist en 80 procent der bevolking is landbouwer. Zij zouden het zich niet laten wel gevallen door sovjets te worden „uitgeplunderd". Evenmin is de moderne Franschman nog inge steld op de moreele en economi sche verplichtingen tegenover een monarch. Zelfs de fascisti sche getinte groepen der recht sche partijen, waartoe oude adei en aanhangers van de monar chistische idee behooren, wagen het nog niet den wensch naar een dictator uit te spreken. Zij geven zelf toe, dat het Fransche volk, de dictatuur niet wilzij verklaren voor alles republikeinen te zijn en hun actie indien zij iets ondernemen zouden volkomen wettelijk door te zetten. (Wordt vervolgd). cou Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. Engelsche vertaling. 23) Op zekeren avond stond ik op den hoek van Oxford Circus te wachten op een rijtuig, toen ik een vrouwestem naast mij zeer duidelijk hoorde zeggen Daar is een leege taxi, Gerry. Laten we die nemen. Die naam en die stem riepen plots tallooze herinneringen in mij wakker. Ik wendde mij snel om en wierp een blik op de vrouw en den man die naast mij stonden. Mijn hart begon sr.eiler te kloppen. De woorden, destijds op gevangen in de oprijlaan van de Hof stede, vlogen mij bliksemsnel door de gedachten. Zonder twijfel waren er maar heel weinig mannen in Engeland die Gerry heetten. Zou 't mogelijk zijn. Ik liep op een tweeden ledigen auto toe en wenkte den chauffeur. De man fen de vrouw namen plaats in den an deren en reden weg. Zie je die taxi vroeg ik den chauffeur. Hij knikte. Die moet je volgen. Verlies haar onder geen voorwaarde uit het oog, Goed, meneer I Ik trok het portier dicht es wij reden weg, nog juist bijtijds, want de politie agent gaf het verwisselings-signaal en het verkeer veranderde van richting. Wij reden door de Mortimer street, de Great Portland street, staken den Marylebone Road over en volgden tfaarna de Albany street. Ik was het niet eens met mijzelf wat mij eigenlijk te doen stond. Voorloopig kon ik hen volgen tot hun wonir.g (als ze daar heen gingen) en dat zou een waardevol gegeven zijn. Hoe langer ik nadacht, hoe meer ik lot de overtuiging kwam dat deze twee menschen dezelfden waren als die ik beluisterd had in de oprijlaan de man die het plan ontworpen had van den aanslag op Enid Leslie's leven en de vrouw die dat plan ten uitvoer had trachten te brengen. Ten slotte sloegen wij den Park Road in en staken een kruispunt van tramrails over. Later vernam ik, dat dit Camden Town was. De buurt was mij geheel onbekend. Ik was er nog nooit geweest, We gingen onder een treinviaduct door en ik zag op de lantaarns den naam Camden Road. We reden nog eenigen tijd door, sloegen daarna een hoek om naar links en kwamen in een stille straat, niet aaneer.gebouwd, doch met villa's aan weerskanten. Ik keek uit het raampje en rag dat de andere automobiel op eenigen af stand voor ons was blijven staan bij een der villa's. De huizen in deze straat stonden alle op eenigen afstand van den weg, door een strook tuin er van gescheiden. Ik riep mijn chauffeur door de spreek buis toe Rijd hen voorbij en neem het nummer van het huis op. Goed 1 antwoordde hij, en ver minderde zijn vaart. Ik lette goed op. De man betaalde den chauffeur en de vrouw wa» reeds halverwege den tuin. Het huis droeg het nummer 84. mijn gezicht. Wat nu, meneer vroeg de chauf feur door de spreekbuis. Terug naar Charing Cross Station, astwoordde ik. Weer een hoek om links en na eenige oogenblikken passeerden wij weer de tramrails. Op de lantaarns las ik den naam Kentish Town Road. Wij gingen dus een anderen weg terug. Maar dat was mijn zaak niet. Als ik maar tijdig aan het station was. De korte winterdag liep ten einde. Overal werden" de lichten aangestoken en de hemel werd donker en kleurloos. Ik overdacht wat mij te doen stond. Als deze vrouw Elisabeth Hunt was en als zij een werktuig was in de han den van dezen man, was het dan niet mogelijk dat hfl wederom een werktuig was in andere handen? Wie was die man Gerry. Maar ik had dan ten minste zekerheid dat Enid's Hunty niet in de groene golven bij Tregeagles Head rustte, maar dat ze levend en gezond was. De persoonsbeschrijving, destijds te Trevisco bij hare verdwij- nlng gegeven, paste, naar mij voor- kwan, op de vrouw, die ik zooeven gezien had. Leeftijd ongeveer vijf-en-dertig jaar. Tamelijk lang. Knap uiterlijk. Goed figuur. Bruin haar en dito oogen, bleeke gelaatskleur, rechte neus. witte, regel matige tanden (waarschijnlijk een kunstgebit;, vooruitstekende kin. Ik herinnerde mij die gedrukte per soonsbeschrijving, die destijds overal in de kustplaatsen van Cornwall aan geplakt was. De menschen hadden nog al gelachen om die opmerking tusschen haakjes. Moest nu elke vrouw van vijf- en-dertig jaar met mooie tanden per se een valsch gebit hebben Plotseling schoot mij een gedachte te binnen. Drie maanden geleden was zij nog niet gehuwd. Enid had zelfs gelachen om het idee dat zij verloofd kon zijn. Maar ik had gehoord dat Gerry haar .liefste" noemde ik had zelts het geluid van een kus gehoord. Noemden getrouwde mannen hun vrouw gewoonlijk „liefste" en kusten zij haar nog als ze samen in het donker wandelen Ik was een vrijgezel en kon dus hierover niet met kennis van zaken oordeelen, maar ik had toch wel her haaldelijk opgemerkt, dat de omgang tusschen gehuwden zeer verschilde van dien tusschen verloofden en vaak had ik mijzelf afgevraagd wat hiervan de oorzaak was. Doofde liefde's heldere schijn door te groote intimiteit. En stierf de romantiek bij de vervulling van alle wenschen Mijn gedachten dreven naar Agr.es. Ik had haar in geen drie jaar gezien en wellicht zou ik haar nooit weersien. Maar mijn liefde voor haar was niet verminderd. Ais ik met haar getrouwd was, zou zij mij dan nu onverschillig zijn geweest, evenals dit met zooveel andere echtgenooten het geval was. Z >u zij mij zijn gaan beschouwen als een nooczikelijk stuk huisraad in haar omgeving ïk wist beter en glimlachte in mijzeif. Maar ik was overtuigd, dat de man en de vrouw, die ik in den oprijlaan ontmoet had, niet getrouwd waren. Zij w tren dus later getrouwd. Een gemeen schappelijk geheim had hen verbonden en dwong hen bijeen te blijven. Mijn taxi stopte. Ik keek naar bulten cn zag dat wij aan het eind van Tot tenham Court Road waren. Een minuut teler was ik aan het loket om mijn kaartje te koopen. Op Greenslade vond ik mijn vader in gesprek meteen logé. een oud vriend van hem en gewezen minister. Zij ver diepten zich naar hartelust in de poli tieke problemen van het oogenblik. Ik nam weinig deel aan het gesprek en ging vroeg naar bed. Mijn gedachten bleven voortdurend bezig met de raad sels, waarin ik dreigde vast te raken. Wat moest ik nu doen Moest ik naar Scotland Yard gaan en den detective Smith inlichten. Of was het beter Peier Langlty weer op te zoeken en hem te vertellen wat ik ontdekt had Waarom spande ik mij eigenlijk zoo in Wat voor nut bracht het mij Enid Leslie voor kwaad te bewaren Zij had toch goede beschermers. Waarom trachtte ik niet alleen Agnes Stanton te vinden en ala ik haar gevonden had haar liefde terug te winnen Op een of andere onverklaarbare wijze moest het lot dier beide meisjes samenhangen en wellicht voelde ik on bewust dat ik door ontwarring van het voor de hand liggende raadsel nader kwam bij de oplossing van het andere. Met deze gedachte viel ik eindelijk in slaap. HOOFDSTUK X. Na mijn gesprek met Peter Langiey had ik aan Charlei Drew geschreven, die zich sinds eenigen tijd in New castle had gevestigd, Ik had hem ge vraagd zooveel mogelijk inlichtingen voor mjj in te winnen omtrent een zekeren John Maynard, die in New Castle moest wonen. Eerst in de tweede week van Januari zond hij mjj eenige informaties, die mij echter niet veel belangrijk nieuws brachten.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1934 | | pagina 1