Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuw sell - VI aan deren. Huis en Persoonlijkheid. Tijdig gered. No. 96. VRIJDAG 9 MAART 1934 49e Jaarg. J. C. VINK - Axel. FEUILLETON. Buitenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Voor wie ze nog niet zijn in getreden, naderen de dagen van schoonmaak. En behalve het schuren, wasschen, stoffen, poet sen en boenen van al hetgeen daarvoor in aanmerking komt, gaat met de schoonmaak ook gepaard het „aan kant doen" zooals men hier in de streek het stoffeeren der kamers noemt. De tijdsomstandigheden leenen er zich toe daarover eenige be schouwing te geven. Een vaste stelregel is, dat iedereen iets kenmerkends heeft in zijn karakter, wat op de eene of andere wijze terug zal werken op zijn omgeving, hetzij bewust of onbewust. Bij de huisvrouw uit deze in vloed zich vooral in de inrich ting van haar huis. Men kan dan ook hieruit eenigszins het ka rakter opmaken van de vrouw, aan wier leiding de inrichting van het huis is toevertrouwd. Vele vrouwen beseffen echter niet, welke mogelijkheden haar hier geboden worden. Zij den ken, dat een mooie of gezellige inrichting voor alles een kwestie van geld is. Doch wanneer zij er even over nadenken, zullen zij zelf inzien, dat hoe meer de geldswaarde van de meubels en de smaak van de kamer inrich ting op den voorgrond treden, hoe minder van de persoonlijk heid en de individueele smaak der huisvrouw overblijft. Stel u echter eens even een eenvoudig, maar met smaak in gerichte kamer voor. Wij worden bij het betreden daarvan dadelijk prettig aangedaan. Een juiste plaatsing der meubels, hier en daar wat bloemen, kleedjes en eigengemaakte kussens, een arti stieke, hoewel weinig kostbare wandversiering, waarvan de kleu ren passen bij het behang, zoo'n kamer kan reeds de persoonlijk heid van de vrouw des huizes uitdrukken en al deze doode voorwerpen tot iets levends ma ken. Wie er gevoel voor heeft zal de vele kleine trekjes goed opmerken. Hij ziet b.v. dat men met piëteit lieve dooden gedenkt of oude familiesouvenirs bewaart en maakt het streven naar zin delijkheid, de ordelijkheid en nog veel meer op uit den indruk, die de inrichting van het huis maakt. En die indruk hangt af van de vrouw des huizes. Vooral nu de huizen zooveel kleiner en zoovelen met financi- eele moeilijkheden te kampen hebben, moet de vrouw zich bewust worden van haar verant woordelijkheid op dit gebied. In de jaren van vcorspoed heeft men ook in de inrichting der woningen te veel naar weelde gehaakt. Thans is veel van die weelde niet meer in overeen stemming met de veranderde levensomstandigheden, lager in komsten, de kleinere kamers, het gebrek aan personeel; dikwijls wordt een deel van de huisraad vrijwillig of noodgedwongen ver kocht, dikwijls wordt het wel als kinderlijk aangevoeld, doch om de eene of andere reden sleept men de meubels toch maar mee van de eene kamer naar de andere. Dit is een verkeerde methode en komt in den grond neer op leven boven zijn stand, wat tenslotte toch ook zijn gren zen heeft. In de bescheidener geworden woning waar de salon verdwe nen is, doch de huiskamer van meer belang is geworden, is de waarde van elk stuk afzonderlijk veel grooter dan destijds en de huisvrouw heeft de vreugdevolle plicht, in geestelijken zin te groeien, opdat zij haar huis- genooten meer kan geven deze zijn immers, evenals haar vrien den en kennissen, in de financieel ongunstige tijden veel meer aan gewezen op de gezelligheid in huis. In een eenvoudige omge ving kan veel bereikt worden vooraanstaande kunstenaars en geleerden hebben hun werk dik wijls gedaan in kleine huisjes. En te allen tijde hebben vrou wen als b.v. de dochters van Roemer Visscher hun huis tot een rijke bron van geestelijk leven voor hun huisgenooten ge maakt. Zoo begaafd is natuurlijk niet iedereen, doch elk op haar eigen wijze kunnen de huisvrou wen hun geest en persoonlijkheid toch wel zooveel ontwikkelen, dat zij hun huis een waarde geven, die hooger is dan die van alle gekochte weelde. België. De door minister-president de Broqueville in den Senaat ge houden rede geeft alle aanlei ding tot het vermoeden, dat er een zwenking in de buitenland- sche politiek voor de deur staat. Het zijn opmerkenswaardige woorden, welke de Belgische premier heeft gesproken met be trekking tot Duitschiand en de ontwapening. Militaire versterking van Duitsch iand acht graaf de Broqueville niet meer te voorkomen. De mid delen, daartoe aan te" wenden, zijn volgens zijn oordeel niet voor toepassing in de praktijk valbaar. Op de eerste plaats moet de zgn. preventieve oorlog, dat wil zeggen het toepassen van militaire sancties of een onder zoek volgens art. 213 van het Volkenbondspact als ondeugde lijk voor een uiteindelijke gunstige regeling worden verworpen. Zoo wel Engeland als Italië zouden weigeren daaraan mee te doen. Slechts één middel zou dienstig kunnen zijn om de herbewape ning van Duitschiand te voorko men en dat is een nieuwe oor log. Maar de Belgische premier weigert het land in een dergelijk avontuur te storten. Tenzij een internationale conventie tot stand komt, waarbij tot algemeene be perking der bewapening wordt besloten, zal het niet mogelijk zijn Duitschiand te beletten zich weder te bewapenen en als dat gebeurt, zal een algemeene be wapeningswedloop volgen, waar uit tenslotte onvermijdelijk een oorlog moet voortkomen. Uit de woorden van den leider der Belgische regeering kan slechts deze conclusie worden getrokken, dat België niet voor nemens is in het kielzog der Fransche politiek te blijven varen, zooals tot nog toe het geval was. Nadat de Fransche opvattingen met betrekking tot het ontwa- peningsvraagstuk reeds op tegen stand van Engelsche en Italiaan- sche zijde waren gestuit, sluit ook de tot dusver meest volg zame Belgische natie zich daarbij aan. Dat de Franschen daardoor min of meer onthutst zijn laat zich begrijpen. Door de Quai d' Orsay zijn zonder verwijl maatregelen ge troffen om het afgedwaalde schaap uit de Fransch gezinde kudde tot terugkeer te bewegen. Het aangekondigde bezoek van den minister van buitenlandsche zaken Barthou aan Brussel zal vermoedelijk bedoeld zijn als een poging in die richting. Omtrent het resultaat valt natuurlijk nog niets te zeggen, maar we mogen toch wel aannemen, dat graaf de Broqueville niet slechts zijn persoonlijke meening, maar die der geheele regeering heeft ver tolkt. Indien dat zoo is, ziet Frankrijk zich een zijner meest hechte steunpilaren in zijn ont- wapeningspolitiek ontvallen. Deze geduchte tegenslag zal er echter misschien toe kunnen bijdragen, aan de besprekingen te Genève nieuw leven in te blazen. Zeker evenwel zal de regeering te Ber lijn zich sterker dan ooit gaan gevoelen, nu blijkt dat het door Frankrijk gevormde front een bres vertoont, welke waarschijn lijk nog voor vergrooting vat baar is. In het door den Belgischen minister-president gesprokene kan een inleiding worden gezien van een wijziging der Europeesche verhoudingen. België is klaar blijkelijk niet langer van zins Frankrijk door dik en dun te volgen en zeker niet ten aanzien van het ontwapeningsvraagstuk. Welke gevolgen deze zwenking der Belgische regeering ook zul len opleveren, voor Duitschiand beteekent het ontegenzeggelijk versterking van zijn standpunt inzake gelijkberechting en herbe wapening. Krasse uitlatingen. Als een pendant op de rede van minister-president de Broque ville heeft volgens de N. Rott. Crt. de conservatieve Katholieke afge vaardigde Dorlodot een gehar naste redevoering tegen Duitsch iand afgestoken. Zijn conclusie was, dat Duitsch iand met durf en methode zijn herbewapening doorzet en dat in het belang van Frankrijk, Enge land, Italië en België onmiddel lijk moet worden ingegrepen, wil men het gevaar voor een Duit- sche hegemonie nog kunnen af wenden. Het is wel wat laat, zeide Dorlodot, maar te laat is het nog niet. Duitschiand zal weldra sterk genoeg zijn om zijn koloniën weer op te eischen. Daar zal het echter niet bij blij ven. Na de koloniën zal het Oostenrijk willen hebben, Polen, Oekraïne en Elzas-Lotharingen. Het komt er nu op aan dit te beletten, la plaats van allerlei fragmentarische oplossinkjes na te streven, zou België zich aan 't hoofd moeten stellen van een doortastende campagne voor de verzekering van de veiligheid tegen de Duifsche oorlogsge dachte en tegen het Hitlerianisme, dat den oorlog voorbereidt. Een dergelijke campagne zou door de wereldopinie worden gesteund. Daar, zooals president Roosevelt het onlangs zeide, 90 procent van de menschheid den vrede wil en de overblijvende 10 pro cent, die aan den oorlog denkt, de wereldatmosfeer vergiftigt,mag niet worden geaarzeld. Wij, die in 1914 Dinant, Tamines, Leuven en 4 jaar bezetting hebben ge kend, hebben 't recht en den plicht, ieder accoord, dat de uit voering door deze 10 pet. van het misdadige plan, waarvan wij eens te meer de eerste slacht offers zullen worden, mogelijk zou maken, af te wijzen. (Wordt vtrvtlfdji AXELSCHEM COURANT Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. Engelsche vertaling. 17) Al die verhalen uit Tregormicen Beudie en Polteagle waren geen cent waard, dr. Selby. Maar we verloren den moed niet en ziftten maar tot we de waarheid, de feiten overhielden. Zoo, zoo En het kwam zoo uit: ;Boer Rundie kon zich niet vergist hebben en Billy Beel en Sam Beswarrick evenmin. Wie zijn dat? Visschers. En we zijn tot deze conclusie gekomen: Toen ze de pas torie verlaren had, is ze dadelijk naar Whtal Gregory gegaan dwars door het Treloggas-duin. Maar het gezicht van de mijnpu'.ten heeft 'rafgeschrikt. Verschrikkelijk diep en donker en stil. Daar houden vrouwen niet vau Daar zijn ze te zenuwachtig voor, dr. Selby. En daarom is ze naar Tregeagles Head gegaan en heeft gewacht op den morgen, om te kunnen zien wat ■e deed, bij wijze van zeggen. Dat was een veel betere plaats en daar is ze van de rots geprongen. Maar ze hebben haar lichaam niet gevonden, wel vroeg ik. Neen, mijnheer, en dat zullen ze nooit ook De stroom om Tregeagles is erg sterk en heeft 'r lichaam natuur' lijk dadelijk meegevoerd, mijlen ver misschien. Ze vinden haar niet meer. Dat is mijn meening, ook die van Beel en Beswarrick. Nu, ik ben blij dat jullie de zaak zoo goed hebt opgelost, zei ik, een glimlach onderdrukkend. Ja, het was niet gemakkelijk, zei William ernstig. Arm schaap, ze was natuurlijk niet heelemaal snik meer. Ze had het niet behoeven te doen. Het was haar schuld niet dat het meisje haar niet hoorde, toen zij geroepen werd en we waren ,het er allemaal over eens dat haar geen ver wijt te maken viel. Dus een nader onderzoek zal wel niet plaats hebben vroeg Ik. Waarvoor zou het noodig zijn, meneer Het is alles zoo klaar als de dag. Natuurlijk, als 'r lichaam nog aan spoelt, zal er een onderzoek moeten plai.tr hebben, maar er is niet veel kans op. Hij stond op en begon zich te ver ontschuldigen over den last die hij mij gedaan had met een zoo wijdloopig verhaal. Volstrekt geen last, Will, zei ik, ik vond het juist aardig van je dat je mij op de hoogte wildet houden. En met een vriendeiijken glimlach verliet hij de kamer. Zoo was er weder een dag voorbij gegaan en ik vroeg mij af wat de vol gende dagen zouden brengen, HOOFDSTUK VI. Toen Ik eenmaal begon te beteren, girg dit steeds sneller en na een week was ik weder op de been en mocht zelfs het huis weer verlaten. Van juf frouw Hunt was niets meet vernomen en de menschen begonnen haar te ver geten. Trevisco dommelde weer in en het leven hernam zijn ouden sleur. Enid Leslie bleek geheel aan d< geestdriftige beschrijvingen van juf frouw Tresidder te beantwoorden. Zij was een lief meisje, lieftallig als een roos en vroolijk als een vlinder, ik vernam dat zij achttien jaar was, maar in gedrag en uiterlijk was zij nog een echt kind. Zij ontving mij met een beminnelfl- ken eenvoud en echte kameraadschap. Zij was noch brutaal, noch bedeesd. Haar simpele natuurlijkheid was zon der twijfel een van haar grootste aan trekkelijkheden. Wat ben ik blij, dat ik u eindelijk te zien krijg, zei ze, met uitgestokzn hand op mij toekomend. Al die dagen neb ik er naar verlangd. Ik hoop zoo, dat u mij al die nare dingen zult vergeven, die u door mijn schuld hebt moeten lijden. Wat dom van me, hé, om niet op te staan, toen de goeie, ouwe Hunt me geroepen had. Misschien heeft u haar niet ge hoord, waagde ik te zeggen. O, neen, ik denk dat ik haar maar al te goed gehoord hebdat doe ik altijd. Maar ik slaap hier in Trevisco altijd zoo vreeselijk vast en dan ver geet ik weer dat ik geroepen ber. Dus denkt u dat u haar roëpetl weer heeft vergeten Ja, dat gebeurt zoo vaak. Ikhe.- inner mij niets van het oogenblik af dat ik in bed stapte totdat ik wakktr werd In de open lucht midden tus- schen een heeleboel menschen en vlak bij het haiende vuur. 't Was net op tijd, lachte ik. Als Ik een paar minuten later was ge komen, waart ge misschien nooit meer wakker geworden. Ja, dat hebben ztj mij verteld. Haar gezichtje werd ernstig. Is eigenlijk verschrikkelijk, niet (k ben u heusch erg dankbaar, tk kan u niet seggen hoe dankbaar. Want, ziet u,ik voel er nog niets voor om verbrand te worden. Ze lachte alweer. Dat kan ik begrijpen, zei ik. Het zou erg onnatuurlijk zqn als b 't wel deed. Niemand zou daarnaar ver langen. Denkt u dat Hunty daar nu is? Om u de waarheid te zeggen, neen. U kunt er op aan dat ze nog hier of daar op deze planeet rondloopt. Maar waarom zou ze dan dien brief gaschreven hebben en wegge- loopen zijn Ze was natuurlijk erg overstuur. Maar als ze nog leeft, waarom schrijft zij mij dan niet? Ja, nu vraagt u te veel, zei ik. Hoe kan ik nu weten wat deze of gene doen zou in dit of dat geval Weet u ook of ze verloofd was Zij zette groote oogen op en scha terde H-t uit. U is een grappenmaker, zei ze. Hunty verloofd 1 Kom, ze is al in de dertig I Is dal zoo verschrikkelijk oud vroeg ik. Voor een vrouw wel, antwoord de zij. Erg oud. En bovendien. Hunty was een echte manneahaatster, Zij hield mij altijd zooyeel mogelijk van eiken man verwijderd. En had ze daar heelemaal onge lijk in? J a, zeker. Zij sprak geheel in ernst. Ik vind de meeste mannen vreeselijk aardig. Dr. Tonkin b.v. is een echte schat vind u niet? Ja, ik mag dr. Tonkin erg graag. Nu, ik ook. Hij is zoo vriendelijk en hulpvaardig voor mij geweest. Ik aal hem mijn leven lang dankbaar sQn en u ook Erg lief van u. Volstrekt niet lief. Het zou toch wel schande zijn als ik niet dankbaar was. En ik houd eigenlijk van alle menschen en tracht vriendelijk te sijn tegen iedereen. Net als juffrouw Tre sidder. Is dat geen echte schat Ja, dat is ze. Ik vond haar vreeselijk toen ik haar nog niet goed kende, maar nu Vind ik haar allerliefst. Allerliefst? Ja. allerliefst. Ik zou het niet kun nen uitstaan ais ze magerder werd. Haar te zien lachen is even prettig als naar den schouwburg te gaan. En wat praat ze leuk. Ik wou dat ik Corn- walsch kon spreken zooals zij. ik heb me soms bijaa doodgelachen om haar, En ze begon juffrouw Tresidder na te doen, dat ik er luid om moest lachen, Uw voogd zal u wel spoedig komen halen vroeg ik ten slotte. Ik hoop van niet, zei ze ernstig. U moet weten, dat ik hem geen woord over den brand heb geschreven. Maar hij zal het toch wel in de courant hebben gelezen Wel neen, hij leest bijna nooit een courant. Hij heeft het veel te druk en is den heelen dag op zijn muf, somber kantoor. En waarom zou ik ook hier weggaan? Juffrouw Tresidder vertroetelt me alsof ik haar eigen kind was. En vindt u dit kamertje niet snoezig J i, 't is hier erg gezellig. Daarbij komt dat ik hier ben ge komen om eindelijk echt vrij te zijn. Tot nog toe ben ik altijd op kostschool geweest. De dokter zei, dat ik vrijheid en frissche lucht noodig had.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1934 | | pagina 1