Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- VIaan deren.
No. 86.
VRIJDAG 2 FEBRUARI 1934.
49e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Overschatting
van den menscheljjken plicht.
FEUILLETON.
Tijdig gered.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
tot 5 regels 60 Centvoor
Groote letters worden naar
ADVERTENTIËN van 1
eiken regel meer 12 Cent.
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Indien Nederland eenmaal ten
gronde gaat, dan zal het zijn
door den bourgeoissatisfait.
(Prof. dr. Sleeswijk).
Men kan geen dag van de
week de courant ter hand nemen
of men leest daarin één of meer
jubilea van verdienstelijke mede
burgers. Vandaag heeft een arts
25 jaar beslagen tongen bekeken
en blinde darmen weggenomen,
morgen heeft een actrice twaalf
en een half of zestig jaar op de
planken gestaan, overmorgen heeft
een accountant een kwart eeuw
balansen nagekeken, denzelfden
dag herdenkt eer journalist het
feit, dat hij twintig of dertig of
veertig jaar binnenbranden ver
sloeg of over tooneel schreef, na
overmorgen is het een vakver-
eenigingsleider die vijf en twintig
jaar het volk heeft gemend, a.s.
Zondag zal tandarts Z. zijn tien
duizendsten kies hebben getrok
ken, komende Maandag komt
een acteur terug van een tournée
naar Nieuw-Guinea, a.s. Dinsdag
is het dertig jaar geleden, dat
onze bekende medeburger X een
zaak begon in effecten, in wollen
ondergoederen, in pantoffels of
in delicatessen.
Hulde, hulde, hulde
En al deze brave lieden wor
den in de bloemen gezet, door
eere-comité's ontvangen in rijk
versierde zalen, toegesproken,
bewierookt en bejubeld, geïnter-
vieuwd en in de krant tot in
détails „verslagen".
Zoekt men goed, dan zijn er
zeker nog veel meer jubilarissen
te vinden.
Er zijn in Nederland nog heel
wat meer menschen, die een be
paald aantal jaren hun plicht
doen. Als die allemaal konden
worden bewogen om zich ook
te laten bejubelen, dan leefden
we in een permanenten jubileum-
roes.
Waarom bejubelen we elkan
der toch zoo graag
Het is Johannes in „Nederland",
die deze vraag aldus beantwoord
Engelsche vertaling.
8)
Specialist Wat bedoel je Hij
keek mij verbaasd aan.
Wat ik bedoel? Wel, een heele-
boel dingen lachte ik. Geld en tijd
en hard weiken minstens een jaar
ln Parijs of Weenen.
Hij zweeg eenigen tijd. Daarna zeide
hijIk wou dat ja in de politiek
ging, Roden. Eens zul je land-edelman
zijn en ik zou het zoo prettig vinden
als je later mijn plaats in het parlement
kondet innemen.
Ik schudde het hoofd Ik stel geen
belang in politiek, aei ik. En boven
dien, mijn werk
Ik begrijp je niet, Roden, bromde
hij, mij in de rede vallend, Ik had
gedacht dat je eens verlangen zoudt
voelen je nuttig te maken voor je land.
Maar dat is juist wat ik wil, zei
Ik lachend. Hierop ging de deur open
en kwam mijn zuster Effie een school
meisje van ongeveer zestien jaar
de kamer ingesprongen. Zij omhelsde
mij en overstelpte mij met liefkozingen.
Ik zal Jelui maar alleen laten,
bromde de oude heer, en hij ging mop
perend de kamer uit.
Een maand bleef ik cp Greenslade,
las er veel, ging nu en dan met mijn
Vader op jacht of speelde een partij
golft maar innerlijk bleef ik onrustig
en Ik geloof dat ik tegenover mijn
huisgenooten zeer prikkelbaar was.
Hoe graag ik het ook wilde, het was
heeft, met een variant op het
Latijnsche gezegde hodie tibi,
eras mihi, of wel in goed Ne-
derlandschheden gij, s.v.p.
morgen ik.
Een Hollander is graag een
autoriteit, een man van aanzien,
van gezag, hetzij hij in de char
leston onderwijst, kiezen trekt,
sokken verkoopt of algebra do
ceert. Hij voelt zich gewichtig,
en, hij wil het weten. Hij wil,
dat men het achter zijn rug
fluistert, maar ook dat men hem
in z'n gezicht zegt. En als hij
dan knippert met z'n oogen, dan
is het uit emotie over eigen heer
lijkheid en niet van den schrik.
Dan komt het in de krant...
Dan komt het niet in de krant
dat hij 'n zeker aantal jaren een
voudig z'n plicht heeft gedaan,
sokken verkocht of wat ook, om
dat hij nu eenmaal dat beroep
heeft gekozen en doorgezet, om
dat, als hij er mee ophield, zijn
schoorsteen niet meer zou roo-
ken en zijn vrouw de meid en
den slager niet meer zou kunnen
betalen, dan komt niet in de
krant dat hij doodeenvoudig als
elk eerzaam schepsel zijn een-
voudigen plicht zoo goed moge
lijk (ook wel eens beroerd) heeft
gedaan, maar dan komt in de
krant, dat onze hoogst verdien
stelijke en alom geachte en bui
tengemeen belangwekkende me
deburger en notabel op 24
Maart 18.... te Luljebroek het
levenslicht aanschouwde en schier
vanaf z'n geboorte reeds beloofde
te worden wat hij later ook werd,
een „bourgeois-satisfait".
Deze bewierookings-zucht is
een gevolg van gewone triviale
reclame voor eigen standje.
Wie geen emplooi heeft gaat
jubelen, wie een nieuw pak of
trapnaaimachine of een dozijn
vischcouverts noodig heeft, gaat
jubelen. Wie op z'n ouden dag
het wat royaler wil hebben gaat
afscheid nemen in plaatsen waar
hij nimmer tevoren i: geweest.
Al dit gejubel draagt in de
krachtigste mate bij tot den cul
tus der middelmatigheden, tot
het overschatten van den gewo-
mi] onmogelijk de herinnering aan
Agnes Stanton te verbannen. Niet zoo
zeer mijn verloren liefde was het, die
mij smartte, maar de val van mijn
ideaal. De gedachte, dat zulk een zacht
en aanvallig meisje zoo valsch en ge
wetenloos kon zijn, was mij als een
doorn in het vleesch. Mijn gedachten
dwaalden altijd weer naar de uren, die
wij samen hadden doorgebracht. ,De
bladzijde van het boek waarik las, ver
dween telkenmale uit mijn oogen en
ik zat weer in het prieël, uitziende
naar 't schitterend oppervlak van de
Perth met den zeewind om mijn hoofd
en Agnes stem in mijn ooren. Dan
kwam ik weer plotseling tot mijzelf
en trachtte opnieuw de herinnering uit
mijn geest te bannen.
Spoedig werd het mij duidelijd, dat
ik een harden strijd had te voeren.
Het was heel eenvoudig mijzelf voor
te praten dat ik haatte en verachtte,
maar 'verachting van haar gedrag en
haar karakter gaven mij geen troost.
Ik had haar zoo innig liefgehad ja
had haar nóg zoo lief, ondanks aiies
dat de gedachte aan haar slechtheid
een bron van telkens hernieuwd leed
was.
Mijn vader had mij het geld voor
mijn studies toegezegd en na een maand
vertrok ik naar Heidelberg. Daar bracht
ik den winter en het voorjaar door,
waarna ik naar Weenen ging. Hier
bleef ik nog een half jaar, verdient in
mijn itudies, Tegen Kerstmis was ik
weer thuis en bracht de feestdagen
met mijn vader en Effie door, die reeds
de kinderschoenen begon te ontwassen.
Daarna ging ik naar Edinburg waar
ik nog twee jaar bleef en me bflna
doodwerkte.
Qedurende al dezen tijd vocht ik em
nen menschelijken plicht, zij be
let de menschen hel waarlijk
groote te zien, zij werkt de nati
onale eigendunk en verwatenheid
allerverschrikkelijkst in de hand
en zij kweekt geestelijke prutsen.
Zij werkt veislappend.
Zij is een gevaar, dat zoo groot
kan worden, dat, zooals Prof.
Sieeswijk zegt, een land er aan
ten gronde kan gaan.
Zeker zijn er figuren die aller
achting verdienen. Maar toch
niet meer dan voor de velen, die
niet slechts een zeker aantal
jaren, maar ook een geheel men-
schenieven zonder ophef, zonder
krantenverslagen, zonder gejubel
eenvoudig hun plicht hebben
gedaan. N.
Het Aoto verkeer voor
Arbeiders- en Middenklasse.
Naar aanleiding van de voor
steilen van den minister om de
auto- en motortractie zwaarder
te beiasten, ontvingen we het
onderstaande schrijven van den
A.N W.B de B.B.N. Boud van be-
drijfs autohouders en de K N.A.C.
Vele jaren geleden ontstond de
naam luxe-auto in tegenstelling
met dien van den vrachtauto
heden ten dage kan men dien
zelfden naam vrijwel dagelijks
nog in ongevallenberichtjes in de
dagbladen aantreffen, hoewel de
werkelijke luxe-auto even zeld
zaam is geworden als de equi
page. Personen-auto is de juiste
benaming voor het motorvoertuig,
dat zonder eenige luxe, maar
als zuiver utiliteits-vervoermiddel,
personen vervoert.
Uit die zelfde oude lijden is
nog de opvatting afkomstig, dat
de automobilist wel betalen kan
en een symptoom van die opvat
ting vindt men terug in het wets
ontwerp, dat beoogt om het ge
zamenlijk wegverkeer, hoewel dit
de kosten van zijn eigen weg
ruimschoots betaalt, nu ook nog
te belasten met een extra-belas
ting van negen millioen gulden
ten bate der spoorwegen.
het beeld van Agnes Stanton nit mijn
leven en mijn hart te verbannen en
voor een deel gelukte mij dit. Vergeten
kon ik haar niet, maar het was mij
nu mogelijk aan haar te denken zonder
pijn of woede. Zelfs betrapte ik mij
er een enkele maal op dat ik naar een
verklaring zocht voor haar gedrag en
mij afvroeg of het niet mogelijk was
dat ik mij in haar motieven kon be
drogen hebben.
Maar naarmate de tfj d vervloog, dacht
ik steeds minder aan haar. De tijd
heelde langzaam aan de wond en mijn
werk begon mij zoodanig in beslag te
nemen, dat ik bezwaarlijk aan veel an
dere dingen kon denken. Alleen des
nachts als ik moeilijk den slaap kon
vatten, kwam haar gelaat mij vaak nog
voor den geest. En een niet te onder
drukken nieuwsgierigheid bleef mfj
plagen. Wat zou er wel van haar zijn
geworden Zou ze nog spijt gehad
hebben over het kwaad, dat zij mij en
haarzelf had berokkend
De gedachte aan ten nieuwe liefde
was mij geheel absurd. Mijn gebroken
vertrouwen was niet meer te heelen.
Ik voelde achterdocht togen elke vrouw.
Het mocht waar zijn, dat zij allen aan
heur natuur gehoorzaamden, maar juist
daarom kon men ze niet vertrouwen.
Hoe aantrekkelijker tij waren, hoe
grooter het gevaar en dus hieid ik ze
op een afstand.
Mijn ingespannen arbeid werd met
succes bekroond en ik kreeg spoedig
zekere vermaardheid als autoriteit op
een bepaald gebied van mijn vak. Maar
experimenteele arbeid is vaak afmat*
tender dan de onderzoeker zelf meent
hij gaat zto op in zijn werk, wordt
zoo in beslag genomen, dat hij dikwijls
veriest te eten( vergeet afleiding te
Het is daarom goed, ie beden
ken, dat deze extra-belasting niets
van haar onrechtvaardigheid zou
verliezen als inderdaad ieder
weggebruiker een rijke automo
bilist was, en voorts, dat dit
sprookje tot het verleden behoort,
dat deze negen millioen geheven
zullen worden van de zwaarst
belaste groep uit onze geheele
samenleving, de weggebruikers,
dus van de hard-werkende vracht-
auto-houders, de ploeterende mid
denstanders en handelsreizigers,
de ambtenaren en arbeiders, voor
wie de (ook extra te beiasten
fiets een dageiijksch vervoermid
del en diezelfde fiets, dan wel
een goedkoop uitstapje per tou
ringcar, de eenige afwisseling in
een sleurbestaan vormen. Zij
allen en de andere groepen van
fietsers, auto- en motorrijders
mogen toch zeker allen geens
zins tot de kapitalisten gerekend
worden.
Is dus in dit opzicht het weg
verkeer een arbeiders- en mid-
denstandsbelang, niet minder is
het dit uit een oogpunt van
werkverschaffing. Reeds eerder
is er op gewezen, dat momenteel
reeds 150.000 menschen arbeid
vinden in en door het motorver-
keer en dat dit aantal, als geen
belemmeringen aan deze ontwik
keling in den weg worden ge
legd, elk jaar opnieuw met plm.
10.000 zal blijven stijgen. Tien
duizend jongemannen worden
jaarlijks op deze wijze voor werk
loosheid behoed en dit niet
ten koste van werkloosheid el
ders! Want het is uit de ont
wikkeling van het moderne ver
keer langs den weg voldoende
gebleken, dat dit niet gioeit ten
koste van ander vervoer, bijv.
het spoorwegvervoer. Zeker,
gevallen van concurrentie doen
zich ongetwijfeld voor, maar hel
overgroole deel van het vervoer
van personeel en goederen per
auto is geschapen door dien
auto zélfhet is ontstaan dank
zij het gemak dat de auto ople
vert, dank zij den lagen prijs van
dit vervoer of de economische
wijze van vervoeren, welke aldus
zoeken, ja, vergeet ie slapen,
Den heelen dag was ik in het labo
ratorium en vaak zat ik tot diep in
den nacht te schrijven. Ik hield lezingen
voor geneeskundige vereenigingen en
schreef artikelen voor geneeskundige
bladen ea zoodoende werkte ik eigen
lijk dubbel en ma'te mij meer af dan
ik zelf wel meende.
Weliswaar verkreeg ik een zekere
reputatie, niet alleen in Engeland, maar
in heel Europa. Mijn collega's spraken
over mij met eerbied, als over iemand
die carrière maakt. Mijn standaardwerk
over mijn speciale wetenschap zou
spoedig worden'uitgegeven.
Tot dan toe had ik de waarschu
wingen van mijn vrienden in den wind
geslagen. Mijn beste vriend, Charley
Drew, zei vaak: Maak het toch niet
te erg, Roden. 'Met al jj inspanning
ten bate van het leven van anderen,
zul je je eigen leven nog verliezen.
En ten slotte begon ik te voelen,
dat hij gelijk had. Mijn energie en mijn
uithoudingsvermogen verminderden
meikbaar. Ik kreeg verlangen naar rust
en verandering van omgeving.
Toen gebeurde het, dat de oude
nieuwsgierigheid ik gebruik dat
woord, omdat ik geen beter vinden
tan opnieuw bfl mij wakker werd,
Waarom niet een paar weken naar
Trevisco? De oude kennissen nog eens
opzoeken en de frissche zeelucht weer
inademen en weer eens in de bekende
streek ronddwalen.
A's ik veel tijd tot nadenken had
gehad, zou ik het idee wellicht hebben
verworpen. Er was veel tegen en weinig
vóór bij nadere beschouwing.
Maar ik gaf mijzelf geen tijd tot
overleggen en ging op staanden voet.
Twee dagen later want ik reisde
mogelijk bleek. De openstelling
van de mogelijkheden heeft dit
vervoer gekweektzonder die
mogelijkheid zou het vervoer er
niet zijn en zeer zeker zou slechts
een bitter klein percentage aan
de spoorwegen ten goede komen.
Ook als deze laatste ons land
bedekten met een net van spoor-
en tramwegen, even dicht als dat
der huidige landwegen (hetgeen
financieel onuitvoerbaar is) dan
nog zou van zulk een volledigen
overgang van het eene vervoer
naar het andere geen sprake zijn
daarvoor verschilt het teveel van
karakter.
De wet tot instelling van een
verkeersfonds beoogt een vermin
dering van het motorverkeer. De
minister van Waterstaat spreekt
zelf in de toelichting van „een
terugslag op het motorverkeer"
mocht gehoopt zijn, dat die terug
slag ten goede zal komen aan
den spoorweg, dan moet deze
illusie al dadelijk verstoord wor
den.
Neen, niet de vervoerder, die
keus had tusschen spoor en auto,
zal in de eerste plaats getroffen
wordendeze geeft gewoonlijk
wel voldoende uithoudingsver
mogen om nieuwe lasten te dra
gen. Getroffen zal worden het
autotje van den kleinen handels
reiziger, wiens bestaan toch al
moeilijk was, het wagentje van
den kleinen koopman, den vroe-
geren venter-met-de-hondekar,
den huisvader met het groote
gezin, den vischventer-per-motor-
driewielergetroffen wordt ook
de arbeidersfiets. Daar zullen
de offers vallenauto's worden
afgeschaft, chauffeurs ontslagen
of geen nieuwe aangesteld, werk-
vermindering in plaats van jaar
lijks werk voor 10.000 arbeids
krachten meer zal het resultaat
zijn.
De a.s. rerjaardag Tan de
Prinses.
Het hoofdbestuur van het Ver
bond voor Nationaal Herstel heeft
aan minister Colijn verzocht in
verband met het feit, dat de a.s.
verjaardag van Prinses Juliana
over Londen zat ik in de gezellige
gelagkamer van de Chequors en zag
uit ovei het vlakke land in de duister
nis. En door de in den wind zwiepende
takken der boomen zag ik in de verte
de lichten van „Da Hofstede."
HOOFDSTUK IV.
De deur ging open en Tilda ver
scheen. Heeft meneer nog iet» noo
dig, informeerde ze.
Neen, dank je wel, Tilda, ant
woordde ik mei een glimlach. Het
was een heerlijk maai.
Meneer noemt het een maa'. Wij
noemen het maar middag-thee, zei ze
met een breeden glimlach. Hoe weet
meneer dit ik Tilda heet.
Juffrouw Tresidder noemde je zoo,
OI Zij ging naar het raam en
sloot de opengebleven blinder. Het
is woest weer van den nacht, zei *e,
haar rug naar mij toegekeerd.
Ja, het is ontstuimig. antwoordde
Ik, terwijl ik van tafei opstond en mijn
pijp begon te stoppen.
Ontstuimig noemt meneer het.
Dat zeggen ze zeker in Londen. Zoo
noemen wij het hier niet.
Niet
Meneer is toch wel meer hief
geweest
Ja, jaren geleden.
Ik hoorde juffrouw Tresidder zeg
gen, dat ze meneer dadelijk herkom
- Zoo, zoo I
Ze hebben het diufc vandaag. Ite
zal de tafel maar opruimen, als me*
neer het goed vindt. Er komt nog bc«
zoek vanayond, geloof ik.
Wanneer komt dat?
O, nog niet. Meneer vindt het
niet naar om alleen te zijn, wel
(Wordt verv 'tdj,
AXELSCHEffi COURANT.