Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaanderen.
Strijdt Yoor de Bietenteelt!
No. 82.
VRIJDAG 19 JANUARI 1934
49e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Dit was de leuze, waaronder
Dinsdag te Goes de crisis-ver
gadering werd gehouden, en onge
veer 1400 personen uit Zeeland bij
elkaar waren gekomen om, nadat
een achtial sprekers het woord
hadden gevoerd, als één man
hun meening uit te spreken in
de volgende
MOTIE:
De groote vergadering op Dins
dag 16 Januari 1934 te Goes,
door de Crisis-Commissie uit de
Zeeuwsche Landbouworganisaties
uitgeschreven naar aanleiding van
verschillende berichten in de pers
ten opzichte der suikerbietenteelt
en inheemsche suikerproductie
en samengesteld uit vele leden
van onderscheidene landbouwor
ganisaties, vertegenwoordigers
van den arbeid en van den han
del en nijverheid, van den mid
denstand, zoowel wat de am
bachten als den winkelstand be
treft, van de verkeersmiddelen
zoo te lande als te water, en van
de Nederlandsche suikerindustrie
en voorts bijgewoond door den
Commissaris der Koningin in
Zeeland, leden van Gedeputeerde
Staten van dat gewest, Burge
meesters en Wethouders van on
derscheidene gemeenten in Zee
land en leden van de Provinciale
Staten
Overwegende, dat de suiker
bietenteelt uit agrarisch oogpunt
voor een doelmatigen wisselbouw,
inzonderheid in dezen crisistijd,
nu de verbouw van zoovele ge
wassen onmogelijk loonend kan
geschieden, noodzakelijk is en
ook met den tegenwoordigen
steun en in den tegenwoordigen,
zij het reeds beperkten omvang
uitgeoefend, voor het sluitend
maken van de exploitatie der
akkerbouwbedrijven niet kan wor
den gemist;
Overwegende, dat een redelijk
bestaan van de Zeeuwsche ar
beidersbevolking in hoofdzaak
afhankelijk is van den bieten-
bouw en de suikerproductie en
bij gemis of verdere inperking
daarvan de werkloosheid dermate
zou verergeren, dat de toestand
voor de landarbeiders rampzalig
en dies voor de gemeente-finan-
ciën noodlottig zou worden j
Overwegende, dat eveneens de
middelen van vervoer als locaal-
spoor- en tramwegen en de bin
nenschepen, veelal met verban
den bezwaard, alle slechts door
het bietenvervoer en het goede
renvervoer in verband met de
suikerproductie tot een eenigs-
zins dragelijke exploitatie kunnen
komen en bij gemis of inperking
daarvan millioenen guldens aan
kapitaal in aandeelen, obligatie-
leeningen, hypothecaire of andere
leeningen daardoor zouden ver
loren gaan, tot schade veelal van
de kleineren in den lande, welke
daarin hun gelden hebben be
legd en tot schade bovendien
van rijk en provinciën, die vele
honderdduizenden als renteloos
voorschot hebben verstrekt, waar
van dèn zeker nimmer terugbeta
ling is te verwachten
Overwegende, dat uit den aard
der zaak de belangen van den
middenstand ten platten lande en
In de kleinere centra der pro
vincie, ten allerergste door ge
mis of inperking der Nederland
sche bietenverbouw en suikerin
dustrie zouden worden getroffen,
dewijl er dan oneindig minder
koopkracht ten platten lande zou
komen en ook veel minder be-
noodigdheden en werkzaamheden
van allerlei aard als bij wagen
makers, smeden enz. noodig
zouden zijn
Overwegende, dat in de Ne
derlandsche suikerindustrie zulke
enorme kapitalen zijn geïnves
teerd, dat ook daarom haar
voortbestaan op zijn minst in den
huidigen omvang, een ernstig
gemeenschapsbelang moet wor
den geacht
Overwegende, dat de levens
belangen van den landbouw, den
binnenlandschen handel en de
kleinere nijverheid, de bronnen
van bestaan der grootere en
kleinere gemeenschappen, alzoo,
thans in de ernstigste mate be
trokken zijn bij het onverzwakt
voortbestaan der tegenwoordige
bietencultuur en inlandsche sui
kerproductie
Volledig overtuigd van het be
staansrecht der inlandsche sui
kerproductie
Spreekt als haar meenfng uit,
dat de invoer van Javasuiker,
waardoor de inlandsche suiker
productie zou moeten worden
beperkt, noodlottig zou zijn voor
de bestaansmogelijkheid van den
landbouw, binnenlandrchen han
del en kleinere nijverheid, am
bachten, winkelstand en verkeers
ondernemingen en dies van den
arbeidersstand in het gewest en
dientengevolge weder van de
provincie en daarin gelegen ge
meenten
Verzoekt de Regeering ten
dringenste geen maatregel te
treffen of toe te laten, waardoor
de tegenwoordige bietencultuur
en inlandsche suikerproductie
wordt benadeeld, integendeel te
bevorderen gelijk tot heden is
geschied, dat, zij het in beperk
ten omvang van het heden, deze
cultuur en productie onverzwakt
zal kunnen blijven standhouden
En besluit deze motie ter ken-
nisse te brengen waar zulks naar
de meening der Commissie be
hoort, maar in ieder geval aan
den Ministerraad, aan den Pre
sident-Minister, tevens Minister
ven Koloniën, den Minister van
Economische Zaken, de Staten-
Generaal en de Pers.
Men had te Goes gerekend op
ongeveer 1000 personen, doch het
bezoek overtrof de verwachting.
Met een twintigtal autobussen
was men uit alle deelen samen
gestroomd.
De bezoekers werden over 3
zalen verdeeld in 2 zalen wer
den door luidsprekers de rede
voeringen goed verstaanbaar over
gebracht.
Zooals bekend, werd de ver
gadering geleid door den voor
zitter der Zeeuwsche Landbouw-
maatschappij, den heer mr. P.
Dieleman. Hij had in zijn ope
ningswoord te verwelkomen, le
den Commissaris der Koningin
in Zeeland, 2e de leden van Ged.
Staten, voorts andere Statenleden,
verscheidene Zeeuwsche burge
meesters, bestuursleden van vele
en velerlei organisatie's, enz. enz.
Te één uur opende mr. Dieleman
de vergadering.
.Zeeuwsche Boeren", indien gij
den vrede wilt, bereidt u tot den
oorlog 1 zei spr., en de beteekenis
van dit woord is blijkbaar hier
begrepen. We zijn hier bijeen
voor het behoud der Nederland
sche suikerindustrie en den steun
voor den verbouw van de suiker
bieten, zooals die tot nog toe is
geschied. Spr. schetste de wijze,
waarop de geruchten tot de be
langhebbenden waren doorge
drongen, niet het minst door
middel van de pers, en herin
nerde er aan, hoe professor Van
Vuuren tijdens een vergadering
der Z. L. M. op de groote be
teekenis van den landbouw voor
Nederland gewezen had.
Van de groep, die naar de ge
ruchten willen, de suikerindustrie
ten gronde willen richten, noemde
spreker o.a. de Ned. Handelmaat
schappij en andere groot-kapita
listen uit de Java-suikerindustrie.
Spreker onderschrijft, dat de
regeering midden in den storm
staat en een moeilijke taak heeft
en zegt dan„Maar er wordt in
den landbouw gestreden om het
behoud van kapitalen, waarbij
een groot deel van het volk be
trokken is. Wij wenschen ook
het behoud van den arbeiders
stand. Inperking van den steun
zou de werkloosheid slechts ver-
grooten. Wij strijden voor het
behoud van den middenstand van
de gemeenten, voor de vervoers-
instanties voor de tallooze bin
nenschippers.
Zoo ooit, dan is hier gemeen
schapszin tusschen alle groepen
noodzakelijk en daarom wenschen
we eensgezind vandaag de ge
varen onder het oog te zien.
Want dit onderwerp raakt niet
alleen het Zeeuwsche maar het
Nederlandsche volksbestaan, om
dat dit afhankelijk is van een
krachtigen boerenstand.
Achtereenvolgens kwamen nu
de aangekondigde sprekers aan
het woord voor het houden van
hunne redevoeringen. Den korten
inhoud daarvan ontleenen we aan
het verslag in de „Middelb. Crt."
De bietencnltaur en haar
beteekenis van het Zeeuw
sche landbouwbedrijf.
Over dit onderwerp sprak dhr.
C. P. Vogelaar, te Krabbendijke,
die eraan herinnerde, dat men
hier ook ruim 3 jaar geleden
bijeen was, om te pleiten voor
steun aan den landbouw. Men
is echter steeds achteruitgegaan,
al is er iets overgebleven.
De tarwewet bracht een be
vredigenden steun. Noch zuivel-
crisiswet, varkenswet, aardappel-
steun, waarborgen een loonend
bedrijf. De pachtwet bracht
eenige verlichting de hypotheek-
boeren zuchten nog steeds. Een
en ander om aan te toonen, dat
er zekei nog geen reden is om
den steun aan den landbouw te
verlagen. De index van ont
vangsten is 90, van uitgaven 140.
Spr. ging hierna na, hoe de
Zeeuwsche boer geleidelijk tot
de suikerbietenteelt overging.
Vooral in de tachtiger jaren ging
men deze eultuur intensiever be
oefenen. De biet werd veredeld,
de landbouwer deed al het zijne,
om het suikergehalte teverhoogen,
de opbrengst per h a. grooter te
maken. Deze cultuur werd een
steunpilaar van den Zeeuwschen
landbouw. Spr. wijst op de
wisselteelt, het bruikbare blader
groen, enz. Vooral voor den
kleinen boer is de bietenteelt van
belang. Ruim 2700 verbouwers
leverden minder en slechts 800
meer dan 25000 kg. Verder brengt
deze cultuur veel handenarbeid
mei zich. En wat zal metl dan
moeten verbouwen, vooral nu ook
de aardappel- en vlasteelt inge
krompen wordt? Veel grootere
werkloosheid zal het gevolg zijn.
Spr. moet daarom krachtig tegen
beperking van deze cultuur pro
testeeren en dringt op samen
werking aan, om behoeften en
nooden, daar, waar het noodig
is, te doen blijken. Als men de
bestaande steunmaatregelen mag
weten te behouden, dan is er
goede hoop, dat men, met Gods
hulp, dezen moeilijken tijd zal
weten door te worstelen. Spr.
besluit met hulde aan de regee
ring, in 't bijzonder aan minister
Verschuur, voor hetgeen tot heden
voor den landbouw werd gedaan.
liet belang der verkeers
middelen de suiker-
bietencnltunr.
Verder sprak ir. D. H. Stigter,
secretaris van de vereeniging van
locaalspoor en tramwegen te
Amsterdam, over het bovenge
noemd onderwerp.
Spr. begon te wijzen op de
versnelde wetgeving, waardoor
ook activiteit van de betrokkenen
in bijzondere mate vereischt
wordt. Men dient vaak actie
te voeren reeds voor een wette
lijke maatregel getroffen wordt.
Zoo ook in deze- Bij het bie
tenvervoer zijn 7 locaalsporen
betrokken. In 1932 werd, van
de productie van 1.700.000 ton,
door de locaalspoorwegen 500 000
ton vervoerd, in '32, was voor de
de tram Breskens—Maldeghem
f 36.000, Z. VI. tram een bedrag
van f 154.000; Hulst-Walsoorden
f 11 000; Antwerpen—Bergen op
Zoom f 5500 Rott. Tramweg Mij.
een bedrag van f 103.000. Met
pulpvervoer komt spr. tot een
bedrag van f350.000. Voor het
geheele vervoer waren 30.000
wagons noodig.
Voor de locaalsporen is het
goederenvervoer het belangrijkste,
en het bietenvervoer vormt hier
het grootste deel van. Zonder
het genoemde vervoer wordt het
bestaan dezer tramwegen vrijwel
onmogelijk.
Spr. zet dan in het algemeen
uiteen, van hoeveel belang het
bestaan dezer tramwegen is, niet
alleen voor hen die er gebruik
van maken, maar ook voor de
duizenden die er arbeid bij vin
den. Voorts wijst spr. er op,
dat aandeelhouders, rijk en ge
meenten, ruim 18.000.000 gulden
in de genoemde zeven tramwegen
staken. Dit kapitaal zal, bij op
heffing, grootendeels verloren zijn.
Het zwaarst weegt voor spr. ech
ter de werkgelegenheid die teloor
zal gaan.
Verder toont spr. nader met
cijfers aan, van hoeveel belang
't bietenvervoer voor deze tram
wegen is, terwijl deze nog slechts
een deel van de bieten vervoeren.
Ook voor de scheepvaart is het
vervoer van de grootste beteeke
nis. Dit moge ook blijken uit
het feit, dat in 1933 f4.000.000
voor bietenvervoer werd uitge
geven.
Men zou nu kunnen zeggen,
aldus sprals er geen bieten
verbouwd worden, komt er wel
weer iets anders en dat moet ook
vervoerd worden, maar spr. moet
ernstig tegen een dergelijke op
merking protesteeren, want men
is op dit speciale seizoen en
vervoer nu eenmaal ingesteld en
vervalt dat, dan wordt een groot
deel van het materiaal waardeloos.
Spr. zou dus voor de middelen
van vervoer en in het bijzonder
voor de tramwegen de inkrimping
van de bietencultuur fnuikend
achten*
De Voorz. noemt hierna nog
eenige cijfers, waaruit blijkt, van
hoeveel waarde de bietencultuur
ook voor den schippersstand, de
havens, spoorwegen en vracht
rijders is. De spoorwegen trok
ken b.v. f 332000, de vrachtrijders
f400,000 aan vrachtloon. Zelfs
al zou men een beperking van
25 pet. aannemen, dan zou dit
toch nog een geweldig bedrag
aan minder inkomen voor ver
scheidene menschen beteekenen.
De landboowers en de bie-
teneultunr.
Over dit onderwerp werd het
woord gevoerd door dhr- A. H.
de Milliano te Wateriandkerkje.
Spr. begon met te wijzen op
den achteruitgang van de op
brengst der landbouwproducten
en noemde als laatste noteeringen
voor tarwe 2,82 en suiker 4,60.
Spr. vraagt, wie tegen deze prijzen
kan produceeren Zonder steun
is productie thans onmogelijk.
Men heeft in ons land te kiezen
tusschen twee mogelijkheden, den
steun stop zetten, waardoor de
waarde van het bodemkapitaal
vernietigd wordt en het platteland
aan pauperisme wordt prijsge
geven, óf handhaven en uitbreiden
van den steun. Want zonder
steun kan geen enkel gewas
geteeld worden.
Spr. herdenkt dankbaar wat
reeds door de Regeering gedaan
werd en gaat vervolgens de op
komst der suikerbieten na. Deze
teelt werd de kurk, waarop de
bodemcultuur in de kleistreken
drijft. Verkeersmiddelen, wegen,
bruggen, fabrieken zij werden
alle aan deze cultuur aangepast.
De bietencultuur hielp zelfs den
landbouwer door den vorigen
crisis heen, en was een corzaak
van opbloei en welvaart.
Van de 108.000 hectaren bouw
land werden in Zeeland 22000
h.a. met bieten bezaaid, terwijl
nog daarvan de helft in eigen
fabrieken van de boeren werd
verwerkt. En hoe mooi past
vooral deze teelt in het zaaiplan,
met zijn laten zaai en laten oogst
Hoe zou men zonder de bieten
tot een behoorlijk zaaiplan ko
men
En hoe wordt ook de arbeid
ten opzichte van de arbeiders
door de bietenteelt gunstig ver
deeld De bietencultuur is door
geen andere te vervangen.
Tenslotte vestigt spr. nog in
het bizonder de aandacht op de
werkgelegenheid, die deze teelt
schept. Een h.a. graan kost aan
arbeidsloon plus minus f 100,
doch voor bieten f 140 tot f 160.
Voor de Zeeuwsche arbeiders
beteekent deze teelt een bedrag
aan arbeidsloon van f 1.440.000.
Spr. hoopt, dat die cijfers de Re
geering tot nadenken zullen stem
men.
Verkaveling in grasland heeft
geen doel, meer graanbouw
brengt deze teelt in gevaar, voor
erwten is geen afzetgebied, de
overvloed van aardappelen ligt
nog versch in het geheugen. Dus
is de bietenteelt niet te vervan
gen. Spr. besluit alzoo met den
wensch dat teelt en steun van
de bieten niet beperkt zullen
moeten worden.
Bietencnltnnr en middenstand.
Vervolgens behandelde de heer
N. J. Harte, secr. van de Kamer
var Koophandel voor Zeeuwsch»
Vlaanderen, te Terneuzen, het hier
bovengenoemde onderwerp.
Spr. begint met op te merken,
AXELSCHE
COURANT