Nieuws- eu Advertentieblad voor Zeeuwsch -Vlaanderen. 8J DINSDAG 16 JANUARI 1934 49e Jaarg. J. C. VINK - Axel. De Volkenbond FEÜILLETON. Tijdig gered. Buitenland. I O. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. verkeert in een toestand, die alles behalve benijdenswaardig is. Meer en meer wordt men afvallig en meer en meer worden de schoone leuzen tot een parodie, als het op de werkelijkheid aankomt. De groote mogendheden trekken zich dan terug en de voormannen worden boos op elkaar, omdat hetgeen zij spraken en voorgaven in redevoeringen en conferenties, niet werd nageleefd en men zijn woorden weer ging verdraaien of er eer. verwijderde beteekenis aan toekende. En zoo is de wereld weer vol onrust en beroering. In het verre Oosten worden de krijgsverrichtingen onverpoosd voortgezet en neemt de spanning weer dagelijks toeen in het verre Westen met name in Zuid- Amerika is het al weinig beter. Er heerscht een beroering in de geheele wereld van ongeken- den omvang. Het maatschappe lijke stelsel, zooals dat allerwege sinds eeuwen burgerrecht had verkregen, is van zijn anker los gelaten met het gevolg, dat alles wankelt. Financieel en econo misch, evengoed als in staatkun dig opzicht, doet zich een Werking gevoelen als van een aardbeving. En de menschheid vraagt zich in verbijstering af, waartoe dit alles moet leiden en of dit de voor bode beteekent van den wereld- chaos. Het recht van den sterk ste stelt zich in verschillende landen gestadig vaster in de plaats van het moreele recht zeer tot schade van de internationale sa menleving, die in totale ontwrich ting snakt naar verbetering. Aan de met reuzenschreden vooruitgaande technische ontwik keling is de evolutie der wereld omgekeerd evenredig en terwijl een overvloedige productie ver geefs wacht op loonend afzetge bied, zoodat groote hoeveelheden goederen moedwillig aan vernie tiging worden prijs gegeven, lijden millioenen menschen gebrek aan de noodzakelijkste levensbehoef ten en brengt hongersnood in uitgestrekte gebieden de bevol- Engelsche vertaling. 4) Mijn hart begon sneller te kloppen. Altijd, wanneer ik haar zag, doortin telde mij een vreemde en onbeschrij felijke zoete schrik, maar dien morgen leek zij zoo jong en vroolijk, zoo vol levensvreugde en onbeperkte vrijheid, dat ik het zou hebben kunnen uit schreeuwen van genot haar te zien. Ei juist op dat oogenblik struikelde plotseling haar paardzij vloog over zijn kop en kwam eenige meiers ver der terecht in de heistruiken. Jasper had de tegenwoordigheid van geest onmiddellijk ons paard in te houden. Ik sprong uit het rijtuig en rende naar haar toe. Ik had slechts enkele tien tallen meters te gaan, maar voor ik bij haar was, stond se al weer over eind. ZQ was doodsbleek en keek zeer verschrikt. Met de rechterhand omklemde ze krampachtig haar linker pols. Ik geloof niet dat zij mij zag. Ik geloof zelfs dat ze niets en niemand zag. Ze staarde om zich heen met een verwarden blik als trachtte zij te begrijpen wat er eigenlijk gebeurd was. Het paard kwam overeind, Schudde zich een paar maal en bleef stil staan met een verbaasden blik op zijn meesteres. Plotseling begon Agnes te wankelen en een seconde later lag ze in mijn armen. Ik legde haar zoo voorzichtig pogelijk op den zachten zandgrond king tot kannibalisme, dan wel menschen- of kinderhandel. In dezen catastrofalen toestand schijnt ook het licht van Genève minder helder dan mogelijk en wenschelijk is. De Volkenbond kreeg den eenen knauw na den anderen te verduren niet alleen door het uittreden van staten, welker medewerking onontbeer lijk mag heeten, maar ook door het verlies aan prestige wegens gebleken onmacht om regelend op te treden daar, waar dat noo- dig was ter voorkoming van con flicten, waarbij wapengeweld de voornaamste factor vormde. Het machtsmiddel, dat den Volken bond in staat moest stellen zich volkomen te doen respecteeren, bestond slechts uit moreele pressie en die is onvoldoende gebleken om de weerspannigen binnen de perken te houden. Het besef hiervan vormt voor anderen ge- reede aanleiding om eveneens uit den band te springen en te trachten nationale aspiraties te ver wezenlijken door wapengeweld. Dit doet de vraag rijzen of het voortbestaan van den Volkenbond nog wel verantwoord mag heeten. Velen beantwoorden die vraag reeds ontkennend, wijzende op het nuttelooze van het in stand houden van een kostbaar lichaam, dat blijkens de resultaten zijn doel te eenenmale heeft gemist. Zij, die zoo denken, veigeten dat, voor zoover er al van talen sprake is, dit valt te wijten aan kwaadwilligheid, voortspruitende uit een nationaal egoïsme, plech tig afgezworen bij de ondertee- kening van het Kellogg-pact, maar niettemin klaarblijkelijk nog sterk levend in enkele landen. Bij de opstelling van het statuut is ken nelijk te hoog gegrepen en al te sterk gebouwd op de moreele ontwikkeling van zoogenaamd be schaafde staten. Nog is de we reld niet zoover, dat ten volle staat kan worden gemaakt op de onaantastbaarheid van verdragen, wanneer machtsbegeerte of iand- honger tot ongerechtigheden ver lokken. Maar daardoor wordt toch de grondslag van den Vol- en steunde haar hoofd op mijn knie. Een paar minuten lag ze beweging loos. Snel maakte ik den kraag van haar eng-sluitend rijkleed los daarna begon ik haar rechterpols te wrijven met eenige ontsteltenis zag ik, dat haar linkerpols begon op te zwellen. In de verte kwam een ooerenjongen aanloopen. Jasper was van den ook geklommen en naderde met groote stappen. De beide paarden en het rijtuig bleven onbeheerd staan. Ik weet niet hoe lang ik dien kleinen zachten pols wel wreef. Ik voelde mij hulpeloos en ellendig. Er was geen druppel water te vinden in de omgeving en huizen waren niet te be kennen op die plaats. Ik boog mij over haar heen en beschouwde het lieve gelaat dat tegen mijn knie rustte. Hoe smachtte ik er naar die bleeke lippen .te kussenP.Oiseiing haalde zij diep adem en zuchtte ais een vermoeid kind. Na eenige oogen- blikken begonnen haar oogleden te trillen en er kwam eenige kleur terug op haar wangen. Mijn hart begon heftig te kloppen. Het was mi] als moest ik haar naam roepen, als moest ik haar in mijn armen sluiten en haar zeggen dat ik haar liefhad. En on danks mijn angst en hulpeloosheid voelde ik een gcneime vreugde. Hear hand lag in mijn hand, haar hootd rustle tegen mijn knie, ik rook den zoeten geur van heur haar, zij was de mijne voor een kort oogenblik. Plotseling opende zy de oogen en keek mij aan. Snel ging ze oveteind zitten en trok haar hand uit de mijne. Is u het vroeg ze met een blos. Uw paard is gestruikeld en heeft u afgewerpen, zei lk. Heeft u zich erg bezeerd 7 kenbond niet aangetast, zoomin als het plegen van een misdaad den grondslag van het Recht aan tast. Het tegendeel is het geval. Daarom blijve het vertrouwen in den Volkenbond ongeschokt, ook al komen er nog zooveel donkere wolken opzetten en al moet schijnbaar het Recht wijken voor het Geweld. Wat de Volkenbond beoogt is ongetwijfeld een streven naar het goede, naar „nooit meer oorlog 1" En men moge dat een ideaal noemen, o i. staat dat gelijk met den godsdienst, die eveneens van alle kanten wordt aangevallen, maar ons voert naar een ideaal, waarvoor we stand houden, om dat we weten, dat nu eenmaal het principe dat ons oplegt. We moeten godsdienst naleven en zoo ook moeten we ook stre ven naar Vrede onverpoosd en onverzwakt. Evenals het loslaten van gods dienst beteekentde hel, eveneens beteekent ook het loslaten van streven naar Vrede oorlog. Hel en oorlog, beide woorden hebben dezelfde beteekenis voor de men schen, die er het slachtoffer van worden. Erasmus zei van de vrede „Zij is de beste, de eenige voed ster der menschheidde vrede „is allen tot voedsel". De rloek ran Toet-Ank-Amon. De Londensche correspondent van Het Vaderland schrijft het volgende „Een spook waart door Enge land, het spook van Toet-Ank- Amon, den door de expeditie van Lord Carnarvon in zijn rust gestoorden Egyptischen Pbarao. „De dood zal op snelle vleugelen komen tot hem, die de rust van den Pharao stoortEen inscriptie van deze strekking moet, naar de legende meldt, in de sarcophaag van Toet-Ank- Amon gebeiteld zijn bij zijn gtaflegging. En inderdaad zijn bijna alle personen, die op een Zij fronste haar voorhoofd en keek naar haar pols. Heeft Peter me afge worpen vroeg ze weifelend. O, ja, nu weet ik het. Arme, oude Peter. Heeft hij zich bezeerd Ik geloof het niet, antwoordde ik. Ik heo tot nog toe alleen op u gelet't is een wonder dat u uw hals met heeft gebroken. O, ik oen weer beter, zei ze op staand. Daarop begon ze opnieuw te wankelen en werd doodsbleek- In een oogwenk had ik mijn arm om haar heen geslagenook Jasper en de boerenjongen schoten toe. U moet mij vergunnen u naar huis te brengen in mijn rijtuig, zei ik. Deze jongen zal uw paard wel thuis willen ürengen voor een fooi, De jongen lachte, nam de teugels van het paard en ging er mee heen in de richting van de Hofstede. Ztj glimlachte pijnlijk, haar oogen werden vochtig en ze zei met een zwakke stem Mijn pols doet erge pijn ea ik voel me niet erg prettig. Ik geloof dat ik Peter niet meer thuis zou kun nen brengen. Neen, dat zoudt ge zeker niet kun nen, zei tk. Ik maakte uit twee zak doeken een draagverbsnd, deed dat om haar hals en legde voorzichtig haar gekwetsten arm er in. Glimlachend het ze mij begaan. Daarop nam ik haar gezonden arm en leidde haar naar het rijtuigje. Toen wij naast elkaar zaten, keek zij mij met haar lieven glimlach aan eu zeide U is erg vriendelijk voor mij. dokter Selby. Het spijt mijf dat ik u zooveel last bezorg. Last? lachte ik. U van dienst te of andere wijze aan de opening van het graf van den Pharao htbben deelgenomen, op merk waardige manier en vroegtijdig om het leven gekomen. Het nieuwste slachtoffer is nu Mr. Weigall, die ten tijde van de grafopening deskundige voor oud heidkundige onderzoekingen der Egyptische tegeering was, en die nu op den betrekkelijk jongen leeftijd van 53 jaren in een Lon- densch ziekenhuis, volkomen ver armd, en, naar de Londensche bladen verzekeren, „tengevolge van een geheimzinnig lijden" is gestorven. Een rilling gaat door Engeland, een rilling om den vloek van den Pharao, die naar het schijnt met meer zekerheid doodt, dan zelfs de meest moderne gifgassen het vermogen te doen. Met een zeer eerbiedig ontzag noemen de kran ten de slachtoffers, die tot nu toe gevallen zijnLord Carnarvon, gestorven door een muskieten- steek, onmiddellijk na de ope ning van het grafLord Carnar von's halfbroeder, Aubrey Her- bert, gestorven door een in een vlaag van waanzin gepleegden zelfmoord, dr. Jonathan Carver, gestorven als slachtoffer van een autobotsing; op geheimzinnige wijze overleden zijn eveneens Sir Archibald Douglas Reid, die de mummie van den Pharao met behulp van X-stralen heeft on derzocht, kap. Richard Bethell, de secretaris Howard Carter, de technische leider van de expeditie en niet minder dan 15 andere Engelsche en Egyptische hulp krachten, die bij de grafopening mede aanwezig waren. In leven is van alle deelne mers alleen nog maar mr. Ho ward Carter zelf. Maar niemand in Engeland twijfelt er een oogen blik aan, of ook hij, de laatste overlevende, zal spoedig door den „Vloek van Toet-Ank-Amon" worden achterhaald. De pas gestorven Arthur Wei gall kreeg van het noodlot reeds jaren geleden een geheimzinnige vingerwijzing, die hij helaas maar al te lichtvaardig heeft opgevat. kunnen zijn is het tegendeel van last. En hoe moet het nu met uw pa tiënten 7 vroeg zij. Die zullen het niet zoo erg vin den als ik een uurtje later kom. Er is niet één ernstige zieke bij. U is op het oogenblik mijn meest zorg volle patiënt, zei ik lachend. Het was misschien met verstandig dit te zeggen, maar ik kon er niets aan doen. Ik zat zoo dicht bij haar en het was mij bijna niet meer moge lijk het geheim van mijn hart te ver zwijgen. Ir zag haar blozen. Zij wendde het hoofd af en keek naar buiten. Gedu rende eenigen tijd spraken wij geen van beiden. Ten slotte zei ik U heeft toch niet meer kwetsu ren, behalve den pols? Zij keek mij glimlachend aan, N;en, dat is het eenige, verder voel ik rny nu heel goed. Ik denk, dat de pols alleen maar verzwikt is, zei ik. Als we thuis zijn, zal ik hem nauwkeurig onderzoeken. Ik kan niet begrijpen hoe 't ge beurd is, zei ze nadenkend. Peter is anders zoo vast op zijn beenen. Wat gelukkig dat u juist voorbijkwam. Ik bezorg u heel wat ongerief, dr. Selby. Zy keek mij recht in de oogen. Neen dat doet u niet. U... Ik zweeg, verlegen. Daarna vervolgde ik byna koel: Och, het is mijn vak. Wij, dokters, kennen eigeiijk geen on gerief Die verklaring moet ik zeker „cum grano salis" nemen, zei ze tuchend- Daarna zwegen wij weder. Ir zag dat ze hevige pijn leed. Maar ze droeg het flink en ik vlei haar niet lastig met onnoodige vragen. Weigall vond bij de opgravingen, die hij in Thebe volvoerde, een houten beeld van een „heilige kat". Door een vergissing werd de houten kat in Weigalls slaap kamer gezet. En dien nacht werd Weigall door een afschuwelijken droom gekweldhij zag een reusachtige grijze kat op zij bed springen, die haar nagels in zijn vleesch sloeg en daarna door 't raam weer in de duisternis ver dween. Tegelijkertijd was er in de stilte van den nacht een knal, als van een schot. Met een gil ontwaakte de slapende. Het eerste wat hij zag, was de houten kat. Zij was in twee helften uit elkaar gebarsten. En uit het midden grijnsde het verschrompelde ge zicht yan een gemummificeerde kat Maar in weerwil van zulke veelbeteekenende voorteekens bleef Arthur Weigall steeds scep tisch en ironisch tegenover den vloek van Toet-Ank-Amon. Hij hield zelfs in hetzelfde Thebe, waar de heilige kat hem zulk een duidelijk voorteeken had gegeven, een openbare toespraak, waarin hij plechtig verklaarde, dat er geen vloek van Toet-Ank-Amon bestond en dat er geen inscriptie van dien aard in de grafkamer van den Pharao was gevonden. Maar wonderlijk, van den dag af waarop Weigall deze rede hield, ging het met hem snel bergaf waarts hij verloor zijn baan, had voortdurend pech, werd steeds armer, verviel geestelijk en licha melijk en is nu, hoewei hij het bestaan van een vloek van Toet- Ank-Amen steeds loochende, zelf als een slachtoffer er van ellendig ten gronde gegaan. Zulk een ontzettend voorbeeld doen intusschen ook thans nog zekere onverbeterlijke sceptici niet zwijgen. In den Evening Standard steekt bijv. „Londoner" op drieste wijze den draak met den „Pharao-vloek" en „al die onnoozele geruchten", die tel kens,. wanneer een lid van de Carnarvon-expeditie sterft, steeds weer worden opgewarmd. „Mr. Howard Carter", heet het, „die Mevrouw Stanton was in den tuin toen het rijtuig opreed en zij kwam haastig aanloopen met een ang* stigen blik op Agnes. Ik heb mijn pols verzwikt, moe der, zei Agnes opgewekt. Peter is gestruikeld en heeft mij afgeworpen. Gelukkig kwam dr. Selby juist voorbij. Hij heeft mij thuisgebracht met zijn tijtuig. Ik heb je altijd gezegd, niet al leen te paard uit te gaan, antwoordde mevrouw Stanton bits, je hadt je hals kunnen breken. Ja, dat is zoo, maar zoover is het gelukkig niet gekomen, lachte Agnes en ging het huis binnen. ik deed al wat ik kon voor den gekwetsten pols en verliet mijn pa tiënte met de belofte dien avond nog even aan te zullen komen. De eerstvolgende veerlien dagen zag ik haar dagelijks daarna minder vaak. Het was een leelijke verzwik king en een verzwikking is dikwijls slechter dan een breuk. Agnes liep rond met haar arm in een draagband en deed alsof ze de zaak erg grappig vond. Zij klaagde nooit en onderwierp zich aan mijn behandeling, zonder een teeken van pijn of vrees. Ik begon werkelijk te denken dat zij mijn bezoeken prettig vond. Nu en dan vond ik haar by het hek, alsof ze mij opwachtte. Wij hadden zeer veel dingen gemeen en over verscheidene onderwerpen konden wij van gedachten wisselen. Ik leende haar boeken en kreeg er enkele tan haar ter lezing, en als de gelegenheid ■ich voordeed, bespraken wij het ge- lezene en critiseerden elkanders critiek, (Wordt vervolgd^ AXELSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1934 | | pagina 1