Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. De Wonderen der Techniek. No. 80. VRIJDAG 12 JANUARI 1934 49e Jaarg. J. C. VINK - Axel. FEUILLETON. Tijdig gered. Kuitenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën werden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Voor wie een beetje dieper op de dingen ingaat dan een aard appelkoopman, die zegt, „alle maal politieke geldsmijterij" wan neer het gaat over de prestatie's van onze Hollandsche vliegdien- sten en wie daarin ziet het zoo danig beheerschen van krachten als door de motoren worden ont wikkeld, dat deze overwinnen de krachten, die de elementen der natuur voortbrengen, en dat beschouwt als een daad van moed, zelfbeheersching, stuur manskunsten welke hoogeeischen nog meer gesteld worden aan een vliegenier, voor hem zijn de uren, waarbij de landing der vliegtuigen in Indië en in het Vaderland ons werd medegedeeld en door ons werd waargenomen in de huis kamer, alsof we er in levende lijve bij tegenwoordig waren, voor hem zijn die uren uren van ontroering geweest. En dan staan we daarbij een oogenblik stil, en kunnen wij ons eigenlijk als menschen van dezen modernen tijd even indenken, en hebben wij ons zelfs ervan reken schap te geven, hoeveel feller en intenser wij door de wonderen der techniek toch méébeleven allerlei wereldgebeuren, dan vo rige generaties, onze ouders mis schien en onze grootouders. Het heeft veel vóór, maar ook veel tegen. Wij doorleven het alles veel krachtiger, feller, he viger. Krachtiger in zijn vreugde vol geestdrift, maar ook krach tiger in zijn droefheid vol smart krachtiger en feller in al zijn ontroeringen. In een paar treffende voorbeel den wijst ook de hoofdredacteur van de „Avp.", de heer Hans, daarop. Michiel de Ruyters sneuvelen in Italië, zegt hij, werd eerst zes weken later in ons vaderland be kend. Ja, zegt ge, maar dat was in de zeventiende eeuw. Goed. We springen eenige eeuwen ver der de tijding van Napoleons overlijden op Sint-Helena be reikte Europa eerst na eenige Engelsche vertaling. 3) Nu en dan kwam ik haar op straat tegen en een enkele maal kruisten onze wegen elkaar bulten de stad, als zij van een wandelrit terugkeerde en ik op weg was naar buitenpatiënten. Dan lachte zij mij wel eens vriende lijk toe, en ik verkeerde den verderen dag in een blijde, verheerlijkte stem ming. Maar nimmer toonde zij eenige neiging tot nadere kennismaking of grooter intimiteit. Gedurende de maanden Juli en Augustus was .de Hofstede" vol gasten en ik benijdde de vrouwen, met wie zij rijtoeren over de heuvels maakte, terwijl ik de mannen hartgrondig verwenschte. Eent tegen October kwam ik weder in nader contact met haar. Haar moe der vatte kou en deze verkoudheid ontwikkelde zich tot een tamelijk ernstige bronchitis Dr. Pascoe was door een aanval van jicht verhinderd het huis te verlaten. Dus moest ik zijn praktijk alleen waarnemen, niet zeer tot lijn genoegen, denk ik, want het Was een zware opoffering voor hem zijn .betere" patiënten uit han den te geven. Ik vond mevrouw Sianton in bed. Zij zag er slecht uit en haar humeuF was allesbehalve goed. Waar is dr. Pascot I vroeg ze bits, zoodra ik was binnengekomen, Het spijt me erg, mevroaw, maar hij is zelf ziek en kan niet uitgaan, maanden. Stelt u dat voor, kin deren van onzen tijd En nog uit het midden der vorige eeuw zouden dergelijke voorbeelden te noemen zijn. De telegraaf heeft een revolutie veroorzaakt. De telefoon even zeer. Maar dit is niets, verge leken bij de radio. Denkt u de Kerstweek in. Niet meer dan drie achtereen volgende dagen. Op den eersten dagde ontzettende spoorweg ramp in Frankrijk. Den tweeden dag: het luiden van de klokken van Bethlehem, dat over heel de wereld ging. Den derdenhet vertrek van de .Pelikaan" uit Batavia, van seconde tot seconde te volgen. Iedere dag bracht door de radio zijn eigen groote, felle, hevige ontroering, van vreugd of van smart. En zoo gaat het van uur tot uur. De radio plaatst ons, met ons gezin, midden in het wereldgebeuren, waarvan wij het aangrijpende, het schokkende ondergaan. Wij hebben er slechts een knopje voor om te draaien. Vergelijk daarbij het leven van vorige generaties. Een kabbelend beekje, naast den feilen, bruisen den bergstroom van heden. Zoo beleven wij de groote ont roeringen van dezen tijd, dank zij de wonderen der techniek. Maar of wij er, in de tuimelende vaart der felle dingen ook geluk kiger door worden Duizelingwekkende cyfers. Met een bewonderingswaardig gemak heeft de president der Vereenigde Staten in de volks vertegenwoordiging medegedeeld dat ter voorziening in het tekort op de begrooting der eerstvol gende twee jaren een bedrag van 10 milliard dollar zal wor den geleend. Dit bewijst, hoe zeer de menschen sinds den oorlog van 1914 hebben geleerd metgroote getallen te werken. Men geelt zich ternauwernood rekenschap van de beteekenis dezer astronomische cijfers, waaraan men tijdens de inflatie loos >k, want het speet mij heelemaai niet. En heeft hij u in zijn plaats ge zonden Ja, ik ben zijn assistent, ant woordde ik. En u is nog zoo jong, u heeft nog geen ondervinding, bitste zij. Mijn ondervinding wordt eiken dag grooter mevrouw, zei ik glim lachend. En nu komt u aan mij ook wat ondervinding opdoen, hè Ik kom om u zooveel mogelijk van dienst te zijn, mevrouw, en u te helpen om beter te worden. Ik heb haast nog meer vertrou wen in Barker. Maar die raakt dade lijk haar hoofd kwijt. Ten slotte kreeg ik haar echter zoo ver, dat ze zich liet onderzoeken en mij beloofde zich aan mijn voorschrif ten te houden. Beneden aan de trap vond ik Agnes op mij wachten met argstigen blik. Is het ernstig, dokter? vroeg ze, mij voorgaand naar de huiskamer. Niet ernstig, zei ikde longen zijn geheel vifl. Zij moet goed onder de wol blijven. Dan is in een paar dagen het gevaar geweken. O, gelukkigzei ze met een zucht van verlichting. Ik ben altijd zoo ongerust als moeder iels scheelt zij is alles wat ik heb en van nacht had ze tamelijk hooge koorts. U behoeft zich op het oogenblik volstrekt niet ongerust te maken, her nam ik, vanavond zal ik nog even aankomen. Hè ja, doet u dat. Zij zag mij lachend aan. Een week lang sag ik haar eiken dag. Zij wachtte m| altijd onder aan periode jn Duitschland gewend is geraakt. Maar dat neemt niet weg dat 10 milliard (10.000 000.000) dollar nog altijd een aardig sommetje vertegen woordigt en zelfs by den huldi gen lagen dollarkoers eerst in ongeveer 16 milliard veilig ge stelde Nederlandsche guldens (16 000 millioen) een equivalent vindt. Dat bedrag nu stelt Roo sevelt zich voor eventjes te leenen en hij kond'gt dat voor nemen aan op de wijze, zooals iemand aan een vriend of ken nis vraagt hem even aan een tientje te helpen. Tien milliard dollar, het is om van te duizelen. Want gesteld, dat iemand dit bedrag zou moe ten uittellen in zilveren dollars dan zou bij, dag en nacht voort gaande 10 van deze muntstuk ken per seconde neer teleggeD, toch nog altyd ruim 30 jaren noodig hebben om zijn taak te volbrengen. En als we de breedte van een gewoon dollar biljet op 15 o.M steilen, dan zouden we den omtrek van onzen wereldbol meer dan 37.000 maal met zulke papiertjes naast elkaar kunnen beleggen. Het is intusschen een bewys, dat Amerika, ook geen paradijs is. Bittere nood heerscht in mil- lioenen gezinnen tengevolge van de ontstellende werkloosheid, terwijl industrie en handel een kwijnend bestaan voeren. Juist om hieraan tegemoet te komen, springt president Roosevelt met de staatsfiuanciën om op een manier, welke menig afgevaar digde de haren (voor zoover voorradig) te berge doet rjjzen. Niettemin wekt de handelwyze van het Amerikaansche staats hoofd den indruk, dat bij heel goed weet wat bij doet. In de Vereenigde Staten voltrekt zich een vreedzame omwenteling, waarby de staat als de allesba- heerschende factor verryst en nog slechts geringe ruimte wordt gelaten voor het particulie initi atief. De staat, dat wil zeggen, de regeering, regelt, controleert en schryft voor, terwyl de bur- de trap. Een paar maal liep zij met mij mee de lange laan uit tot het hek en onze gesprekken werden steeds meer vriendschappelqk en vertrouwe lijk. De ongerustheid over haar moe der was nu verdwenen en wij spraken over allerlei dingen die ons belang inboezemden. Zij was zeer ontwikkeld en belezen en bezat een gave van zich helder en eenvoudig uit te drukken, die buiten gewoon innemend was. En altijd was ze opgewekt en frisch. Ik moest haar steeds meer bewonderen. Zij was zoo flink, zoo gezond van begrip en zoo echt vrouwelijk. Vóór de ziekte van haar moeder voorbij was, was ik tot over mijn ooren verliefd. Ik deed mijn best mijn gevoelens te verbergen. Maar ik had mij voorgenomen, dat ik haar liefde zou trachtten te winnen en ik begreep maar al te goed, dat voor barigheid mij van slechten dienst zou zijn. Wat haar zelve betrof, zij was altijd hartelijk en vriendelijk, doch nimmer bemerkte ik uit een woord of een blik, dat zij meer gaf om mij dan om een goeden, vertrouwden vriend. En toch vrees ik, dat mtjn oogen mijn geheim hebben verraden, want bij mijn laatste bezoek werd zij plot seling koel en vormelijk en toen ik haar een paar dagen later op de markt ontmoette was haar eenige groet een hoofdknik zonder glimlach. HOOFDSTUK II. De lente kwam, maar in mijn hatf bleef het winter. Ik had er niet in kunnen slager, eenige toenadering te vinden en Agnes leek mij meer onbe reikbaar dan ooit. In plaats van mijn gevoelens te onderdrukken of in andere richting te leiden, voedde ik se voort- ger slechts heeft te gehoorzamen en te berusten. Het is een ver kapte vorm van dictatuur, gelyk die ook in Europeesche staten wordt aangetroffen. Tot dusv6r echter hield president Roosevelt de teugels van het bewind vast in handen en naar de houding van het Congres te oordeelen zal daarin voerloopig nog geen verandering worden gebracht. „Nood vereent", is een zegswyze, welker beteekenis nimmer ster ker tot uiting kwam dan in hat huidige tijdsgewricht. Het is niet alleen economische nood, waaronder het thans le vende geslacht gebukt gaat. Ook staatkundig is een noodtoe stand ontstaan en de positie der Vereenigde Staten in desamen- leving der volken brengt mee, dat de regeering te Washington met uiterste behoedzaamheid te werk moet gaan om wereld schokkende conflicten te ontwy- ken ot te voorkomen. En dat ook doet, want er kan worden vastgesteld, dat Washington ster ker dan ooit voor het behoud van den vrede en het opbouwen eener nieuwe gemeenschap y vert. En dat kan zeker niet van alle overige regeeringen worden ge- Het Bayonne-schandaal. De berichten omtrent deze zwendel-affaire heeft reeds zoo danige afmetingen aangenomen, dat gevoegelijk van een politieke lawine kan worden gespreken. De eerste stoot hiertoe werd ge geven, toen ontdekt werd, dat het financiëele beheer der „Cié- dit Municipal", de gemeentebaok van leening te Bayonne veel te wenschen overliet. Er bleek o.a dat door de baük uitgegeven waardepapieren bij gebrek aan dekkingsmiddelen volstrekt waar deloos waren, terwyl beleende sieraden van hooge waarde wa ren verduisterd. Als verant woordelijk beheerder werd de directeur der bank, Tissier, aan den tand gevoeld, hetgeen weldra tot diens arrestatie leidde. Want bet bleek overtuigend, dat deze durendmaar zelfs al had ik dat niet gedaan, zij hadden hun wortels te diep in mijn hart geslagen dan dat ik ze nog had kunnen uitroeien. In den loop van den winter had ik haar herhaaldelijk gezien. In een kleine plaats als Trevisco is het on mogelijk elkaar te vermijden. Een paar maal had ik haar aangetroffen in de huisjas van mijn arme patiënten, maar zij ging altijd spoedig weg na mijn komst. Nu en dan ontmoelten wij elkaar op straat en bleven enkele oogenbiikken staan praten over het weer of andere gemeenplaatsen. Maar zij ontweek meestal mijn blik en maakte het gesprek steeds zoo kort mogelijk. Onvriendelijk was zij niet. Ik wist zeker dat zij mij wel mocht, maar het leek wel of ze vreesde dat ik mij zou verraden en dat ze dit tot eiken prijs wilde voorkomen. Deze houding wakkerde mijn liefde natuurlijk nog aan inplaats van haar te verminderen. Hoe onbereikbaarder zij mij scheen, hoe liever zij mij werd, ik verzon allerlei motieven voor een bezoek op „de Hofstede" maar geen kwam mij bi] nader inzien deugdelijk voor. Ia bad den hemel bijna, dat mevrouw Stanton weer ziek mocht worden, maar baar gezondheid werd steeds beter. Zelfs dr. Pascoe kwam niet meer op de Hofstede- Soms, in late avonden wandelde ik den weg op naar de Hofstede, om het twijfelachtige genoegen te smaken de lichten van het huts door de tioomen te zien schijnen. En des Zondags verblijdde ik den dominé met nimmer falend kerkbezoek. De goede man vermoedde niet dat zijn preek geheel aan mij voorbij ging, verdiept als ik directeur maar lukraak geld bad opgenomen togen afgifte van obligaties of bons, welker eenige tegenwaarde gelegen was in den goeden naam van het „Crédit Municipal de Bayonne". Immers waren er geen dekkingsfondsen aanwezig, aangezien Tissier en zijn medeplichtigen de aldus ver kregen bedragen in eigen zak lieten verdwynen. Het waren voornamelijk verzekeringsmaat schappijen, die meenden een veilige belegging te vinden door het aaukoopen van papieren der bank. Voor zoover tot dusver kwam vast te staan beloopt het op deze manier bij de bank be legde bedrag ongeveer 400 mil lioen francs. De in hechtenis genomen di recteur viel spoedig door de mand, doch gaf daarbij te kennen, dat het plan voor dezen zwendel was uitgedaan van Stavisky, een genaturaliseerden Rus, wiens luxueuse levenswijze reeds laDg in de uitgaande kringen van Pa- rys de aandacht had getrokken. Ook de politie was voor het groot vertoon van dezen vreemdeling niet blind gebleveD, zoodat zyu middelen van bestaan eens wat nader werden uitgeplozen. Daar- by kwamen verrassende dingen aan het licht, getuigende van de zeldzame brutaliteit van dezen man, wiens verblyf in Frankrijk reeds van jaren her dagteekent. Hy heelt zich intusschen voor het hoofd geschoten. In een aan het parket van het Seine-departement overge legd rapport wordt het doopceel gelicht van dezen avonturier. Serge Alexandre Stavisky, zicü ook wel noemende d'Oisy de Monti of Victor Boitei en voorts kortweg Alexandre, is geboortig uit Rusland, waar hij op 20 No vember 1886 het levenslicht aan schouwde. Serge Alexandre ver vulde getrouw zijn dienstplicht en werd tydens den oorlog (in 1915) ingedeeld by de auto-at- deeling van het Fransche leger. Tevoren was hij reeds gehuwd en wel in 1910 met Armande Sever, van wie hij zich evenwel was in de beschouwing der wisselende gemoedsuitdrukkingen op Agnes Stan ton's gelaat en van haat lieftallig voorkomen. Ik geloof niet dat ik grooter huiche laar ben dan de meeste menschen die ik ken. Maar de liefde brengt een mensch tot vreemde dingen en ik moet zeggen dat het mij op die Zon dagochtenden weinig had kunnen schelen als de heele kerk in den grond was verzonken of de geheele bevol king van Trevisco tot het heidendom was weergekeerd, wanneer ik daar door eenigszins nader was gekomen tot het doei mijner wenschen. En ziet, een ongelukkig voorval bracht ons weer te zamen. Op zekeren dag reed ik in dr. Pascoe's rijtuigje naar een patiënt in een der nabijiig- gende dorpen, toen ik Agnes te paatd zag aankomen over het veld. Haar lange, uit twee helften bestaande rijrok wapperde achter haar aan (de rijklee- ding der'dames is tegenwoordig veel practischer dan vroegerj, een licht blauwe blouse bedekte haar jeugdigen boezem. Een lok van haar gouden haar was losgeraakt van onder den grooten witten hoed en danste mede p den cadans van den snellen galop. Ztj merkte er niets van en ijlde voort in de richt ng van mija rijtuig. Of- willekeurig moest ik de flinke wijze bewonderen, waarop zij paard reed. Het was een heldere dag, veel ge» lijkende op den dag van onze eerste ontmoeting schitterende zonneschijn met snel-drijvende witte wolken in een staaiblauwen hemel. Steeds ra kf kwam zij en in het heldere licht leek zij mij een beeld van gratie en jongs kracht, zooaia ik noe zelden had gesiern (Wordt verv-igd,; AXELSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1934 | | pagina 1