SÊf
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch - VIaan deren,
No. 79.
DINSDAG 9 JANUARI 1934
49e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
FEUILLETON.
Tijdi g gered.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Toepassing Ongevallenwetten.
Het bestuur der Rijksverzeke
ringsbank verzoekt ons het na
volgende op te nemen
In verband met de jongste
jurisprudentie van den Centralen
Raad van Beroep zal bij de toe
passing der Ongevallenwetten ten
aanzien van kinderen, die in de
onderneming van hun vader
(moeder) werkzaam zijn, met in
gang van 1 Jan. 1934 het vol
gende standpunt worden inge
nomen
a) Inwonende kinderen worden
nimmer als in loondienst van
hunne ouders aangemerkt en
worden dus als niet-verzekerd
beschouwd
b) Uitwonende kinderen wor
den als verzekerd beschouwd,
indien zij werken onder dezelfde
voorwaarden als die, geldende
voor gewone arbeiders ter plaatse
in hetzelfde of soortgelijk bedrijf
en zij ook overigens door hun
vader (moeder) in de onderne
ming op één lijn blijken te wor
den gesteld met gewone arbeiders.
Hiermede vervalt de desbe
treffende aanteekening op de
loonlijst-formulieren.
De Vereeniging van Raden van
Arbeid en de Federatie van Be-
drijfsvereenigingen hebben ver
klaard, dat hetzelfde standpunt
zal worden ingenomen bij de
uitvoering van de Invaliditeitswet
en/of Ziektewet.
Deze regeling geldt alleen voor
de verplichte verzekeringenzij
laat de vrijwillige verzekeringen,
voorzoover die bij de Bedrijfs-
vereenigingen mogelijk zijn, on
aangetast.
De omzetbelasting.
De landelijke Bond van Con-
fectiefabrikanten te Rotterdam
heeft aan den minister van Finan
ciën een telegram gericht, waarin
verzocht wordt, de inwerking
treding van de omzetbelasting op
te schorten, tot de vrijstelling
voor fabrikanten en handelaren
verleend zal zijn, daar anders
onvoorziene moeilijkheden in de
bedrijven dreigen.
De landbonw-stennmaatrpgelen.
Bij de Tweede Kamer zijn
ingediend de wetsontwerpen tot
vaststelling van de begrootingen
"voor 1933 en 1934 van het
Landbouw-Crisisfonds. Zooals
men weet zullen uit dit fonds
alle steunmaatregelen werden
bestreden, die ten behoeve van
den land- en tuinbouw worden
genomen. De inkomsten worden
verkregen door de lasten, gelegd
op den consument.
Enkele afdeelingen betreffen
steunmaatregelen, waartegenover
geen inkomsten uit heffingen
staan. Voor deze uitgaven zuilen
de gelden moeten worden aan
gewend van het batig saldo van
andere afdeelingen.
De begrootingen voor het
Landbouwcrisisfonds zijn ais volgt
vastgesteld
1933 gewone dienst f92,142,756
kapitaaldienst f23,162,375, totaal
f 115,305,131.
1934 gew. dienst f 162,160,433,75
kapiiaaldienst f 26,409,800, totaal
f 188,570,233,75.
Uit het vergelijkend overzicht
der geraamde inkomsten en uit
gaven voor 1934 blijkt het vol
gende
Inkomsten.
Winst op den invoer van
granen en producten daarvan
afkomstig f 25,000,000.
Heffingen op boter, kaas, mar
garine, spijsvetten en consumptie-
melk f74,100,000.
Opbrengst der door keurings
diensten krachtens de crisis-var-
kenswet geheven f11,700,000.
Heffing op suiker f 18,000,000.
Winst op den invoer van aard
appelen, fruit, zuidvruchten en
warmoezerijgewassen f 3,700,000.
Winst op den invoer van eieren
f 200,000.
Heffing op broedeieren f400,000
Hefling op consumptieaardap
pelenoogst 1933 f2,300,000.
Idem oogst 1934 f 1,700,000.
Heffing op den uitvoer van
bloembollen f 450,000.
Uitgaven.
Steun ten behoeve van verbou
wers van rogge f 11,900,000.
Idem van gerst f 2,200,000.
Van tarwe f 2,500,000.
Aankoop van vee f 17,456,250.
Kosten van verwerking, accijns
en distributie f6,900,000.
Uitkeeringen in verband met
den uitvoer van levend vee
f 450,000.
Vergoedingen, verstrekt ten be
hoeve van den invoer van varkens
of varkensvleesch naar diverse
landen f 2,340,000.
De geldelijke nadeelen, voort
vloeiende uit de varkenscentrale
f10,174,000.
Uitkeeringen ten behoeve van
de verbouwers van fruit en groente
oogst 1934 f 6,000,000.
Steun op niet voor de con
sumptie verkochte aardappelen
oogst 1933 f2,200,000.
Idem oogst 1934 f 2,500,000.
Beperking van den invoer.
Naar wij vernemen is de con-
tingenteering ven den invoer van
kousen en sokken, welke met 1
Jan. afloopt, vernieuwd voor den
tijd van 1 jaar.
Het contingent van den toege-
stanen invoer is vastgesteld op
60 pet. van het gemiddelde aan
tal dozijnen paren, dat in 1930
en 1931 ingevoerd werd.
Voorts is de contingenteering
van den invoer van naaigaren
eveneens voor een jaar verlengd.
Het contingent bedraagt 50 pet.
van de gemiddelde ingevoerde
waarde in de jaren 1930 en 1931,
met dien verstande dat het con
tingent niet meer zal bedragen
dan 70 pet. van de gemiddelde
in die jaren ingevoerde hoeveel
heid.
De contingenteering van den
invoer van tapijten, welke even
eens per 1 Jan. afloopt, is voor
het komende jaar vernieuwd en
vastgesteld op 40 pet. van de ge
middelde ingevoerde waarde in
de jaren 1930 en 1931 met dien
verstande, dat het contingent niet
meer zal bedragen dan 75 pet.
van de gemiddelde in die jaren
ingevoerde hoeveelheid.
De contingenteering van den
invoer van electrisch geleidings
draad is voor 1934 vastgesteld op
tot 5 regels 60 Centvoor
Groote letters worden naar
ADVERTENTIËN van 1
eiken regel meer 12 Cent.
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag tl ure.
65 pet. van de bestaande basis.
De contingenteering van der,
invoer van boter en ongesmolten
dierlijk vet zijn voor 1934 onge
wijzigd verlengd.
Oefeningsreis.
Hr. Ms. pantserschip „Hertog
Hendrik" zal van 8 Januari tot
28 Maart een oefeningsreis in de
Middellandsche Zee maken.
Daarbij zullen achtereenvolgens
worden aangedaan Valencia, Pa
lermo, Venetië, Tripoli ert Malaga.
Minister Deckers zal het eerste
traject van deze oefeningsreis van
Den Helder tot Valencia mee
maken. Vandaar zal de minister
zich naar Madrid begeven, om
daar eenige bezoeken te brengen
en daarna zal de minister recht
streeks naar Nederland terug-
keeren. De minister zal 14 dagen
wegblijven.
De Zending.
Het Zendingsbureau te Oegst-
geest schrijft ons
Het nieuwe jaar is aangebroken,
maar het oude is voor ons nog
niet afgesloten. Niet slechts
natuurlijk, omdat de Indische
rekeningen eerst geleidelijk bin
nenkomen, maar ook omdat er in
de eerste dagen van dit nieuwe
jaar nog bijdragen komen, die
nog voor het oude bestemd zijn.
Wij hebben dus nu een dubbele
rekeninginkomsten voor wat
reeds gedaan is en tegelijk moeten
van heden af ook reeds weer
gelden binnenkomen voor de
f80,000, die er in 1934 per
maand noodig zullen zijn.
Helaas zal er wel een bedui
dend tekort over 1933 achter
blijven, al is hel nog niet te
zeggen, hoe groot het zal zijn.
Ook de maand December bleef
achter. In 1932 waren in die
maand de inkomsten f 121,000
in 1933 gaan zij zeker niet boven
de f 100,000.
Des te meer rekenen wij op
aller hulp, om voor dit nieuw
begonnen jaar, nu er maandelijks
f 10,000 minder noodig is dan
verleden jaar, in de behoeften
van het zendingswerk onzer cor-
poraties te voorzien. Het giro
nummer van het Zendingsbureau
is 6074.
Te Amsterdam is een Com
missie van aldaar wonende Ac
countants gevormd met een
tweeledig doel. Ten eerste stelt
deze Accountants-Commissie zich
in het bijzonder tot taak, om in
de accountantswereld in Neder
land belangstelling op te wekken
voor het werk van het Comité
voor Bijzondere Joodsche Belan
gen, nl. de verleening van stof-
felijken, zoowel als zedelijken
steun aan de Joodsche vluchte
lingen, die tengevolge van het
thans in Duitschland heerschende
régime naar Nederland zijn uit
geweken.
Het ligt in de bedoeling om
van de door de Accountants-
Commissie bijeen te brengen
gelden te doen profiteeren de
steunbehoevende accountants of
andere personen, die een admi
nistratieven werkkring vervuld
hebben.
Voorts beschouwt de Accoun
tants-Commissie het als haar taak
om in de daarvoor in aanmerking
komende gevallen Duitsche col
lega's of comptabelen, die zich
onder de Joodsche vluchtelingen
bevinden, van advies te dienen
en hun zedelijken steun te ver-
leenen.
Kathol. Ondcrwyzersverbond.
Dezer dagen is te Utrecht op
gericht het Katholieke Onderwij
zers Verbond, Federatie van de
Algemeene Diocesane Vereeni-
gingen van R.K. Onderwijzers in
Nederland, staande onder bescher
ming van den Heiligen Petrus
Canisius. Het Verbond zal wor
den gevestigd te Utrecht.
Door de oprichting van dit Ver
bond zijn thans alle Diocesane
vereenigingen van R.K. onderwij
zers en onderwijzeressen in Ne
derland in één federatieve een
heid vereenigd, tellende ruim tien
duizend leden.
Zoodra de goedkeuring van
het doorluchtig episcopaat en de
koninlijke goedkeuring zullen zijn
verkregen, worden de beide thans
(Wordt vetYoigd.^
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
Engelsche vertaling.
2)
Ware liefde kan niet worden mis
duid. Zij is anders dan aüe andere
dingen op aarde. Zij heeft een eigen
waarde en een eigen karakter. Zij is
meer dan hartstocht, meer dan de we-
derkeerige aantrekking der stxan, meer
dan schoonheids-begoocheling. Liefde
schept haar eigen schoonheid en eigen
begeeren. Zij is een nieuwe geboorte,
het opgaan van een nieuw licht in de
diepte van onze ziel.
Er zijn menschen die meenen dat
liefde niet anders is dan een gewend
zijn aan eikaars tegenwoordigheid.
Maar het is mogelijk dat een man en
een vrouw jaien met elkander leven
zonder dat een schijn van liefde in
hen ontwaakt. Het is mogelijk dat veie
menschen door dit leven gaan zonder
haar te leeren kennen, zonder eenig
begrip van haar, maar zQ, die van
dezen beker hebben geproefd, vergeten
het nimmermeer.
Ik zag Agnes Stanton voor de eerste
maal ongeveer een maand nadat ik mij
te Trevisco gevestigd had als assistent
van dr. Pascoe.
Zij keerde te paard huiswaarts na een
tocht over de heuvels en ik reed in dr.
Pascoe's rijtuigje naar een buitenpa
tiënt. Het was een heldere, winderige
April-morgen metseilende wittewolken
en schitterenden zonneschijn. Voor al
les trok haar houding mijn aandacht.
P« manier waarop zg te paard zat,
sprak van volkomen meesterschap en
onbevreesdheid. Toen zij naderbij
kwam, kon ik haar gelaat onderschei
den in de schaduw van haar breed-
geranden hoed. Het was een jong,
frisch gelaat met schitterende oogen,
blozende wangen en half-open mond.
Snel als de wind stoof zij mijn rijtuig
voorbij, zonder mij een blik te gunnen.
Een week later zag ik haar weer op
het marktplein in Trevisco, waar zij
boodschappen deed. Zij had denzelf
den helderen blik in haar oogen, de
zelfde gezonde kleur op haar wangen
doch te voet, in haar nauwsluitend
wandelpakje, was haar voorkomen nog
bekoorlijker, dan te paard. De deide
maal dal ik haar zag, kwam zij uit de
kerk te midden van een menigte kerk
gangers en onmiddellijk viel mij weer
baar eigene distinctie op, die haar van
alle anderen deed verschillen ten
minste, zoo leek het mee.
Ik begon belang in haar te stellen
en betrapte mij er telkens op, dat ik
naar haar uitkeek, wanneer ik mij op
straat bevond of buiten Trevisco rond
dwaalde.
Het viel mij niet moeilijk te weten
te komen wie zij was. De bewoners
van „de Hofstede" genoten een zeker
aanzien. Zij hadden het huis gemeu
beld gehuurd voor een jaar en vervol
gens tot wederopzegging. Zij kwamen
uit het Noorden van Engeland hierheen
werd gezegd, omdat mevrouw Stanton's
gezondheid haar een rustige woonplaats
in een zachter klimaat voorschreef.
Sir Hugh Treffy was blijde het huis
te kunnen verhuren. Hij kwam er bijna
nooit. Men zei dat hij het land had aan
Cornwall; het was hem te stil en te
eentonig. Hij woont bijna altijd in
Londen of Parijs,
Het was wel een groot huis voor
twee menschen, zuu men zoo zeggen,
maar dat was een zaak die hun
alleen aanging. Zij hadden blijkbaar
veel geld. Nu en dan was het huis vol
Iogé's, maar in den regel leefden me
vrouw Stanton en haar dochter zeer
stil en teruggetrokken, 't Eenige waar
mee zij zich nogal veel bezighielden,
was de plaatselijke liefdadigheid. Zij
bezochten de armen en deden veel goed.
Niemand kwam echter met hen op ir-
tiemen voet. Niemand zou van hen
kunnen zeggen dat zij trotsch of on
vriendelijk waren, maar zij zochten
geen omgang en waren niet mededeel
zaam en de bedienden, die zij meege
bracht hadden, deden hierin voor hun
meesteressen niet onder.
Deze eigenschap was echter een groot
bezwaar voor de bewoners van Tre
visco. Er is geen volk zoo nieuwsgierig
als de Cornwaliers. Als zij omtrent
het een of ander niet zijn ingelicht,
dan komt het niet doordat ze er niet
naar gevraagd hebben. Het Is geen
onkieschheid van hen het zou hen
kwetsen, als ge dat verondersteldet
maar het komt doordat zij altijd leven
te midden van lindes wier levensge
schiedenis een open boek voor ieder
is en zij begrijpen dus niet, waarenr
een vreemdeling niet even mededeel
zaam zou zijn als zij zeiven. Iemand
anders uw levenservaringen mededeelen
is blijk van vertrouwen en vriendelijke
gezindheid het te weigeren is een
blijk van het tegendeel.
De volgende maal dat ik Agnes Stan- j
ton ontmoette was bij gelegenheid van
een tuinfeest dat op „de Hofstede"
werd gegeven, Het stond in verband
met een nieuw op te richten hospitaal
en leder, die maai iets beteekende,
was aanwezig.
Ik kwam tamelijk laat en werd eerst
na de thee door den dominé aan me
vrouw Sianton en haar dochter voor
gesteld. Zij waren beiden allerinne
mendst en toonden zich de vriendelijk
heid en gastvrijheid zelve. Agnes droeg
een wit lullen japonnetje met een
blauw lir.t om haar middel, dat haar
een bijna kinderlijk voorkomen gaf. Ik
had haar twee- a drie-er.-twintig jaar
gegeven, maar nu zag ze er hoogstens
uit als achttien ik vernam dat zij die
dagen juist twintig was geworden.
Tegen het einde van den middag,
toen de zon achter het park gedaald
was, wandelden wij samen door de
landerijen, die bij de Hafstede behoor
den. Alle tuinen en akkers en het park
Let zij mij zien. Hoe het kwam, wret
ik niet, en het komt er ook niet op
aan maar wij spraken alsof we elkaar
jaren hadden gekend spraken over
de menschen in Trevisco, over het
landschap, over de eigenaardige dingen
die wij hadden opgemerktover bloe
men, muziek en boekenen door al
onze gesprekken liep een draai van
oprechte sympathie. Nu en dan wierp
ik een blik op haar gelaat, half ver
borgen in de schaduw van ha ir grooien
slappen hoed. Het viel mij op hoe blank
haar gelaatskleur was en hoe zuiver
de lijn van haar kin. Heur haar was
donkerbruin, met gouden weerschijn.
Haar oogen hadden die eigenaardige
kleur, die schijnt te wisselen mei de
gemoedsstemming. Het leken mij de
mooiste oogen, d e ik ooit had gezien.
Maar ik was toen ai een bee'j-; op
hasr verliefd
We kwamen in het park, liepen dit
door en waren spoedig aan den rand
van een heuvel* vanwaar wij een ruim
uitzicht hadden op de omgeving. In
de verte schitterde het water van een
zee-inham. De zon naderde de kim en
het dal waarin wij neerzagen, lag in
een goudkleurigen nevel.
Kent u Laydcck Porth vroeg
ze, naar het spiegelende water wijzend.
Heel goed, antwoordde ik;
ik rijd er vaak heen om te baden
meest 's morgens vroeg óór het ontbijt.
'tls heerlijk, vindt u niet? zei ze
blij lachend. Soms doe ik het ook.
't is alleen jammer dat hei zoo ver is.
't Zal een miji of twee zijn, an -
woordde ik, een half uur loopen.
Ja, maar u is een man en kunt
gaan en komen, wanneer u wilt. Ik
moet altijd juffrouw Barker meenemen,
anders zou moeder in doodsangst zitten.
Zij ging een priëeitje binnen, dat aan
den buitensten rand van het park stond
geheei verscholen tusschen boschjes
rhododendrons en laurocerasus.
Dit is mijn l.efste plekje, zei
ze glimlachend, ik noem het waar
de zeewind zingt Ik vind het heer
lijk hier te zitten luisteren naar het
ru.schen van de groote zee en het zin
gen van den wind in de boomen en
dan de koele bries op mijn wangen
te voelen. Verrukkelijk.—
Ja, gelukkig dat n hier nog net
een stuk zee zier, antwoordde ik,
in de stad zien we er niets ven.
Alleen als we op den toren klimmen i
U moet een tent op den toren
opslaan, zei ze lachendmaar
na moeten wij terug.
Zoo begon onze vriendschap, een
vriendschap, die, wat mij betrof, spoe
dig in liefde overging. Ik kreeg echter
maar zelden gelegenheid haar te zien,