Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- VI aan deren.
No. 12
VRIJDAG 15 DECEMBER 1933
49e Jaar ff.
J. C. VINK - Axel.
Ons Dagelijksch Brood.
FEUILLETON.
De Hondj es.
Buitenland.
'J*
Ja.
AXELSCHE
COURANT
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56 - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Rerste Blad.
Een oude huisvriend, die de
kunst van vertellen goed ver
stond en in zijn lange veelbewo
gen leven veel had ondervonden,
dat zeker het vermelden waard
was, liet ons eens meedeelen
een geschiedenis, die hij in zijn
jeugd doorleefd had Als jongen
van een jaar of tien liep hij, in
Amsterdam naar school gaande,
gedachteloos trappende en schop
pende, tegen alles wat hem voor
de voeten kwam. Opeens vloog
een oud vrouwtje op hem af, en
begon hem hevig uit te schelden
Wat bleek? dat hij een vuil ge
worden korst brood, nauwelijks
herkenbaar, had voortgeschopt.
Begrijpelijk voor haar, die nooit
gedachteloos haar brood had
kunnen eten in de lange jaren
van haar moeizaam bestaan, had
het haar vertoornd tot in het
diepst van haar ziel, dat een
goedgekleede schooljongen zoo
roekeloos omsprong met een
Godsgave.
Toen lachte hij erom en liep
door, maar later, toen hij zelf
arm en door de wereld geslagen,
het leven anders bekeek, schoot
hem dit voorval menigmaal te
binnen.
Mijn kleine dochter zat onge
duldig te wachten op haar boter
hammen.
Ik maakte er twee klaar, één
belegd en één met boter. Nu is
de huisregel twee boterhammen
met wat erop, en de rest zóó.
Op een huiltoon zei ze„ik
wil er een met suiker".
ik: „Als je behoorlijk vraagt
mag dat gerust en desnoods kun
je straks er nog een eten met
suiker".
Zij weer met een duw tegen
het bord, dat voor haar stond
„ik .eet ze niet op, ik vind dat
brood zonder iets er op vies"
Toen nam ik haar bord weg,
deed de boterhammen er af en
legde er twee droge onbesmeerde
voor in de plaats.
Humor stisc» e schets.
I
Mijn oude studievriend Steven
Hockenburg behoorde tot de dwaal
sterren, die sporadisch zichtbaar wor
den, nu hier, dan daar op den aardbol.
Als ik een reisje deed, was ik zeker,
hem te ontmoeten op de plaatsen,
waar k tèn 't allerminst bad ver
wacht. En nauw was hij verschenen,
of hjj verdween even plotseling als hij
gekomen wis, Hij had altijd een goed
hu nru', een hoofd vol plannen ei een
leege ptorlemonnaie.
E« n paar maanden geleden ontmoette
ik een anderen schoolkameraad Gerrit
Tobber, het voorbeeld van een onbe
rispelijk mensch. Hij had nu een
mooi baan je bii de gemeente.
Hij was altijd no. één van de klasse
geweest en had iets beschermends
over zich. Dikwijls had hij zijn deftig
hoofd geschud over de ongestadigheid
van onzen vriend Steven. Maar dit
maal bracht hij goede tijding.
Heb je van Hoeken urg gehoord
kei hij. Die schijnt eindelijk tot rust
gekomen,
Och I zei ik, blij verrast, maar
nog een beetje ongeloovig. Wat
voert hij uit
Hij woont bij een rijke, onge*
trouwde tante op een villa te Bussum.
Hij schijnt zoo'n beetje administratie
Voor haar te doen. Als hij zich nu
tnaar wat kalm houdt, is hij onderdak.
Dat ia mooi I zei ik j maar in den
Weer duwde zij haar bord op
zij en weer zei ze „ik eet 't niet
op. ik vindt 't brood vies". Daar
op nam ik haar 't bord af en zei
„Dan eet je dat kostelijke brood
maar niet, want er zijn heel veel
menschen, die arm zijn en nooit
genoeg krijgen. Die zullen zeker
blij zijn met 't brood, dat jij niet
lust".
Toen huilde ze en na een
poos, toen ik haar strak aankeek,
zei ze zachtjes aan mijn oor: „ik
heb er spijt van". Zonder een
kik gingen de droge boterham
men naar binnen en daarna een
langverbeide met suiker.
We moeten onze kinderen wij
zen op de kwestie van ditdage-
lijksch brood. Al hebben we'het
goed, al hebben we misschien
overvloed, 't is een gave Gods,
die we ontvangen, omdat hij het
wil en niet, omdat 'tons zoo
maar toekomt.
En daarom neem uw brood
niet gedachteloos en laat ook Uw
kinderen voelen, dat wij telkens
weer opnieuw met aandacht
moeten bidden„Geef ons
heden ons dagelijksch
b r o o d Opdat 't besef van
deze goddelijke weldaad in ons
leven, ons niet eerst bewust
wordt, wanneer we het dage
lijksch brood moeten missen en
bovenal, omdat we door ons ge
bed, God de hulde moeten bren
gen. die Hem toekomt.
De Eenheid in Dnitschland.
Teneinde de Duitsche eenheid
nog sterker dan tot dusver naar
buiten te demonstreeren, vaar
digde de regeerirg een wpt uit,
welke de N.S D A.P tot een pu
bliekrechtelijk lictiaam maakt,
terwijl er een speci le recht
spraak voor ingevoerd wordt.
Staat en partij zijn aldus tot ejD
ondeelbaar geheel omgevorm
wie Duitschland zegt, zegt N S.
D.A P. en omgekeerd. Rudolf
Ress, de plaatsvervanger van
Hitier als leider der nat. soc -
party en Ernst Röbm, chef van
grond van mijn hart vond ik dat een
vrij duf einde van een loopbaan die
zooveel beloofde.
Een week later ontmoette ik den
man ztlf. Hij draaide wat rond voor
een winkel in de Kalverstraat. Zijne
armen waren beladen met palj;s. Hij
zag er akelijk deftig uit, droeg een
hooge hoed, fijne kieeren, keurige
schoenen, die de gedachte aan pijn
lijke likdoorns suggereerden en een
dubbele boord, die een waar martel
werktuig leek.
Met verbazing sloeg ik hem gade.
Hij merkte dit op, en een beweging
makende met zijn hoofd 't eenige
lichaamsdeel dat hij nog vrij had
zucht'e hij. naar den winkel wijzend:
Zij wil dat zoo hebben
Ik trachtte hem vroolijker te stemmen.
Maar je hebt een kippenlevenij-.
hoor ik van Tobber. De vleeschpotten
van Egypte!
De kost is goed, bekende Steven
maar 't is een zure ex>stentie, jongen I
Waarom ben je niet naar mij toe
gekomen. Hier in Amsterdam is 't wel
uit te houden.
Ik kan geen nachtpermissie krij
gen. Tien uur 's avonds taptoe.
Wil ik jou liever eens komen
opzoeken
Dit voorstel wekte ontsteltenis.
Droom er niet van, kerel I Mijn
positie in het huis is niet al te secuur.
En als ze jou zag, zou mijn prestige
naar de maan zijn. Tante Julie zou je
veel te libeitijnsch vinden.
Hoe zoo?
Wel, jij met je deukhoed op één
oor en je slappe boordt... Zeg, jj
moest maar verdwijnen, vóór zij uit
den winkel komt. Adieu I Ajuus!
Mijn zegen I mompelde Ik en
den staf der S.A. en S.S., heb
ben er een ministersfunctie, zij
het zonder portefeuille, aan te
danken. Voor wie het nog niet
wisteD, moet het nu wel duide
lijk zijn, dat de verbondenheid
tuaschen het Duitsche Rijk en
het nationaal socialisme het cul
minatiepunt heeft bereikt. Eu
aangezien stilstand in elk levend
organisme den dood bateekent
(leven is beweging), moeten we
wel tot de conclusie komen, dat
van nu af het Duitsche natio
naai socialisme zich wellicht nog
een tfjdlang op eenzelfde peil
zal kunnen handhaven, maar
dan toch gedoemd is tot aftake
len. Dit is natuurlijk vooralsnog
alleen theoretisch juist, zooals
ook de Duitsche eenheid slechts
theoritisch juist is. Want het
feit, door Wolf en andere pers-
bureaux met onverliiuwde ener
gie dag aan dag wereldkundig
gemaakt, dat Marxistische, dus
communistische ol s ciaal-demo-
cratische „cellen" zijn ontdekt,
bewijst onweerlegbaar het be
staan van andere, de Hitler-be-
woging vijandige stroomingen
binnen de rijksgrenzen. En
daarbg blijft bet geenszins. Het
arresteeren van Katholieke gees
telijken (wien men nota bene
het voeren van marxistische
propaganda in de scboeneD
tracht te schuiven) wijst er op,
dat de Roomschen klaarblijkelijk
nog niet geheel vau bet natio
naal socialistische zuurdesem
zya doortrokken. En dat Duitsch
nationaleu en andere vroegere
politieke groepen in deN S D.A P.
zijn opgelost, wil allerminst
zeggen, dat de individueele leden
van die partijen du als Hitler's
onwrikbare volgelingen be
schouwd mo-ten worden. Zij
zijn voor het oogeoblik betrouw
bare bondgenooten, meer niet.
Ouder den geweldigen druk der
Huiertanen schikken ze zich in
het onvermijdelijke en betoouen
zich Duitscher in merg en been,
zich scharende ouder de vaan
van degeneD, die in staat is de
uiteinden van den band, welke
alle üuitschers tenslotte verbindt
zakte af. Ik begreep, dat een Hocken-
burg te Bussum zoo iets was ais een
Napoleon op Elba.
Op een namiddag, toen ik op mijn
kamers kwam, vertelde Burgers, mijn
hospes, mij al op het trapportaal, dat
er een meneer op mij wachite. De
hospes, die kellner was geweest in
een groot café en dus vele beroemde
personen kende, meende, dat 't meneer
Hockenburg was. Hij sprak dien naam
met den verschuldigde* eerbied uit.
Meteen riep een stem uit mijn zit
kamer
Burgers, waar zit je
Wat hliefi u, mijnheer?
Kan je niet eens wat beentjes
hoven brengen en een kurketrekker
Die lamme flesch wil niet open.
Burgers verdween en ik liep haastig
naar mijn zitkamer..,. Oo den drem
pel bleef ik staan als Lot's huisvrouw
op de fhm. De kamet was vol van
een warrelende massa kleine hondjes.
Later bleek hun juiste getalsterkte een
haif dszqn, maar op dat oogenblik
leken het wel honderd, die door el
kaar liepen ei allen mij aanstaarden
met oogjes, die plan schenen te heb
ben uit hun kassen te rollen.
Tegen den schoorsteen geleund,
stond Steven Hockenburg, kalm roc
kend aan een sigaar uit zijn beste
kistje, dat zijn getrainde biik dadelijk
had ontdekt. Hij wuifde genadig met
de hand, dat ik binnen mocht komen.
Je komt nog juist hijtijds. Over
een half uur moet ik naar een trein.
Houdt jelui bekken. Dit gold de hon
den, die een helsch geblaf en gekef
hadden aangevangen, maar nu aan
stonds stopten, uit respect voor den
meester, Deze scheen een hypnoti-
4?ersnden invloed uit te oefenen op
stevig in de hand te houden,
zoodat allen er door omsloten
worden. Maar daaruit de stelling
te distilieereD, dat alle Duitscher9
het op alle punten roerend eens
zijn, zooals Berlijn probeert te
suggereeren, is wel wat veel van
de verbeelding gevergd.
In het openbaar bomen de
verschilpunten evenwel, dank zij
de waarlijk niet met fluweel be-
kleede hand van Berlijn, niet tot
uiting, behoudens in de actie
der Duitsche Christenen. Nadruk
kelijk heeft de Rijkskanselier te
kennen gegeveD, dit conflict als
een zuiver kerkelijke aangelegen
heid te beschouwen, waarin de
S aat zich niet heelt te mengen.
Acht de leider der regeering de
zaak van te weinig belang of is
bij bevreesd zijn hand in een
wespennest te steken Zooals
de kwestie officieel wordt gesteld,
meent Hitler in deze kerkelyke
woelingen het begin te zien der
eenwording van de Evangelische
kerk. Het kan zijD, dat deze
zienswijze de goede zal blijken.
Doch het kerkelijke sectarisme
kan evengoed in deze beweging
een beginpunt vinden en indien
de rijkskanselier van oordeel is,
desnoods altijd later nog te kun
nen ingrijpen, zou hij zich daarin
wel eens kunnen vergissen. De
Kerk immers is steeds tegen
de verdrukking in gegroeid. In
elk geval toont de onderhavige
kwestie de mogelijkheid aan van
succesvol verzet tegen van hoo-
gerband ingestelde regelingen,
ondanks de machtspositie op po
litiek gebied der huidige bewind
voerders. Er is een miniem gaatje
geboord in den betonnen muur,
door het nationaal-socialisme op
getrokken en er zijn rappe ban
den genoeg beschikbaar om dit
als het kan, te vergrooten, even
eens zoogenaamd buiten de po
litiek om. We zuilen wel zien,
wat er uit voortkomt.
Oproep aan do Christenheid.
De president van de ontwape
ningsconferentie, Arthur Hender
son, heeft een dringenden oproep
speciaal aan de Christenheid in
het kleine vee.
Waar moet je heen
Naar Zeshuizen, een gehucht er
gens achter Uitgeest. Daar heb ik een
huisje gehuurd.
Ga je daar wonen
Maar j; tante dan?
Die heb ik verlaten. Als je voor
uit wilt komen in de wereld, moet je
niet bij ouwe tantes in het Gooi zit
ten versuffen.
Daar kon je wel eens gelijk in
hebben.
BuitendienZe heeft mij verteld
dat ik haar zeeziek maakte en dat ze
mij nooit meer begeerde te zien.
Oh. Dat verandert de zaak.
Sieven zag er nu geheel anders uit
dan toen ik hem 't laatst zag Alle
deftigheid en alle gestrekenheid was
er nu af. Alles was even slap, van zijn
sporthemd tot zijn afgetrapte schoenen,
en de niet meer smettelooze gele
regenjas verborg weinig, dat naar
elegance zweemde- Toch was hij blij
te moede en opgewekt. Hij had name
lijk een idee.
Wat is dat
Honden dresseeren.
Voor de jacht? vroeg ik onge
loovig. of voor de inbrekers.
Voor het theater, was het trotsche
antwoord. Je weet, er wordt tegen
woordig weer veel met gedresseerde
honden gewerkt. Ik heb laat.-t een type
van een artist ontmoet, die op de
hoogte is van 't werk. Er zit muziek
in. Ik begin met dit half dozijntje j
■1an neem ik er eenige assistenten bij.
Je zult nog groote dingen hooren van
de dresseerschool te Zeshulzen. Als je
soms mee wenscht te profiteeren? Je
i kunt preferente aandeden krijgen, heer.
de geheele wereld gericht.
Deze oproep luidt als volgt
„De groote ernst van den
internationalen toestand vordert
de meest ernstige bezinning van
allen, wien de hoogste goederen
onzer cultuur ter harte gaan. In
zonderheid wordt hierdoor een
beroep gedaan op allen, die door
hooge zedelijke en geestelijke
idealen geleid worden, gelijk dit
met de onderscheidene vertak
kingen der Christelijke kerk het
geval is. De kerken kunnen niet
onverschillig blijven bij de ge
ruchten over oorlog, of bij de
dreiging van een preventieven
oorlog, of bij de snelle en ge
vaarlijke verslechtering van de re
laties van buurstaten, thans een
zoo kenmerkend verschijnsel op
internationaal gebied. Ook is het
niet voldoende, dat zij helpen in
het verspreiden van waarschuwin
gen tegen de verschrikkelijke con
sequenties van moderne oorlog
voering, hoe nuttig deze ook mo
gen zijn. Wij hebben een toestand
bereikt, waarin de fundamenteele
vragen onder de oogen moeten
worden gezien. Wij Christenen
gelooven, dat de menschheid als
een groot gezin behoort te leven.
Aan dit geloof zijn wij verplicht
het groote ondernemen te onder
steunen, dat de wereld tot een
gemeenschap, welke den vrede
wil behouden, wil organiseeren.
Het doel, te Genève nagestreefd,
bateekent veel meer dan een zoe
ken van reducties op den finan-
cieelen last der bewapeningen.
Het is een poging, de naties er
toe te brengen, om de veiligheid
niet langer te zoeken in de aan
wending van geweld, maar in de
zedelijke autoriteit van het collec
tief vredessysteem, gegrond op
het Volkerenbondspact en het
Parijsche pact.
Mag ik op dit critieke moment
de kerken oproepen tot stand
vastige trouw aan het ideaal van
den wereldvrede, ook echter tot
een onvoorwaardelijke overgave
aan den plicht om alles te doen
wat in haar macht staat, teneinde
dit ideaal tot overwinning te bren
gen. De naties in de paden van
lk denk er wel een N.V. van te maken.
Mijn antwoord werd overbodig door
de komst van Burgers met een bak
soepbeentjes en ander hondenvoer
waarop de zes kiffjrijes met helsch
rumoer aanvielen, terwijl Hockenburg,
die altijd goed den weg had geweien
in mijn buffet, de vooraad vloeistoffen
merkelijk reduceerde. Ik begon al (e
vreezen, dat ik de heele dresseer
school, directeur en 'eerlingen dien
nacht op mijn dak kreeg, maar als
Hockenburg eenmaal een idee heeft,
brandt hij van verlangen naar uitvoe
ring. Ik kwam er af met eentrx naar
het station. Nooit heb ik een trein
met zooviel vreugde zien vertrekken.
Zes weken verliepen nu zender
Hockenburgsche incidentie. Daar ont*
ring ik een telegram, een noodkreet
om hulp. Ik snelde naar Zeshuizen en
vond de Villa Hondlust, een wrakke
woning met schuurtje, een eind van
't dorp.
Steven ontving mij als een reddende
engel. Er was iels vreeselijks gebeurd,
De domme dorpelingen, die hardnek
kig weigerden te begrflpen, dat de
dresseerschool Zeshuizen tot een cen
trum van vreemdelingenverkeer zou
maken, toonden een bekrompen zucht
naar contant geld. De een na de
ander weigerde te leveren en nu had
de aartsdomme eigenaar van Villa
Hondlust, die van geen verder huur-
uitstel wilde weten, beslag laten leg»
gen op de zes stamleerlingen der
dresseerschool.
(Wordt vervolgd),