Meneer Xaveer Lievejans
Nieuws- en Advertentieblad
voor Z e e u w s c h - V1 a a n d e r e n.
Nietzsche en de slaap.
No. 70
VRIJDAG 8 DECEMBER 1933
49e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Eerste Blad.
Het menschelijk organisme is
geen machine, die men aan den
gang kan houden door het een
voudig op gezette tijden voed-el
toe te dienen zie zoo draai
maar. Het lichaam eischt dage-
lijksche, wekelijksche en jaarlijk-
sche rustpoozen. Zonder eten
kunnen wij eenige weken leven,
(de hongerkunstenaars bewijzen
dit) zonder slaap houdt men
het geen drie dagen uit.
Van elk levend organisme ver
branden de cellen, waaruit het
bestaat. Het bloed moet de af
valproducten wegvoeren en nieu
we bouwstof (voedsel)toevoeren,
zoodat de cellen zich weer kun
nen opbouwen. Toch voelt men
na eenigen tijd gewerkt te heb
ben, hoe armen en beenen zwaar
gaan aanvoelen, de spieren niet
goed meer willen en hoe men
langzamer gaat denken, de
mensch is moe.
Nu hangt het èn van den ar
beid èn van het individu af, hoe
lang men achter elkaar kan wer
ken. In het algemeen vermoeit
interessant werk vol afwisseling
minder, dan eentonige arbeid,
zooals die van arbeiders in fa
brieken verlangd wordt. Men
kan nu uitrusten door b.v. een
heel ander soort werk te gaan
doen. Zoo moest iemand, die
hoofdarbeid verricht, in zijn va-
cantie lange wandeltochten on
dernemen en zich lichamelijk moe
maken. Anderen rusten het beste
uit door muziek' te maken (of te
laten maken), boeken te verslin
den, vlinders op te prikken of
musea te bezichtigen, of door
onschuldige wormen over een
vischhaak te stroopen om ze dan
zwemles te geven, terwijl de
hengelaar met een intelligent ge
zicht zijn oogen laat zwerven
over de beemden en dreven en
zijn rustelooze geest een oplos
sing laat zoeken voor de nooden
van alle tijden. Weer anderen
zoeken gezelligheid en doen in
(en de bedrogen annexionist).
I.
Meneer Xaveer zat in zijn
Louis XVI-tauteuil achter de
keukendeur en schrapte, met
een nerveuse omzichtigheid, de
schorseneeren. Naast hem, op
een bankje, stond een kom met
melk en water, en elk schoon-
gnkrabd stukje schorseneer deed
by haastig daarin tê^rglijen.
.Als ge die dingen blank wilt
hebben", praatte hy, hardop
voor zich heen, „dan moe ge
d& zelt doen. Ge kunt d& zoo'n
meske nie overlaten".
Het „meske", dat by den
gootsteen met de berden klet
terde deed preutech en belee-
digd, hoewel ze het uitermate
gemakkeiyk vond, dat meneer
Lievejans zoo kieskeurig was
en vandaag, met „de Belgische
Heeren", meer, dan ooit
Een man die kookte 1 Van wel
ken Hollandschen Heer hagge
dat van z'n leven gehoord
„Ziede-ge Arjoane", hervatte
baar meester, en uauwlijjks ver
den familiekring eens precies
waai zij zin in hebben.
Maar bij dit uitrusten door be
zig te zijn, moet men ook rusten
door het bewustzijn uit te scha
kelen, m a.w. door te slapen.
Hoelang men slapen moet, is niet
als een wet op te geven. Ieder
mensch heeft een aantal uren
slaap noodig, maar dit aantal is
voor ieder verschillend. Men
moet zich zelf kennen en aan het
lichaam de rust gunnen, die het
vraagt. Gewoonlijk is dit acht
uur per etmaal.
Sommigen hebben meer noodig
en als zij geen acht slaan op
waarschuwende teekenen van ver
moeidheid, dan kunnen zij zóó
chronisch moe worden, dat zij,
(indien zij door moeten werken
in hun beroep), zich in geen
maanden uitgerust voelen. An
deren kunnen met minder dan
acht uur volstaan. Deze geluk
kigen zijn dus in de gelegenheid
veel arbeid te praesteeren. Maar
al is de slaap nuttig, daarom moet
men het goede niet overdrijven.
Slaapt een mensch als regel lan
ger dan noodig voor hem is, dan
kan hij 'vadzig worden en dan
kan zijn geest verzanden.
Friedrich Nietzsche heeft in zijn
„Sarathustra" met slapen den spot
gedreven. Deze cynicus, die
door den één een tot in de wol
ken verheven dichter en philosoof
werd genoemd, en door den an
der in een krankzinnigengesticht
overleden, ziekelijk overprikkel
den idealist, deze cynicus dan
laat den alles wetenden Sarathu
stra luisteren naar een „wijze, die
uitstekend wist te spreken over
den slaap", en dien „hiervoor
alle mogelijke eer- en dankbe
wijzen werden gebracht." Deze
„wijze" laat hij zeggen
Hebt eerbied en ontzag voor
den slaap! Hij is het hoogste!
Vermijdt allen, die slecht slapen.
De dief zelfs schaamt zich nog
voor den slaap: stil sluipt hij
door den nacht heen.
Slapen is geen geringe kunst
het is reeds erg daartoe een gan-
waardigde Arjoane hem me: een
blik achterom, „ge moet de
stukskes oomeddelijk in de melk
doen, onmeddelyk, als ge nie
wilt da. ze zwart worden".
„Ge moét", stribbelde de
schoone tegen, „meneer doet 't
toch ummer8 zelf?
„Ge houdt van den avond
awen mond, zulle dreigde me
neer Lievejans driftig, „ge houdt
uwen mond 1 Ge zult dat die
Heeren niet aan hunnen neus
hangen gaau1"
En de goede baas, terwijl
laDgt zijn eigen neus de drup
peltjes begonnen te parelen, zette
nog jachtiger nauwkeurig zyn
schrapwerk voort. De cham
pignons, hal bij dien morgen
heel in de vroegte al gezocht
doch hij moest den rosmarijn
nog snyden, de tomaten passea-
ren, de wynen uitkrijgen, den
Bordeaux voor den Cnasseur-
schotel, den Kirsch voor de
brokskes moscovisch onder-in
den chocoladepudding, den vin
blanc voor de geglaceerde peer-
kes non de domme, er was
nog zooveel te doeD
Wie en wat meneer Lievejans
eigenly k was, ge zoudt het
moeilyk geraden hebben, zoo ge
hem daar hadt zien zitten,
■cherizBeeren schrapend, ia eija
schen dag wakker te moeten zijn.
Tienmaal daags moet gij u zeif
overwinnen: dat maakl heerlijk
moe en is slaapkruid voorde ziel.
Tienmaal daags moet gij u weer
met u zelf verzoenen, want het
is bitter zichzelf te overwinnen
en de onverzoende slaapt slecht.
Tien waarheden dient gij daags
te vinden, anders zoekt gij nog
's nachts naar waarheid en uw
ziel blijft hongerig.
Tienmaal moet gij daags lachen
en vroolijk zijn anders zal uw
maag, die vader der ellende, u
's nachts kwellen.
Weinigen weten dat, doch men
dient alle deugden te bezitten om
goed te slapen. Zal ik valsche
getuigenis afleggen Zal ik echt
breken Dit alles is onvereenig-
baar met een goeden slaap.
En zelfs wanneer men alle
deugden bezit, moet men nog dit
eene verstaan zelfs die deugden
ter rechter tijd te kunnen laten
inslapen.
Ik verlang noch groote eere,
noch groote schattendat ont
steekt de milt. Een klein gezel
schap is mij meer welkom dan
een slecht; doch het moet gaan
en komen ter rechter tijd. Zoo
eischt het de goede slaap.
Zoo gaat de dag der deugd-
zamen voorbijkomt nu de nacht,
dan wacht ik mij wel den slaap
aan te roepenHij, de slaap,
die de meester der deugden is,
wil niet geroepen worden.
Ik denk na over wat ik daags
heb gedaan en gedacht. Her
kauwend vraag ik mij af, gedul
dig als een koe; welke waren
uw tien overwinningen en welke
waren de tien verzoeningen en
de tien waarheden en de tien
schaterlachen, waaraan mijn hart
zich heeft te goed gedaan
Dat alles overwegende, gewiegd
door veertig gedachten, overvalt
mij op eenmaal de slaap, de
ongeroepene. De slaap tikt mij
op de oogen zij worden zwaar.
Ja, op zachte zolen komt hij
tot mij, de liefste aller dieven,
en ontsteelt mij mijn gedachten
Maar niet lang sta ik daar
ik lig alreeds."
met kersroode zijde bekleeden
familie-fauteuil. Zijn ietwat
zwaarlijvig maar nog Aksch ge
noeg corpus stak in een donker
blauwe jacht-trui en een bruin-
leeren paardrijders broek. Ruige
zwarte kousan en zwart-lakeu
pantoffels voltooiden zijn toilet.
En boven dat vreemdsoortig
toilet boog een welgedaan en
aristocratisch, hoewel wat ver
weerd gelaat, over het vreemd
soortig werk, dal zijn te roode
en dik-bekussende, doch sierlijk
gevormde handen bedreven. Zijn
ronde hoofd was gemillimeterd,
zyn purperen wagen clean
shaven, en daartus8chen onder
den kleinen, even gebogen neus,
plooide in een beminnelyken
glimlach de zinnelijke, maar tè
goeilijke mond.
Ja, wie en wat was meneer
Xaveer Lievejans?
Toen lang geleden zyn moeder
stierf, was met haar de jongste
tak van een der aanzienlijkste
Vlaamsche geslachten uitgestor
ven en de jonge Lievejans, eenige
zoon en twintig jaar oud, had
zich erfgenaam bevonden van
haar erfdochterlyk kasteeltje
met omgevende hei en dennen
en van de niet zeer floreerends
fabriek van wijlen Papa,
De jeugdige Xaveer, die saeer
En toen Sarathustra den wijze
zoo hoorde spreken, lachte hij in
zijn hart, want er was hem een
licht opgegaan. En hij sprak:
„Een dwaas is die wijze daar
met zijn veertig gedachten maar
ik geloof, dat hij heel goed kan
slapen.
Gelukkig is hij, die in de na
bijheid van zulk een wijze woont
zulk een slaap is aanstekelijk,
nog door een dikken muur heen.
Zijn wijsheid luidt: waken om
goed te slapen. En waarlijk,
wanneer het leven geen beteeke-
nis had en ik onzin moest kiezen,
dan zou deze onzin ook mij de
meest waardige keuze lijken.
Nu begrijp ik duidelijk wat
men eens vóór alles zocht, toen
men zocht naar leeraren der
deugd. Men zocht een goeden
slaap.'
Voor al deze met lof genoemde
wijze predikers was wijsheid een
slaap zonder droomen een hoo-
gere levenswijsheid kenden zij
niet.
Ook nu nog zijn er eenigen,
als deze prediker der deugd
doch hun tijd is om. En niet
lang meer staan zij daar; zij lig
gen reeds.
Zalig zijn deze slaperigen
want zij zullen spoedig indutten."
Alzoo sprak Sarathustra.
En Nietzsche zegt elders
„Men droomt in het geheel niet
of interessant. Zoo moest men
ook leeren wakker zijnin het
geheel niet of interessant."
Verhooglng tabaksaccijns.
\2l/i-22l/i pCt. yoor sigaren,
22'/» pCt. voor rooktabak, 50 pCt.
voor sigaretten.
Een hernieuwde overweging
heeft sommige den minister aan
leiding gegeven zijn oorspronke
lijk voorstel zoodanig te herzien,
dat bezwaren zullen komen te
vervallen. Daarbij is ervan uit
gegaan, dat het belangrijkste be
zwaar tegen de verhoogde heffing
op sigaren alleen die sigaren
van de vroolykheid hield dan
van werken, en mitsdien reeds
de universiteit had verkozen
boven de fabriek, zag nu in, dat
hij té? meer dan van het Recht
(waarvan hjj niets terecht bracht)
van jagen en van paarden hield
en dus verliet hij de academie,
verkocht de fabriek, en vertrok
naar Parys.
Xaveer fuifde, Xaveer be
woonde een „gar^onnière'' waar
hy vrijer was dan voor een
gefortuneerde twintigjarige goed
is Xaveer reed paard. Xaveer
ging met vrienden op velerlei
jachtEn de meisjes vonden
hem een dot van een jongen
Het gesloten kasteeltje echter
bracht hem geen centiem in den
aak de jachtgronden, waar hy
ü;et jaagde, al evenmin en het
hem nagelaten vermogentje,
voor een uitgevlogen student
een hartverrukkende zakduit,
het bleek vanuit een meer kapi
talistisch oogpunt bezien, maar
al te sleetsch en nog sneller
slinkend dan de opbrengsten
eener achteruitgaande fabriek
Na eenige jaren was Xaveer
een betaamde jockey bij de
wedrennenz(jn fortuintje was
opgeknald en weggebruischt
Maar toen h(j tegen de dertig
begon te loopen, kreeg hij g»-
betreft, die hoofdzakelijk in han
denarbeid worden gefabriceerd.
Dit geldt dus in geen geval voor
de kleine sigaren, de z g. ciga-
rillos, noch ook voor grootere
sigaren met niet dichtgewerkten
kop, die voor verreweg de groot
ste hoeveelheden machinaal wor
den vervaardigd. Voor deze si
garen de grens is hier, wat
het gewicht betreft, gezocht bij
31/» K G. per 1000 stuks kan
het voorgestelde reciit van 22]/,
pCt. worden gehandhaafd. Voor
de overige sigaren wordt het tot
12V, pCt. teruggebracht.
Hetgeen de belasting tengevolge
van deze wijziging minder zal
gaan opbrengen zal gevonden
moeten worden uit een hoogere
heffing op sigaretten, die daartoe
niet tot 45, maar tot 50 pCt. zal
moeten worden opgevoerd.
De geraamde opbrengst van de
verhooging van den accijns op
sigaren bedroeg 10 millioen.
Wordt de verhooging voor de
sigaren met uitzondering van die
van een gewicht van niet meer
dan 31/, K.G. per 1000 stuks en
de zwaardere met open kop, tot
127j pCt. teruggebracht, dan kan
de verhoogde opbrengst slechts
op f3 615.000 worden geraamd.
De meerdere opbrengst van
den accijns op rooktabak kan
worden geraamd op f2.000.000.
Het bedrag van ruim 8 millioen,
dat de hoogere belasting der si
garetten zal moeten opbrengen
zal, rekening gehouden met een
achteruitgang van het verbruik,
niet worden overschreden.
Onbewaakte overwegen.
Aan de Memorie van Antwoord
inzake de Waterstaats-begrooting
1934 is het volgende ontleend
In 1933 hebben zich tot 12
November op de onbewaakte
overwegen 68 ongevallen voor
gedaan, waarbij 38 personen het
leven hebben verloren. Hoewei
het aantal ongevallen niet grooter
is dan in vorige jaren, zijn dit
jaar de noodlottige gevolgen van
ernstiger aard geweest dan te
voren. Groot is het aantal ge
vallen waarbij meer dan een
noeg van Parijs en van het rij
kelijk maar vernederend jockey
leven. Voor kasteelheer zon
der geld gevoelde hij zich
den man niet meer. En dus
verliet hy Parijs, verkocht zijn
kasteeltje met de omliggende
heigronden, en vertrok naar
Holland.
Daar, ergens achter de duinon
van een der Zeeuwsche eilan
den, kocht hij een deftige heere*
boerdery met een heerlijk stuk
jachtgrond en, naardemaal dit
nu hier een deftige boerderij en
geen gargmnière was, trouwde
hij de jongste meid en werd
een gezeten man.
Ah Xaveerke was nog zoo
dom niet! Zyn vrouw, een fl nk
stuk deern, bleek algauw een
uitmuntende bazinne; de boer
dery fljreerde, meer dan het
ooit papa's labriek had gedaan,
en hyzelf zorgde ervoor, dat het
cachet van béére-boerderij bleet
bewaard. Hy jaagde, hy reed
zyn eigen raspeeröjes, waarmee
by op de Hoilandsche wedren
nen een goed Azuur sloeg, en
in beide mime pronkkamers der
hofstee maakten de schoonste
zaken van het ouderlijk huis een
groote deftigheid gaande.
AXELSCHE
COURANT