Bjj Ruwe Handen Parol
Het Schoolfeest te Spui.
Binnenland. -
Silvester Home zong en in die
regels iigt de beteekenis van het
evangelie
Bezat ik Heela! met z'u scha'ten,
[o Heer
Hoe zou ik het U kunnen biê i
Uw wondre, goü'djke liefde vraagt
[meer,
E scht mijn ziel.
Die ziel is het allergrootste in
't Heelal. Meer dan al de schat
ten der aarde, dan de rijkdimmen
van Zuid-Afrika's of Californië's
goudmijnen, ja meer dan alle
schatten is in Gods oog, is voor
de eeuwigheid de ziel van den
meest verworpen en verachten
dronkaard, van het ergerlijkste
slachtoffer der zonde. Hoeveel
te meer de ziel van het kind.
Op Uw voorbede heeft de
onderwijzer dus recht. Geheel
de school moet gedragen worden
door ons gebed.
Geheel de opvoeding der jeugd
op alle scholen of waar die op
voeding ook plaats grijpt, moet
gesteund worden door gebed.
Wij moeten niet bazelen van
liefde voor het kind, liefde voor
de school, liefde voor Chr. On
derwijs, die liefde moet op de
knieën. Wij geven het leven
onzer kinderen, van de kinderen
van ons volk nooit op. Evenmin
als een moeder dat doet. Daarin
lifft voor land er. volk de grootste
kracht.
't Gebed kan méér \errichtep, dan
[de mersch
ooit heeft gedroomd. Laai dus Uw
Ihart bij dag
En nacht als een f-rteijn de heemlen
:oeken in 't gefe d
Wat zijn wij meerder dan 't gedierte
[van het veld,
Wanneer wij wetende rl?t God
[egeert
Niet onze handen tot Hem tuffen
[voor ons zelf
En voor de vrienden di" ons
['t liefste zy'n
Zoo wordt, wanneer we bidden
[voor een naaste
De gansche menschheid met een
[koord van goud
Gebonden aan Gods voeten.
bestreken of op andere door den
voornoemden Minister te bepalen
wijze is behandeld.
ii.
Het historisch overzicht van
het ontstaan der school door dhr.
J. de Visser werd gevolgd door
zang. Een koortje zong het be
kende lied ui! de Neerbosch-
zangen „Kerkklok van 't Dorp",
onder leiding van dhr. Verhoeff,
voornoemd.
Hierop werd het woord gegeven
aan den EdelAchtbaren heer F.
B!ok, burgemeester van Axel, die
ook namens het gemeentebestuur
dankte voor de vriendelijke uit-
noodiging tot deze herdenking en
mededeelde, dat dhr. Van de Bilt,
het plan uitgesteld. Spr. heeft
in 1893 nieuwe pogingen ge
steund, doch heeft nooit kunnen
denken, dat de school zoo'n uit
breiding zou krijgen. Spr. was
daar dankbaar voor en spoorde
allen aan het voorbeeld der
ouderen te volgen in hef zenden
hunner kinderen naar een chr.
school. In dat verband verwees
spr. naar de woorden in Ps. 90:
„Verzadig ons in den morgen
stond met uwe gteferterer-
„heid, zoo zullen wij juichen en
„verblijd zijn in al onze dagen".
Spr. wees ook op de moeilijke
tijden, maar hoe donker deze ook
mogen zijn, met een vast geloof
in God gaan wij moedig voort.
Spr. hoopt daarom, dat de school
nog rijke vruchten zal dragen
voor den Hemel.
Antonius zeideWij bidden
naar de mate waarin wij begeeren
en we begeeren naar de mate,
waarin wij liefhebben.
Uit ons gebed zal dus blijken
ons begeeren voor ons land, ons
volk, ons kind en waarheen onze
liefde zich richt; Zij het voor
het hoogste, eeuwige welzijn van
ons volk
in behoud, versterking en ver
dediging van ons Christelijk,
waarlijk Christelijk schoolleven.
J. H Schaper.
Het Kamerlid J. H. Schaper,
2e voorzitter van de Tweede
Kamer, is Vrijdagavond op het
station Hofplein te Rotterdam
onwel geworden en in elkaar
gezakt.
Hij is in het ziekenhuis aan
den Coolsingel ter verpleging
opgenomen.
Bestrydirg iepziekto.
Staatsblad (no. 547) bevat een
Kon. besluit van 25sten October
1933 houdende algemeene voor
schriften ter voorkoming van na
deel door de iepenziekte en den
grooten en kleinen iepenspint-
kever.
De gebruiksgerechtigde van
iepen, welke door den minister
van Economische Zaken zijn aan
gewezen als stervende of als
reeds gestorven, is verplicht bin
nen een door dien minister te
bepalen termijn, die iepen te vel
len en de schors onschadelijk te
maken door deze volgens de aan
wijzingen van genoemden minister
te verbranden of op andere wijze
te behandelen.
Het is verboden tusschen 1
April en A October iepenhout te
laten liggen, opgestapeld te hou
den of te vervoeren.
De minister is bevoegd van
zoodanig verbod geheel of ge
deeltelijk en al dan niet voor
waardelijk ontheffing te verleenen.
Dit verbod is niet toepasselijk
op: geheel ontschorst hout; hout
met een doorsnede kleiner dan
7 centimeter of afkomstig van
stammen of takken meteendoor-
snede, kleiner dan 7 centimeter;
houtr dat onder water ligt en hout,
waarvan de schors in haar geheel j
met timmermanscarbolineum is
wethouder, verhinderd was om
mee te komen. Ook de burge
meester had gesnuffeld in de ar
chieven en daar een officiëele
briefwisseling gevonden aangaan
de de pegingen, die reeds in 1845
waren gedaan om te Spui een
Christelijke school te stichten.
Blijkens den inhoud der brieven
waarvan dhr. Blok lezing gaf,
was er toen inderdaad strijd ge
weest ten aanzien van de meening,
of men een chr. school wel nut
tig achtte, en of die geen split
sing zou brengen onder de thans
rustige bevolking. Ook Gedepu
teerde Staten gaven te kennen,
dat het Gemeentebestuur zou
worden gesteund, indien zij de
toestemming tot stichting der
school weigerde, daar men de
noodige waarborgen miste, of die
school in stand kon worden ge
houden en of de vestiging ervan
werkelijk in een bestaande be
hoefte voorzag. Zelfs gaf men te
kennen, dat ook de Hooge Rtad
zoo noodig dm gemeenteraad in
het gelijk zou stellen, omdat in
dien tijd de vestiging van bizon-
dere scholen zoo min mogelijk
moet worden toegestaan. In 1847
werd dus het verzoek in hoogste
instantie afgewezen. In 1853 ging
het gemakkelijker een school te
krijgen, omdat men toen het ver
zoek in aigemeenen vorm had
gedaan Na 4 weken was toen
het verzoek ingewilligd, maar het
plan is toen niet meer doorgezet
tot men in 1893 opnieu w de han
den ineen sloeg tot stichting van
deze school.
De burgemeester feliciteerde
het huidige schoolbestuur met
het feit, dat de school thans na
een 40-jarig bestaan een bloeiend
tijdperk beleeft en ook stelt hij
het op prijs, dat dit onder de
tegenwoordige wetgeving in de
beste verstandhouding verkeert
ten opzichte van het gemeente
bestuur Spr hoopt, dat de school
onder de eminente leiding van
het tegenwoordige Hoofd nog
moge toenemen in bloei.
De voorzitter dankte voor de
interessante u teenzetting van de
beide laatste sprekers en ook
voor de goede wenschen t.o. van
de school. Hij verzocht alsnu
ds. Wolff om, voorzoover deze
het zich herinneren kan iets te
zeggen van de eerste schreden,
die men op dezen weg zette.
De eerbiedwaardige grijsaard
betrad alzoo het podium en ver
goelijkte, dat een verzoek om de
chr. school destijds geweigerd
werd. Ofschoon dat nu hard
klinkt, toch moet men zich
daarover niet verwonderen. Het
was nl. in een tijd, dat het libe
ralisme hoogtij vierde en men
was bovendien over het alge
meen nog zoo orthodoxe in zijn
opvatting, ook het onderwijs was
van dien aard, dat de menschen
niet begrepen, dat er een chr.
school noodig was. Eerst door
de actie van dr. Kuyper en de
afscheiding drong de opinie voor
chr. onderwijs meer door. De
liberale geest van den gemeente
raad bleek ook daaruit, dat toen
in 1857 een openbare schooi
werd gevraagd, dit verzoek da
delijk werd toegestaan. Men
werd het echter over den aard
der school niet eens en zoo is
In zonderheid dankte dhr. Bak
ker dezen spreker, omdat hij het
woord heeft willen nemen en al-
zoo niet alleen is bevredigd de
wensch om hem nog hier te zien,
maar zelf zijn hartelijke bewoor
dingen te hooren.
Met Psalm 68, gezongen door
het koor, ging nu de Pauze in
en werden door gedienstige han
den eenige versnaperingen toege
diend.
Het 2e gedeelte van het pro
gramma ving aan met Ps 24,
eveneens gezongen door het koor.
De rij der sprekers werd nu
ingezet door den EdelAchtb. heer
Joh. de Feijter, burgemeester van
Zaamslag, eerelid der school, die
dankte voor de hem in den aan
vang toegevoegde woorden. Het
is hem tot groote blijdschap, dat
hij dank zij de genade Gods
40 jaren lang aan den opbouw
dezer school heeft mogen arbei
den en te meer nu hij daaraan
wordt herinnerd door dhr. Bak
ker, die als een der eerste leer
ingen aan de lessen dezer school
deelnam.
Niets kan verhinderd worden,
indien het in Gods bestel ligt.
En zoo is ook deze school er
gekomen, omdat dit reeds langen
tijd door God was voorzien.
God heeft diepe wegen, maar
God is groot. Zien we naar
Israels volk, wat het is tegenge
komen op den weg naar Kanaan,
zegt spr. Het volk stond voor
de zee, achtervolgd door vijande
lijke legers en vroeg aan hun
leider: hebben we daarvoor dien
weg afgelegd om in zee te wor
den gedreven? En ook Mozes
was radeloos en bad God. En
Deze zeidezeg, dat ze voort
trekken. De zee werd gekliefd
en Israël was gered. Zoo ook
hier. Men spotte met ons streven
en zeide: wat zal men op Spui
een school in stand houden, het
zijn allemaal arbeiders! Spr. be
vestigde dat voor 90 pet., maar
de kracht van het geloof heeft
ons niet beschaamd. Groot zijn
de zegeningen geweest, d[e van
kind tot kind en van geslacht L t
geslacht hier zijn betoond. Spr.
herinnerde aan den eersten on
derwijzer, dhr. Laansma, die als
een vroom man hier veel goeds
heeft gesticht Men was op Spui
weinig kerkelijk en spelend lag
men langs de dijken, maar hierin
is veel verandering gekomen en
ook nu nog zijn van toepassing
de woorden in den gevelsteen
gebeiteld: Soli Deo gloria, nu
van dat kleine schoolije is ge
worden een schooi met 4 klassen
en 5 leerkrachten.
Het moet de vijanden bescha
men, als zij zien hoe uit deze
school zijn gevormd Godvruchtige
christenen, die een voorrang in
de kerk kregen en ook op maat
schappelijk gebied menschen van
beteekenis zijn geworden. Moch
ten wie in 't verleden zijn, dat
nog eens zien, zegt spr., maar
we zijn in den avond van ons
leven en straks, als we vertoeven
voor de gouden poorten, waar
Engeler. ons de heerlijkheid Gods
toejuichen, dan zullen we het
hun weten te vertellen, hoe groot
ook hier de zegeningen Gods zijn.
Want behalve de school hebben
we hier gekregen een meisjes-
vereeniging en een chr. Jongelings-
vereeniging, alies als gevolg van
het chr. onderwijs. Spr. wenschte
Spui geluk met dien bloei en
eindigde met het verzoek om in te
stemmen met de woorden van
Ps. 68:2,
Maar 't vrome volk,
in u verheugd,
Zal huppelen van zielevreugd,
Daar zij hun wensch verkrijgen,enz.
Als voorzitter van de schoo
voor chr. nationaal onderwijs te
Axel trad nu op dhr. J M. Oggel,
die er op wees, dat tusschen de
beide scholen te Axel en Spui
nauw verband heeft bestaan,
waarop de notulen van vroeger
nog wijzen. Er hebben te Spui
altijd krachtige voorstanders van
chr. onderwijs gewoond en me
nigmaal heeft ook de chr. school
te Axel dat vroeger ondervonden
door de royale giften, die wer
den geschonken. Spr. herinnert
zich nog de levendige gesprek
ken, die ten huize van zijn Oom
met wijlen den heer Luteijn en
zijn Vader werden gevoerd over
de bestaansmogelijkheid van een
schoo! te Spui en hoe dan ook
werden betracht de werken van
Groen van Prinsterer en Lohman
de chr. school regel en de open
bare school uitzondering.
De cijfers van vroeger bij die
van nu wijzen op groote vooruit
gang. In 1864 was er te Axel
één chr. onderwijzer met onge
veer 40 leerlingen en nu zijn er
te Axel 450 en te Spui 140, is
te zamen al 600. Toen werden
f 905 uitgegeven tegenover f 560
aan baten en nu bedraagt het
budget tien maai zooveel. Spr.
wenscht ook het schoolbestuur,
het personeel en de leerlingen
geluk met dezen vooruitgang, die
getuigt van toewijding en lust in
den arbeid. Moge de toekomst
leeren, dal hier de leerlingen zijn
opgevoed tot eere van Staat, Kerk
en Maatschappij. Spr. noodigde
tot zingen van Ps. 146 de verzen
1 en 8.
Mej. J. van de Ree droeg hierna
voor „Gelijk een kind" van Hen-
riette Kuijper, wat met aandacht
werd gevolgd.
De heer S. van Harn, hoofd
der school kzeeg nu het woord
en wees op het werk in de schooi
het schoolleven; wat dat mee
brengt en wat daaraan herinnert.
Het vertoeven binnen de school
muren is een stuk leven en als
die muren konden spreken van
wat er binnen omgaat zouden ze
getuigen van strijd en vrede, lie
en leed op velerlei gebied. Spr.
schetste die gedachten van voeger
in pakkende stijl en met voor
dracht, als van een kunstenaar,
zoodat men hem als het ware
aan de lippen hing. We wagen
het niet hiervan stukken te geven
die het verbond uit elkaar ruk
ken, maar beroepen ons op me
dewerking van den spreker, waar
ons gevraagd werd zijn rede vol
ledig femelden. Thans is die nog
niet in ons bezit, e i dus volgt
die nog.
De heer R. C. Boeije bracht nu
met vaste, diepe, schoon onge
schoold, toch mooie basstem, een
lied ten gehoore, getiteld: Daar
was een Koningsvrouwe, vairna
zijn naamgenoot dhr. C. R. Boeije
namens de ouders der school
gaande kinderen woorden van
dank, blijdschap en hoop voor
de toekomst sprak. Ook hij
wees op Ps 78. De school staat
hier als een monument van Gods
trouw, eenvoudig in aanblik,
maar groot in wezen. Mocht het
zijn, dat zooals in Rusland, later
ook het Woord uit de handen
zou worden genomen, dan zijn
we overtuigd, zei spr., dat het
is geschreven in de harten. Moge
de school bloeien tot eere van
Zijn naam.
Een duo zong nu Haar Klein
kind waarna mej. N. H. van der
Welle een vertelling gaf van Jan
Ligthart, den onvergetelijken pae-
dagoog.
Hierop sprak dhr. Jac. de Ruij-
ter als oud-leerling en schetste,
hoe eerst op lateren leeftijd wordt
beseft, welk een voorrecht het is
chr. onderwijs te hebben genoten.
Spr. dankte God, ook namens de
oud-leerlingen, dat Hij hun ouders
had gegeven, die hunne kinderen
in dat voorrecht lieten deelen,
Spr. riep daarom ook allen toe
volgt dat voorbeeld. Met dezen
wensch dat in deze moeilijke tij
den Gods genade moge heerschen
over de school, het bestuur en
het personeel, eindigde spr.
Ter afwisseling werd nu ge
zongen Ps. 99, waarna als laatste
spreker optrad Ds. J.S. Post, die
niet nalaten wilde om ook zijn
blijdschap te getuigen bij dit feest.
Ofschoon spr. alleen door het
catechesatie-onderwijs aan Spui
verbonden is en dus inzonderheid
meer de jeugd kent, is hij toch
dankbaar voor wat hij uit het
verleden hoorde, maar verheugde
hem het meest, dat hij geen ver
heerlijking van menschen hoorde
en men God de eer gaf. Het is
alies toch onverdiend en van ons
kleine^ menschen gering werk.
Met Gods hulp wordt het werk
groot en is ook de school voor
Spui van groote beteekenis ge
worden. Spr. wees op de aan
wezigheid van ds. Wolff en het
geen deze sprak. Neem dat ter
harte het is misschien een uni
cum, dat op een plaatsje als Spui
zoo'n school staat en zóó de
kracht van het beginsel heeft ge
werkt. Want welke jaren waren
dat 1845 en 1893? Het waren
als nu jaren van gebrek en armoe.
En toch een school stichten. Het
leert ons, dat juist in jaren van
zorg men meer offervaardig is,
dan in jaren van voorspoed. Het
lijkt een wonder, maar het is
Gods werk en daarom is Spui
zoo gezegend. Spr. wees op de
verantwoordelijkheid, die de be
woners daarom dragen en wees
de aanwezigen erop trouw te
blijven, trouw aan 't geloof, trouw
aan de kerk, trouw aan de cate-
chesatie. Er is van hier ook een
weg naar Terneuzen, maar men
hoort thuis te Axel. Laten we
in de school van Spui zien den
vinger Gods, die ons aan onze
verplichting herinnert, tot ons
aller heil.
Reeds op 18-jarigen leeftijd
was dhr. A. Faas lid geworden
van de school te Spui en daar
om wenschte hij bij te dragen
aan de feestviering op heden,
door een paar voordrachten te
jeven, die hij zich herinnerde.
Dhr. Bakker wees nu op het
eind van het programma en
dankte allen, die tot het welsla
gen van dit feest hadden meege
werkt. Hij vroeg de burgemeester
van Zaamslag het samenzijn met
dankgebed te willen sluiten,
waaraan deze in uitvoerige be
woording en met vollen oot
moed voldeed, vertolkend de ge
dachten die in hem leefden.
Tot slot werd gezongen van
Ps. 86 6.
Vermeld zij nog, dat in de
ochtendschooltijd van Donderdag
de leerlingen naar hartelust wer
den getrakteerd. Aan lange ta
fels gezeten werden zij door
meisjes van het noodige voorzien,
zoodat ze nog meer kregen dan
ze konden verorberen, en ze
nog met gevulde zakken huis
waarts gingen. Als aandenken
werd tevens een boekje uitge
reikt, dat met eenige foto's was
verlucht en waarin van bekende
hand eenige artikeltjes waren op
genomen.
Was Woensdag de wijdings
avond en Donderdag de officiëele
herdenking geslaagd, niet minder
was dit het geval met de feest
avond van Vrijdag. Toen was
het gebouw tjokvol. Men telde
ongeveer 359 personen, grooten-
deels jeugdige oud-leerlingen met
ounne ouders. Een nieuw pro
gramma was samengesteld, uit
32 nummers.
Na opening door het hoofd
der school, den heer S. van Harn,
die nu de leiding had, werden
staande 2 coupletten van het
Wilhelmus gezongen. No. 3 be
vatte een tableau van 6 dames,
die resp. het Bestuur en het per
soneel toezongen, waarna nog
tal van voordrachten volgden
resp. van de dames D. Hamelink,
Mina Bakker, J. Boeije, G. de
Feijter en S. Bakker.
Hierna verkreeg dhr. J. Hame
link als oud-leerling gelegenheid
om namens de mede oud-leer-'
lingen zijn felicitatie over te brfn«