Waarom ik voor fijne stoffen
uitsluitend Persil gebruik
Inderdaad,
VOO
•I Mij N V Art
werd gevrijwaard door openbare
uitstalling en keuring. Het zilver
moest met open deur gesmolten
worden. Een edelsteen mocht
niet verkocht in koper gezet en
een valsche steen niet in goud.
Koper mocht niet verzilverd o
verguld, tenzij voor kerkwerk o':
herengesmijde". Er waren me
ters en wegers en ijkers van
stadswege. Bij de visch waren
vischgrommers of drogers en
tellers, gelijk de stad ook zakken
dragers aanstelde.
Ook werd gelet op de quali-
teit van bier en andere gebruiks
artikelen, ook van laken en leder
of touw. De zorg der overheid
ging over alles.
Het uithangbord van den me
dicus, den dokter, was het „ury-
nael" (een flesch). Wanneer dit
moest worden ingehaald, was het
niet best, b.v. wanneer men een
patiënt bij wien een drankje niet
had geholpen, een notedop om
zijn hals had gedaan, waarin een
levende spin en een pissebed
Dat werd verboden.
De gemeenteraad schreef zelfs
recepten voor, b v. voor het polver
„om in spise te doen"peper,
saffraan, kaneel, muskaatnoot,
kruidnagel. Wie tegen dit recept
zondigde, moest blootshoofds
boete komen betalen.
Men trachtte den verkoop te
localiseeren op een bepaald plein
of in een bepaalde stadsbuurt.
Daar alleen mocht dan uitgestald
worden en behoorlijk van elkan
der gescheiden. Zelfs het vleesch
van meer dan één rund mocht
niet op dezelfde bank uitgestald.
Het beperken der markt tot een
plein of buurt was voor het ver
gemakkelijken van de controle en
het toepassen van de heffingen.
De zoogenaamde „sijs"-accijns,
was de voornaamste bron van
inkomsten der stad.
Hoe het er toeging op de
Axelsche markten, kan men met
wat levendige verbeelding zich
voorstellen, wanneer men de oude
stadsrekeningen raadpleegt. Uit
die van 1492/1493 b.v. blijkt dat
men ook uitstalde op de stoepen
en in kramen. De waag, waar
de goederen van stadswege ge
wogen werden, werd verpacht.
De helft der inkomsten waren
voor den heer van Axel, o.a.Joos
van Qhistele en de andere helft
voor de stad. Jacob de Brauwere,
die toen lakenwerker was, zal
wel volgens het recht van tanghe
en loy, de loodjes aan het uit
gestalde laken gehecht hebben,
om na de betaling daarvoor te
hebben ontvangen, het verkoop
baar te maken. Voor het span
nen der reepen of touwen, waar
aan op de jaarmarkten de paarden
gebonden werden, betaalde men
„reepgeld". Het vleeschhuis
men was toen niet zoo tegen een
centralisatie als tegenwoordig
soms werd ook verpacht. Dit
geschiedde ook met het recht van
den „besien" (schatten) „van de
verkenen" op de jaar- en week
markten. Gelijkelijk geschiedde
met het leder, met de kleine
veemarkt, met de accijnzen voor
de vischmarkt, de bakaccijns, het
straatgeld of casusijeghelde. Ver
pacht werden de accijnzen of
rechten van heffing op alle goe
deren als vetwarien, meiserie,
freuterijen, ijzeren naghelen, ga
ren, vlas, cuuphoudt, meede en
diergelijcke, dat de poorten inne
coopen en weerom vercoopen.
Dat heet dan de pacht van de
poorterije van binnen.
Maar dan komt nog de poor
terije van buiten van alle goe
deren die lieden van buten ter
markt brengen en verkoopen als
lijndraayers, hoemakers, pattijn-
makers, petmakers, wagenmakers
en diergelijke en ook van granen,
dat vreemde lieden verkoopen op
de twee jaarmarkten. In 1535
werd zelfs de griffie of secretarie
verpacht voor drie jaar aan Mr.
W. Struvijnk. Andere ontvangsten
kreeg de stad uit de stochondere
scepe en de rouper scepe, van
alle wijnen, catteellichen goederen
en huisraad Dan nog pacht van
vaargeld, van vlas en hooiwerk
en schoorsteengeld van de zout-
keeten.
Uit het toltarief van Axel op
de vaart van Axel naar Terneuzen
jeh*ven, blijkt hoe een belang- j
rijke handel hier in de 14e eeuw
al gedreven werd en welke soor
ten van goederen hier werden
verscheept en getransporteerd.
Er is al van 1235 een tarief be
kend en een later van 1386. Waar
Axel, dank zij de gunstige ligging
en het zeer vruchtbare Axeler
ambacht zulk een belangrijke
markt en handelsplaats was, die
veel grooter blijkt geweest te zijn,
dan wij ons oppervlakkig zouden
voorstellen, is het gemakkelijk te
verklaren dat er behoefte was aan
een eigen munt en dat de graaf
van Vlaanderen dan ook aan Axel
dat recht had verleend.
Tal van lotswisselingen heeft
Axel ondergaan. Het was om zijn
belangrijkheid voor de stad Gent
van zeer vee! beteekenis. Er was
een tijdlang een stapelplaats van
granen. Daarheen kwamen dan
ook vele granen en a idere goe
deren uit de 4 ambachten. Men
wijst nog de kade, waar de sche
pen van hier kwamen. Maar daar
om was het ook een plaats van
belang voor de landsheeren, waar
mede Gent soms den strijd te
strijden had, als b v. Maximiliaan
van Oostenrijk. Meermalen heefi
Axel dan ook ernstig geleden,
dan van deze, dan van gene partij,
Niet het minst ook in den 80-
jarigen oorlog voor de conscien-
tievrijheid der Nederlanden tegen
Spanje. Maar Axel kwam er altijd
weer boven op. Het bleef onder
alle ellenden Gods en der vaderen
pand De Franschen namen het
in en zetelden er zich. Maar ook
zij verdwenen.
Axel werd stiller en stiller,
verloor aanmerkelijk in beteeke
nis door de opkomst van het
naburige, nijvere Terneuzen.
Maar het werd in onze eeuw
meer en meer het landbouw
centrum voor landbouwproduc
ten. Dank alweder zijn markt,
bleef Axel boven en steeg hoo-
ger. Dank zijn nieuwe waren
markt zal Axel de Kroon op het
hoofd steviger drukken.
Men heeft graag de markt in
het midden. WelnuAxel het
schoone min of meer aristocra
tische stadje, met zijn ouden
naam en zijn oude glorie, ligt in
het midden van Zeeuwsch-
Vlaanderen. Hier zij het forum
van Z.-Vlaanderfn nu het de
portus daarvan niet zijn kan.
De markt is van beteekenis.
Zij moet door goede organisatie
en soliditeit uitmunten. Dan
wordt het vertrouwen gewekt.
Dan komt er voldoende aanbod,
voldoende vraag en regelmatige
prijs, wanneer het economische
leven de stormen van het heden
heeft doorworsteld en de zee van
maatschappelijk leven weder
kalm is geworden Thans is er
niet alleen ebbe en vloed, maar
er is vaak storm op zee.
Door en voor de markt verge
wist men zich van de behoeften,
wat soort en kwaliteit van de
goederen betreft. Hoe beter men
dat doet, des te meer zal aan het
doel beantwoord worden. Door
heilzame concurrentie kan men
goederen en prijzen vergelijken
en beproeven. Ontwijfelbaar ze
ker rijst de beteekenis van een
markt, naarmat^ dit meer be
reikt wordt en in het oog gevat.
Nu is het in 't algemeen waar
geweest in het verleden, dat de
beteekenis eener markt van aller
lei goederen daalde, naarmate de
industrieelen en de kooplieden,
de ambachts- en de handelslie
den meer ontwikkeld en bekwa
mer warden, en de rechtspleging
en wetgeving onpartijdiger en
practischer werd, en men ook
door handelsvertegenwoordigers
en groote winkels, uitstekend ge
outilleerde of groote magazijnen
van waren, in de behoeften zoo
gedetailleerd mogelijk kon voor
zien, maar toch acht ik, dat in
onzen tijd voor consument en
kleineren middenstand, waaron
der winkelier en kleinere hande
laren, evengoed als ambachts
lieden een warenmarkt als men
hier weer gaat instellen, van zeer
groot belang is, niet het minst
v«or de voorziening in de eerste
levens- en bedrijfsbehoeiten.
Ik mocht reeds zeggen, waar
om dat zoo is en o.a. wijzen op
1- Persil heb ik altijd in
huis. Het spaart de wasch
en is zuinig in het gebruik.
Waarom zal ik dus een
ander waschmiddel koo-
pen? Ik ga mijn geld niet
Verspillen.
2- Persil geeft mij het groot
ste gemak, omdat ik het
koud kan oplossen en er
koud mede kan was-
schen. Ik bespaar tijd en
geld, omdat ik geen heet
water noodig heb.
3- Persil is niet alleen een
voudig in het gebruik,
maar ook hygiënisch,
want het bezit waarde
volle desinfecteerende
eigenschappen.
Voor het wasschen van
gekleurde en fijne stoffen,
neem ik een volle eet
lepel Persil op 2 Liter
koud water. Eerst oplos
sen in een beetje koud
water tot een papje,
zonder klonten.
5- Ik benut dus, als zuinige
huisvrouw, ten volle alle
voordeelen, welke Persil
mij biedt.
-
:X:XvX