Bede van dhr. Mr. P. Dieleman
bij de opening van de
Axelsche Warenmarkt.
inarktstemming veroorzaakte, die
tot 7 uur 's avonds aanhield.
Aizoo was het doel in zoover
bereikt, dat er veel menschen op
de markt waren en deze konden
koopen, wat van hun gading was,
want allerlei goederen waren in
groote keuze uitgestald.
Of er nu veel verkocht is
Och, we weten het niet en gezien
de tijden kan het ook niet. Maar
ook de kooplieden stellen zich
daarom spoediger tevreden en
moeten het al heel slap gehac
hebben, wilden niet hun inkom
sten de onkosten met een batig
saldo overtreffen. Qroote win
sten zijn nu eenmaal nergens te
behalen. De tijd zal leeren, of
beide elementen, kooper en ver-
kooper elkaar en iedere week op
de Axelsche markt zullen vinden
en ontmoeten. Zooals gezegd,
we hopen het. Maar afgezien
daarvan, is toch deze markt reeds
een succes geweest, waarop de
winkeliersvereeniging met vol
doening mag terugzien en waar
mede we van hieruit de organi
sators, het bestuur, feliciteeren.
Want niet alleen op het markt
plein, maar ook in Axels straten
was er een ongewone drukte,
waarvan ook tal van winkeliers
en andere neringdoenden hebben
kunnen profiteeren. Dat in aan
merking genomen en gevoegd bi'
de genoemde resultaten, kan
immers niemand tegen de goe
derenmarkt zijn
En wie er bezwaar tegen heb
ben, kan men het nietten kwade
duiden, als men weet, dat hun
bezwaar juist voortkomt uit sym
pathie voor een mooie en drukke
markt, waarvan zij vreezen voor
verval of verslappen, indien deze
wekelijks zou worden gehouden.
Laten we hopen, dat zij, die
het met energie begonnen, gelijk
hebben en toonen dat het de
winkeliersvereeniging inderdaad
te doen is om door eendracht
haar markt te ontwikkelen en zich
daardoor het vertrouwen van het
Axelsch publiek weet waardig te
maken, dat dan voorzeker ook
en bloc zal meewerken.
Om 9 uur had nog een fiim-
vertooning in open lucht plaats,
die mede tot versterking der
E. M. M.-kas heeft meegewerkt.
Dame3 en Heeren,
Zoo siaat Axel dan gereed om
wederom een markt te ontvan
gen als er van ouds geweest is,
een markt reeds aan Axel toe
gestaan door Philips de Stout
moedige Le Hardi den
Hertog van Bourgondië, als
graaf van Vlaanderen sedert
1323 was Axels geduchte heer
toch de graaf van Vlaanderen
- in 1399 en later oa beves
tigd door Keizer Karei V, een
markt voor alle „coopmanschap-
pen, victualiën en provisiën",
wij zouden zeggen voor alle
waren, levensmiddelen en be-
noodigdheden.
Hertog Philips had ook een
z.g. fore of jaarmarkt gegeven
van de 28 bekende markten
in Vlaanderen door de ver
schillende landsheeren toege
staan, zyn er twee toegestaan
door Philips. Daarvan moet
dus de Axelsche er een geweest
zyn, gelet op de jaren zijner
regeering.
Philips gat dan aan Axel het
recht „a tousiour tenir chöne
(chacune) sepmaine le jour de
Bamedi ung marchie des bestials
et de tontes aultres marchandi-
ses come il avaient faite appa-
ravant"een zevendaagsche of
weeksche Zaterdagmarkt dus,
om te koopen en te verkoopen
beesten en alle andere koopwa
ren, zooals zy te voren hadden.
Men bad vroeger ook wel een
markt, maar deze werd door
Philips weer bevestigd en geor
dend en uitgebreid met andere
rechten tot z g. foore.
Van oudsher heeft men mark
ten gekend. Ook bij de oude
Orieken en Romeinen. Bij de
Grieken kende men marktmees
ters, meters en wegers, De Ro
meinen kenden hun Nundinae,
(agrocomoi) waarvan bet woord
Neude in Utrecht afkomstig is,
alwaar naar het schijat zeer
vroeg een Romeinsche markt
gehouden werd, het begin van
de latere groote Utrechtsche
markt.
Ook in Vlaanderen vond men
reeds in de 10e eeuw verloven
tot het houden van markten.
Het recht tot hot houden van
een loore kwam later. Foore -
fo're - fair - fenida - vacantie.
Het verschil tusschen een
foore of jaarmarkt en-een ge
wone markt was groot en l e-
stond o.a. hierin, dat op een
gewone markt alleen de inwo
ners de producten van eigen
bodem of arbeid konden veilen,
maar op een foore men vry was
alle soort van koopwaren aan te
bieden, hetgeen onder zekere
regelen zelfs vreemdelingen, niet-
burgers, mochten doaD.
Het schijnt dat de oudste or
donnantie op een fore is rau
1250, ofschoon er reeds vroeger
fooren bestonden, als in de He
eeuw te Thorout, in de 12e
eeuw te Yperen, te Brugge en
op andere plaatsen. Van Gent,
ofschoon er een was, is de oor
sprong niet bekend.
Volgens den bekenden histo
ricus Gaillard zyn er zoo 28
bekend, waaronder die van Axel,
ingesteld, of wil men, geordend
door Philippe le Hardi, die re
geerde van 1384 1405.
Er waren er echter veel meer
en verscheidene sedert dten
klein geworden plaatsen en
thans van minder belang, heb
ben groote markten gekend.
Sommige groote plaatsen kre
gen ze eerst later, gelijk b.v
Mechelen in 1409 en Brussel in
1487, Antwerpen in 1435. Maar
b.v. die van Antwerpen was
dan ook spoedig een der belang
rijkste en rijkste. Waar een
schrijver over meedeelt hoe de
Zuid-Nederlanders Noord Neder
land er boven op hebben ge
bracht, zegt hij dat waren zij,
die 'tHantwerpen op de
[Vrydachemert
gewend waren te koopen
Borsten van gouwt en zijd'
ghesiert met gouwe knoopeD,
en rocken van sattijn en
['abbaerds van flouweel.
Koning Dagobert stichtte te
St. Denis bij Parys iu 630 al
een markt, waaraan in de Mid
deleeuwen groote voorrechten
verbonden wareD, terwyl de op
brengsten van marktgeiden en
heffingen waren gegeven uit
vorstelijke gunst aan een daar
gesticht klooster.
De markt werd gehouden ter
gelegenheid van Leudit de
bekende Dionysiusmis. Op
voetspoor der Koningen en Kei
zers gaven verder in de Mid
deleeuwen de leenmannen, her
togen en graven marktreeht,
welke bevoegdheid in de 14e
eeuw in Frankrijk weder aan
de kroon terug kwam, waarbij
zy in Engeland steeds was ge
bleven.
Ook ons goede Zseuwsch-
Vlaanderen heeft zeer vroeg een
markt bezeten. Immers wij
lezen al van markt en markt-
rechten te Aardenburg in 948,
alwaar in 1268 echter eerst
sprake is van een vrije loor.
Axel kreeg er twee, een in
Augustus en een in October,
die b.v. in de 16a eeuw nog den
le van die maand werd gehou
den. Het behoeft geen betoog
dat deze foren van de grootste
beteekenis waren in een tyd
toen verkeerswegen en middelen
zoo gebrekkig waren en men
een weg van Axel naar de
Bonte Koe een prachtweg zou
gevonden hebben van 't groot
ste belang ook, omdat het trans
port toen langzaam en moeilijk,
aan velerlei gevaar was onder
worpen en bijzonder duur was
door het heffen van allerlei
tollen op wegen en vaarteD, die
liepen door het gebied van on
derscheidene heeren. Door pri
vilegies van allerlei aard werd
voor het bezoek der foren het
verkeer bevorderd en het moge
lijk gemaakt dat goederen uit
allerlei streek der toenmaals be
en te bereiken wereld.
verhandeld werden, terwijl men
door de ontmoeting van lieden
van verschillenden landaard,
zeden en gewoonten, kennis en
denkbeelden, op ongewone wijze
de welvaart en de beschaving
heelt bevorderd en gediend.
C'sst presque toujours da^s
la vie privée que repose la ser-
ret de la vie publique, schrijft
de Lamartine in zijn geschiede
nis der Girondijnen.
Welnu, uit wat daar gevonden
werd in het private, particuliere
leven en levensomstandigheid,
denkbeelden, zeden, beboefteD,
godsdienst, eigenaardigheden,
ontwikkelde zich ten gevolge
van bet verkeer op tooren en
markt het publieke en maat
schappelijke leven. Daaruit werd
geboren een marktwezen, een
marktreeht, een bepaald soort
heffingen, een bepaalde markt-
vrede, regelen voor den koop en
verkoop, voor de deugdzaamheid
der waren, voor de juiste maat
en het juiste gewicht, voor den
juisten prijs, bescherming van
de consumenten tegen opdrijving
van den prijs, bescherming soms
ook van deu stedelijken produ
cent tegen den landelijken, en
dan eindelijk bescherming van
den handel en het verkeer, be
slechtiüg van geschillen en alle
deze dingen. Zoo werd de markt
evengoed ais de foor eon gronds-
factor voor het stedelijk wezen
en de stedelyke organisatie en
den stedelijkeu raad, een grond
slag voor het gemeenterecht,
evenals voor het recht van ver
keer tusschen verschillende ge-
zag8gebieden. Zoo vindt men in
het marktwezen de cel, waaruit
tal van rechten en instellingen,
en instellingen waaronder wy
nog leven, zya voortgekomen.
Er is zelfs een theorie, die leert
dat de markten de oorsprong
van de steden zouden zijn. Het
marktreeht zoude dan het eigen
lijke stederecht, althans in den
aanvang, gevormd hebben, het
welk zich dan naar gelang van
de omstandigheden en behoetten
zoude hebben ontwikkeld.
Een geleerde (Huvelin) zegt,
dat in elk geval de mercatus
de handel overal de vrede
of het recht van de stad heelt
gegroudvest en de geheele recht»
orde en ook de raad d"r stad,
der gemeente, daaruit zijn ge
boren.
Ongetwijfeld zal het markt-
boudeD, het marktleven en het
marktbedrijf een zeer grootea
invloed daarop uitgeoefend heb
ben. Maar tenzij in enkele
gevallen geloof ik toch niet
dat de markt de oorsprong der
steden is geweest. De geschie
denis leert ons, dat er veelal
reeds een aglomeratie een
nederzetting b.v. rondom een
kasteel of burcht was, waarnaast
en waarbuiten zelfs zich later
een handelsorganisatie en neder
zetting ontwikkelde. In deze
voorstad ontwikkelde zich de
markt. Had men schuts en steun
onder de bescherming van burcht
of kasteel gezocht, daar rondom
schaarden zich kooplieden en
ambachtslieden, d>e natuurlijk
in den loop des tijds invloed op
de «tad uitoefenden. De com
merc'ësle voorstad slurpte de
eerste nederzetting met den
burcht of het kasteel op, en dan
is de stad wel markt, maar niet
in den zin van handelsplaats
mercatus maar van forum,
van plaats waar het centrum van
leven en verkeer en gezag en
orderegeling wordt gevonden.
In Vlaanderen, waar het ste
delijk leven het meest energisch
en het snelst zich heeft ontwik
keld, sprak men van portus,
geljjk in Noord-Nederland van
poort en poorter. Portus ont
leend aan het verkeer, als plaats
van verkeer en transport, haven
van in- en uitlading van goe
deren. Daaraan danken belang
rijke steden hun ontstaan, aan
dien portus, waar de ontscheping
der koopwaren plaats had. Zoo
werden in Vlaanderen de steden
al spoedig de koloniën der koop
lieden en kleine ambachten.
De redenen die hebben geleid
tot het inrichten van markten
n aldus ontstane centrale plaat
sen liggen voor de hand. Naar
mate toch deze grooter werden,
nam de behoelte aan aanvoer
van levensmiddelen toe. De
stad ging het omliggende platte
land beheerschen en aan zich
dienstbaar maken Axel-Axeier-
ambacht.
Waren er aanvankelijk in de
stedelyke nederzetting nog boe
renbedrijven, zoodat in Dordrecht
de burgers wel eenige weken
verlot kregen om buiten de stad
te woneD, om hnn landerijen te
kunnen bebouwen en exploitee-
ren, later werden de steden toch
minder agrarisch en meer indus
trieel en com mere ëel. Dat heeft
wel weer eens geleid tot een be
perking van de plattelandsche
industrie als een ongewenschte
concurrent.
Aanvankelijk bracht het plat
teland zijn producten in ruil
voor de stedelijke, maar gelijk
ik daar opmerkte, veranderde
dit toch bij het grooter worden
der stad. Dat was zooals de
Belgische historicus Pirenne
schryft: une récessi'é suprème
celle de vivre
Behalve de voorziening in de
behoeften der stedelijke bevol
king, waarvoor dan grootendeels
de weekmarkt diende, waren er
meer redenen waarom op be
paalde plaatsen uit verschillende
oorden menschen samenkwamen.
Vooral de ligging der plaats
oefende daarop invloed uit. Zoo
was Axel prachtig gelegen temid
den van toen belangrijke water
wegen. Uit geheel het tegen
woordige Oostelijk Vlaanderen
en uit Zeeland kon men te wa
ter Axel bereiken.
Een dergelijke ligging oefende
grooten invloed op de marklont
wikkeling uit. Ook kerkelyke
feesten, als missen ter eere van
bepaalde heiliger, trokken veel
volk en droegen bij tot ontstaan
en ontwikkeling van het markt
wezen. Hierdoor werden plaat
sen als Reims en Troyes groote
marktplaatsen. De geestelijkheid
bevorderde dat zeer, omdat ver
schillende inkomsten op en uit
die markt aan de kerken ten
goede kwameo. Men liet dan.
ook toe dat de waren rond en
zelfs in de kerk werdep ge
plaatst, doch toen de landsheeren
aan kerken en kloosters genoeg
inkomsten gegeten hadden,
werden de kooplieden wederom
uit den tempel verjaagd.
De missen, gelijk St. Bavomis
de Bamesse werden ten
gevolge van die markten, alnaar
men elkander dan weer ont
moette, ook betalingstermijnen.
Meer en meer werden zij van
belang naarmate het aanbrengen
van waren van huis tot buis
door rondreizende marskramers
verminderde en werden zij de
groote verzamelplaatsen van
koopers en verkoopers.
Gelijk wij reeds opmerkten
waren de weekmarkten hoofd
zakelijk voor de voorziening
van levensmiddelen voor groo-
tere plaatsen uit de producten
der omgeving en later het ver
krijgen ook van stedelyke ny-
verheidsbeDOodigdheden. Dit
werd uit den aard der zaak in
later eeuw en in onzen tyd uit
gebreid tot allerlei soort van
waren, zoo voor stedeling als
plattelander. De overheid had
er belang by, gelijk ook allerlei
maatschappelijke overwegingen
hun invloed deden gelden. Door
tal van privilegiën werd het
verkeer naar dia markt begun
stigd, zoo naar de weekmarkt
als naar de jaarmarkt of de
loor. De handel en het verkeer
werd daardoor in een bepaald
gebied langs een bepaalden weg
geleid, 's heeren wegen of heir-
weg en wie daarbuiten goedereD
transporteerde stond aau grooter
gevaar en aanhaling bloot. In
zonderheid was dat verkeers-
en marktwezen van belang voor
de overheid voor het verkrijgen
van inkomsten. Men kreeg al
gauw b.v. de markttollen te on
derscheiden van de weg- en
doorgangstollen en van staan
gelden. Daarom werd al in den
Karolingschen tyd voor inrich
ting van markten Koninklyk
verlof vereischt. De marktvrede,
die inhield dat gedurende zekeren
tijd bepaalde regelen aouden
gelden en bepaalde vrijheden
zouden worden genoten en andere
weer niet toepassing zouden
erlacgeD, werd uitgeroepen en
door de overheid bepaald.
Soms werd het marktkruis op
gericht of de vlag uitgestoken
aan het begin van den markt-
termijn en weder weggenomen,
als deze was afgeloopen. Op
andere plaatsen werd het sein
gegeven door het luiden van de
klok, gelyk nu nog de beurs
bengel te Amsterdam bengelt als
de beurs daar aanvangt.
Een beurs wil zeggen een
handel in roerende goederen,
die niet aanwezig behoeven te
zijn, teDzy als monster.
Voor de jaarmarkten golden
ruimer regelen. Zij gaven na
den oogsttijd gehoudeD, b.v. aan
landlieden de gelegenheid om in
te koopen wat zij b"hoetden en
anderzijds hun teveel wat ge
ëxporteerd kon worden als b.v.
wol, vee of soms wel granen
kwijt te raken. Handswerks
liedeD konden behalve voor een
dagelij'ische voorziening van hun
omgeving, in voorraad werken
voor de markt. Goedkoop kon
men het een en ander inslaan
evenals dat nog het geval is,
van wat b.v. niet direct modern
is te noemen of een klein gebrek
heeft, maar toch uitermate goed
bruikbaar is, van dingen die
over zyn in een winkel of op
een magazijn en op de markt
ten voordeele van consument,
zcowel als winkelier of klein
handelaar een weg vinden,
waarbij in onzs dagen van
niet minder belang men het
voorrecht heeft dadelijk boter
bij de visch, d. w. z. contante
betaling te erlangen.
In een tyd als de onze, waarin
het zoo gevaarlijk is cre-
diet te verleenen (wij
spatieeren, Rad.) hoeveel crediet
er ook noodig is, zal dit voordeel
van de markt, die ook hier
geopend wordt, voor den midden
stand zeer groot zijn. De winst
mag dan en dat is ten voor
deele van den consument (den
kooper) gerust wat minder
zijn, want men loopt geen risico
van niet-betalingmen raakt
goederen kwijt, die men dus
niet meer behoefi op te slaan en
uit te stallen, zoodat ook de
bedryfsonkosten verminderen.
Wanneer bovendien ten aan
zien van sommige waren, door
de land- en tuinbouwers te
leveren, er meer direct contact
komt door de inrichting van
zulk een warenmarkt tusschen
producent en consument, dan
worden de groote g< breken van
het distributie-stelsel ondervan
gen, waardoor de producten
voor den producent dikwerf
ontzettend weinig, zelfs minder
dan de bedrijfskosten tegen
woordig, opleveren, de tusschen-
hand, bestaande dikwert uit veel
meer dan twee handen, 6en zeer
matig bestaan heeft, maar de
consument de verbruiker
oneindig reel moet betalen, ver
geleken met wat de producent
krygt.
(Slot volgt)
AXEL, 5 September 1933.
Zaterdagavond te 10 uur, ter
wijl de zaal in de Chr. Landbouw
school nog vol was, werd de
Oudheidkundige- en Oranje-ten
toonstelling door den heer A. van
Maale als voorzitter gesloten. Hij
wees daarbij op het dankbare
gevoel, dat steeds oprees, door
de van zoovele zijden betoonde
tevredenheidsbetuigingen over de
tentoonstelling, waaruit wel bleek,
dat ze eigenlijk zoowat ieders
verwachting had overtroffen. Maar
ook was het bestuur der V.V.V.
evenals de tentoonstellingscom
missie verrast geworden door het
talrijke bezoek en de drukke deel
name t an de atUactie's, wat meer
een blijk van sympathie was, dan
wel winstbejag. Zoo was de ten
toonstelling ondanks concurrentie
van filmvertooningen, enz. nog
door meer dan 1000 personen
bezocht, w.o. bijna 900 betalen-
den. Natuurlijk werd dank ge
bracht aan inzenders en mede
werkenden en werd ook naast de
in ons verslag genoemden gere«
leveerd het werk der heeren 3,