oè Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 32. VRIJDAG 28 JULI 1933. 49e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Raads verslag. 6*0 Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITÜEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTIÊN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Zitting van 25 Juli 1933. Om 2 uur opende de Voor zitter, de heer F. Blok, burge meester, de openbare Raadsver gadering met gebed. Alle leden waren aanwezig, behalve dhr. J. de Feijter die verhinderd was. 1. Notulen. De VOORZ. deelde mede. dat de notulen nog niet gereed waren. 2. Ingekomen stukken. Behalve enkele mededeelingen van goedkeuring door Gedepu teerde Staten van genomen Raads besluiten, was ingekomen een schriftelijk verzoek van de Raads leden C. Hamelink, L. P. Ortelee en B Seghers om te willen be handelen het volgende voorstel De steunregeling voor de werk- loozen alhier te wijzigen als volgt a. gehuwden en ongehuwde kostwinners f8 per week, en f0.75 per gezinslid boven 2 per sonen, tot een maximum van 8 b. voor kostgangers f6; en in art. 19 ten hoogste: voor gehuwden en ongehuwde kostwinners f7 met f0 75 per gezinslid, als boven voor kostgangers f 5. In art. 9 en art. 20 de bedragen van f 12 te wijzigen in f 18 voor fabrieksarbeiders,, bouwvakarbeiders, enz. en f13 50 voor landarbeiders. De VOORZ. zeide, dat dit ver zoek was ingekomen nadat de agenda reeds verzonden was en dus moest volgens het reglement van orde de Raad beslissen of het in behandeling kon komen. Burg. en Weth. hadden er geen advies ovei. Dhr. VAN BENDEGEM zeide wel voor behandeling te zijn, doch merkte op, dat hij gaarne gezien had, dat het verzoek bij de stukken had gelegen, toen hij deze j.l. Zaterdag kwam inzien. De VOORZ. antwoordde, dat het schrijven Zaterdag bij hem was ingekomen en den secretaris was verzocht het bij de raads stukken te leggen. Misschien is dhr. Van Bendegem wat vroeg geweest, want andere heeren hebben het wel gezien. Spr. heeft bovendien van het verzoek afschriften laten maken en die den leden toegezonden. Zonder hoofdelijke stemming werd besloten om het verzoek te behandelen. Dhr. HAMELINK lichtte zijn voorstel toe en herinnerde er aan, dat toen in een vroegere Raads vergadering werd besloten om de steunregeling te verlagen ten einde een tekort op de begrooting te voorkomen, hij dat probeerde tegen te houden, ten eerste omdat naar zijn overtuiging dat tekort heelemaal geen noodzakelijk ge volg van de toen geldende steun regeling was en 2e omdat de gewijzigde bedragen den naam van steun nauwelijks verdienen, omdat degenen, die daarvan leven moeten, zoowat alles te kort komen. Ook de vroegere rege ling was z.i. wel niet voldoende, maar er zijn grenzen en aangezien we tegenwoordig moeten leven volgens een regeling, die van bovenaf wordt opgelegd, kon spr. daarin berusten. Nu echter de verlaging door de aangenomen normen nog ster ker werd, moest dat op bestrij ding stuiten, temeer omdat het volgens spr. niet noodig was. pesondanks is de Raad doorge gaan en zoo krijgt een werklooze slechts f7 per week plus 50 ct. per kind, wat in Terneuzen f 10 en f 1 is en in tal van andere gemeenten van denzelfden om vang als Axel hooger, dan hier. Men heeft, zei spr., den norm van een fabrieksarbeider op f 12 gesteld, d.i. minder dan voor een landarbeider, zoodat nu de uit- keering maar f7 80 is. Spr. ge looft dat men die fout in den storm over het hoofd heeft ge zien, want de steuncommissie zelf keert meer uit. Nu zeggen Ged. St. dat tóch nog belastingverhooging noodig is, omdat de begrooting nóg niet safe is, ondanks die steunverla ging. En daarop is de Raad niet ingegaan, zoodat tegen de belas tingverhooging is gestemd. Spr. zou nu met zijn medeleden, de h.h. Ortelee en Seghers willen trachten om hetgeen van de steun regeling is stukgeslagen, nog wat te redden. Niet dat de door hen voorgestelde regeling zoo naar zijn wensch is, maar die is dan toch binnen de grenzen die onze gemeente dragen kan. Spr. zeide ook rekening te houden met de lasten en wil ook geen regeling voorstellen, die onze financiën in de war sturen. Maar gezien de berekening van B. en W. in hun preadvies op het voorstel van Ged. St. (zie punt 4, Red.) had spr. daartegenover een uitvoerige berekening gemaakt, waaruit blijkt, dat een betere steunrege ling z.i. zeer goed mogelijk is. Hij herhaalde, wat hij reeds vroe ger heeft betoogd, n.l. dat het een z.i. economische fout is, om zooals velen probeeren de consumeerende massa te verarmen en daardoor te trachten handel en industrie te bevorderen. Dat kan niet, men krijgt dan integen deel nog verderen achteruitgang. Spr. kwam nu tot zijn berekening en vroeg wat is beschikbaar? Volgens de gegevens voor steun per 1 Juli nog f2000. B. en W. zeggen, dat plaatsing in de 3e klasse der gemeentefondsbelasting voor 1933 ook f2000 zou ople veren. Indien men die beschik baar stelt voor werkloozenzorg en rikent dat het rijk daarin 50 pet bijslag betaalt wordt dat dus f4000. Op onvoorzien is nog beschikbaar f2740,75, waarbij dan eveneens nog 50 pet. van het rijk kan worden gerekend. Dan wordt dit f5491,50, of met de reeds genoemde bedr. f 11.491 50. Er kan op de begrooting nog worden gevonden een bedrag van f3000, dat in, verband met de 50 pet. subsidie ook verdubbelt, alzoo f6000 wordt, zoodat spr. als beschikbaar voor werkloozen- steun en werkverschaffing een bedrag krijgt voor het 2e halfjaar van f 17.491,50. Nu heeft spr. ook berekend hoeveel er noodig kan zijn, en daarvoor een basis getrokken uit het voorgaande jaar. In de le helft was toen noodig voor steun f 11.847,87, 2e halfjaar f8533,97, totaal f20.381,84, voor werkver schaffing resp. f9Q73,46 en f 5706,38, samen f 4778,84, of totaal over 1932 f 35 161,68. Ook blijkt daaruit dat over het le halfjaar voor werkverschaffing en steunuitkeering noodig was f20.921,33 en in het 2e halfjaar f 14.240,35. De verhouding tus- schen de uitgaven over het le en het 2e halfjaar is dus onge veer als 3 tot 2. Gesteld hu, dat deze verhouding zich door trekt over 1933, dan heeft mei in het 2e halfjaar 1933 noodig twee derde maal het in het le halfjaar u%egeven bedrag ad f25 000 of rond f 16 660. Met inbegrip van de nieuwe belasting is reeds gevonden f 17.491,50, zoodat er nog f830 over is. Bij deze berekening is echter geen rekening gehouden met de verlaagde uitkeering welke ongeveer twee zevende van het steunbedrag teLekenf. Het als noodig te schatten bedrag kan dus met twee zevende, zijnde f 4760 worden verminderd, zoodat in werkelijkheid noodig zou zijn f 11 900 volgens de basis van de thans geldende steunuitkeering. Wanneer we dus niet besluiten in de 3e klasse der fondsbelas ting over te gaan dan zou men een bedrag beschikbaar hebben van f 17000 verminderd met f 4000 f 13-491,50, terwijl noo dig is f 11.900. Bij de geldende steunregeling aldus een overschot van f 1591,50. Welke eischen stelt nu ons voorstel vroeg spr. Wij vragen voor de steuntrek- kenden f 1 meer, plus 25 ct. per kind, dat is dus, gerekend op gemiddeld 2 kinderen f 1,50 per yveek meer. Het gemiddelde aantal steuntrekkenden was in 1932 50, in het le halfjaar van 1933 gemiddeld 67. Dit cijfer is echter in de laatste maanden sterker gedaald dan in 1932. Stelt men het op 60 voor het 2e halfjaar, hetgeen zeker niet te laag is, dan kost het voorstel 60 X 26 X f 1.50 f2340. Aangezien voor de geldende re geling f 11.900 zal noodig zijn, zou het dan worden f 14 240. Beschikbaar was volgens spr. f 17.491,50 bij aanneming van het voorstel is noodig f 14.240, zoo dat er dan nog een overschot is van f3251,50. Spr. zeide deze berekening gemaakt te hebben, omdat de heeren dan straks niet kunnen zeggenu laat ons met ledige zakken staan. Spr. herhaalde, dat er een fout schuilt in het streven om de steun steeds lager te drukken, want als de menschen geen geld hebben, kunnen ze ook niets koopen en zijn er ook geen zaken te doen. Spr. heeft met dit voorstel een poging ge daan om de toestanden, die steeds verergeren, te verbeteren en wel door niet meer te vragen dan gegeven kan worden. Het zou van geen echte naastenliefde getuigen, als men om een paar gulden belasting te besparen de werkloozen zou laten crepeeren. Spr. riep de medewerking van den Raad in voor zijn voorstel, opdat er wat meer levensvreugde zou kunnen binnendringen in de gezinnen, die door de heerschende toestanden zoo hard worden ge troffen. De VOORZ. zeide, dat hij niet veel zeggen zou op het betoog van dhr. Hamelink, daar dezelfde gedachtengang ook leefde bij het college van B. en W. Maar met het 2e gedeelte van diens betoog was spr. het niet eens. Dhr. Hamelink wil b.v. de geheele post onvoorziene uitgaven tot den laatsten cent voor steun en werkverschaffing uitgeven en ge steld nog dat wij daarmede ac- coord gingen, dan zouden Ged. Staten dat toch niet goedkeuren. Dan heeft dhr. Ha. er ook geen rekening mee gehouden dat de inkomsten uit de belasting volstrekt niet zullen beantwoor den aan de raming, zoodat de f 3000, die uit de begrooting zou zijn te halen, hard noodig zijn. Ook zou, als de steunuitkeering grooter werd, er meer aan de werkloozenkassen moeten wor den uitgekeerd. Dat kost nu reeds ongeveer f 10.000 en daar moet men ook op rekenen. En ten 3e gelooft spr. niet, dat de ver gelijking op gaat tusschen het 2e halfjaar van 1932 en dat van 1933. Men kan dat wel becijfe ren, maar de feiten doen zien, dat dit 2e halfjaar de werkloos heid veel grooter zal zijn. Ten opzichte van de voorstel ling, dat het leven van hooger- hand opgeiegd wordt, verklaarde de VOORZ-, dat dit niet juist was. B. en W. hebben de norm voor steunuitkeering lager gesteld om toe te komen, daar er anders geen voldoende geld aanwezig was, maar niet onder invloed van een hooger college. Dhr. HAMELiNK zei, dat als hij geen rekening gehouden mocht hebben met minder inkomsten uit de belasting, daar toch tegen over staat, dat hij een overschot had van f3251. Spr. kon ook de berekening maken met de cijfers van Burg. en Weth. en dan worden de uitkomsten nog gun stiger voor hem. Zij hebben f6400 volgens het preadvies voor hun rekening maar zij nemen die op de basis van 1932, dat nu wegens ver minderde uitkeering */7 te hoog is en dus verminderd kan wor den tot f4760, d.i. f 1640 minder, zoodat de post onvoorzien kan blijven staan op f 1100. Ook het bedrag van f3000, dat men uit verschillende posten wil halen om te gebruiken voor steun, verdubbelt en geeft volgens de door spr. gevraagde steunregeling nog f3660 over. Tegenover de opmerking van den Voorz. dat spr. geen rekening heeft gehou den met minder belastingop brengst staat dus dit overschot. En als in 1933 meer uitkeering noodig is, dan in 1932, dan heeft spr. ook gerekend met de uitkeering van het le halfjaar 1933, terwij! B. en W. de lagere uitkeering die nu wordt gegeven, hebben verwaarloosd in hun rekening. Ook wees spr. erop, dat gelukkig toch overal eenig lichtpunt komt in de crisis al heeft hij daar niet op gerekend, want hij heeft het gemiddeld getal op 60 gesteld. De VOORZ.: Dhr. Hamelink meent dus, dat B. en W. het benoodigde bedrag te hoog heb ben geraamd Dhr. HAMELINK: Ja, omdat u de verlaging der uitkeering niet hebt meegeteld. De VOORZ U rekent niet met de andere door mij genoemde punten. Dhr. HAMELINK: Die heb ik juist weerlegd. De VOORZ.Het verschil zit hem voornamelijk in de raming. Niemand kan precies zeggen wat er noodig is en tegenover de mindere steun staan weer de mindere inkomsten. Dhr. HAMELINK: U hebt ook niet gerekend, dat de Minister zijn steun gaat beperken en daar over ben ik wel niet in mijn sas, maar men moet hier alle factoren meetellen. Dhr. DE RUIJTER zeide, dat in het betoog van dhr. Hamelink geen nieuwe gezichtspunten naar voren waren gekomen* zoodat zijn fractie over het voorstel geen discussie zal voeren. Het voorstel werd nu in stem- ming gebracht en verworpen met 9 tegen 3 stemmen. Vóór stem den de heeren Seghers, Hamelink en Ortelee. 3. Schoolcommissie. De VOORZ. deelde mede, dat dhr. J. M. Baert wegens hoogen leeftijd heeft bedankt, ais lid van de commissie van toezicht op het lager onderwijs. Voor deze vacature werden aanbevolen H. Duijm en C. Michielsen. Gekozen werd dhr. Duijm met 6 st., dhr. Michielsen had er 3 en 2 stemmen waren uitgebracht op dhr. A. Anfheunis. 4. Belastingverhooging, enz. De VOORZ. stelde nu aan de orde het voorstel van B. en W. om de gemeente voor de fonds belasting te plaatsen in de 3e klasse, naar aanleiding van het schrijven van h.h. Ged. Staan gaande het niet goedkeuren van de gemeentebegrooting 1933, enz. AXELSCHE COURANT Zooals is gemeld hebben Ged. St. aan de gemeentebegrooting voor 1933 hunne goedkeuring onthouden op grond van de volgende overwegingen „Op de posten „werkverschaffing aan werkloozen" (No. 245 en „steun aan werkloozen" No. 247), waarop resp. {7000 en f 20.0C0 's uitgetrokken, was op 19 Mei 1933 reeds resp. f7011 74 en f 12.449,31 uitgegeven. Een aanzienlijke verhooging van deze posten was derhalve noodzakelijk. Aangezien het bedrag op den post „Onvooraiene Uitgaven" waarop na de aangebrachte wijzigingen nog slechts f2.740.75 beschikbaar is, hiervoor ten eenenmale onvoldoende is en boven dien gedeeltelijk beschikbaar moet blijven voor verhooging van andere posten, was hft noodzakelijk dalmaat- regelen ter verhooging der ontvangsten we-den getriffm. Waar de Raad ondanks de daartoe strekkende uitnoodiging niet bereid is geweest de vereischte maatregelen te treffen wordt het financieel evenwicht van den dienst 1933 ernstig in gevaar gebracht. Aangezien een s!u tende begrooting ten allen tij Je en zeker in de bestaande moeilijke tijdsomstandigheden een eisch van goed financieel beleid is en de ingezonden begrooting in wezen niet aan dezen eisch voldoet is zij niet voor goedkeuring vatbaar. Voorts berichten wij U, dat wij eveneens aan de begrootin'g van het gasbedrijf voor 1933 orz? goedkeuring hebben onthouden, op grond dat de percentages van afschrijving voor gashouders en het buizennet ad 2 pet. te laag moet worden geacht. Ten slotte brengen we onder Uwe aandacht dat met betrekking tot de verlaging van de jaarwedde der vroedvrouw ,No. 235 der begrootine) artikel 34 der Armenwet alsnog toe passing zal behooren te vinden". Burg. en Weth geven hierop nog d» volgende loei'chting De hier genoemde cijfers zijn, naar mate de tijd verder schreed, gewijzigd en bedroegen per 1 Juli j 1 Steun ooisrr. geraamd f 20000 thans f 16 000, uitgeven f 13.682 53 Vlasbewerking geraamd f4000 (van bovengenoemde post genomen) uitge geven f3 632.12. Werkvei schaffing geraamd f7000 uitgegeven f7 611.67 Totarl geraamd f27 030 en totaal uitgegeven f24 926 35 of rond f25.000. Hieruit is voldoende if te leiden, dat slechts een g ring hedrag resteert voor het 2: haüjiar 1933. Aan de hard van de cijfers van 1932 kan v-en nag.a3n, hoeveel in hit 2e hrlljiar ongeveer noodig zal zijn. Het vorig jaar is uitgegeven ruim f20 000 in het le halfjaar en in het2e helfjaar ruim f12.000, VVannrer men ziet, dat in het le hasfj ar '33 f23 000 is uitgegeven dan is voor het 2e haltjaar tengevolge van de steeds omvangrijker wordende werkloosheid dit bedrag te bepalen op f 18000. Hoe dit bsdrag te dekkeu? vragen B en W, Een beroep op de Kroon, wegens niet goedkeuring der begrooting door Ged. Staten kan ons in dele geen ui'komst geven. Wij achten het in deie, dringend

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1933 | | pagina 1