voor Zeeuwsch- Vlaan deren. No. 30. VRIJDAG 21 JULI 1933 Nieuws- e 11 Advertentieblad 49e Jaarg'. J. C. VINK - Axel. FEUILLETON. De valsche Gravin. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Scheeve verhoudingen. We leven in een tijd, dat de boeren klagen en klagen. Nu hoort men wel eens zeggen dat hebben ze altijd gedaan. Nu ja, boeren zijn menschen en som mige menschen klagen ook altijd dezulken vindt men in alle vak ken. Maar wat erger is we leven in een tijd dat de boeren redenen tot klagen hebben en redenen te over. Ondanks wetenschappelijke en technische kundigheden, waar door de landbouw eenige jaren vóóruit vloog, is thans dat be drijf achteruit gevlogen. Zeker, er zijn meer bedrijven achteruit gegaan door stilstand. Maar in den landbouw i s er geen stilstand. Landbouw beteekent productie van voedsel, en eten moet alle schepsel. Mensch en dier en plant. Landbouw blijft dus actief. De oorzaak der ma laise zit dus hier niet in stilstand van arbeid, maar in te weinig ontvangsten. Te weinig loon èn voor werkgever èn voor werk nemer. Vandaar dat we spreken van scheeve verhoudingen. Want als men het- loon vergelijkt van een ambachtsman, een fabrieks arbeider tegenover een veldar- beider of landbouwersknecht, dan is dat verschil zoo groot, dat er weldra wel geen vader zou zijn, die zijn kind naar den boer zou sturen, zoolang er elders werk was. Dat er overal en in alle vakken werkloosheid heerscht, is misschien oorzaak, dat er ook voor den landbouw nog krachten beschikbaar zijn. Maar feit is, dat er onmogelijke verhoudingen bestaan tusschen hetgeen de boer ontvangt en datgene, wat anderen ontvangen. En het is begrijpelijk, dat in de vakbladen daarop ten duidelijkste gewezen wordt. We laten hier onder zoo'n beschouwing volgen uit „De Boerderij" omdat het ook voor buitenstaanders wel nuttig kan zijn daarop een blik te slaan Om de schrille tegenstelling goed te laten uitkomen, is in dat blad gebruik gemaakt van het indexcijfer voor landbouwpro ducten, dat op 68 stond, te stellen tegenover de kosten van levens onderhoud in onze groote steden, die 140 pet. bedroegen en daaruit af te leiden, dat er dan andere groepen der bevolking moesten zijn, die ver boven de 200 pet. van 1914 ontvingen. Uit deze verhouding meende de schrijver te mogen besluiten, dat de landbouwproducten in elk geval in prijs omhoog moesten. En wij begrepen eenvoudig de redeneering van de groote stede lijke bladen niet, als deze betoog den, dat steun aan de landbouw producten economisch onjuist was, omdat ze de daling van de kosten van ievensonderhoudtegen- hield. Wanneer de prijzen van de landbouwproducten al beneden de 70 stonden en het gemiddelde nog op 140, dan was dit toch zeker het beste bewijs, dat de landbouw reeds veel meer dan zijn deel had bijgedragen tot de verlaging der kosten en verschil lende andere groepen nog niets of nagenoeg niets. Meermalen werd betoogd, dat het niet alleen in de landbouw slecht was, doch ook in de stad. Dat men daar niet een hoogeten prijs voor de landbouwproducten zou kunnen betalen dan thans geschiedt, en we hebben gezien, dat vrijwel de geheele stedelijke bevolking zonder onderscheid in het geweer komt, zoodra er ge ijverd wordt voor maatregelen om de landbouwproducten op een redelijk prijsniveau te brengen. Hoe absoluut misleidend de voorstelling is, dat de stedeling niet in staat zou zijn een redelijke prijs voor de landbouwvoort- brengselen te betalen, springt wel heel scherp in het oog, als we tegenover elkaar stellen de groothandelsprijzen van de voor naamste producten, de kosten van het levensonderhoud en de toonhoogte in vergelijking met 1914. Het staatje omtrent de loon- hoogte is ontleend aan de Rijks verzekeringsbank, waar de loon- staten reeds lang zijn bijgehouden met het oog op de ongevallenwet. 1913 100 1921 182 1925 155 1928 149 1930 117 1932 76 100 100 199 251 178 216 169 218 159 224 141 203 Vergelijken we de groothan delsprijzen met de loonen, dan zien we, dat de loonen, verge leken bij de prijzen in 1932, bijna drie keer zoo hoog zijn als in 1913. En als we nu verder weten, dat de prijzen van de landbouw producten thans op ongeveer 60 staan, dan moet men ons niet aankomen met de ongerijmdheid, dat daarvoor geen redelijke prijzen kunnen worden betaald. In 1913 stond het loon op 100 en konden de landbouwproducten betaald worden. In 1932 zijn de loonen meer dan dubbel zoo hoog en nu zou den die landbouwproducten niet meer dan 60 mogen kosten? De cijfers hierboven waren verhoudingsgetallen. Thans ge ven we nog eenige weekloonen met verhoudingen weer uit een tiental van de grootste gemeenten van ons land betreft alle week loonen (boven de kost) of 2 WJ >rH 33 60 218 33.60 255 35 52 203 33.12 201 32 75 205 33.60 181 3312 197 35.- 259 11.50 26.- 21.25 185 ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Berekenen we ruw-weg het gemiddelde dcor een eenvoudige deeling van de verhoudingsge tallen, dan vinden we voor ge middelde toonhoogte 210 e/« van 1913. En dan vragen wij nog eens, wie vol durft te houden, dat de landbouwproducten niet met een redelijke prijs betaald kunnen worden Zeker, er zijn werkloozen, enz. Doch daarvoor dienen afzonder lijke maatregelen te worden ge troffen het gaat toch werkelijk niet aan, dat duizenden, die het dubbel en dwars kunnen betalen, groote crisiswinst slaan uit het feit, dat anderen werkloos zijn. Het wetsontwerp Marchant Aan de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer, inzake het wetsontwerp-Marchant tot wijziging der Lager-Onderwijswet wordt het volgende ontleend Bezuiniging is noodzakelijk. De moeilijkheid is alleen, dat naar een methode moet worden bezuinigd, die aan het onderwijs zoo min mogelijk schade doet. In deze methode past dit wets voorstel. Werden maatregelen als hierbij voorgesteld, niet genomen, dan zou de regeering zich tot andere maatregelen zien gedwon gen, die het onderwijs wèl of ernstiger zouden schaden. Deze consequentie dient in het oog te worden gehouden, bij de over weging der bezwaren, die het wetsvoorstel ontmoet. Het alternatief is niet: al dan niet bezuinigenhet alternatief iszóó bezuinigen of anders. De motiveering van de stel ling, dat het wetsvoorstel de Grondwet zou schenden, zou alleen dan hout snijden, indien de eischen door de L.O.-wet 1920 gesteld, in de Grondwet waren neergelegd. Het voorstel zal de voorwaarden vaststellen, waaraan hel bijzonder onderwijs tot 1 Januaii 1935 zal moeten voldoen om uit de openbare kas te worden bekostigd. De stelling, dat de Grondwet geen ruimte zou laten om de beslissing of de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 97, 100 en 101 der L.O.-wet al dan niet zullen worden uitgekeerd en tot welk bedrag, in handen te leg gen van de regeering, kan niet als juist worden erkend. Iets anders is, dat de wetgever de voorwaarden, waarvan de Grond wet hem de vervulling opdraagt, niet zóó mag stellen, dat de ver vulling niet mogelijk is. Van de verdubbeling der cijfers van handteekeningen spreekt noch de Grondwet noch de wet van art. 73 der L.O.-wet kan dit niet worden volgehouden, al valt niet te ontkennen, dat men aldus zeer hoog klimt. De minister komt bij Nota van Wijzigingen aan dit bezwaar tegemoet door de ge tallen anderhalf maal zoo groot te stellen. Verzwaring van de voorwaarden is onvermijdelijk. Het verschil in eischen, voor de openbare en voor de bijzon dere scholen gesteld, is gevolg van het voorschrift der Grond wet. Deze kent financiëele ge lijkstelling, doch geen gelijkheid, welke trouwens niet mogelijk is, omdat de openbare school Over- heidsschool is. Maar de Grond wet schrijft uitdrukkelijk voor, dat in elke gemeente van Over heidswege voldoend openbaar algemeen vormend lager onder wijs wordt gegeven in een ge noegzaam aantal scholen. De Overheid zelve heeft te beslissen, wat zij als voldoend en genoeg zaam beschouwt. Waarop de stelling is gegrond, als zou het ontwerp in het ge heel geen rekening houden* met de omstandigheid, dat jaarlijks ongeveer 10.000 leerlingen van de openbare naar de bijzondere school worden overgeplaatst, is den minister niet duidelijk. Het ontwerp behelst alle bepalingen, die noodig zijn om te voorkomen, dat ouders zouden worden gé- noopt om hun kinderen naar de openbare school te zenden, indien het openbaar onderwijs indruischt tegen hun godsdienstige over- (Worgt vervolgd,) AXELSCHE COURANT Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. 25) Dezen avond bieef Helene voor de eerste maal van tafel weg, ze had erge hoofdpijn liet ze zeggen. En nauwe lijks was Maiy naar bed gebracht, of ook zij trok zich in haar kamer terug, sloot beide deuren en begon de brie ven het waren er vijf van den beminden man te lezen. Ja, dat was de echte innige liefde, welke daar uit ieder woord sprak. Sedert den dood van haar moeder had niemand meer zoo hartelijk en innig tot haar gesproken. Lindemann berichtte allereerst over zijn aankomst in Weenen en dat zijn ziel vervuld was met gedachten aan haar, dat hij helaas, trots den besten wil en de veelvuldige opdrachten, welke op hem wachtten, noch lust, noch kalmte voor den arbeid kon vinden. Zoo schreef hij bijvoorbeeld in den eersten brief .Ik gevoel, dat ik eerst dan weer wat degelijks zat kunnen voortbrengen wanneer jij als mijn lieve vrouw voorgoed mijn eigen zult zijn. Intus- schen moet ik trachten mijn tijd te doodenwant in mij is onzekerheid en onrust, Jammer, dat de winter nog niet voorbij is. Voor den zomer heb ik namelijk een opdracht, waarvan ik de uitvoering tot dusver steeds uitge steld* heb, maar die ik thans zeer fiaame zou uitvoeren, wijl dat mij in ouw nabijheid zou brengen. Weet e waar? Op Herrenwalde, dat slechts een uur gaans van Dubschinka ver wijderd lig». Baron Etters, de eigenaar, heeft mij namelijk geruimen tijd geleden eens verzocht een paar oude schilderijen van groote waarde, die bij een brand beschad:gd werden, en die hij aan geen knoeier wilde toevertrouwen, ti hersteller. Hoe sta je met de gravin Ik ver keer voortdurend in onrust om jou. Deze gravin Koschwinski, die niet meer de openhartige, hartelijke Grace Morgan is, mishaagde mij in Napels i 1 zeer erg. Daar ziet men weer eens, wat een man van een vrouw kan maken, als nu ik wil er niet meer zeggen. Je eet haar brood en dat sluit thans mijn lippen. Maar ik zou toch heel blij zijr, als je op Dub schinka dp een of andere trouwe ziel vond, tot welke jij je zoo noodig zoudt kunnen wenden. Schrijf mij eens, wat voor menschen daar zijn. En in '(algemeen al'es, alles, wat jou, mijn lief, op de een of andere wijze raakt Heel beneden op hef blad stond nog een postscriptum gekrabbeld„Is er onder de menschen op Dubschinka iemand, die Jan heet?" De volgende brief was vol klachten, dat Helene hem nog heelemaal geen bericht had doen toekomen. Weet je, dat ik vreeselljk over je in de zorg zit Het liefst zou ik mijn boel je pakken en zelf direct naar Dubschinka reizen om te zien, of je getond bent en het je goed gaat. Maar dat gaat zeker niet..." Ii den derden brief stond: ,Ik was zoo in zorg over je, dat ik mij suf peinsde, hoe ik toch bericht van je zou kunnen krijgen. Én de hemel Groot- Kosten levens- Hoogte der handels- onderhoud te dagloonen prezen Amsterdam Bedrijven Typograaf Boekbinder Bouwvakken Schilders Houtbedrijf Meubelbedrijf Kleedingbedr. Bakkersbedr. Bloemboller.- bedrijf Gemeente werklieden te A'dam 15 40 13.20 .17.49 16 PO 16 18.60 16 80 14 03 36- 36.— 38 40 36- 35.- 34 f6 34.56 35.- D OS 16.63 38 32 3690 236 had zeker medelijden met mij, want hij deed mij vernemer, dat een zekere Bastide, tegenwoordig kamerdienaar op Dubschinka is. Ik ken hem. Hij is een volkomen vertrouwbaar man, op wien men onvoorwaardelijk staat kan maken. Aan hem schreef ik, en ik vernam eeretens, dat het j; gelukkig goed gaai, en ten tweede, dat j; langdurig st (zwijgen zeker met de toestanden n het huis samenhangt, d w z. dat je waarschijnlijk geen gelegenheid had om ongezien een brief op de post te brengen. Bastide beloofde mij je daarbij behulpzaam te zün. Ja kunt hem volkomen vertrouwen". Helene las dezen zin herhaalde malen en het bloed steeg haar daarbij naar 't hoofd, Hoe kon hij dat toch doen. Nu was trouwens de verklaring ge vonden, waarom Bastide haar zijn diensten had aangeboden en steeds zijn best deed om -haar een welwil lendheid te bewijzen. Maar welk een onbezonnenheid hem tot zijn vertrou weling te maken. Bedacht hij dan niet, in welk licht de kamerdienaar haar nu moest zien De beide laatste brieven waren kort en eenigszins verward, „Hamrfoelillah" heette het in den eene. „Zoo roepen de geloovigen in de woestijn, als ze een bijzonder ge» lukkig idee hebben. En ik heb zoo even het ei van Columbus gevonden, Hoe het er uitziet? Geduld, kleine. Ë.n bee'ji wachten zal je geen kwaad doen, daar je je armen Peter tot dus ver immers ook tevergeefs op een teeken van leven laat wachten Ér volgden nog allerlei mededeel n- gen over Peter Lindemann's werk» zaamheid in de laatsle dage?. „Daar het met werken niet gaan wil, heb ik besloten ande en voor mij te laten werken Weet j-, wat ik doe Ik Iaat mijn huis voor zijn meesteres in orde maken. Ja Ja 1 11 weerwil van de zes graden vorst staan deuren en vensters wagenwijd open en allerlei liefelijke gestalten van handswerklie den, zooals schilders ihuisschilders, wel te verstaan behangers, meubel makers, enz. zijn hedenmorgen daar hun aanlokkelijke werkzaamheden bi- gonner. 't Zal wel zes weken duren, heeft de baas van 'ispel gezegd Mijn knecht, die naar den onge wonen naam Leopold luistert, staan de weinige haren, die hij nog heeft, van schrik sieil op het hoofd, ik zelf struikel elk oogenblik over een verfbus of een stijfselpot en besloot daarom zoo even het ongastvrij geworden tooneel mijner tot voor kotten tijd nog vreedzame werkzaamheid voor eenigen tijd te verlaten. Zou je er wat tegen hebben, strenge en zeer geliefde meesteres, dat ik met den jongen graaf Bondius naar Afrika op de leeuwenjacht ging Hij heeft mij namelijk daarvoor uitge- noodigd. Gedurende dien tijd zou je tijd en gelegenheid hebben om onzen trouwdag eindelijk definitief vast te stellen." Helene moest luide lachen. Was dat misschien het ei van Cc- iumbus, dat hij ontdekt had? Wat hij van Afrika vertelde was toch zeker maar een grap Maar sterker dan alle indrukken, die ze kreeg, was het zoete bewustzijn van zoo innig bemind te worden. Welk een zaligheid was het, uit elk woord de trouwe zorg van een on baatzuchtig hart te voelen. Helene kende niet veel mannen, maar toch genoeg om te weten, dat velen bij een huwelijk het eerst aan hun voordeel denken en er veel meer naar streven om gelukkig te worden dan gelukkig ie maken, Hoevil zouden er wel zijr, die een anti meisje namen, zonder het tenminste bij de een of andere gele- genheid te laten voelen, dat zij de ge venden zijn? Lindemann deed juist het legended. Hij behandelde haar als een koningin en had haar van het eerste oogenblik af teederen eerbied bewezen. Helene vouwde onwillekeurig de handen en bad in stilfe. Het was een dankzegging' aan den Schepper voor het geluk, dat Hij haar had geschon ken, en een bede, dat zij het altijd waardig mocht blijven. Op dit oogeublik werd er aan de deur geklopt en Mariana vroeg cf ze binnen mocht komen. Helene schoof de brieven haas'ig in haar reiskoffer, waaraan een Amerikaansch veiligheids slot zat sloot den koffer en stak den sleutel in den zak. Daarop opende ze de deur, Mariana bracht haar een kop thee, opdat de jv ff ouw, die wegens hoofd pijn niet aan tafel had willen komen, toch iets zou gebruiken. En belang stellend vroeg ze, of het de juffrouw nu wat beter ging, Helene antwoordde bevestigend. Ze hield wel van Mariana, een bejaard, stil meisji, dat vroeger reeds korten tijd op Mendowan gediend had. Toen het kamermeisje nu in den lichtkring der lamp trad, bemerkte Helene, dat ze geschreid had.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1933 | | pagina 1