Nieuws- en Advertentieblad' voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 21. DINSDAG 20 JUNI 1933 49e Jaarg. Raadsverslag. FEUILLETON. De valsche Gravin. J. C. VINIC - Axel. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. Zitting van 8 Juni 1933. Aanwezig alle leden, benevens de Voorzitter, de heer F. Blok, burgemeester. (Slot). Dhr. DIELEMAN zegt, dat met recht mag gezegd worden, dat de Raad voor een zware taak zit. Spr. is eenigszins met den toe stand op de hoogte en ziet ook geen anderen uitweg, zoodat we al is het met een schreiend hart tot deze maatregelen moe ten overgaan. De loonen zijn voor de landarbeiders inderdaad niet te hoog en voor iemand die dat slechts 8 maanden ontvangt en er een heel jaar van leven moet is het zeer moeilijk, want ja, er zijn prijzen gedaald, maar niet alle, b.v. de huishuur. Spr. acht het niet noodig de huishou ding van een werkman uiteen te rafelen, het is genoeg bekend. Maar als de harde werkelijkheid er toe dwingt, moeten we mid delen weten te vinden, die een oplossing geven. Het zou b.v. verschrikkelijk zijn, als we met December de uitkeering stop moesten zetten. En dan moeten we hier niet op eikaars fouten gaan wijzen, want iedereen maakt wel eens een fout en daarom acht ik het onjuist om hier de modern georganiseerde arbeiders tegen de christelijk georg werklieden uitte buiten, want het is meer het ge volg van toevallige omsta dig- heden, dat de cijfers der uitkee- ringen uiteen loopen. Met cijfers toont spr. aan, dat dit zoo'n vaart niet loopt. Hoofdzaak is, dat de kas leeg raakt, dat is de moeilijk heid waarvoor we zitten. Spr staat niet op het standpunt van dhr. Van Kampen, dat de prikkel tot werken bij de arbeiders niet groot genoeg zou zijn daar w^rdt veel meer over gepraat, dan er van waar is. Als men feiten weet, moet men die maar ter kennis brengen, waar het hoort, maar spr. kent verscheidene menschen, beste arbeiders, die ondanks ijverig zoeken, toch maar niet aan werk konden komen. Dat er hier arbeiders uit Koewacht en uit die buurten komen, is nog altijd zoo geweest en vroeger was dat veel erger, al zijn er nog wel werkgevers die het daarop ge munt hebben. We moeten hier geen verwijten doen, maar de zaak goed onder het oog zien. De werkeloosheid heeft een omvang genomen, die nooit gekend is en waardoor groote bedragen nood zakelijk waren, om die menschen eenigszins te steunen in hun on derhoud, maar gezien dat nu zelfs in Mei en Juni de werkloosheid aanhoudt, is het ook de harde noodzakelijkheid die ons dwingt tot maatregelen, als in het voor- Stel genoemd. Want men moet niet alleen rekenen met de werk loozen, maar met de gansche gemeenschap. Het voorstel dienaangaande van dhr. Hamelink acht spr. niet aan nemelijk, want dan worden de lasten noa zwaarder en we willen trachten ze te verminderen. Als we er niet mee toekomen, zou men later weer opnieuw moeten leenen, en steeds meer, want wij weten niet en zelfs de geleerden niet, wat het nog worden zal met den tijd. Wat het bezoek van de ambte naren uit Den Haag betreft, och spr. vond het niet zoo erg, dat men van hun komst niets wist, want die heeren waren zoo glad als een paling. Dhr. HAMELINK Te hunner eere gezegd. Dhr. DIELEMAN Juist, want ze hadden zich al lang op de hoogte van den toestand gesteld, eer zij in de vergadering van het Orgaan kwamen en ze lieten ons net zeggen, wat ze wilden. Want we hebben wel degelijk gezegd, dat hier de loonen f 15 en meer bedroegen, maar dan antwoord den ze, dat 'was voor stukwerk er. ze hielden het fabrieksloon, vlas, bieten en landbouwbedrijf gescheiden en bepaalden zelf den norm, wat we er ook tegen aanvoerden. Dhr. OGGEL meent uit de be sprekingen te hooren, dat B. en zq maakte verlegen haar hand uit de zijne los. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. W. dus eigenlijk te Iaat met dit voorstel komen, maar dan ver dedigt spr. zich, dat ook in het college steeds het pijnlijke ervan is gevoeld en zij gewacht beb- ben tot het hoog noodzakelijk was en evenzeer hadden we te kampen met de moeilijkheid, dat Ged. St.-niet wilden medewerken om te bezuinigen, daar waar dit nog mogelijk is, d w. z. op de hoogste salarissen. Spr. heeft dit zelfs nog ter sprake gebracht met den Commissaris der Koningin bij zijn bezoek hier, doch tever geefs. Daarom is het onder pro test dat de wethouders aan dit voorstel medewerking verleenden. Eveneens hebben B. en W. ook besproken de mogelijkheid van een leening, maar dat is struisvogelpolitiek, temeer daar zoo'n leening het volgend jaar al moet worden afgelost en een leening op langeren termijn door Ged. St. niet wordt toegestaan. De Commissaris heeft ook nog in overweging gegeven, om de salarissen der lagere ambtenaren wat te verminderen, doch we vonden dat, zegt spi7, te schrij nend tegenover het feit, dat van de hoogste jaarwedden niets af mag. Zoo ziet ge, zegt spr. dat B. en W. ook alles hebben over wogen, eer ze tot dit voorstel kwamen, want we zijn overtuigd, dat de laatste druppel bloed hierdoor wordt opgezogen, maar we staan er machteloos tegen over. De VOORZ. zegt, dat de reden van uitstel van dit voorstel ook daarin gelegen is, dat niet te voorzien was, dat in dezen tijd de werkeloosheid zoo erg zou zijn en er zoo weinig werk in den landbouw was te krijgen. Spr. gelooft, dat als er meer medewerking van den landbouw was, er eigenlijk in deze gemeente geen werkloosheid in den zomer behoefde te zijn. Het blijkt nu ook, dat B. en W. geen schuil vinkje speelden, want dit voorstel was al lang overwogen, maar we wenschten liever eerst nog eens te spreken met de ambtenaren van het betrokken Departement ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. uit Den Haag en hebben daarom om overkomst gevraagd. Gewacht is toen op hef schrijven 'van de Reg. waarmede ook weer een 14 dagen heenging en zoo konden we niet eerder met een definitief voorstel komen. Dhr. HAMELINK wijst erop, dat er nog f 4788, laat zeggen f4000 beschikbaar is, en heeft gehoord, dat op onvoorziene uit gaven ook nog f4000 is te halen. De VOORZ. Ja, maar dan mag men ook geen cent voteeren voor andere dingen. Dhr. HAMELINK Dat is dan toch met de 50 pet. Rijkssubsidie f 12000. En nu hoort spr. dat uit het voorstel, dat straks aan de orde komt (verhooging naar de 3e klasse) nog f 3000 komt, wat met de Rijkssubsidie Jvoor werkloozen f6000 wordt, dan is dat totaal f 18000. Gezien dit bedrag acht spr. het niet nocdig de steunuitkeering te verminderen De VOORZ.: Die f3000 meer uit de belasting gelden maar voor twee derde deel, want dat rekent van Mei tot Mei. Dhr. HAMELINKDan neem ik f 16000 en als nu het le half jaar f 22000 is uitgekeerd en er wordt geraamd, dat het 2e half jaar de uitkeeringen minder zijn, dan zal toch het tekort niet zóó groot zijn De VOORZ. merkt op, dat ook de aftrek van f 1000, waarop bij de begrooting was gerekend, is tegengevallen en dan is het ook nog de vraag of we het voor be lasting geraamde bedrag krijgen, want onze uitgaven vergrooten en de inkomens verminderen. Dhr. DIELEMAN gelooft dat het getal werkloozen nog grocter zal worden. Verleden jaar werd het 2e halfjaar nog meer uitge keerd dan het le halfjaar. Dhr. HAMELINK zegt, dat als berekend wordt, dat in verhouding tot de le helft van 1933 men in de 2e helft f 7500'minder noodig zou hebben en men denkt met de verlaagde uitkeering f 6000 uit te winnen, dan blijkt dus dat B en W. die bezuiniging eigenlijk willen 'verhalen op den werkman, Toen Lindemann den volgenden terwijl het verschil niet groot is, als de uitkeering dezelfde blijft. Met een weinig tekort zou men hun dus evenveel kunnen uitkee- ren als vroeger. Spr. zegt er geen belang bij te hebben om voorstellen te doen, waardoor we straks zonder geld zouden zitten, maar kan zich toch ook niet met dit voorstel vereenigen. Hij zal dhr. 't Gilde niet volgen in diens politieke beschouwing, maar is het ook niet eens met B. en W., die zeggen, dat fabrieksarbeiders en landarbeiders dezelfde behoeften hebben. De fabrieksarbeiders hebben enkele jaren aan één stuk betere verdiensten gehad en nu is het toch geen schande, dat die menschen daardoor ook wat beter zijn gaan leven Dat ze betere woningen betrokken en zich wat beter kleedden, enz. En als die dan maar dezelfde uitkeéring krijgen, is dat niet juist. Er is, zegt spr., door detr Voorz. en dhrn. van Kampen en Ver schelling gewezen op krachten die van elders komen, en in dit verhand een vergelijking gemaakt tusschen werkeloosheid onder moderne en chr. georg. arbeiders. Maar dat kan ook een gevolg zijn van broodroof, ofschoon spr. niet hoopt, dat zulks het geval is, want hij kan zich niet voor stellen, dat dhr. Verschelling zou bevorderen, dat menschen we gens verschil van meening cp maatschappelijk gebied buiten werk zouden worden gehouden. Als er werk is, moet er ge werkt worden, zoo zegt men. Spr. is het daarmee eens, maar tegen een behoorlijk loon. Iemand zei hem onlangs, dat er 20 men schen gevraagd werden en er maar 2 beschikbaar waren, die na een halven dag ook wegble ven.» Ze waren te lui, zei hij en nu zijn volgens dien man natuur lijk alle arbeiders te lui. Toen spr. echter namen en feiten vroeg bleef zijn zegsman het woord schuldig. Spr. is verwonderd, dat dhr. Verschelling, die zelf arbeider is, zich zoo over de ar beiders uitlaat. Dat dhr. van (Wordt vervolgd), AXELSCHEa# COURANT. 16) Toch wel, ik zal het u schrijven ofschoon de gravin mij ongelukkig eergisteravond betrapte, toen ik aan u schreef. Ze was er zeer boos om. En dit is zeker ook de reden van haar barsch optreden vandaag. En omdat ze in de eerstvolgende digen zeer scherp op mij zal passen, wilde ik u liever persoonlijk bericht geven van ons aanstaand vertrek... Dat is zeer lief van u, maar wat raakt het de gravin, of we elkaar schrijven of niet Ik weet het niet. Ze is nu een maal boos op u, omdat u de schuld bent van al de onaangenaamheden, Welke de nog onopgehelderde moord zaak haar veroorzaakte. Ze heeft mij streng verboden u te schrijven en ik moest den reeds geschreven brief voor haar oogen verscheuren En dat hebt u gedaan Ik moest wel. U weet niet, hoe tiranniek ze kan zijr,. Men kan zich niet tegen haar wil verzetten. Juist daarom heb ik zoo'n medelijden met het kind En toch moet ik u bedaard laten vertrekken Och, ik ben immers toewassen En zal mij wel weten te redden, Bo vendien zal ik u, in weerwil van het verbod, schrijven zoo vaak het mij tnogelljk is, want de gravin heeft werkelijk geen recht om mij daarom trent iets te gebieden of te verbieden. Het zou ook al te droevig zijn, als ik heelemaai niets meer van u hoorde Werkelijk Zou het u een beetje spijten vroeg de schilder, terwijl hij hartstochtelijk haar hand vatte. Helene knikte. Zeer, mompelde ze zachti -U bent zoo goed voor mij Omdat ik u lief heb. Weet ge dat niet Helene Ik moet nu heengaan, meneer Lindemann. Snoes slaapt al en ik heb het kamermeisje verzocht bij haar te blijven, tot ik terugkom. Mijn voor nemen heb ik nu immers ook ten uil- voer gebracht. U weet... Niets weet ik. Tenminste niet de hoofdzaak dat, waar 'top aan komt: of ge van mij houdt. Zoo lang ge mq dat niet gezegd hebt, kunnen we niet van elkander gaan. Meneer Lindemann. Ja of neen, Helene? Bedenk je niet lang-, antwoord mij. wat uw hart u ingeeft, zonder rekening te houden met eenigerlei bedenking. Het is zeker geen geschikte tijd voor een zoo ernstige vraag, maar er blijft mij geen leuze, daar ik u niet in '(openbaar mag'opzoeken. Meneer Lindeman stamelde Helene hulpeloos. Wees barmhartig, Helene het is misschien htt uur, dat over ons lot beslist. Zegt ge neen, dan zal ik u niet weer lastig vallen. Maar in 't andere geval moet ge mij, eer we voor wie weet hoe lang afscheid nemen, het recht geven om tenminste uit de verte uw beschermer te zijn, degene, aan wlen uw toekomst behoort en wien uw geluk dierbaarder 1b dan al het overige op aarde. Dus ja of uren Toen fluisterde ze zacht: Ji, dan in den naam van Oud. Helene. Hij sloot haar jubelend in de armen. Mijn verloofde, mompelde hij, miin lieve, lieve verloofde. Het was een geluk, dat het late uur hst plein zoo ledig deed zijn. Helene kwam het eerst tot bezinning. O, Peter, zei ze beschaamd, wat zou mijn tante Dux van zoo'ti nachtelijke verloving op den hoek eener straat zeggen Zij zou eenvou dig versteld staan over mijn gedrag. Eerst loop ik heimelijk weg om een vreemden jongen man... Oho zeg, j toekomstige echt genoot. Eu bovendien, wet raakt ons je tante Dlx wat raakt ons de heele wereld Wij beminnen elkaar en hebben ons verloofddaarin steekt immers niets verkeerds? Plaats en uur konden we helaas niet voor ons u tzoeken. Maar nu moet ik werkelijk terug- keeren. Maak toch niet zoo'n haast. Ik heb je nog zooveel te vragen. Vooi- eerstwanneer gaan we trouwen? i Daarover moet ik toch eerst nog eens nadenken Ooed, maar laat mij niet te lang wachten, hoor je? En hoe handelen we ten opzichte van de gravin O ik voor die zaak moet je mij tijd laten. Voorlooplg kan ik het haar onmogeiqk zeggen. Maar je schrijft me? Veel en dikwijls Zoo vaak het maar eenigszins mogelijk is. De gedachtenwisseling met jou was immers tot dus-er ook reeds de zonneschijn van mijn leven. En nu bog iets, zei Lindemann plotseling ernstig en op dringenden toon. Blijf op een afstand van de gravin en vertrouw haar niet. Ze is geen goede en nog veel minder op rechte vrouw. En toen ik indertijd naar „Dub- schinka" reisde, vertelde je mg juist het tegendeel. Eens was ze het ook. Maar ze is zaer veranderd. Thans, nu je mijn verloofde bent, gevoel ik mij dubbel verplicht je voor haar (e waarschuwen. Helene hief verschrikt het hoofd op. Waarom hoe dat Denk je dat ze tot een slechte daad in staat zou zijn Hij zweeg Meer durfde hij in elk geval niet zeggen, wanneer hij Hdene niet alle onbevangenheid wilde on> rooven. Peter je verbergt iets voor me. Wat is het? Wit heb ji plotseling tegen de gravin Ik kan het je met den besten wil niet zeggenhet zou een te lang verhaal worden. Oak zie ik zeif nog niet volkomen duidelijk en vergis mij misschien in vele opzichten... ja moogt haar nog geen wantrouwen toonen, Je moet alleen maar voor zichtig zijn. Houd je uitsluitend aan het kind en bekommer je om nieis anders. Mocht het een of ander je aandacht trekken, dan schrijf je het mij natuurlijk dadelijk. Ei nu, schat, ga met God. Hij kuste haar nog eenmaal op het voorhoofd. Daarop verwqderde He lene zich haastig, HOOFDSTUK VII, morgen de oogen opsloeg, regende het buiten in stroomen en er waaide een hevigen storm. Niast de tafel stond Silas Hempel, die juist bezig was zich van zijn natte kleeren, waaruit het water met straal- ijes droop, te ontdoen. Toen hij den blik van den schilder op zich gericht zag, knikte hij hem met een grim- migen lach toe. Ja. ja. kijk me maar aan het gaat niet ieder zoo goed als jou dat men zich 's avonds hij maneschijn op een Italiaantch piazza verlooft en later de dekens over de coren trekt en een gat in den dag slaapt, terwijl anderen hij een levensgevaarlijken g/Ifslag naar Portici varen. Bij 't woord „verloofd", dat hem plotseling zijn geluk weer in vollen omvang deed beseffes, was Peter Lin demann met beide beenen tegelijk uit zijn bed gesprongen. Wat je weet vrceg hq ge lukkig glimlachend. Met je verlof ja. Ze heeft het mij zelf bekend, zij het misschien dan ook minder uit vriendschappeiqke be langstelling dan met hit egoïstische doel om mq dit briefje voor jou te geven. Hij wierp zqn vriend een couvert toe, dat deze handig opving en opende waarna hij het briefje met schitterende oogen las. O, wat is ze lief en rein. Ze doet zich verwijtingen, dat ze mij zoo spoedig het jawoord gaf wat ik nu wel van haar moet denken. Dat ze een engel is, natuuriqk, riep Linde mann vol geestdrift uit.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1933 | | pagina 1