Zij'1 Crème
Het advies van den heer In
specteur en van de Commissie
van Toezicht op het L.O. te dezer
plaatse hierover gehoord, is
eensluidend gunstig.
Z h. s wordt besloten om voor
het tijdstip van den aanvang van
den nieuwen cursus op 1 Mei
van ieder jaar te bepalen mede
met het oog op de voordeelen
die een dergelijke regeling voor
de nieuwe leerlingen biedt.
8. Wijziging Ambt. Reglement
en verordening Georgani
seerd Overleg.
Dhr. HAMELINK deed in een
der vorige vergaderingen van dtn
Raad de navolgende voorstellen
a. Art. 7 van het Ambtenaren
reglement sub. 1 te lezen
Tenzij bij de wet of Raads-
verordening anders is bepaald,
„geschieden de aanstelling of be-
„vordering in rang van een Amb
tenaar door den Raad."
b. „Art. 14 van de Verorde
ning regelende het Georgani
seerd overleg sub. 2 te verlen
„gen met de woorden „en aan
„de Leden van den Raad, ook
„niet Leden dezer Commissie"
zoodat het bewuste lid volgens
den voorsteller in den vervolge
zou moeten luiden
„Art. 14. 2e. Van de Notulen,
„welke het ter vergadering be
sproken woord duidelijk moeten
„weergeven, wordt zooveel mo-
„gelijk voor de volgende verga
dering een afschrift toegezonden
„aan B. en W. en aan allen, die
„van de vergadering deel uitge-
„maakt hebben en aan de Leden
„van den Raad ook niet Leden
„dezer Commissie.
B. en W. zijn van meening dat
hierin geen verandering moet
worden gebracht, zoowel in het
eene niet, als in het andere.
Dhr. A.'t Gilde e.a. gaat in zijn
voorstel nog verder en wenscht
met wijziging van alle plaatselijke
verordeningen het benoemings
recht aan den Raad te hebben,
zoo de wet zulks niet verbiedt.
B. en W. adviseeren ook dit
voorstel niet aan te nemen.
De VOORZ. zegt, dat hetgeen
dhr. Hamelink voorstelt misschien
niet ove.eenkomt met zijn bedoe
ling, want er is reeds een bepa
ling in het Georg. overleg, dat
B. en W. de ambtenaren be
noemen.
Dhr. 't GILDE gelooft, dat dhr.
Hamelink hetzelfde bedoelt als
spr. met zijn voorstel, en de be
noemingen geschieden door den
Raad.
Dhr. HAMELINK zegt, dat hij
het voorstel wat haastig heeft
opgeschreven en het inderdaad
zijn bedoeling was om het voor
stel te doen, zooals dhr. 't Gilde
gezegd heeft. Spr. had het ge
voel, dat het met de benoemingen
verkeerd is geloopen, door het
reglement zoo aan te nemen, als
is' voorgesteld en om geen teere
kwestie's aan te snijden, zal hij
er nu niet meer van zeggen, maar
op grond daarvan wil hij den
Raad het recht geven om de be
noemingen aan zich te houden.
\^at art. 14 betreft, wordt wij
ziging voorgesteld, omdat als de
heeren van het Georg. overleg
zooais is gebeurd hunne
zaken in den Raad brengen, er
een deel is dat weet waarover
het gaat en een ander deel, dat
er niets van begrijpt, omdat het
deswege geheel onkundig is ge
laten. Het is z.i. niet in den
haak, dat het hoogste bestuur
de Raad niet weten mag, wat
er in een commissie besproken
wordt, terwijl de wijziging van
het artikel geen kosten vergt.
En waar aan spr. gebleken is,
dat aan de benoemingen meestal
een politieke tint verbonden is,
vertoont dit naar buiten een
eigenaardig aspect en gelooft
spr., dat het een verluchting zal
zijn, als men weet, dat de Raad
er niet buiten gehouden wordt.
Dhr. VAN BENDEGEM spreekt
zijn verwondering uit, dat toen
dhr. lz. de Feijter ongeveer een
jaar geleden een voorstel in den
zelfden geest deed, wat door spr.
werd gesteund, dit niet werd
aangenomen. Spr. is het eens,
dat men sinds een breederen
kijk op de zaak gekregen heeft,
maar daar het college nog precies
uit dezelfde manschen bestaat,
komt het h, m toch onbegrijpelijk
voor, dat ze nu met dit voorstel
komen. Het heeft wel iets van
plagiaat.
Dhr. HAMELINK meent, dat
dhr. van Bendegem do z:.ak niet
juist stelt. Toen we nog geen
ervaring hadden over de werk
wijze hebben we gedacht het
eens te moeten afzien en nu de
benoemingen spr. niet altijd sym-
patiek voorkomen en gezien de
ervaring daarmede, komen we
met dit voorstel. Spr. weet niet
of dhr. van Bendegem gedacht
heeft, dat eenmaal vastgesteld,
er aan dat reglement niets meer
te veranderen was, maar wij
zeggen nu beter ten halve ge
keerd, dan ten heele gedwaald.
Dhr. VERSCHELLING gaat
met het eerste deel van het voor
stel accoord, maar niet met het
2e. Er is eerst gezegd, dat over
de voorstellen het georg. overleg
moest worden gehoord en dat is
hier niet gebeurd. Volgens spr.
zou dat voor de wijziging van
art. 14 noodig geweest zijn-
En als dhr. van Bendegem zich
verwondert, dat het voorstel-de
Feijter toen niet gesteund werd,
merkt spr. op, dat de fractie-
't Gilde er nu anders uitziet dan
een jaar geleden.
Dhr. 't GILDE is het eens met
dhr. Hamelink, dat de ervaring
een woordje heeft meegesproken
en daarom stelt hij nu voor het
reglement in den geest van het
voorstel-de Feijter te veranderen.
Dhr. DE RUIJTER zegt op
hetzelfde standpunt te staan als
B. en W. In het algemeen acht
hij het beter dat de benoemingen
door B. en W. plaats hebben.
Als de Raad benoemt, kunnen
verschillende zaken de bedrijven
betreffende worden behandeld en
dat is pijnlijk voor de betrokken
personen.
Wat voorstel-b betreft kan spr.
zich indenken, dat dhr. Hamelink
in het gebeurde aanleiding heeft
gevonden om dit voorstel te doen.
Spr. heeft er destijds ook tegen
geprotesteerd, dat de notulen be
sproken werden. Als die in de
openbare raadsvergadering komen
gaat het karakter van het georg.
overleg teloor. Maar het bezwaar
zou kunnen ondervangen worden,
door aan de raadsleden inzage
te geven van de notulen en dan
onder geheimhouding, zoodat ze
niet in het openbaar besproken
worden, anders kan men het
georg. overleg beter opdoeken.
Het vertrouwelijk karakter moet
behouden blijven, anders gaat het
den verkeerden kant uit.
De VOORZ. is het hier vol
komen mee eens. Er wordt van
de handelingen een zakelijk en
beknopt verslag uitgebracht en
zelfs aan de pers verstrekt en dus
kan dat bekend geacht worden
Maar om de notulen hier te gaan
bespreken, dat is verkeerd en dat
heeft spr. dan ook destijds den
kop ingedrukt en hij hoopt, dat
dit niet meer noodig zal zijn.
In het kort verslag worden de
hoofdzaken vermeld en het is
niet noodig en ook niet gewenscht
de besprekingen over de zaken
publiek te maken.
Dhr. 't GILDE zegt, dat hij met
de mededeelingen in het kort
verslag tevreden is en als dan de
Raad het recht van inzage van
de notulen krijgt, is dat hem vol
doende.
Dhr. 1Z. DE FEIJTER: Voor
zitter, voor mij is het ook een
wonderlijke zaak. Op 2 Februari
1932 heb ik hetzelfde voorstel
gedaan, onf de benoemingen aan
den Raad te houden, maar het
kon toen geen meerderheid halen.
Dhr. Hamelink merkte toen op,
dat hij verwonderd was, dat ik
met dat voorstel kwam, omreden
ik tot die menschen behoorde,
die weinig aan verbeteringen
meewerken. Hij zal mij dan nu
wel toe moeten geven, dat ik
deze verbetering vroeger ingezien
heb, dan hij zelf. Dhr. 't Gilde
sfond toer. ook over mijn voor
stel verwonderdhij vond het
zeer eigenaardig en ingrijpend
En als nu waar is, wat dhr. van
Bendegem, in de vergadering
van 22 Nov. j 1. gezegd heeft,
dat dhr. 't Gilde het voorstel niet
wilde steunen, omdat het van mij
kwam, Voorzitter, dan heeft mij
dat gegriefd, en wist ik niet, dat
dhr. 't Gilde zóó persoonlijk was.
Ik hoop dan daar boven te staan,
en voor persoonlijkheden bewaard
te blijven. Als er een voorstel
komt, hetzelfde van welk lid, en
ik acht dat in het welzijn van de
gemeente, dan zal ik dat steunen.
Ik sta dan ook nog op mijn
zelfde standpunt van vroeger, en
acht het beter, dat benoemingen
aan den Raad zijn. Uit dat oog
punt zal ik dan ook het voorstel
steunen.
Dhr. HAMELINK is ook over
tuigd, dat niet alles in het open
baar moet behandeld worden en
geeft dat dhr. De Ruijter toe.
Spr. gelooft zelfs, dat de heeren
wel spijt hebben, dat ze toen te
ver zijn gegaan. Maar de raads
lieden dienen z.i. toch de motie
ven te kennen, waarop de be-
siuiten berusten en daarom wil
spr. aan het artikel toevoegen:
dat de notulen ten allen tijde ter
secretarie voor de raadsleden ter
inzage worden gelegd. Spr. ver
trouwt dat geen persoonlijkheden
in het openbaar te berde worden
gebracht, maar we mogen toch
met de zaken wel op de hoogte
zijn
En voor wat dhr. de Feijter zeide
zegt spr. dat hij inderdaad ver
wonderd was en heeft dat niet
als beleediging bedoeld, maar om
dat hij aan geen enkel overig
voorstel, dat ter verbetering werd
ingediend, zijn steun verleende.
Aan dhr. van Bendegem wil spr.
nog zeggen, dat plagiaat niet be
doeld is, dat is een scherp woord
Dhr. 't GILDE zegt, dat hij
ten opzichte van dhr. Iz. de
Feijter altijd hetzelfde standpunt
heeft ingenomen als dhr. Hame
link. Inderdaad heeft dhr. de
Feijter nooit eenig voorstel ge
daan. Spr. heeft overigens niets
persoonlijks tegen dhr. de Feijter.
Ook is het geen unicum, dat
we hier een voorstel indienen tot
afwijking van de verordening. In
Terneuzen is dat eveneens ge
schied met hetzelfde artikel en
over hetzelfde onderwerp.
Dhr. OGGEL wijst erop, dat
in de commissie van overleg
allerlei teere zaken worden be
sproken en als nu de Raad daar
kennis van neemt, dan zullen de
leden van het georg. overleg
zich weer in de besprekingen
beperken, wat tot verkeerde be
sluiten kan leiden en als de no
tulen wórden ingezien met het
doel, zooals dhr. Hamelink zegt,
die later te kunnen bespreken,
dan is dat niet in het algemeen
belang. De commissie moet het
vertrouwen van den Raad heb
ben en de behandeling der zaken
geheim blijven.
Dhr. DE RUIJTER kan zich er
wel mee vereenigen, dat de no
tulen ter inzage liggen, maar dan
moet geheimhouding worden op
gelegd. Spr. is het eens met
dhr. Oggel dat de zaken geheim
moeten blijven. Is dat niet het
geval, dan zou men die bepaling
moeten terug nemen. Spr. zou
in dat geval moeilijk lid van deze
commissie kunnen blijven.
Dhr. VAN KAMPEN gaat vol
komen accoord met dhr. De Ruij
ter. Hij helt over naar de zijde
van B. en W. en naa'r die van
het voorstel Hamelink. Nood
zakelijk is z.i., dat de Raad de
motieven kent. Wat voorstel a
betreft ziet spr. niet in, dat men
gevrijwaard is om dezelfde fouten
te begaan. Men spreekt van
politieke benoemingen, maar men
kan ook zeggen, dat ze met het
recht rekening houden.
Dhr. HAMELINK merktop.dat
als dhr. Oggel vreest voor ge
heimhouding, dan dat geen goed
argument is tot staving van hun
voorstel, want het is juist ge
bleken, dat de leden van het
georg. overleg zelve de zaken
gingen openbaar maken.
Dhr. OGGEL Maar die leden
hebben wij niet benoemd.
Dhr. HAMELINKJa, de Raad,
maar op aanbeveling van B. en
W. 1 En wat de geheimhouding
betreft, dient toch elk Raadslid
te weten, wat wel of niet voor
publiciteit vatbaar is. Tot dhr.
Van Kampen zegt spr. dat hij met
politieke benoemingen bedoelt
„op politiek advies" en dan is
spr. meermalen gebleken, dat de
meerderheid de personen aanwijst
en de minderheid zijn neus cr
niet in kan steken.
Dhr. D1ELEMAN vindt ook,
dat de benoemingen bij den Raad
behooren. Bij den Raad berust
de benoeming -van de meest ver
antwoordelijke ambtenaren, als de
secretaris, de gem.-orvtvanger enz.
en de andere moeten we afblijven.
Spr. zal niet over de gedane be
noeming vallen, dat is gebeurd,
maar de Raad is het hoogste
college van de gemeente en als
zoodanig moet ze dat recht be
houden.
Over het tweede voorstel is
spr. het ook eens met degenen,
die kennis willen nemen van de
handelingen in het georg. overleg.
Men moet r.iet bang zijn zich
aan koud water te zullen branden,
want als men de verslagen in de
vakbladen leest wordt daar veel
meer in vermeld, dan in het
rapport aan den Raad van Axel
De VOORZ. brengt het 1B
voorste! in stemming, wat betreft
de benoemingen door den Raad,
wat wordt aangenomen met 8
tegen 5 st. Vóór de h h. Ortelee,
Seghers, Verschelling, van Ben
degem, Dieleman, 1. de Feijter,
't Gilde en Hamelink. Tegen de
h.h. van Kampen, Oggel, de Ruij
ter, van de Bilt en J. de Feijter.
Het 2e voorstel wil dhr. HA
MELINK zóó wijzigen, dat ge
lezen wordt, dat de notulen ten
allen tijde ter inzage gelegd
worden voor den Raad.
Dhr. VAN DE BILT: Mits ge
heimhouding wordt opgelegd 1
Dhr HAMELINK: Dat' is al
uit de bespreking gebleken. Maar
trouwens is spr. het eens met
dhr. Dieleman, dat niet overal
die omzichtigheid zoo streng
wordt nagestreefd. Spr. vertrouwt
toch, dat persoonlijke zaken wel
geheim zullen blijven, dat is ook
zoo met de geheime raadszittin
gen, maar „de geest", die is niet
geheim, in het geheele land ntet.
Spr. heeft het zóó bedoeld, dat
de raadsleden begrijpen, dat per
soonlijke zaken niet naar buiten
komen.
De VOORZ.: Dat bereiken we
dan door inlassching van de ge
heimhouding
Dhr. HAMELINK Neen, want
dan wordt de geheele inhoud
geheim.
De VOORZ.Dezelfde geheim
houding, als aan de commissie
is opgelegd
Dhr. HAMELINKDaar ga ik
mede accoord.
Dhr. DE RUIJTER acht het
toch niet noodzakelijk, omdat de
zakelijke resultaten toch aan de
pers worden verstrekt, zelfs nog
met de stemverhoudingen.
Dhr. HAMELINK Daarom wil
ik er aan toevoegen„welken
„leden dezelfde geheimhouding
„is opgelegd, zooals voor de
„commissieleden is bepaald".
Dit voorstel wordt z. h. s. aan
genomen.
Wordt vervolgd.
AXEL, 4 April 1933.
Naar we van officiëele zijde
vernemen, zal de herdenking van
Prins Willem I alhier plaats
vinden op 1 Mei aanstaande, den
dag waarop nu ook de jaardag
van H K. H. Prinses Juliana
wordt herdacht
De herdenking zal hierin be
staan, dat aan alle leerlingen van
de lagere scholen een portret van
den prins wordt uitgereikt. Des
avonds 7 uur zal de heer Mr. P.
Dieleman uit Middelburg van af
het bordes van het gemeentehuis
een Oranje-rede houden.
Er wordt dus gerekend, dat
het op 1 Mei a s. des avonds
goed weer is.
En tenslotte zal er nog muziek
en zang gegeven worden, waar
omtrent nader overleg gepleegd
zal worden met de plaatselijke
vereenigingen.
Men verzoekt ons te mel
den, dat het bestuur van de.
Vereen, tot Ziekenhuisverpleging
nader is gewijzigd als volgt
Voorzitter de- heer D. van den
Berge, secretaris de heer A. Pie-
terse en penningmeester de heer
P. J. van Driel.
Hoog bezoek.
Vrijdagmiddag stapte de Mi
nister van Bmnenlandsche Zaken,
de heer jhr. mr. Ruys de Beeren-
brouck te Walsoorden aan wal
om een bezoek te brengen aan
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Te Hulst werd de restauratie
der R. K. kerk bezichtigd en het
terrein bezichtigd voor de uit
breidingsplannen buiten de wal
len. Na ten huize van den heer
Lockefeer, lid van de Tweede
Kamer de thee te hebben ge
bruikt, werd gesproken over het
plan van den nieuwen weg Kijk
uit—Hulst; daarna werd gereden
naar St. Jansteen ter bezichtiging
van den weg naar Koewacht
vervolgens t rd via Axel, Sluiskil
en IJzendijke'naar Sin - ge
waar eveneei s e wegkwestn
werd behandeld en vandaar is de
Minister via issmger we;
vertrokken.
Z. Exc. was vergezeld van den
hoofd-inspecteur voor werkver
schaffing, den heer Meyer de
Vries, den insp. voor Zeeland,
den heer Stevens en Ir. van
Leeuwen, den hoofd-ingenieur
van den prov. waterstaat in
Zeeland.
werkt zacht en weldadig; Uw
huid ontwaakt tot nieuwe schopn-
heid onder haar aanraking.
In prijzen van 20 30-45 en 75 cent.
Zaamslas.
Op Donderdag 30 Maart j.l.
hield de Afdeeling Zaamslag van
„Volksonderwijs" op de boven
zaal van den heer R. van de
Veke, aldaar een algemeene ver
gadering. Te ongeveer 7 uur,
des avonds, opende de waarne
mend voorzitter, de heer C. H.
R. Wisse, de vergadering; den
heer P. de Moor, Hoofd der
school, was wegens ongesteldheid
verhinderd deze bijeenkomst te
leiden.
De heer Wisse heet alle aan
wezigen hartelijk welkom en hij
spreekt er zijn vreugde over uit,
dat de zaal geheel gevuld is, een
bewijs voor de aanhankelijkheid
van het Openbaar ondeiwijs. Hel
spijt hem echter dat onze voor
zitter de heer de Moor wegens
ongesteldheid >.:<-t a-z g kon
zijn, temeer daar dit waarschijn
lijk de laatste vergadering zou
zijn die onder zijn leiding stond,
omdat hij het Onderwijs met pen
sioen gaat verlaten en dan ook
een kennisgeving is ingekomen,
dat hij als lid van Volksonder
wijs bedankt.
Hij meent echter de tolk van
de vergadering te zijn om den
heer de Moor hartelijk dank te
zeggen voor hetgeen hij te Zaam
slag heeft gedaan in het belang
van het Openbaar Onderwijs en
in het bijzonder voor Volkson
derwijs. Hij verzoekt aan Me
vrouw de Moor die hier aanwe
zig is, dezen dank aan den heer
de Moor te willen overbrengen,
hetgeen bereidwillig werd aan
vaard. Van deze plaats worde
den heer en Mevrouw de Moor,
toegewenscht dat zij nog veie
jaren van de welverdiende rust
moge genieten en dat zij ons
steeds in aangename herinnering
mogen blijven gedenken. Verder
wenschen wij den de -
een spoedig en alge. si lers,.
toe.
De notulen van de vorige ver
gadering worden z nde; eenige
op of aanmerkin goedgek jr:;
De rekening van den P min
meester wordt na onderzoek door
de heeren Wisse en Oppe, in
orde bevonden en goedgekeurd
met een nadeelig slot. De voor
zitter deelt mede dat een goede
„Genius" zich over onze finan-
cieele tekorten had ontfermd en
deze had aangezuiverd, zoodat
wij wel niet over middelen be
schikken maar toch ook geen
schulden hebben te delgen.
Hierna volgt verkiezing van
twee bestuursleden wegens pe
riodiek aftreden van de heeren
J. Kayser en H. Houg, die beiden
op voorstel van den heer K. Ha
melink, bij acclamatie worden
herkozen. Beide heeren nemen
hun herbenoeming aan onder
dankzegging voor het in hen ge
stelde vertrouwen. Verder moes
ten twee nieuwe bestuursleden
worden gekozen wegens bedan*