Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-VI aan deren
No. 102.
VRIJDAG 24 MAART 1933
48e Jaarg
J. C. VINK - Axel.
Crisis-Comité A.
FEUILLETON.
De wraak van Siem.
De Psychologie van het spel.
Binnenland.
PAS1,;5)
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
Mevr.
(Ingezonden).
L. S.
Daar de tijdsomstandigheden
nog steeds donker blijven en de
nood bij velen nijpen gaat, is
het te voorzien dat het voor vele
middenstanders en landbouwers
moeilijk worden zal, waarom het
Crisis-comité gemeend heeft een
bazar te moeten organiseeren,
om langs dezen weg gelden bijeen
te brengen, opdat dan, waar noo-
dig, steun kan worden verleend.
Een dames-comité is hiervoor
gevormd, die binnen eenige dagen
zullen trachten gelden of
goederen hiervoor bijeen te
brengen.
Reeds is er door comité A en
door comité B veel steun in na-
tura verleend, o a. bedden, dekens,
kolen, schoenen, oudergoederen,
enz-, enz-, doch waar nu weer
vele aanvragen binnen komen,
moeten gelden worden bijeenge
bracht, wil men in deze gevallen,
die werkelijk soms een ontstel
lenden blik geven op wat reeds
is afgedaan voor men zich tot
het comité wendt, kunnen helpen.
Wij doen dan ook langs dezen
weg een dringend beroep op
Uwe offervaardigheid, niet twij
felende, of U zult allen mede
werken om dit goede doel te
steunen.
U bij voorbaat dank zeggende
voor Uwe bijdragen.
Het Crisis-comité,
F. BLOK, Voorzitter.
P. A. WÓNDERGEM, Secretaris.
H. J. HARTE, Penningmeester.
ST. VAN HARN.
J. J. M1CHIELSEN.
G. VLAANDER.
Het Hoofd-comité,
Mejuffr. KRUYSSE, Presidente.
Mevr. SCHIEMAN-v. Splunder,
Secretaresse.
BLOK, Penningmeesteresse.
H1EMSTRA.
BOUMA.
DE PUTTER.
WÓNDERGEM.
Mej.
Het Dames-comité,
FANOY.
E. C. OGGEL.
DE RIDDER.
VAN HARN.
DEN BOGGENDE.
MARIS
BRA1NICH.
HARTE.
v d. BERG.
SCHIEMAN-Cappon.
WEIJNS-de Feijter.
VAN HOEVE- de Feijter.
SMIES-Loof.
MEESSEN.
WARNIER.
SMIES-Meulbroek.
KRUYSSE.
Af en toe hoort men in deze
onzalige tijden van werkeloosheid
smalend de uitdrukking gebrui
ken geef hen brood en spelen.
Degenen die dit zeggen, durven
het gewoonlijk niet uitspreken,
omdat ze voelen, dat het onver
dedigbaar is, maar men w i 1
toch de gedachte neerleggen,
alsof het spelen eigenlijk iets
geheel overbodigs is voor de
samenleving. Wie zoo denken
zullen hopelijk ten aanzien daar
van een andere en betere
gedachte koesteren, indien ze
het onderstaande lezen.
Eenigen tijd geleden hield dr.
Wijnaendts Francken, hoogleeraar
te Leiden een voordracht voor da
Vereeniging van Wijsbegeerte te
's-Gravenhage, en had daartoe
als onderwerp gekozen: .de
psychologie (de zielkundige be-
teekenis) van het spel en zijn
opvoedkundige beteekenis".
Het volgende is hieraan ont
leend
Het spelen van mensch en dier
vormt slechts schijnbaar een on
beduidend tijdverdrijf, in werke
lijkheid is het van hoog gewicht
voor de lichamelijke en geestelij
ke ontwikkeling. Ter verklaring,
waarom het spel beoefend wordt
zijn verschillende theorieën opge
steld, die elkander aanvallen. Men
wees o.m. op het beginsel van
ontspanning tot herstel van krach
ten veelal echter wordt ook ge
speeld wanneer er veeleer behoef
te is aan rust. Spreker zocht dan
ook de oorzaak in een aanwezige
overmaat van levenskracht, die
langs den weg van het spel een
uitweg zoekt tot ontlading. Reeds
Schiller had zich in dien zin uit
gelaten in zijn brieven over de
aesthetische opvoeding des men-
schen.
Waar diens krachten niet vol
komen in beslag worden genomen
door de voorziening in de onmid
dellijke levenseischen, blijft een
restant over, dat als „overflowing
energy" beschikbaar is voorspe-
leude werkzaamheid. Daarnevens
komt dan de biologische factor'
waarop vooral Groos den nadruk
gelegd heeft.
Het spel der kinderen is een
soort van proefneming en voor
oefening voor het latere leven
en het heeft niet slechts betrek
king op het spierstelsel, maar
niet minder op zintuigen en gees
telijke verrichtingen. Zoowel
mensch als dier oefenen zich op
jeugdigen leeftijd in allerlei be
wegingen, die hun in later leven
tot hun zelfbehoud dienstig zijn,
naar duidelijk valt waar te nemen
bij onze huisdieren. Ook allerlei
intellectueele vaardigheden wor
den op die wijze verkregen zoo
worden wilskracht, volharding en
zelfbeheersching, oplettendheid
en doorzicht er door ontwikkeld,
terwijl in de puberteitsperiode het
spel de functie kan bezitten van
een katharsis of zuivering van ge
vaarlijke neigingen.
Het spel is ook van groote be
teekenis in de sociale factoren,
die het kenmerken. Gewoonlijk
heeft het spel plaats in den vorm
van een samenspel met anderen.
Daardoor waren, zooals bij de
Padvindersoefeningen, gevoelens
gewekt van sympathie, van aan
passing, samenwerking en hulp
betoon, alsmede tucht, orde en
regel aangekweekt, moed en on
dernemingsgeest aangewakkerd.
Zonder voorafgaand spelen zou
het individu later onvoldoende
zijn voorbereid voor de hem als-
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60' Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoorrniddag 11 ure.
dan gestelde levenseischen. In
zijn jeugdig spel vinden wij dan
ook tal van natuurlijke instincten
belichaamd, zelfs zulke, die van
slechts psylogenetische beteekenis
zijn geworden, maar alsnog door
erfelijkheid zijn vastgelegd en
wijzen op een voormalige nuttige
functie in langvervlogen tijden.
Elk spel gaat gepaard met een
lustgevoel. Wij voelen er onze
vitaliteit en levensenergie door
verhoogd. Het bewustzijn, oorzaak
van iets te zijn, schenkt ons het
genot van machtsontplooiing, en
de overwinning van moeilijkhe
den streelt ons zelfgevoel, hetzij
dan dat die uitoefening van macht
zich uitstrekt over anderen of over
vreemde voorwerpen, dan wel
over eigen lichaam. Zelfs debal-
dadigheid en vernielzucht der
jeugd zijn op die wijze te ver
klaren. En het zelfgevoel wordt
nog verhoogd waar bewonderende
toeschouwers, vooral van de an
dere sekse, aanwezig zijn, zooals
bij openbare wedstrijdspelen.
Een groote rol bij het spel
speelt de nabootsing, die reeds
aanvangt op het einde der vierde
levensmaand. Zij is aangeboren
instinct, door Tarde beschouwd
als de grondpeiler onzer geheele
maatschappelijke samenleving.
De zucht tot nabootsing roept
tal van nieuwe associatiebanen
in het leven, en al spelenderwijze
worden loopen en spreken aan
geleerd. Daarnevens komt de fac
tor der zelfsuggestie. Ook het
dier, hoe ernstig ook verdiept in
zijn spel, is zich tot het spelend
karakter daarvan welbewust, naar
duidelijk blijkt uit zijn wijze van
optreden. De scheppende verbeel
dingskracht is bij het kinderspel
zeer omvangrijk, de phantasie
daarbij machtig ontwikkeld, waar
deze door ervaring en verstande
lijke overweging nog weinig wordt
gebreideld.
De caiididaten.
III.
Tot slot laten we hier nog
volgen de overige candidaten,
Ziezoo, zei de deurwaarder, de boel
welke in kieskring II (Middelburg)
als lid van de Tweede Kamer
verkiesbaar zijn, vertegenwoordi
gend de daarbij genoemde partij
of groep.
Recht en Vrijheid
1. H. Kolthek, Groningen 2.
A. Sevenster, Wier; 3. A. J. E.
Diemont, Epe4. H. Lameris,
Groningen en 5. A. Veenhuizen,
Sappemeer.
Bond van Nationaal Herstel
1. C. J. Snijders, Hilversum;
2. mr. dr. W. M. Westerman,
Den Haag; 3. prof. mr. J. A.
Eigeman, Rotterdam4. W. P.
Hillen, Doorn5. S. G. Land
weer, geb. De Visser, Soest6.
B. J. Gelder, Amsterdam7. J.
H. van Straaten-Van Nes, Bos
koop8. Jac. Smits, Naarden 9.
mr. M. Th. Mijnlieff, Dordrecht;
10. jhr. dr. J. C. Mollerus, Haar
lem 11. P. Merkelijn, Amster
dam; 12. R. Bordewijk, Den
Haag; 13. prof. dr. V. H. C.J. H.
Gillisen, Maastricht; 14. mr. P.
P. J. E. Gerardts, Roermoed15.
D. A. M. Q. Boeije, Den Haag;
16. mr. P. C. L. Eschauzier, Den
Haag en 17. M- A. Her.ny-, Den
Haag.
Bond van nationalisten
1. C. H. V. v. d. Mijle, Den
Bosch2. C. J. M. van Eijsden,
Amsterdam; 3. R. Reisberman,
Breda 4. H. Koning, Veendam
5. G. W. van Elk, Nijmegen 6.
F. J. Mensinga, Oostwolde7.
J. Ypens Kalt, Leeuwarden; 8.
H. A. van Dalsum, Hulst9. D.
C. J. Stemmerik,Alkmaar; 10.
M. C. Dogger, Zwolle; 11. J. F.
v. d. Bom, Amsterdam en 12. H.
Dekker, Rotterdam.
Rev. Soc. Partij
1. H. J. F. M Sneevliet, Am
sterdam 2. E. Bouman, Amster
dam 3. D. Schilp, Lonneker; 4.
R. Bosman, Zaandam5. A. Me
nist, Rotterdam 6 W. F. Dolle
man, Den Haag; 7. W. Smit,
Dordrecht; 8. Joh. Mooij, Noord-
wolde 9. T. de Haan, geb. Zwa
german, Hoorn 10. J. H E. Roe-
bers, Deventer11.1. van Schaick,
Enschedé; 12. C. J. J. Scheepers,
Beekbergen 13. J. C. N. Molen
kamp, Groningeu; 14. Woudt,
De deurwaarder was uit zijn humeuri
URANT
Het leven van Siem Knoop (bijge
naamd „de Bikkel", vanwege zijn
.hardigheid" als het op betalen aan
kwam) was niet gemakkelijk. Inte
gendeel hij had een zwaren levensstrijd
te strijden, voornamelijk met onwillige
schuldeischers en kamerverhuurders.
En toch, als men Siem hoorde praten,
was men ervan overtuigd met een
oersoliedcn, degelijken snuiter te doen
te hebben. Hij wist IJ de prachtigste
raadgevinSen te verstrekken omtrent
de wijze, waarop U Uw geld moest
beheeren. Dadelijk aan het eind van
de maand, als het salaris gebeurd was,
zooveel naar de spaarbank, zooveel
voor kamerhuur, zooveel voor zakgeld
en zooveel voor belasting. Het klopte
prachtig. Als men Slem's raad op
volgde, was men binnen tien jaar een
klein kapitaüstje. Toch moest er
ergens in zijn redeneering een fout
schuiien. Ten minste, zijn eigen
huisbaas mocht slechts zeer zelden
de vruchten van Siem's geldelijke
theorieën plukken. En de bakker en
de melkboer evenmir. Het valt dan
ook wel te betwijfelen of de spaar
bank door Siem erg gesteund werd.
Misschien had een andere .bank"
daar eerder kans op. Het gevolg was
dan ook, dat Siem in den loop der
Jaren onwaarschijnlijk vele malen
verhuisd was. Hij trok van de eene
kamerverhuurderij naar de andere. Bij
de een hield hij het soms wat langer
uit dan bij de ander. Dat hing er van
af, .of de huisbaas meer of minder
vatbaar was voor romantiek. Je hadt
van die prozaische kerels, die onge
voelig bleven voor het romantische
van het geval, wanneer Siem hem met
felle kleuren schilderde, hoe hij, op
weg naar huis, met zijn salaris in zijn
zak, in een stille straat door een ge-
maskerden bandiet was aangevallen
en beroofd. Anderen bleven onbe
wogen als een steen, wanneer hij met
tranen in de oogen vertelde, hoe hij,
met zijn salaris van zijn kantoor ko-
nund, een oud snikkend vrouwtje was
tegengekomen, dat haar laatste pandje
reeds lang naar den lommerd had
gebracht en dat hij haar zijn zuur
verdiende loon had geschonken, om
haar hardvochtigen huisbaas te betalen.
Siem had ontelbare kamers gehad,
soms in mooie nieuwe straten, met
vriendelijke tuintjes voor de woningen,
soms in somberder arraoe-buurten.
Maar nu, sinds eenige maanden,
scheen hij het bijzonder getroffen te
hebben. In een nette buurt, aan den
buitenkant van de stal, had hij een
kamer gevonden. Deze lag aan de
straat, weliswaar op de derde étage
maar dat had het voordeel, dat hij
zeer ver verwijderd bleef van zijn
huisbaas, die in de benedenwoning
huisde. Deze, een nogal kort aangr-
bonden mannetje, had met welgevallen
geluisterd, toen Siem voor het eerst
kwam en hem vergastte op zijn schit
terende theoriën omtrent de beste wijze
van geld beheeren. En toen Siem aan
het einde van da eerste maand met
het droevige verhaal thuiskwam, dat
hij door een gat in zijn zak zijn por
tefeuille, met zijn heele salaris had
verloren, had de man hem nog f25
geleend. Het beviel Siem dus uitste
kend op zijn nieuwe kamer, En, daar
de huisbaas in het huis woonde en
een aparte inging had, was het niet
zoo heel moeilijk, den braven man
uit den weg te blijven. Maar op den
laalsten dag van de tweede maand,
van Siem's verblijf, werd er des avonds
aan de deur van zijn kamer geklopt
en op zijn „binnen", trad de brave
huisbaas Siem's kamer in. Siem wilde
juist een tragisch verhaal van een
nieuwe portefeuille, die hem op de
tram gerold was, beginnen, toen de
huisbaas hem in ae rede viel.
Ik heb U niet anders te zeggen,
meneer Knoop, dan dat ik eens naar
U geïnformeerd heb. En wanneer U
mij vanavond voor twaalf uur niet die
twee maanden huur olus die f 25 be
taald heeft, laat ik U morgen van de
woning afzetten. En eerder dan U
denkt! voegde hij er grimmig aan toe,
terwijl hij het vertrek verliet.
Siem was zeer boor. Daar had hij
nu eindelijk een kamer gevonden, die
hem best beviel, rustig, kalm, mooi
uitzicht en nu moest hij warempel
weer vertrekken. Al de ergernis van
de lange jaren van verhuizen en nog
eens verhuizen, kwam bq hem boven
en was oorzaak, dat een redelooze
woede zich van hem meester maakte.
Hij zon op wraak, vurige wraak, op
dien man, dien bruut, dien huisbaas!
Van de kamer zou hij hem laten zet
ten I Natuuriijk, hij begreep wel, wat
de man met zijn „eerder dan U denkt"
bedoelde. Hij had dat meer bij de
hand gehad. Dan belde 's morgens
om 4 uur de deurwaarder je uit bed,
werd je verkleumd en ellendig om 4
uur op straat gezet. Maar wacht, hij
zou zich wreken.
Dien avond besteedde Siem om zijn
aardsehe goederen ln te pakken, te
weten 1 tandenborstel, 1 kam, 1 vuile
boord en een zakdoek. Hij deed deze
kostbaarheden in een handtaschje en
legde zich ter ruste. Om half vier in
den nacht werd hij gewekt door een
heftig bonzen op zijn deur. Siem deed
open, Jawel, daar had je het al. Een
deurwaarder met twee kerels, die re
gelrecht uit de gevangenis ontvlucht
leken, vertelde hem op onzachtzinnige
wijze, dat hij hem met zijn heeie hei
ben en houden van de kamer kwam
zetten.. Als je dan maar voorzichtig
met mijn boel bent, zei Siem deftig,
Daar kun je van op aan, grijnsde de
man. Terwijl Siem zich aankleedde,
begonnen de mannen stoelen en tafets
bij ekaar te steepen. De gordijnen
werden afgenomen, de kleedjes opge
nomen. En toen S>em gekleed, deft g
met zijn koffertje in de hand de trap
pen afdaalde, werd hij gevolgd door
de twee mannen, die elk een paar
zware stoelen torsten. Beneden aar-
gt komen, nam Siem een der stoelen
en maakte het zich daarin gemakke
lijk. Voor de deur van het huis gt-
zeten, keek hij vriendelijk glimlachend
toe, hoe de mannen zweetend, alles
de drie trappen af sleepten. Want er
was geen hijschbalk. Alles moest dus
naar beneden gedragen worden, Na
een half uurije kwam een passeerende
politie-agent hem dreigend gezelschap
houden. De man lei niets, maar stond i
in het volle besef van zijn waardig
heid zwijgend toe te zien, terwijl hij
af en toe zeer wantrouwende blikken
op den glimlachenden Siem Knoop
wierp. Na een uur was alles beneden.
Het heele trottoir was versperd door
stoelen, een paar tafeltjes, gordijn»
stokken, matjes, enz,
is er uit.
Ja, zei Siem, vriendelijk glimlachend.
alies staat op straat. D.-t isflmkhoor,
U heeft werkelijk Uw best gedaan.
Het was een interessant gezicht, om
Uw mannen te zien werken. Maar nu
kan ik U toch heusch niet langer ge
zelschap houden beste vriend, adieu.
En Siem stapte minzaam knikkend
heer.
Hier blijven! baste opeens de agent,
terwijl hij een zware hand op Sleet's
schouder legde. Wat moet er met die
rommel gebeuren? Denk je soms dat
je dat zoo maai op den openbaren
weg kan laten liggen Dat moet je
ergens laten opbergen. En dadelijk,
anders krijg je proces-verbaal 1
Dj deurwaarder en zijn mannen
grijnsden vol leedvermaak. Maar het
scheen Siem niet te deren. Hij Hopte
den zwaren agent bemoedigend op de
schouders, als moest hij een weerbar-
stigen knaap kalmeeren en zei: Kom,
kom, agent, U moet niet zoo onvrien
delijk tfgrn mij zijn, Ik begiijp vol
komen, dat U het niet kunt goedkeu
ren, dat hier al dat huisraad op straat
wordt uitgestald. Maar ik kan er
werkelijk niets aandoen. Dat hebben
die mannen gedaan I
Ja maar, geen grapjes, die meube-
len zijn van U en U meet zorgen, riat
ze weggeruimd worden ea dadelijk i
Siem vloeide over van vriendelijk
heid, toen hij den agent toevoegde
Mijn beste vriend, nu vergist U zich
toch. Die meubelen zijn niet van mij»
Iir woonde hier op gemeubileerds
kamers I
In volmaakte gemoedsrust wandelde
Siem zacht neuriënd heen.