Nieuws- eu Advertentieblad voor Zeeuwsch- Vlaanderen. No. 89. DINSDAG 7 FEBKUARI 1933 48e Jaarff. J. C. VINK - Axel. Onze „gave" gulden! FEÜILLETON. De witte Bloem. Buitenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Koopkracht van verlaagde salarissen. Smalend hoort men meermalen over bovenstaand onderwerp spre ken. Te pas en te onpas wordt de gulden, «die op peil gebleven is", in het geding gebracht. En al naar gelang dat in de kraam te pas komt, zegt men maling te hebben aan aUe stati stieken, waaruit de gaafheid van den gulden blijkt, of beroept men zich op diezelfde statistieken. Zoo hoorden we dezer dagen iemand beweren, dat hij maling had aan de statistieken, omdat het ging om de allerarmste ge zinnen. Alsof ook die niet met de prijs- wisseling rekening hebben te houden Stellen we voor ons punt van uitgang den gulden op 100 pCt in het jaar 1913, dan leeren ons de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek, dat deze gulden volgens de indexcijfers der groot- handelsprijzen in 1920 een waarde had van 34,2 cent, in 1928 een waarde van 67,1 cent en in 1931 van 103 cent. Helaas is voor de kleinhandels prijzen eenzelfde berekening niet gegeven, doch we hebben toch wel cijfers, om ook daarvan den loop na te gaan. We ontleenen die aan de „Utrechtsche Courant", waarin we het volgende lezen Nemen we aan, dat de totale kosten van het levensonderhoud en van de voeding alleen van arbeidersgezinnen weer voor 1913 op 100 worden gesteld, dan zijn deze eerst opgeloopen tot 228,3 in September 1920 voor de totale kosten en tot 239,7 in December 1920 alleen voor de voeding, om daarna geleidelijk te dalen. Het eigenaardige verschijnsel daarbij is, dat de kosten voor voeding meer zijn opgeloopen dan de totale kosten van levens onderhoud, doch nu veel lager dalen. In Juni 1932 was het cijfer voor de totale kosten van levensonder- (Daitsche vertalinf). 301 Qerrald drukte hem zwijgend de hand. Je bent mijn beste, trouwste vriend geweest, ging Haldern voort. Ik heb weinig menschen liefgehad, ook hebben weinigen van mij gehou den nooit heb ik het geluk gekend. Wat mij dierbaar was, werd mij ont rukt door den dood of de slechtheid der menschen, gij zijt de eenige, die mij hebt begrepen, dikwijls heb je mijn leed helpen dragen, ofschoon je terughoudend waart ten opzichte van je eigen leven. Nooit heb ik naar de oorzaak van je geheimzinnigheid ge vraagdhoewel als je vriend daartoe gerechtigd, vreesde ik onbescheiden te zijndoch nu het misschien de laatste maal is, dat wij Qods hemel boven ons hoofd zien, voeg ik je toe: «neem geen geheim mede in het graf? Stort je hart voor mij uit Qerrald I" De jonge officier zag hem met treu rige blikken aan. Ik heb geen geheim Leo. Inte gendeel, velen kennen mijn leven en daarom zwijg ik. Wat je weten wilt, is spoedig gezegd, doch het bevat zoovéél ellendeIk heb een gelofte gedaan en heb die geschonden, ik bezat de liefde van een engelrein meisje en heb die verbeurd, ik heb een danseres verlaten en die heeft mij vervloekt. Nu wil Ik mijn leven tot jwtenoffer geven en de dood versmaadt houd gedaald tot 140,9 en dat voor de voeding alleen tot 119,2. In September 1932 waren deze cijfers resp. 141,1 en 119,7. Hieruit blijkt heel duidelijk dat de voeding naar verhouding veel goedkooper is geworden dan de overige kosten van levensonder houd. En dat is voor de allerarmsten toch wel van beteekenis We geven graag toe, dat ook in letterlijken zin «de mensch leeft niet van brood alleen" opgaat, maar de voeding is toch wel een zeer voornaam onderdeel. De grootste moeilijkheid voor de allerarmste gezinnen is ge woonlijk de woning, de kleeding en de dekking. De voeding, voor het leven een allereerste ver- eischte, levert niet die moeilijk heid, ook al moet men zich daarbij nog heel wat beperking opleggen. De geringe stijging, die zich in het derde kwartaal 1932 voordeed tegenover het tweede kwartaal 1932, vindt voor een belangrijk deel haar oorzaak in de prijs- verhooging van natuurboter, rund- vet en kunstboter, mede tenge volge van de regeeringsmaatre- gelen. Maar dadelijk sluit daar weer op aan, dat juist voor de allerarmsten goedkooper boter wordt verkrijgbaar gesteld. Doch ook voor anderen dan de allerarmsten wijzen de cijfers op een gunstige tendenz. We moeten bij al deze becijfe ringen natuurlijk de werkloozen buiten beschouwing laten. Die verkeeren in dit geval in een toestand, dat zij niet met anderen op één lijn kunnen gesteld worden. En dan hebben we de cijfers voor de ambtenaarsgezinnen in Den Haag. We nemen deze groep menschen, omdat het statistisch bureau in Den Haag in zijne be rekeningen ook betrekt huishuren en belastingen en zoo nauwkeurig mogelijk werkelijk alle kosten van levensonderhoud omvat. Men heeft daar 1921 als basis aange nomen en gesteld op 100. Dat was dus in den zeer duren tijd. En daar kwam men in Septem- h-.t tot dusverre tenminste. Wat morgen geschiedt, dat weet de Hemel Met zwaarmoedigen blik staarde hij op zijn sabel, waarvan de snede met donker bloed geverfd was. Hij onder zocht de scherpte met zijn duim. Zij heeft mij reeds menigen goeden dienst bewezen, zeide hij. Houd je nu morgen ook dapper. Haldern antwoordde niet, hij scheen in diep gepeins verzonken. Eensklaps hief hij het hoofd op. Heeft dat «engelrein meisje" je dan nu niet meer li?f? vroeg hij zacht. Qerrald haalde zijn kleinood te voorschijn. Zie, dit gaf ze mij tot afscheid 1 Een talisman, die mij beschermt. Toen scheidden wij voor immer. Wat hij bevat is mij onbekend. Ik mag het doosje niet openen voordat ik zwaar gewond ben geschiedt dit niet, dan moet ik het haar na den veldtocht weder ter hand stellen Of zij mij liefheeft?.Zij zeide ja, maar of zij dit zeide door menschenliefde gedre ven, uit medelijden, om den man, dien rij eens bemind had, niet zonder zegenend afscheid te laten heengaan wie weet O, Haldern 1 hij drukte met een diepen zucht de hand óp zijn borst waarom den last van het leven, dat ik moede ben, nog langer te dragen Bezondig Je niet Gerrald, je s'aat ieder oogenblik aan den rand van het graf 1 sprak Haldern, de hand van zijn vriend grijpende, en, sta je den dag van morgen door, toon dan dat je nog waardig bent te leven En laten wij nu nog 'n uurtje rusten, nog ééns wilde ik gaarne door het gouden zonlicht gewekt worden. ber 1932 tot het cijfer 64,5. Dat wil dus zeggen, dat een ambte naar, die in 1921 f 100.— per week verdiende, nu even royaal kan leven, indien hij f64.50 per week verdient. Of om een ander voorbeeld te gebruikeniemand, die toen f50 per week verdiende, leeft nu even royaal, als hij f 32.25 verdient. Dat is dan toch maar een ge volg van den gaven gulden. En laat men nu niet zeggen, dat we daaraan ons groote aantal werkloozen danken, want dan wijzen we op Engeland, waar het pond sterling heel wat minder gaaf is, en waar evengoed milli- oenen werkloozen zijn. Het loslaten van den gouden stand aard en daarmede de verminde ring van de koopkracht van het pond sterling bracht 'n oogenblik wat vermindering van het aantal werkloozen, maar die invloed was al spoedig verdwenen. De gegevens voor gezinnen van meergegoeden in Amsterdam ge ven trouwens eenzelfde beeld. Daar heeft men als basis aange nomen de periode 1 Oct. 1923— 30 Sept. 1924 en deze op 100 gesteld. Dat was dus in den tijd, toen de allerergste duurte reeds lang achter den rug was, en het leven reeds beduidend goedkooper was geworden. En gerekend naar dien maat staf, was het cijfer in September vorig jaar 70,3. Voor arbeiders op dezelfde basis 68,2. Dat wil dus zeggen om maar weer hetzelfde voorbeeld te gebruiken dat iemand, die in 1924 f 100.per week ver diende, nu als arbeider met f 68 20 en als meergegoede met f70.30 even royaal kan leven. De ar beider, die toen f50.— had en nu f34.10 is daarmee niets ach teruit gegaan. Gewoon levende, voelt men deze verschillen niet zoo sterk aan. Doch cijfers liegen niet. Nogmaals de gave koopkracht van der. gulden heeft wel degelijk hare groote voordeelen. Je spreekt, alsof je een kogel speciaal voor jou had besteld, zeide Gerrald, met een poging om te schert sen. Zoo Qod wil, zal de zon je nog vele jaren beschijnen. Een innige handdruk toen werd het stil. XXI. Bloedrood ging de zon onder. Veel ellende had zij dien dag aanschouwd, menig stervend gelaat beschenen en stroomen bloeds zien vloeien. Nu wierp zij haar laatste stralen op de brave strijders voor het vaderland, die öf zwaar gewond op het slagveld lagen, öf den eeuwigen slaap waren ingegaan. De strijd had uitgewoed. Diepe stilte heerschte alom, slechts afgebroken door het brieschen van een paard, dat zonder ruiter over de vlakte rende en het zacht rochelen der steivenden. Langzaam richtte Qerrald zich op; zijn verwarde blik staarde in het avondrood, zweefde over het tooneel van dood en vernieling en vestigde zich eindelijk op de gebroken sabel aan zQn zijde. Werktuigelijk drukte hij de hand op zijn schouder. Het bloeid vloeide over zijn vingers en verfde de beste ven uniform allengs keerde het volle bewustzijn terug en met een diepen zucht zag hij naar de pijnlijke wond. Hij leefde dus nog, bloedend lag hij op het verlaten veldWaar waren zijn kameradpn, waar was Haldern?.. Toen herinnerde hij zich, hoe zij er op ingehouwen en het vijandelijk carré verbroken hadden hij had Haldern van het paard zien storten, was naar hem toegedrongen om hem op te richten» had gezien dat een vijandelijke Frankrijk. Weinig meer dan een handom draaien schijnt 't den nieuwen Franschen minister-president Da- ladier te hebben gekost om een nieuw Kabinet samen te stellen. Min of meer alarmeerend kwam het bericht, dat zijn onderhande lingen met de sociaal-democraten omtrent deelneming aan de re geering waren mislukt, zoodat op goede gronden mocht worden aangenomen, dat hij zijn opdracht tot kabinetsvorming als onuitvoer baar zou teruggeven. Eenige uren later echter was de heer Daladier in staat de lijst van mi nisters bekend te maken. Het schijnt echter, dat Daladier zich niet bijster heeft ingespannen om iets nieuws en krachtigs te voor schijn te brengen. Want het verschil tusschen zijn creatie en de beide voorgaande regeeringen onder Paul-Boncour en Herriot valt nauwelijks op. Het zijn vrij wel dezelfde namen. Maar voor de portefeuille van financiën is toch 'n andere dignitaris uitge kozen hebben, hetgeen begrijpe lijk is, daar de Premier bezwaar lijk nogmaals Chéron als beheer der der schatkist aan de Kamer kon voorstellen I Veertig dagen lang heeft zijn voorganger Paul-Boncour, thans minister van buitenlandsche za ken, kans gezien het bestaan van zijn Kabinet te rekken. Hoeveel tijd zal er verloopen, alvorens Daladier ten val wordt gebracht Wel hebben de socialisten de toezegging gedaan dit Kabinet te zullen steunen maar deze ver klaring dient genomen te worden voor wat ze waard is en dat is niet al te veel, gelet op het lot, aan de vorige regeering onder gelijke omstandigheden bescho ren. Immers, ook aan Paul-Bon cour was de socialistische steun toegezegd, doch aan zijn minis- teriëei bestaan werd spoedig een einde gemaakt, toen hij tegen de wenschen zijner vroegere partij- genooten in de belastingvoorstel len handhaafde. ruiter op hem loerde, zijn pistool op geheven, nog een ander zien vallen toen stortte zijn paard met hem neder. Met groote moeite wist hij zich van den last te bevrijden, zijn arm hing krachteloos langs zijn zijde, een slag trof hem toen werd het nroht. Maar waar was Haldern Was hij ger^d, leefde hij nog? Theobald voelde, hoe langzamerhand zijn krachten terugkeerden. Hij zag rond daar lag de Franschman, dien hij neergeschoten had. Doch Haldern zag hij niet. En tochGinds, bij het kreupelhout, was dat geen huzaren uniform, onder dien hoop lijken? En dédr weder, en dddr, o, hij zag vele bekende uniformen. Zijn hart kromp ineen, hij wilde overeind springen, doch viel weder neer en een vrceseiijke pijn aan arm en schouder deed hem opnieuw het bewustzijn verliezen. Kermend liet hij zijn hoofd op de borst zinken, zoo verliepen eenige minuten, toen werd hij door een brandenden dorst gekweld en hij snakte naar een verfrisschenden dronk. Met bevende hand bracht hij de veldfKsch aan zijn lipper, als vuur vloeide de cognac door zijn keel en scheen de verdoofde levensgeesten weder op te wekken. Hij maakte zijn uniform los en trachtte de mouw op te stroopen, Opnieuw stroomde het bloed uit de wonde en verfde het witte lint, dat over zijn borst hing; hetQod behoede u Iwas donkerrood gedoopt. Hij drukte zijn zakdoek tegen de gewonde plek en beproefde andermaal zich op te richten. Met waggelende schreden liep hij een korten afstand, doch zonk weer neder. Naast hem laf de Franschman i de De nieuwe minister-president weet dus, kan althans weten, wat hem te wachten staat, indien hij niet wenscht te dansen naar het pijpen der roode broeders. Duitschland en Hitier. Adolf Hitler, de 43-jarige leider der nationaal-soc. in Duitschland, rijkskanselier. Dit is de groote sensatie, die thans nog over de wereld gaat. Hitler's rijkskanselierschap zat in de lucht. Het was maar de vraag, of hij er zich voor zou laten vinden in een kabinet als het thans gevormde, d.w.z. zonder de absolute opper-heerschappij, op te treden. Dit nu is inder daad geschied, en daarmee is Adolf Hitler aan het hoofd der Duitsche Regeering getreden. Dat dit èn een persponlijk èn een politiek èn een organisato risch succes voor hem is, kan moeilijk worden betwist. De groei van het nationaal socialisme in Duitschland is schier weerga loos geweest, en al is de aanwas dan ook bij de jongste Rijksdag verkiezingen eenigszins terugge- loopen, de partij bleef machtig genoeg om reeds als zoodanig aanspraak te maken op de hoog ste functie, welke in Duitschland na het ambt van Rijks-president bestaat. Persoonlijk èn politiek is er nu alle reden voor gespannen be langstelling, in en buiten Duitsch land. Hoe zal Adolf Hitler het er af brengen Dat hij gezien zijn figuur, zijn eigenschappen, zijn loopbaan tot veel verrassends en veel avontuurlijks in staat is, mag wel worden aangenomen, maar daarmee is men nog geen goed Rijkskanselier en zeker niet in de huidige tijdsomstandig heden. Het Duitschland van tij dens en na den oerlog is aan werkelijke staatslieden bijzonder arm geweest; er is alle reden om te betwijfelen maar zal het resultaat moeten afwachten of Hitier wèl een staatsman zal blij ken. Er zijn zeer zeker tallooze Duitschers, die in denkwijze vol- kogel was hem in de borst gedrongen, over de rijlaarzen vloeide een donkere stroom en de blauwe lippen werden door duldelooze smarten pijnlijk ver wrongen. Gerrald gevoelde diep medelijden andermaal maakte hij de veldflesch los, boog zich over den gewonde heen en goot hem langzaam het op wekkende vocht op de tong. Een zware ademhaling bewoog de borst van den gekwetste, hij strekte zijn leden uit en toen Theobald zijn knoc- pen en koppel had losgemaakt, opende de Fransche kurassier de oogen en staarde op zijn redder, die zoo barm hartig met het lot van een vijand be gaan was. Een onverstaanbaar geluid kwam over zijn bleeke lippen, een krachte- looze hand werd Theobald toegescho ven en deze verstond dien zwijgenden dank, hij richtte het hoofd van den lijder in een gemakkelijker houding op en bevochtigde nogmaals de droge lippen. Een glimlach van dankbaarheid zweefde over het verwrongen gelaat, toen sloot hij de oogen en liet opnieuw bewusteloos het hoofd zinken. Ook Gerrald werd door zwakte overmand. Hij liet het hoofd op een bemosten steen rusten en zijn hand omklemde htt kleinood, dat hem wer kelijk scheen te behoeden. Peinzend s'aarde hij op het bleeke gelaat van den Fianschman; het was een smal aangezicht door een donkeren baard omlijst, ernstig en met rimpels ge groefd was het hooge voorhoofd, Wie mocht hij wel zijn, die daar misschien lijn graf zou vinden, ver van zijn Vaderland Wordt vervolgd) AXELSCHEfi COURANT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1933 | | pagina 1