Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch- Ylaan deren. Bezwaren legen de herfo. No. 88. VRIJDAG 3 FEBRUARI 1933 48e Jaarg'. J. C. VINK - Axel. FEUILLETON. De witte Bloem. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Het is bekend, dat zij, die zich afzijdig van de kerk houden, daar vaak allerlei redenen voor op geven en vaak redenen, die zoo klein en bekrompen zijn, dat ze eigenlijk niet meer inhouden dan een vergezocht schuilmiddel, waarachter ze verbergen de waar heid dat ze nu eenmaal niet graag naar de kerk gaan of zich liever niet teveel met den gods dienst bemoeien. Toevallig lazen we dezer dagen zoo'n viertal bezwaren, met daar bij gevoegd het antwoord. Het klonk als een stem, zóó midden uit de practijk, om eens kort en kernachtig te antwoorden op de vraag, wat velen tegen de kerk hebben. Niet een wetenschappelijk be toog, doch een populaire samen vatting. Maar die juist omdat zij uit het leven is geschept aandacht en overdenking waard is. De Ericasche Kerkbode geeft o.m. deze vier bezwaren, verge zeld van een „weerlegging" door den predikant 1. „De kerk is te conserva tief, ze draagt een ouderwetsch.. karakter en staat daarom de maat schappelijke vernieuwing tegen vooral tegenover den oorlog neemt ze een afzijdige houding aan". Hoewel in deze redeneering een kern van waarheid ligt, schijnt de huidige wereldontwikkeling de reputatie van die oude kerk, die te pessimistisch was en niet durfde, omdat ze overal de macht van de zonde zag werken, weer in eer te herstellen. Trots alle revoluties en heel duidelijke, ra dicale oorlogsbestrijding is er thans een wereld gevormd, waar van 't beeld niet bijzonder aan lokkelijk is. De totale omkee ringen en wijzigingen in de hou ding van de partijen, die 't meest den mond vol hadden over de kerk (men denke aan de „vrede lievendheid" van de internationale partijen bij 't uitbreken van den oorlog en sla de partijontwikke ling van de laatste jaren gade in Duitschland, Engeland, Rusland), heeft in het z.g. conservatisme van de kerk waardeering doen geven voor het gestadige van haar nuchteren werkelijkheidszin, die zich niet door al lei lei schoon klinkende leuzen en schoon-schij- nende utopieën liet meesleepen. 2. „De kerk verslapt de aard- sche tegenstellingen door het zwaartepunt van de prediking te leggeir^in de eeuwigheid en be lemmert daarom den klassen strijd". Dit is eigenlijk al een heel oud verwijt. Het Joodsche volk heeft Jezus laten kruisigen, omdat Hij hun verwachtingen in een aardsch koninkrijk teleurstelde, en in plaats van klassegerechtigheid en verlossing, algemeene gerechtig heid verlossing predikte. De kerk schijnt echter door den huidigen wereldtoestand alweer gelijk te krijgen, wanneer men de toestanden inoogenschouwneemt, daar, waar zichtbare resultaten zijn van den klassenstrijd. 3, „De kerk is kapitalistisch in haar sympathieën, en haar verzet tegen den klassenstrijd komt niet voort uit geestelijke motieven alleen, maar ook uit die kapitalistische sympathieën". Tegen dit bezwaar is, dunkt me, niet veel in te brengen, om dat het helaas juist is, althans voor een deel. Het is het eeuwige gevaar van de telkens dreigende verwereldlijking van de kerk, die een geest van zelfvoldaanheid en egoïstische berusting en lijdelijk heid brengt. Niettemin bedenke men, dat juist in de kerk tegenwoordig een geest van vernieuwing werkzaam is, die zich weer losmaakt uit de oude stoffelijke banden en dat het feit. dat de kerk zich telkens weer opnieuw herstelt, het beste bewijs is voor de macht van den Geest, die in die kerk werkt en die zelfs met dit onvolmaakte middel won deren in de wereld kan doen. Men verachte den gebrekkigen boodschapper niet, maar luistere naar de hem opgedragen bood schap. Van alle gebreken van de kerk, ook van den onderlingen strijd en geloofsverdeeldheid, is dit het voordeel, dat we nooit ons vertrouwen op die kerk zelf kunnen stellen, maar steeds weer gedreven worden naar het Hoofd van de kerk, die blijkbaar (de gansche christelijke heilservaring getuigt het) dit onvolmaakte mid del wil blijven gebruiken tot heil van menschenzielen. 4 „De kerk eischt een ver anderde levenshouding, die on mogelijk is". Men vergeet dat in de kerk niet alleen het Woord spreekt, maar ook de Geest werkt. Vanaf de tijden, dat de tollenaren en zondaren door Christus vernieuwd werden, is dit onmogelijke in de wereld mogelijk gebleken. Achteraf heeft nooit iemand spijt gehad over zijn bekeering, hoeveel offers die ook scheen te vragen. De christelijke vrede is het hoogste goed en van eeuwig karakter. Achtjarige leerplicht. De heer K. ter Laan c.s. heeft ingediend een wetsvoorstel tot wijziging van de leerplichtwet. De voorstellers achten noodig le. verlenging van den leer plicht tot op den leeftijd van 14 jaren 2e. strafbaarstelling van den werkgever, die een leerplichtig kind arbeid laat verrichten 3e. wegneming van het Iand- bouwverlof. Zij wijzen erop, dat kinderen, die de school hebben verlaten, toch niet aan het werk kunnen komen en voor een deel verwil deren. Verder is het, minder dan ooit gewenscht, kinderen aan den arbeid te zetten, waardoor aan ouderen gelegenheid tot wer ken ontnomen wordt. Het lager onderwijs is voor het meerendeel vaii ons volk, wat schoolkennis betreft nog altijd de eenige teerkost op den levens weg; des te meer moet het aan zeer hooge eischen voldoen. Welk bedrag noodig zal zijn voor de invoering van het achtste leerjaar, is moeilijk nauwkeurig te ramen, maar het zal aanzienlijk zijn. Ten aanzien van het landbouw- verlcf merken de voorstellers op, dat het hierdoor veroorzaakte, ongeregelde schoolbezoek aan den geregelder: gang van het onderwijs groote schade doet en dat niet gedurende 14 dagen, maar over de geheele maand, waarin het landbouwverlof mag worden gegeven. Ook bevordert het landbouwverlof het ongeoor loofde schoolverzuim. Wat schoolvoeding en kieeding betreft, merken de voorstellers op, dat zonder verplichtstelling daarvan geen zekerheid te krijgen is, dat alle kinderen, die ze noo dig hebben, ze ook zullen ge nieten. Het wetsontwerp bevat de be paling, dat de kosten van de schoolvoeding en -kleeding, die voor rekening van de gemeente blijven, voor de helft door het rijk worden vergoed. Ambtelijk geknoei. Jaarlijks verschijnt een rapport van de Alg. Rekenkamer over het financiëel beleid van de landor- ganen in Oost-lndië. Zoo werd in 1932 Verslag uit gebracht en over dat Verslag wordt weer door een Commissie rapport uitgebracht. Aan dit rap port nu ontleent de N. Rott Crt. eenige bizonderheden, die op zonderlinge toestanden wijzen, waarvoor men eigenlijk weer in Indië moet zijn. Naar de commissie meent te weten, was de onlangs wegens het aannemen van retourcommissie ontslagen beheerder van den huis- houdelijken dienst, in wiens ad ministratie tal van schromelijke tekortkomingen, o.a. 'n verschil van ruim een millioen stuks druk werken, werden geconstateerd, vóór zijn benoeming als zooda nig werkzaam als portier bij „Le Peroquet", een sedert opgeheven amusementsgelegenheid te Welte vreden. Zij betwijfelt ten sterkste of de betrokkene kon wijzen op de bekwaamheden, vereischt voor de hem bij het departement van financiën opgedragen kas- en ma- gazijns-administratie. Gaarne zal zij worden ingelicht op welke opleiding en voorpractijk de ge wezen beheerder kon bogen en op wiens aanbeveling of voor spraak hij werd aangesteld. Verbazingwekkend is de mede- deeling, dat de schoolgelden van verschillende ambtenaren van het departement van financiën, leer lingen van den gemeentelijken burfcaucursus, uit de kantoorkos ten werden betaald en dat deze cursisten voorschotten uit de voor kantoorfondsen toegestane gelden werden verleend voorde aan schaffing van de benoodigde schoolboeken. Hiermede heeft het departement van financiën wel een zeer slecht voorbeeld ge geven. De commissie kan zich geheel vereenigen met de meening der Kamer, dat een juiste en deskun dige calculatie van de zelfkosten van den huishoudelijken dienst noodzakelijk is en dat dient te worden nagegaan welke besparin gen door de instelling van dezen dienst zijn verkregen. Alleen als hierdoor inderdaad bezuinigingen zijn bereikt hetgeen de com missie voorshands meent te mogen betwijfen zijn de uitgaven voor genoemden dienst, aan salarissen reeds plm. f 1300 per maand bedragende, gerechtvaardigd te achten." Wij geven gaarne toe, dat ie mand, die eenigen tijd lang por tier bij een inrichting als „Le Peroquet" is geweest, heel wat levenservaring en wereldwijsheid kan opdoen bovendien een gron dig inzicht kan hebben opgedaan omtrent de wijze, waarop gelden kunnen, doch niet behooren te worden uitgegeven maar dat die kennis hem geschikt zou maken tot beheerder der gelden van den huishoudelijken dienst, wagen wij te betwijfelen. Intusschen, uit een en ander is alweer gebleken, hoeveel er nog bezuinigd kan worden zonder aan vitale belangen te raken. Wordt Virvolgdi AXELSCHE COURANT (Duitsche vertaling) Snel trad Gerrald op den kring zijner kameraden toe. Waar ter wereld kom je van daan klor.k het hem verbaasd tegen. Maar hij stond reeds ia positie tegen over zijn superieur, salueerde en bracht met korte woorden zijn rapport uif. Dank u, luitenant Gerrald, in naam van het vade land! antwoordde de majoor. Door uw beleid hebt ge veel brave kameraden het leven gered. Uw hand, luitenant. Hoe... zijt ge gewond Haldern schoot verschrikt toe en greep den slap neerhangenden ech- terarm. Ook de anderen drongen vragend ©m Gerrald heen. Hebt ge er u moeten doorslaan Hett ge een ontmoeting gehad? Gerrald trachtte te vergeefs den gekwetsten arm op te lichten. Wij zijn met de franctireurs hard aan den slag geweest, zeide hij met fonkelende oogen. Twee dappere jon gens hebben wij moeten achterlaten, wachtmeester Hoeker is aan het hoofd gewond en drie paarden zijn gekwetst. Ik heb een houw op den rechterarm opgeloopen, maar dat geeft niets te beduiden. Het scheelde echter niet veel, of ik dacht u nooit meer goe denavond te kunnen zeggen. Hij wendde zich om en stak Haldern en den naastbijstaanden kameraden de jinkerhand toe- 't Is dus warm toegegaan vroeg een jong officier, terwijl hij Gerrald de veldflesch voor een welkomstdronk toereikte. Verduiveld, Gerrald, je bent een geluksvogel, dat je er zoo heel huids van af bent gekomen. Het IJzeren Kruis heb je zoo goed als in den zak. Met een veelbeteekenend gebaar wees hij op den majoor, die, door den officier van gezondheid vergezeld, naar de teruggekeerde huzaren ging om de verschillende kwetsuren te ondei- zoeken. Morgen barst dus de bom los! zeide een ander. Nu, ik houd meer van een open veldslag, dan van die vervloekte jicht door de bosschen. Je bent dus op roo'n ongeregelde bende gestooten Hoe sterk waren zij wel? Zoowat het dubbele aantal dan wij, antwoordde Gerrald. Maar zij merkten gauw, dat er met ons niet viel te gekscheren. Het was maar goed, dat wij op den terugweg niet opgehouden zijn, anders zouden wij bezwaarlijk hier nog tijdig zijn aan gekomen. ik had verwacht, zeide Haldern, dat je tot morgen in 't hoofdkwartier zou'it blijven. Tweemaal zoo'n tocht op één avond is te roekeloos. Gerrald zag ernstig voor zich. Het bevel om voort te rukken moest hier van nacht nog 2ifh, want morgenochtend acht uur moeten wij ons bij de infanterie aansluiten en diendenwij dus om vijf uur wel op te breken. De generaal wilde een ordonnans van de dragonders zer.den, maat die zoude den weg door de wil dernis toch niet gevonden hebben. Voor mü ging het nu toch in één moeite door en ik kende het terrein nauwkeurig. Mijn manschappen rijden als de duivel en de paarden waren nog tamelijk frisch. Waarom dan an deren er aan te wagen De generaal zal uw moed weten te waardeeren I zeide Von Haldern. Hij was zeker over zijn huzaren tevreden Hij bedankte mij in den naam des konings en verzekerde rrij van zijn volle waardeering, antwoordde Gerrald kalm. Maar ik begrijp niet, hoe er zoo'n ophef wordt gemaakt van iets, dat niets meer dan mijn plicht was I Ga nu uw arm wat verkoelen vermaande de ritmeester, die met den majoor terugkwam. Nu zult ge mor gen alleen de revolver kunnen han- tceren. Een houw over den arm is verduiveld lastig. En ik zou u raden, nog 'n paar uur op één oor te gaan liggen, voegde de majoor er bij. De wachtmeesters Höckers en Meiszner hebben mij nog nadere bizonderheden van de sche;- tnu'seling medegedeeld en Ik gevoel mij verplicht u nogmaals mijn volle tevredenheid te betuigen. Gefeliciteerd, lu'tenant. Ik zal u wegens moed, beleid en trouw voor net IJzeren Kruis voordragen. Gerrald dankteeen gloeiend rood kleurde zijn voorhoofd en nit zfjn ernstige oogen straalde het trotsche gevoel van den jongen krijgsman, die de eerste 1 mweren heeft geplukt. Haldern schoof zijn arm in dien van zijn vriend en trok hem mede naar het vuurde anderen drongen in op rechte blijdschap om hun algemeen beminden kameraad heen. Toen wensehten zij elkander goedennacht misschien voor 't laatst en druk- (en elkaar de hand als ware 't een afscheid voor eeuwig. Het verwekt een eigenaardige ge moedsaandoening, het laatste samen zijn vóór den slag. Toen legden zij het vermoeide hoofd ter ruste. Alleen Haldern en Gerrald zaten nog bij eikander. Het vuur was bijna uitgedoofd, slechts nu en dan vlamde het op en wierp een flikke rend schijnsel op de beide krijgs makkers. Leo von Haldern was van een bi zonder karakter, meestal somber, het geen hem ouder deed schijnen dan hij inderdaad was. Door tegenspoed en liet verlies van geliefde bloedverwan* ten. was zijn jeugd verbitterd gewor den en hij vóór zijn tijd tot man gerijpt. Zijn gelaat was bleek, fijn- gevormd, doch door het verdriet met scherpe trekken doorploegd. Zijn zwaarmoedighiid slak soms zindei- ling af bij de luidruchtigheid zijner kameraden. Dit trok hem des te meer tot Gerald aan, mtt wiens terughou ding hij zeer sympathiseerde. Het was een langzaam aangeknoopte vriendschap, maar die tot een band voor het leven is geworden en hen als twee broeders tezamen verbond. Haldern was zeer ontwikkeld; zijn verstand en kennis weiden algemeen erkend. Hij diende het vaderland meer met het hoofd dan met de vuist, waarvan hij nog geen gelegenheid had gevonden de kracht op de ptoef te stellen. Hij was bedaard en handelde eerst na rijp beredeneerd overleg, en v rmde daardoor een tegenstelling mot Gerrald, waarvan hij vele fouten t oed maakte, en toch was die veel j agere officier voor hem een voer werp van oprechte bewondering. Diens onstuimig verlangen naar strijd en gevaar maakte indruk op hem, de stoutmoedigheid, op de grens van het roekelooze, waarmede Gerrald de hem opgedragen bevelen uitvoerde, wekte in hooge mate zijn sympathie en de gunstige resultaten van den rit, waar toe Gerrald was uitgezonden, vervul den H itdern met evenveel trots alsof hijzelf de stoutmoedige ruiter was ge weest. Gerraid's onverschrokkenheid grens de dikwijls aan het tarten van doods gevaar en het was Haldern's scherp ziend vriendenoog niet oitgaan, dat dit voortsproot uit een ziekelijk stre ven om zich zooveel mogelijk aan de verschrikkingen van den oorlog bloot te stéllen; dat zijn makker den dood teikens opnieuw den handschoen toe wierp en toch telkens opnieuw ge spaard bleef. De adjudant was ook de eenige, die Gerrala's droomerig mijmeren begreep, wanneer deze, na een veelbewogen dag. aan aijne ge dachten was overgelaten, wanneer diens weemoedige blik in de veite dwaalde en hij de handen voor het gelaat sloeg, nadat hij htt verzegelde geheim, dat hij dag en nacht als een talisman op het hart droeg, met heete kussen had bedekt. Gerrald begon de adjudant ern stig, 't is misschien voor 't laatst, dat wij tezamen zijn. Wat er morgenavond van ons geworden zal zijn, is ons nu nog een raadsel. Ik heb een voorge voel, alsof ik Je vanavond nog alles moest zeggen, wat mij op het hart iigt, omdat het mij morgen misschien onmogelijk «ai zijn.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1933 | | pagina 1