Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-V laan deren iNo. 84 VRIJDAG 20 JANUARI 1933 48e Jaarö'. J. C. VINK - Axel. Sog zorgen. FEUILLETON. De witte Bloem. Buitenland. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. De economische wereld staat voor zware problemen en met enthousiasme komt men er niet vooral niet met een enthousias me, dat spoedig is bekoeld, wan neer de harde realiteit zijn eischen gaat stellen. Binnenkort worden de jaarcij fers van verschillende maatschap pijen gepubliceerdAmerika zal voorgaan en zeer zeker zullen van de overzijde van den Oceaan geen hoopvolle klanken worden gehoord. Daarna zullen ook de Continentale cijfers worden open baar gemaakt en te dezen op zichte zijn de verwachtingen evenmin hoog gespannen. Im mers vanwaar zouden de Euro- peesche industriëelen hun winst moeten halen Er zijn geen teekenen, die op ontspanning wijzen, tenminste od reëele ontspanning. De gelijk- gerechtigheid van Duitschland, de toezegging, dat de oorlogs schulden zullen worden bestu deerd, de mededeeling, dat Roo sevelt nu aan een nota bezig is, waarin voorstellen van zeer vér strekkenden aard zullen worden gedaan, mogen hoop geven, maar tastbaren vorm geven aan de conjunctuur, doen ze niet. Tal van problemen dienen te worden opgelost. Zij kunnen worden opgelostde economi sche moeilijkheden kunnen wor den overwonnen, al zal het niet in een vlug tempo worden uit gevoerd, maar men heeft daar voor noodigeensgezindheid, eerlijk werken aan den econo- mischen wereldopbouw. Doch juist daaraan ontbreekt het. De strijd tusschen Engeland en Frankrijk is te heftig, de tegen stellingen tusschen Frankrijk en de rest van Europa zijn te diep, terwijl niemand iets voor toege ven voelt, zoolang hij niet voor de overmacht moet zwichten. Wanneer er geen wonderen geschieden, wanneer de verhou dingen tusschen de Europeesche groot-machten niet verbeteren (en dit kan o.i. niet) dan hebben wij met de volgende mogelijkheden te rekenen 1. Mislukking van de ontwa peningsconferentie, zij het ook met een gecamoufleerde verda ging- 2. Mislukking van de econo mische wereld-conferentie, even eens met de mogelijkheid, dat men deze steeds zal verdagen, zoodat van officiëele mislukking niet kan worden gesproken. 3. Strijd tusschen het goud en de Engelsche „maganed cur rency", waarbij de kans zeer groot is, dat de goud-landen, nog sporadisch in getal, even eens het gele metaal ontrouw zullen worden. 4. Gekrakeel omtrent de oor logsschulden en een weinig con- ciliante houding van Amerika ten opzichte van eventueele conces sies. 5. Strijd om de handelspoli tieke aangelegenheden, dus ook om Ouchy 6. Verder voortschrijden van het chauvinisme, van het natio nalisme en van de autarchie-idee. Verdere verhooging van tolbar- rières, scherper contigenteering en invoer-verboden. Mogelijke ondervanging door compensatie- handel. Deze verwachtingen zijn helaas niet hoopvol. Het kan niet an ders, want het zou camouflage zijn, wanneer wij op het moment een ander geluid zouden laten hooren. Toch behoeft men niet te somber te zijn. Ontegenzeggelijk moet de wereld nog door heel veel misère heen, alvorens zich een vroolijker aspect kan ver- toonen. Doch elke dag brengt ons dichter bij het moment, dat de conjunctuur gaat draaien. De economische crisis op zichzelf heeft al een flink aanpassings proces achter den rug, zoodat wanneer het politieke tij gaat verloopen een herstel zich be trekkelijk vlug zal kunnen in zetten. Alles wacht op het gezond verstand van de leidende staats- Zij ging in de andere kamer, vulde lieden. En dit is een factor, welke niet aan wetten is gebonden. Een regeeringswisseling hier, een an der kabinet daar kunnen, zonder dat men het tevoren had ver moed, heilzame verandering bren gen. Bovendien is Roosevelt nog een schoone leizijn optre den kan tegenvallen, maar er kan eveneens constructief werk van hem uitgaan. Niemand kan dit op het oogenblik zeggen, maar wat wèl een positief iets kan worden genoemd, is het feit, dat de nieuwe Amerikaansche Senaat een presidentieele meerderheid heeft, hetgeen bij Hoover niet het geval nvas. Intusschen is de atmosfeer vol electrische spanning en rijst da gelijks bij ieder dezelfde vraag, hetzij hij een groot econoom is, of een groot staatsman, of een kleine burgerman, de vraag nl of de onvermijdelijke ontlading groote schade en verwoesting zal aanbrengen, dan wel of men door doelmatige leiding de spanning zal weten te neutraliseeren, zoo dat het lang verwachte ideaal van menig zakenman in vervul ling zal gaan. Men hoopt het laatste, maar vreest voor het eerste. Amerika. Tot 4 Maart a.s. duurt de periode, waarin de nieuwgekozen president der Vereenigde Staten feitelijk ambteloos is, terwijl de verslagen candidaat voor het pre sidentschap in dien tijd als staats hoofd blijft optreden. Zoowel voor Franklin D. Roosevelt, de nieuwe president, als voor Her- bert C. Hoover, die moet aftreden, brengt deze eigenaardige toestand, veroorzaakt door de grondwette lijke bepalingen, verschillende be zwaren met zich. Voorop staat daarbij, dat de juist achter den rug zijnde verkiezingsstrijd, waar bij de tegenstellingen, naar zich laat begrijpen, zooveel mogelijk zijn uitgediept, een onmiddellijke volledige samenwerking tusschen den huidigen en den toekomstigen president danig in den weg staat. Toch is het, vooral in onze dagen van zich opstapelende onopge loste vraagstukken met wereld wijde strekking, dwingende eisch, dat de beide autoriteiten althans eenigermate met elkaar overleg plegen. Dat is dan ook gebeurd, maar bevredigende resultaten wer den er niet door bereikt. Voor president Hoover is de positie, waarin hij is komen te verkeeren, het minst aangenaam. Hij draagt de verantwoordelijk heid voor alle maatregelen, welke geen uitstel gedoogen en hij moet voorbereidingen treffen voor ko mende internationale onderhande lingen, waaraan hij zelf geen deel meer zal hebben. Dit alles moet gebeuren met de mogelijkheid voor oogen, dat zijn opvolger zich met die maatregelen niet kan ver eenigen en ze ongedaan zal ma ken. Niettegenstaande dit weinig bemoedigende vooruitzicht ont wikkelt de Amerikaansche regee ring nog groote activiteit op het gebied der binnenlandsche en buiteniandsche politiek. Daarbij heeft Hoover een bij uitstek bit tere pil te slikken gekregen bij de behandeling van het voorstel tot toekenning van onafhankelijk heid aan de Philippijnen binnen een tijdsverloop van 10 jaren. Reeds bij voorbaat had de staats president te kennen gegeven zijn veto te zullen uitspreken, wan neer dit voorstel door de Kamer, of zooals die in Amerika heet, het Huis van Afgevaardigden, mocht worden goedgekeurd. Des ondanks werd het door de Kamer aanvaard, waarop Hoover zijn „Ik wil niet", deed hooren. Het wets ontwerp ging vervolgens naar den Senaat, die het, nu het pre- sidentiëeie veto er was aange hecht, slechts kon aannemen, in dien het een meerderheid van ten minste tweederde op zich ver eenigde. En zoowaar, het ge beurde. Ook de Senaat ging tegen den wensch van het staats hoofd in. Door een voorval als het onder havige moet president Hoover wel tot de erkenning komen, dat de omstandigheden tot uiterste om zichtigheid in zijn optreden no pen, vooral wat het nemen van zelfstandige beslissingen betreft. Daarom wekt het wel eenige ver bazing, dat de Amerikaansche re geering zich juist in de laatste dagen zoo sterk heeft bezigge houden met de gebeurtenissen in het Verre Oosten en zelfs poogde druk uit te oefenen op den Vol kenbond in verband met deze aangelegenheid, hoewel de be trekkingen met Genève niet be paald uitmunten door groote in nigheid. Het lidmaatschap van den Volkenbond bezit voor de Amerikanen nog steeds te weinig bekoring, dan dat ze zich daartoe wenschen te verbinden. Ook daarin vindt Japan steun om ten aanzien van Mantsjoerije zijn plannen tot uitvoering te brengen, ongestoord als het zijn gang kan gaan, behoudens dan protesten langs diplomatieken weg. Ook met betrekking tot de re geling van de oorlogsschulden voelt president Hoover zich mir. of meer de handen gebonden. Evenals zooveel andere proble men moet ook dit tot Maart blij ven rusten, alvorens er spijkers met koppen geslagen kunnen worden. Dat deze gedwongen rust heil zaam werkt op deze zieke wereld kan bezwaarlijk ais juist worden aangemerkt. De Rijksmiddelen. Het lijstje der Rijksmiddelen over het afgeloopen jaar slaat een droevig figuur. De gewone Rijks inkomsten brachten over 1932 ruim 52 millioen gulden minder op, dan over 1931. En dan bedenke men nog, onder welke omstandigheden deze daling is ontstaan. Immers: er zijn allerlei speciale maatre gelen genomen en verschillende belastingen zijn verhoogd. In weerwil hiervan52 millioen minder. Natuurlijk is de daling verwacht. Maar niet in deze Wordt vervolgd, AXELSCHE COURANT iDuitsche vertalinp) 25 Hij ging er met ju .veclkis'je en al d'r monty van door. In 't bosch komt hem die meneer Lewin tegen en houdt hem staande. Maar onze .graaf' was ook niet van gisTre- en dac! t .de dooden klappen ried'. Hij haalde stiekem een pistool voor den dag en schoot zijn aanstaanden zwa ger mortibus. Toen maakte hii zich uit de voeten. Freule Rotterwy. kieeg natuurlijk de eene flauwte na de andere en haalde het gerecht erbij. Maar hij was hen allemaal te goochem af, zij konden hem nakijken. Nu is er zoc- wat twintig j ar verljopen. Hij is niet jong meer, maar hij verf! zijn haar en maakt zich wat op, om nog voor een dertiger door te gaan. De zaak is al in vergeetboek en mis schien wel verjaard, die btutale blik sem durfde zelfs zijn oude vriendin Rotterswyl z'n opwachting maken. Maar het schijnt, dat zij lont gereken heeft, want hij heeft opeens trek ge kregen in 'n reisje naar Amerika. Ddt Is nu die fameuze geschiedenis. Wilke haalde diep adem en keek Biet lodderige oogen om zich heen, hij had luid en opgewonden gespro ken, maar nu weigerde zijn dikke tong bijna haar dienst. Ik moet nog altijd lachen als ik aan die boevenstreek denk. 'n Qemeene fielt is-ie, maar 'n kop... 'n kop!.,. Maar waar is rrijnglas? Toe scha'je, ichenk neg e 's in. Met onvaste hand tastte hij op de tafel, het was de laatste droppel, die nog in de flesch was. Toen liet hij zich in zijn stoel achterover vallen, zijn rood hoofd zonk op de borst, een gorgelend geiuid onlsnapte zijn keel en weldra verkondigde een ronkende ademhaling, dat Wilke in het rijk der droomen was. Een oogenblik besc'iouwde z'j den slipende nut afschuw. Toen overwon zij haar afkeer en doorzocht met be vende handen zijn borstzak. Juist, 'n portefeuille. Zij nam hem eruit en begon brieven, papieren en aanteeke- ziingen aandachtig door te lezen, D,.t duurde lang genoeg otn den slapende de noodige rust te gunnen. Toen stond rij op, sloot de kostbare por tefeuille met den inhoud in haar schrijftafel, trad naar den beschonkene toe en schudde hem flink dooreen. Mijnheer Wilke! schreeuwde zij hem in 't oor. Mijnheer Wilkt! Hij schr k:e en keek suf rond. Ein delijk hezon hij zich. Ik heb toch niet geslapen, ma demoiselle stotterde hij verlegen. U waart even ingedommeld. Maar dat kan men u niet kwalijk nemen, bij deze zwoele lucht en den zwaren wij». Hij maakte een beweging ow op te staan, doch zij beduidde hem te blij ven zitten en haalde een glas water van de zijtafel. Drink maar even, dan zal 'i wel over gaan. Duivels, wat htb ik een hoofd pijn klaagde hij, na het glas in één teug te hebben leeggedronken. Ik zal u frisch water halen, dan kunt ge uw gezicht wat afkoelen. een waschkom en bracht die met een handdoek binnen. Wilke bedankte met veei woorden en, na hare verzekering, dat men zich onder goede vrienden niet behoeft te geneeren, baadde hij zijn verhit hoofd in het vetfrisschende water. Het sloeg half acht. Drommels wat laat! riep hij met schrik uit. Ik moet naar B and Ik vraag u nogmaals om verschooning voor mijn houding. Maak u maar niet ongerust, troostte zij hem vriendelijk. Maar ik raad u aan er Brand niets van te zeggen, hij zou er u misschien mede plagen. Het beste is hem in 't geheel niet te zeggen, dat u hier waart, Maar ga nu, als er op gewacht wordt. Tot ziens, waarde heer Wilke Hij nam afscheid, na nog duizend maal zijn verontschuldigingen te heb ben aangeboden. O, onvolprezen Tuksyer! lachte Heli ïse, toen hij eindelijk weg was. Na weet de gek niet eens meer, welk een geheim hij verraden heefi XVIII. Birones Von Rdterswyl was alleen te Wiesbaden achtergebleven. Marie had zij naar een vriendin te Frankfoit gezonden, om aan den wensch van gravin Von Raven te voldoen, die gaarne het jonge meisje wilde leeren kennen. Te eerder had zij haar toe* stemming tot deze reis gegeven, nu het haar scherpen blik niet was ont gaan, welk een verandering Oerrald's vertrek bij M irie had teweeg gebracht. Dien indruk wilde zij door verandering van omgeving uiiwisschen en zij hoopte, dat de afwisseling haar dochter de herinnering aan den molenprins ge'ieel uit hef geheugen zoude bannen. Zij zat juist aan het venster te lezer, toen een kamermeisje haar n eldde, dat een dame mevrouw de barones over een dringende zaak wenschte te spreken. Na bevolen te hebben de bezoekster binnen te lat.-n vestigde zij nieuws gierig haar oogen op de deur. Een bevaliige gestalte veitoonde zich op den drempel, smaakvol ge kleed, met gitzwart haar en een klein voetje, dat met vasten tred op de barones toet.ad. Neem me niet kwalijk, dat ik u stoor, mevrouw de barones, zeide de onbekende mrt een wdluidende stem. Het zal u misschien wel onbescheiden t eschtjner, dat ik mij verstout u lastig te valien, maar toch meen ik in uw belarg te handtier, door u van een en ander in kennis te stellen. Het vrijmoedige gezichtje beviel de barones wel. maar zij herinnerde z ch niet, het vroeger reeds gezien te hebben. Met wie heb ik het genoegen? vroeg zij met een 'afgemeten buiging. Mijn naam is H.Lïse Chênois. Tot dusverie had ik niet de eer met mevrouw de barones Van Rotterswyl kennis te maken. En wat is uw verlangen? vroeg de barones uit de hoogte. De naam, dien zij op een aanplakbiljet van de opera had gelezen, deed haar bloed stollen. Hsl-ïse veinsde echter den toon in de stem der oude dame niet te hebben opgemerkt. Mag ik u verzoeken mij aan 'e hooren, mevrouw de barones I< herhaal, dat ik over een ernstige en gewichtige zaak wensch te spreken. De barones wees zwijgend naar een stoel. Wat wilde die onbekende van haar Dat kon zij niet begrijpen. Vergun mij eerst u een paar .vragen te stellen, begon de Fran- goise, ongedwongen plaats nemende. Hebt u in uw jeugd een zekere mevrouw Von B. gekend, die te Stuttgart woonde?... Laat mij, wat ik u bidden mag, uttspreken, ging zij voort, toen zij zag hoe de barones haar verbaasd in de rede wilde valler. Ik stel die vraag alleen on u te bewijzen, hoe goed ik ben ingelicht om u niet ie doen twijfelen aan de geloofwaardigheid van hetgeen ik verder wil zeggen. Die dame was verloofd met een zekeren graaf Von Berndi, die ook met haar naar 't kasteel van haar broeder Lewin ging Zoo is 't inderdaadbevestigde da oude dame opgewonden. En die broeder, vergeef mij mijn onbescheidenheid, mevrouw de baro nes, was heimelijk met u verloofd De barones werd doodsbleek. Met een blik van ontzetting zeide zij op doffen toon Ook dit is waar I Qraat Von Bernct was een be* driegc, ging Heloïse kortaf voort. Hij heeft de juweelen en het vermogen van zijn meisje gestolen en haar broeder in het bosch door een pistoolschot vermoord. Menschriep de barones uit. Hoe kent ge een drama, dat vóór uw gebooite is afgespeeld en waarvan de wereld nooit iets vernam

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1933 | | pagina 1