KJ rm Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwscli- Vlaanderen De stadsrechten van Axel. No. 82. VRIJDAG 13 JANUARI 1933 48e Jaarg. J. C. VINK - Axel. FEU1LLETON. De witte Bloem. Buitenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Gent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Zooals bekend, bestond bij sommigen de meening, dat onze gemeente in 1183 hare stads rechten zou hebben verkregen en zou men dat feit dit jaar, als zijnde 750-jarig jubileum feestelijk hebben willen herdenken. Op zichzelf is daar natuurlijk niets tegen, als men op geschied kundige gronden kan wijzen, waarop de waarheid van het historisch feit berust. En waar nu in dit geval wel vast staat, dat Axel stadsrechten heeft ver kregen, maar niet te bewijzen is in welk jaar, omdat nu eenmaal de acten en crigineele geschriften den tand des tijds helaas niet hebben kunnen weerstaan, zooals helaas zooveel uit ons rijke ar chief is verloren gegaan, werd het voorzichtiger geacht, om eens na te gaan, in hoeverre dan nog te bepalen is, van wanneer onze stadsrechten dateeren. Het was de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer, die hierop het vorige jaar in de algemeene ledenvergadering werd gewezen in een schrijven van den heer D- J. Oggel Jz., naar aanleiding waarvan ook onze burgemeester, de heer F. Blok zich met den Rijks archivaris hierover in cor respondentie trad. Als gevolg var. een en ander werd een commissie benoemd, om een nader onderzoek in te stellen. Deze commissie, be staande uit de heeren J. C. Vink, J. R. de Jonge en D. J. Ogge', is met haar werkzaamheden klaar gekomen, in zooverre althans de opdracht luidde en heeft daarvan rapport uitgebracht, waaraan het volgende is ontleend 1 e. In het archief der gemeente Axel berust een copie uit een origineele acte, waarbij door Kei zer Karei V in 1532 de rechten en vrijheden, die de stad Axel bezat, worden bevestigd. In deze copie wordt o.m. verwezen naar vrijheden en franchises (handels- rechten), toegestaan aan de slad Axel door Ferdinand van Portugal en Johanna van Konstantinopel, als Graaf en Gravin van Vlaan deren in 1213. 2e. Gevonden is een copie u^t origineele sententie (rechterlijke uitspr.) van 1427, waarin ver wezen wordt naar de bevestiging der stadsrechten van Axel, door voornoemde Johanna van Kon stantinopel en haar tweede gade, Thomas van Savoye, in 1242. 3e. Gebleken is ons ook, dat bedoelde stadsrechten zijn beves tigd in 1389 door Filips van Bourgondië, in 1455 door Filips de Goede en in 1532 door Karei V. Volgens deze gegevens komt het ons voor, dat Axel hare stads rechten heeft verkregen in 1213 en niet in 1183, anders zou ongetwijfeld, ook wegens het kleine verschil in tijdsruimte (slechts 30 jaar), naar dit laatste jaartal zijn verwaten geworden. Ter nadere bevestiging diene wellicht, dat op onze informatiën o.m. bij den Rijks Archivaris in Zeeland, den Heer Mr. Meerkamp van Embden te Middelburg, deze ook het jaar 1213 heeft genoemd, waarin vermoedelijk de stads rechten aan Axel zijn geschonken. Genoemde Heer werd in die ver moedens ten zeerste gesterkt, toen hij van voornoemde stukken uit het archief van de gemeente Axel inzage had verkregen en sprak als zijn overtuiging uit, dat het jaar 1213 wel met vrij groote zekerheid als zoodanig kan wor den aangemerkt. Ten slotte zij nog vermeld, dat in Juli 1399 aan Axel door Filips van Bourgondië het recht is ge schonken, tot het houden van een beestenmarkt en van alle coop- manschappen, des Saturdags van iedere weeke. Aan het eind van voormeld schrijven betuigt de commissie hare erkentelijkheid voor de wel willende medewerking aan het Dagelijksch Bestuur van Axel en den Ambtenaar met de verzorging van het archief belast, waardoor het werk der commissie zeer werd verlicht. Zonder die medewer king zou het naspeuren van ge noemde gegevens groote moeilijk heden hebben opgeleverd. Algemeen overzicht. In Duitschland is het de laatste weken onder het bewind van Von Schleicher buitengewoon rustig geweest. Men krijgt den indruk, dat het den nieuwen Rijkskanse lier gelukt is het noodige even wicht in de ontwrichte Duitsche boedel te brengen. Wij zeggen nog maar: den indruk, want be paalde feiten zijn er nog niet te beoordeelen. Wat we echter wel weten, is, dat Von Papen weer het politieke oorlogsterrein heeft betreden en de verbroederings hand heeft toegestoken aan Hitier, wiens positie in de nationaal- socialistische gelederen danig aan het wankelen is gebracht door het uittreden van Von Strasser. We gelooven, dat deze bespre kingen tevergeefs zullen zijn. Hitier en Von Papen hebben hun rollen uitgespeeld en het is zeer onwaarschijnlijk, dat zij nog eens de politieke arona zullen betreden. Het Duitsche volk heeft er schoon genoeg van om als politiek proef konijn te worden geslacht. Het heeft behoefte aan werkelijkheids politiek en niet aan alle mogelijke en onmogelijke partij-politieke proefnemingen. In Spanje is de rust nog steeds niet weergekeerdde woelingen, die volgens de officiëele Regee- ringsberichten onderdrukt heetten, zijn opnieuw uitgebarsten. Weer hebben syndicalisten en commu nisten te Barcelona een poging tot revolutie gedaan. Zij be stormden een infanteriekazerne en het hoofdbureau van politie, en wisten het Centraal Station te bezetten. Door de geheele stad klonk mitrailleurvuur. Waar al deze revolutiepogingen ten slotte op uit zullen moeten draaien is Marie ontstelde en drukte de hand nog niet te voorzien. De extre mistische beweging in Spanje is van oudsher daar al bekend om haar voortvarendheid met bommen en ander ontplofbaar materiaal en haar betrekkelijk groot aantal aanhangers. De anarchistische beweging, die het in de andere Europeesche landen nauwelijks tot eenige werkelijk invloedrijke actie wist te brengen, heeft zich zelfs tijdens het dicta tuur van Primo de Riviera staande weten te houden. Na de revo lutie zijn alle uiterst linksche be wegingen vooruitgegaan en vooral de communisten doen hun best om van Spanje een Sovjet-Repu bliek te maken. Over den gang van zaken in Italië worden we altijd keurig ingelicht door het Italiaansche persbureau Stefanie. Als alle courantenbedrijven staat het on der staatstoezicht, dus is het be grijpelijk, dat de berichten, die het doorzendt alleen over het goede vertellen, dat in het land van Mussolini voorvalt. We heb ben geen reden om aan de waar heid van deze berichten te twij felen, doch wel mogen-we ver- ondersteilen, dat dit persbureau over de minder aangename ge beurtenissen, vooral op politiek terrein, in alle talen zwijgt. Mo gen we Stefani gelooven, dan bestaat er in Italië alleen de fas cistische politiek en heeft de ge heele Italiaansche bevolking zich daarbij neergelegd. Toch wist Reuter ons te berichten, dat er in de provincie Salerno te Monte San Giacomo hevige onlusten zijn uitgebroken, waarbij verscheidene burgers en politie-agenten werden gedood. Ook te Sarssano waren ongeregeldheden uitgebroken, die ontstaan zijn wegens de hooge plaatselijke belasting n, Men moet echter in deze berichten, die de strenge italiaansche censuur gepasseerd zijn, ook tusschen de regels door kunnen lezen om het geschrapte te gissen. Deze on lusten zullen hoogstwaarschijnlijk wel een politieken ondergrond hebben. In China wordt overal geld bijeengebracht voor het werven van vrijwilligers, die de Japanners in Mantsjoerije zullen moeten bestrijden. Ofschoon officiëele Japansche berichten ons willen doen gelooven, dat de troepen worden teruggetrokken, kan men ervan verzekerd zijn, dat men in feite bezig is nieuwe versterkin gen uit Japan over te laten komen. Het geschil rond Shanghaikwan is nog niet uit de wereld. Het bloedbad is nadat 800 Chineesche burgers hun leven bij het slechten van dit geschil hebben gelaten, nog niet beëindigd. Natuurlijk schuift Japan, zooals reeds voor speld wordt, de schuld op de Chineezen en plaatst de Japansche regeering zich op het standpunt, dat het gebeurde geen politieke beteekenis heeft, doch „slechts" een gebeurtenis van zuiver plaat selijken aard is. De diplomatieke vertegenwoordigers van Japan hebben instructie ontvangen de onderscheidene regeeringen op de hoogte te brengen van deJapan sche opvatting en de motieven voor het Japansche optreden. lntusschen hebben de Japan sche troepen bevel gekregen om de Chineesche grensplaatsen te bezetten en allen Chineeschen tegenstand te breken. De Japan sche vliegers hebben een aanvang gemaakt met het bombardeeren van de verbindingswegen en van de spoorlijnen. Er is dus oorlog in China, vergoeielijkende be richten van de Japansche regee ring ten spijt. China protesteert tevergeefs bij den Volkerenbond. Steeds ernstiger laat zich de toe stand in het Verre Oosten aan zien, want het is begrijpelijk, dat Japan niet kan blijven doorgaan met „geschillen te regelen". Het zal binnenkort kleur moeten bekennen, het zal öf een einde aan den oorlogstoestand moeten maken öf ruiterlijk moeten er kennen, dat het naar de algeheele verovering van China streeft. In Qod behoede u I Wordt vervolgd, Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. (Dnitsche vertaling). 23» Heloïse zette het kistje op de tafel, sloeg het deksel open en spreidde de steenen op het mahoniehouten blad uit. De zonnestralen deden de dia manten fonkelen tusschen haar bevende vingers. Is dat genoeg om van den S ilan mijn -iel los te koopen vroeg zij op doffen toon. Hm, hm! Zoo tennaastenbij, ant woordde Brand, terwijl hij de steenen onderzoekend door zijn hand liet glijden. Maar nu nrg iets. ma belle, ging hij spattend voort. Mag ik je om een klein schriftelijk bewijs ver koeken 1 Hier liggen pen en papier een paar woorden zou ik je zoo graag willen dicteeren. Sctuijf, mademoiselle I Lijdzaam nam zij de pen op. Alles was haar nu onverschllig. Met de diamanten was haar een stuk van het hart gereten. Langzaam dicteerde hij haar en zij schreef een verklaring, volgens wi lke Zij de diamanten als rechtmat'g ver kregen eigendom volgens overeen komst afstond. Zij onderteekende het, Waarna Brand zekerheidshalve haar zegelring er onder drukte. Alles moet overeenkomstig de Wet geschieden, ztide hij spottend. Toen las hij de akte nog eens over. Wat ga je nu beginnen, ma Chère Ik keer naar mijn vaderland terug en hoop binnen kort hier weder te komen om met mijn zegevierende landgenocten mijn diamanten terug te halen. Nu, dan wensch ik je goede reis en tot ziens! Wij zijn zoo lang goede anatjas geweest en waren zelfs van voornemen man en vrouw te worden, zoodat wij, schoon van elkaar verwij derd, elkaar nis t zoo spoedig zullen vergeten. Ik heb al hst mogelijke gedaan om je ten nutte te zijn en je zult toch wel inzien, dat de eene dienst den andere waard is. Au revoir Mtt het kistje onder den arm, maakte hij sarcastisch een diepe bui ging en ging heen. XVI. De oorlog was verklaard. Onop- hmd-lijk trokken de troepen door Wiesbaden, de vreedzame badplaats geleek een legeikamp en de vader landslievende geestdrift scheen zijn toppunt te hebben bereikt. Theobald Gerra'.d was als reserve officier bij zijn regiment opgeroepen. Des avonds zou hij vertrekken. Het scheiden viel hem zwaar, maar hij had nu een groot levensdoel voor oogen, waarvoor hij strijden moest. Marie von Rotterswyl had met veel aandoening het berient van Qerrala's vertrek vernomen. Haar vertrouwde, oom Frans, wiens invaliditeit hem niet veroorloofde aan den strijd deel te nemen, had haar die tijding mede gedeeld. Hij had zich daarmede op nieuw haar innige dankbaarheid ver worden. Hij had den vijver achter het Kur- haus laten onderzoeken en dank zij zijn onvermoeide pogingen was het eindelijk gelukt, Ge,-raid's „talisman,' het gouden étui, tot Marie's groote vreugde terug te vinden. Het was tusschen de slirgerpianten, even onder de oppervlakte van het water, blijven haken. Ojk nu, op den dag van vertrek, was oom Frans haar goede genius. Hij beloofde baar in de gelegenheid te stellen van Theobald afscheid te nemen. Ik moei hem zien, al was 't slechts om hem zijn étui terug te geven. Nu reeds? Daar zoude ik liever mede wachten tot na zijn terugkomst, bracht haar oom daartegen in. En a s hij niet eens terugkwam hernam zij op smartelijken toon. Neen, oom, hij moet zijn talisman bij zich hebben, als hij ten strijde trekt. Ik heb alles goed oveilegd, en zoo God wil, den julsten maatregel getroffen. Waar, denkt u, kan ik hem ontmoeten Op het station zal daar onmoge lijk tijd voor zijn, antwoordde Von Kartegg nadenkend. Het beste zou zijn, als ik naar hem toeging om hem te roepen. Hij heeft mij reeds vroeger gev.raagd, of hij je nog eens mocht opzoeken. Dat heb ik afgeraden, ter- wille van je moeder. Ik kan toch niet op de publieke straat afscheid van hem nemen. Dat is zoo, mijn kind. Wat denk ja ervan als ik jelui beiden op onzij dig terrein in een kamer van mijn hotel bracht Wanneer je oom bij je is, kan je hem gerust ontvangen. Eenige minuten later stond Marie, met ten kloppend hart en een blos op de wangen, in de groote zaal van het hotel. Onwillekeurig zag zij om zich heen en streek de krullende lokken van het reine voorhoofd, door een zwarte voiie omlijst, als om de mar merwitte blankheid des te meer te dt en uitkomen, Haastige voetstappen klonken door het voorvertrek. op het hart. Hij is 't die nadert. De deur wordt opengestooten en Theobald staat tegenover haar, adem loos van het sneiie loopen. Marie I riep hij uit, met van vreugde bevende stem. Hoe dank ik u, dat gij mij vergunt afscheid van u te nemen 1 Hij reikte haar beide handen toe en zag haar met een van geluk stralenden blik in de oogen. Ik kon je niet laten heengaan zonder je nog een vaarwel toe te roepen, fluisterde het jonge meisje, zonder op te zien. Ik hen lang met mijzelf in tweestrijd geweest, en om mijn hart en geweten gerust te stellen, moest ik je dit laatste uur nog wijden. Dit zal mij tot zegen strekken I zeide hij feeder. Welk een troost voor de zware uren, die mij wachten. Nu ik weet, dat gij mij vergiffenis hebt geschonken, zal ik met een verlicht gemoed mijn lot tegemoet gaan. Nu zal de kogel, die mijn hart tot mik punt kiest, geen schrik meer voor mij zijn, er, in de laatste ure, zal ik het bewustzijn hebben, geen herinneringen van ve.bttering achter te laten... Zult gij nog aan mij denken, Marie? Zal ook ik in het gebed van alle ver doolden begrepen zijn Diep bewogen en gekweld door folterenden angst over bet hart, dat zoo warm voor het hare klopte, reikte zij hem de hand en sloeg de betraande oogen tot hem op. Ja. ik zal dag en nacht voor u bidden I zeide zij met een door aan doening gesmoorde stem. Maar niet voor den doode, neen, voor den levende zal mijn gebed aijn. Dat God hem b-hoede, om mijnentwil I T >en haalde zij met bevende hand een pakje uit haar kleed te voorschijn. Een wit lint, waaraan het kon worden gedragen, was er aan bevestigd en daarop was met blauwe zijde gebor duurd: „God behoede u 1" Mijn komst had nog een ander doel, ging zij voort. Ik leb een nieuwe talisman, een aandenken voor uDoch eer ik het u geef, moet ge mij iets beloven. Theobald zag haar vragend aan, met een weemoedigen trek om de lippen. ik beloof het u bij voorbaat I fluisterde hij. Zij draalde een oogenblikeeti gloeiende blos steeg haar naar het gelaat. Een oogenblik scheen zij ver ward, daarna zag zij hem ernstig aan en zeide op pieciitigen toon „Beloof mij Theobald, dat ge dit zegel niet zult verbreker, tenzij ge zwaar ge wond zijt, zóó zwaar, dat dat er bijna geen hoop meer is. Din eerst moogt gij dit pakje openen." De laatste woorden had ze nauwe lijks kunnen uitbrengen, het hevig kloppen van haar hart dreigde haar te verstikken en de gedachte, dat hij dit aandenken misschien met reeds door de koude des doods verstijfde vingers zoude aanraken, deed haar donkere schaduwen voor de oogen zweven. Doch zij behield haar lelfbeheersching, zij wist, dat zij hem het afscheid niet zwaar mocht maken en met een aan- doenlijken glimlach reikte zij hem de hand. Ik beloof het, sprak hij ernstig. Toen deed hij het lint om den hais en verborg het pakje op zijn borst. Hij kuste het lint, toen de handi die het hem gegeven had en onder tranen fluisterde het jonge meisje hem toe:

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1933 | | pagina 1