Nieuws- en Advertentieblad
voor Z e e u w s c h - V1 a a n d e r e n
No. 80
VRIJDAG 6 JANUARI 1933
48e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
FEUILLETON.
De witte Bloem.
Binnenland.
Provinciale Staten.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Gent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
China.
Sinds geruimen tijd reeds heeft
in de westersche landen de uit
drukking burgerrecht verkregen,
dat „het Oosten ontwaakt". Dat
ontwaken beperkt zich helaas niet
tot het geeuwen en uitrekken der
armen, maar gaat gepaard met
een bedenkelijke activiteit van
overwegend militaire strekking.
In China ontwikkelde zich aan
vankelijk een tegen de vreemde
lingen gerichte beweging, welke
de vrees voor een herhaling van
den Bokser-opstand volkomen
wettigde. De westersche mogend
heden trachtten door het doen
van concesSies de Chineesche
nationalisten tot tevredenheid te
stemmen en slaagden daarin
goeddeels ook. Na de verovering
van Peking door de nationalis
tische troepen onder opperbevel
van Tsjang Kai Sjek, waardoor
de kans op het herstel der Chi
neesche eenheid aanmerkelijk
werd vergroot, haastte Amerika
zich een nieuw verdrag te sluiten
en kwamen verschillende staten
tegemoet aan den Chineeschen
wensch tot opheffing der exterri
torialiteit. Ze.fs werd bij het
Britsch-Chineesche verdrag van
18 April 1930 Wei-Hai-Wei aan
China terug gegeven. Uit alles
bleek, dat men den herlevenden
Chineeschen draak zoo weinig
mogelijk wenschte te ontstemmen.
Ongetwijfeld zouden de Chinee-
zen nog veel meer hebben be
reikt, indien ze er inderdaad in
geslaagd waren, de eenheid van
de republiek te bewerkstelligen.
Daarvan kwam echter niet veel
terecht. De tallooze generaals
waren te zeer bedacht op eigen
gewin, dan dat ze dat wenschten
op te offeren aan het welzijn van
den staat als geheel. De burger
oorlogen braken opnieuw los, er
werden tegenregeeringen ingesteld
te Peking en Canton welke
laatste zich tot den huidigen dag
wist te handhaven en het cen
trale bewind te Nanking had alle
moeite het hoofd boven water te
houden in den stroom van vij
anden, welke voortdurend aanwies
en alle dammen dreigde te ver
breken.
Toen kwam in Sept. 1931 de
Japansche inval in Mantsjoerije,
waardoor de heerscher over dat
gebied, maarschalk Tsjang Hsoe
Liang, gedwongen werd een goed
heenkomen te zoeken. Deze bond
genoot van Nanking organiseerde
van Peking uit het verzet tegen
de Japanners door de oprichting
van zoogenaamde vrijscharen, die
aan de Japansche troepen heel
wat last en nadeel bezorgden,
hoewel zij op den duur toch het
onderspit moesten delven tegen
de zooveel beter uitgeruste zonen
van Nippon. Teneinde ook het
laatste verzet te breken heeft de
regeering te Tokio thans tot ver
der gaande maatregelen besloten
en door het bezetten van de stad
Sjanhaikwan het conflict met
China een nieuw stadium doen
intreden. Wat den inval in
Mantsjoerije betreft, voerde Japan
steeds het motief aan, dat dit
feitelijk geen Chineesch gebied
was, maar een afzonderlijke staat
onder een onafhankelijken heer
scher. Ten aanzien van den aan
val op Sjanghai stelde Tokio zich
op het standpunt, dat hier slechts
sprake was van verdediging der
internationale concessies, exterri
toriaal gebied derhalve, vallende
buiten de bevoegdheid der cen
trale regeering te Nanking.
Voor de militaire bezetting van
Sjanhaikwan kunnen deze of
soortgelijke motieven niet worden
aangevoerd, zoodat de regeering
te Tokio voor het goedpraten van
deze daad iets anders zal moeten
verzinnen. Vermoedelijk zal ze
zich hiervoor beroepen op nood
weer in dien zin, dat alleen door
de bezetting van enkele noord-
Chineesche steden, Peking inbe
grepen een einde kan worden
gemaakt aan het optreden der
vrijscharen. De noodzaak tot uit
roeien vari den verzetshaard zal
wel als dekmantel moeten dienen
voor de uitbreking der militaire
actie, welke mede een steunpunt
vindt te Tientsin, waarheen reeds
een deel der Japansche vloot is
Als ze werkelijk van je hield, zou
gedirigeerd in afwachting van de
dingen, die komen zullen.
Van Chineesche zijde wordt
gedreigd met een beroep op
den Volkenbond, een dreigement,
waarvoor de Japanners wel niet
al te zeer zullen terugschrikken.
Zoo spitst de toestand in het
Verre Oosten zich meer en meer
toe. Het einde zal den last
dragen.
Bloedbad in Sjanghaikwan.
De Japanners hebben Dinsdag
Sjanghaikwan ingenomen. De
plaats is nog slechts een rookende
puinhoop, waarin de verbrande
lijken van 500 soldaten en vele
burgers liggen.
Na een moorddadig artillerie
vuur werd de Japansche aanval
ingezet met tanks, infanterie en
cavalerie. Een verbitterd gevecht
van man tegen man ontstond in
de straten, en de eerste storm
aanval werd nog door de Chi-
neezen afgeslagen. Begeleid door
een hevig artillerie-vuur ging de
Japansche infanterie opnieuw ten
aanval, en ditmaal met succes.
Een groot deel van het Chinee
sche garnizoen is in de pan ge
hakt. Het overige gedeelte is
tot op 2 K.M. van Sjanghaikwan
teruggetrokken en houdt daar
stand. Te Singwangtau zijn drie
japansche torpedojagers aange
komen, die trachtten mariniers te
ontschepen. Dit werd echter door
de Chineezen belet.
Woensdag hebben de Chinee
sche bladen de eerste berichten
gepubliceerd betreffende de be
zetting van Sjanghaikwan door de
Japansche troepen.
Volgens Chineesche berichten
is slechts één straat van Sjang
haikwan overeind gebleven. De
Chineesche bladen verklaren dat
de Japansche troepen uiterst heftig
zijn opgetreden en wel niet alleen
tegen Chineesche soldaten, maar
ook tegenover vluchtende burgers
Naar tot nu toe is komen vast
te staan, heeft ook de burgerbe
volking van Sjanghaikwan zeer
ernstige verliezen geleden. Niet
minder dan 800 Chineesche bur
gers zouden gedood zijn.
De Engelsche ambassadeur te
Tokio heeft Woensdag een be
zoek gebracht aan den Japan-
schen minister van Buitenland-
sche Zaken, Oetsjieda, teneinde
opheldering te vragen betreffende
de gebeurtenissen te Sjanghai
kwan.
„Central News" meldt uit New-
York, dat de Amerikaansche re
geering tot Japan een protestnota
heeft gericht in verband met de
gevechten om Sjanghaikwan.
Het protest is in denzelfden
toon gehouden als de Ameri
kaansche nota welke Japan inder
tijd naar aanleiding van de ge
beurtenissen te Sjanghai heeft
ontvangen.
derd en telde het Rijk nog 1076
gemeenten. Deze zijn over de
verschillende provinciën verdeeld
als volgt: Groningen 57, Fries
land 43, Drenthe 34, Overijsel
59, Gelderland 112, Utrecht 71,
^loord Holland 126, Zuid Holland
183, Zeeland 109, Noord-Brabant
161 en Limburg 121.
De beperking van den in
voer van boter is tot 1 Januari
1934 verlengd.
Met schitterende oogen trok zij ne n
Intrekking van bepalingen der
steunregeling.
De Minister van binnenlandsche
zaken heeft de artt. 10, litt. c,
en 20, lid 1 zijner steunregeling
van 15 Jan. 1932 vooronbepaal-
den tijd ingetrokken.
Art. 10, litt. c luidt: Geen
uitkeering wordt verstrekt aan
diegenen, die een jaar of langer
uit een werkloozenkas en/of vol
gens deze steunregeling uitkeering
hebben genoten, zonder in dien
tijd ten minste een maand in het
vrije bedrijf te hebben gewerkt.
Art. 20, lid 1 luidtAan deze
groepen (reglementair nog niet
rechthebbenden, dubbel-uitgetrok-
kenen en ongeorganiseerden)kan
op grond van deze regeling steun
worden verleend gedurende ten
hoogste: le dubbel-uitgetrokke-
nena. 15 weken aan kostgan
gers; b. 21 weken aan gehuwd; n
en ongehuwde kostwinners. 2e.
reglementair nog niet rechtheb
benden en ongeorganiseerdena.
26 weken aan kostgangersb.
35 weken aan gehuwden en
ongehuwde kostwinners.
Het aantal Nederlandscke
gemeenten.
Bij den aanvang van 1933 is
het getal Nederlandsche gemeen
ten met 1 (Cromvoirt) vermin
Wijziging Provinciaal We
genplan.
De verbinding NeuzenAxel
Belgische grens is reeds ten
deele verbeterd, maar de ver
binding tusschen de beide ver
beterde stukken loopt door de
bebouwde kom der gemeente
Axel. Aangezien de tegenwoor
dige toestand van het zuidelijk
gedeelte dezer traverse te eenen
male onvoldoende is voor het
doorgaande verkeer, terwijl dit
en het plaatselijk verkeer een
wederkeerige belemmering voor
elkander vormen is verbetering
noodzakelijk.
Hiervoor heeft de Provinciale
Waterstaat een ontwerp ODge-
maakt, waarbij de noordelijke
aansluiting zal plaats hebben in
het verlengde van de Kerkdreef
in Axel en het nieuwe wegvak
ongeveer de trambaan in hare
huidige ligging zal volgen. Hier
bij wordt dus een gedeelte der
traverse uitgeschakeld. Dc aan
sluiting van den weg Axel
Drie Schouwen aan de traverse
wordt daarentegen in noordelijke
richting verplaatst. De totstand
koming van deze belangrijke
verbetering is afhankelijk van een
subsidieering voor 75 pet uit het
Provinciaal wegenfonds. Deze
bijdrage kan echter eerst in uit
zicht worden gesteld wanneer
het ontworpen weggedeelte op
het Prov. wegenplan is gebracht.
Daartoe moet de lengte van den
weg AxelDrie Schouwen, welke
nu met 1.3 km. op het Provin
ciaal wegenplan voorkomt, wor-
Wardt vervolgd,
AXELSC
(Daitsche vertalint).
21)
Trots en koel zag zij hem aan, tus-
schen haar en den geliefde gaapte een
wijde kloof, waar in al haar geluk
dreigde te worden bedolven
Mijn Godriep hij uit. Golden
die woorden mij
Het zijn mijn afscheidswoorden,
mijnheer Gerrald 1 antwoordde zij met
saamgewrongen handen en tranen in
de oogen. Vergeet mij, zooals ik wil
vergeten, dat ik u ooit gekend heb I
Marie! riep hij met ontzetting
UiL Blijf, om Gods wil blij!
Maar het jonge meisje hoorde hem
hiel meer, zag niet de uitdri k <ing vol
Vertwijfeling op zijn gelaa'. Zij was
heengegaan en zijn hart was aan de
wanhoop ten prooi.
Wat nu, Go,raid 'f vroeg een
stem achter hem, de stem, die hem in
het verderf had gtlokt.
Wat nu? stoof Theobald op, met
vlammend oog. Nu vorder ik reken
schap van jou, Brand!
Mei gebalde vuisten trad hij naar
hem toe en zijn stem was heesch van
drift.
Wees toch nitt gek 1 zeide B^and.
Wil je nu met een vriend breken,
omdat een nufje eindelijk 'n uilspraatje
heeft gevonden, om je den bons te
geven Denk je, dat die trotsche
freule zoo boos is, omdat je uit ver'
Veling even bent gaan spelen? Oi-
zij je wel met een paar woordje,
vermaand hebben. Neen, zij is dat
plebejisch speelgoed moede en daar
om smijt ze 'tin een hoek. Zij heeft
het eerste het beste voorwendsel te
baat genomen en je er toen ongezoi-
ton van langs gegever, omdat jij,
onnoozele jjngen niet merkte, dat je
intimiteit haar mettertijd lastig kon
worden.
Theobald was doodsbleek geworden.
Brand I riep hii bijna kermend
uit. Heb medelijden t
Medelijden Om het gedrag van
die beminnenswaardige freule goed ie
p-aten Wou je 'haar misschien als
een kind huilend achterna loopen?...
Kom, kerel, ga mee, hijsch de vlag
van den opstand en bewijs haar, dat
de rijke molenprins wel zonder een
barones kan leven. Kom vriend,
vooruit, nu zullen wij vrcolijk zijn.
Vive la j jie
Theobald lachte. Het was een akelige
lach, waarvan B_and zelfs schrikte.
Vroolijk zijn, vroolijk zijn I her
haalde Gerrald, mi t een dwalenden
blik. Je hebt gelijk, wij zullen vroo
lijk zijn. Daar aan de groene tafel
zit een vrouw, lichtzinnig, schoon
en niet van adel 1 In langen tijd heb
ik geen mond gekust, ik verlang et
naar in het stof te liggen aan haar
voeten. Kom, ik wil zien of een dan
seres vergeven kan 1
Hij stormde de zaal door en boog
zich over Helöïse's stoel.
Houdt je nog van me, Hekïte?
fl ïisterde hij.
Zij stond op en schudde de lokken
van haar voorhoofd.
Gerrald 1 lispelde xijKom je
eindelijk
mede buiten de zaal.
Kom, geliefde, daar builen schijnt
de maan op den stillen vijver en ver
tollen de groene takken de woorden
van liefde niet over.
Marie liep zwijgend naast haar oom
Frans. Zij had haar hoofd op zijn
schouders laten zinken en weende
bittere tranen. De smart was haar
ook zoo plotseling overvallen, de zoete
droom was verstoord en één kwartier
had over geheel haar levensgeluk be
slist. Dat was verpletterend.
In den vijver iag een eilandje, met
een houten brug aan den oever ver
bonden en door de breede takken van
een dicht geboomte overschaduwd.
Daarheen bracht Frans von Kaïtegg
zijn treurende sicht.
Eensklaps ontstelde zij en bleef als
aan den grond genageld staan.
Dat was Gerrald's stem die zoo luid
en hartstochtelijk sprak, dat was hij,
die daar stond in het heldere maan-
1 cht. En die daar in zulk een achte-
locze houding op de bank zit, met de
handen om de kniëen gevouwen, was
dat niet de danseres Helcïse Chênois
Geschokt tot in het diepst van haar
reine ziel. was de eerste opwelling
der jmge freule t; vluchten en toch
kon zij niet nalaten op hartverscheu-
renden toon te slameten„Laat ons
blijven, oom, ik wil zien of hij mij
reeds geheel vergeten hsefi".
Heltïse 1 klonk Gerrald's stem
hartstochtelijk. Maak mij geen verwijt
van een liefde, die ik niet voor je wil,
niet kan ontkennen. Je hebt mij ge
boeid en betooverd, zooals nooit een
vrouw vermocht en mij den zoeten
drank aan de lippen gehouden, waar*
door men zichzelf en de wereld ver
geet, je hebt mij verblijd en doen
jubelen door je liefde, maar nooit heb
je dat zalige, reine gevoel in mijn hart
gewekt zooals die andere, die ik uit
'tdiepst mijner ziel beminde en die ik
nooit vergeten zal, ook al heeft Brand
duizendmaal gelijk, door te zeggen-,
dat zij met mij heeft gespeeld, mij
nooit lief heeft gehad. Marie heeft
mij opgeheven, een nieuw leven voor
mij ontsloten, doch toen de opbrui
sende hartstocht mij weder ten ver-
derve sleepte, meedoogenloos de hand
van mij afgetrokken. Eens heb ik u
veriaten, Heloïse, omdat ik streefde
naar een hoogte, die ik niet mocht
bereiken, ik rukte mijn litfJe voor u
uit mijn hart. omdat ik mij voor d e
liefde te goed waande. Nu kom ik
terug en smeek opnieuw om dat niet
gewaardeerd geluk, ik buig mij in het
stof... Kunt ge mij terugstooten
Hij was op een knie neergezonken,
wachtend op haar toestemmend ant
woord. Zij boog zich tot hem neder,
maar het was de blik van een ratel
slang, die hem tegenfonkelde en koud
en ongevoelig klonk de stem, die hem
toesiste
Eens, je herinnert me aan eens.»
goed, dan wil ik ook je aan eens
herinneren. Toen heb Je mij in 't
diepst van mijn ziel gekrenkt, mij
veracht, mijn liefde met voeten getre
den en ik zwoer wraak. Je hadt
mij van het losbandige leven op de
planken kunnen redden, maar je hebt
mij gevoelloos teruggestooten en de
danseres veracht, je wilde immers
tot een hoogte stijgen, waar zulke
wormen als ik uit het gezicht ver
dwijnen. Je hield mij eeu talisman
voor. .Daarmede hen ik tegen je
verleiding bestandDit waren je
woorden en ik zwoer» dat je eenmui
zoudt boeten voor elk woord. Je moet
even ellendig voor mij in het stof
liggen, als ik toen voor jou, smeeken
om mijn versmade liefde dit oogen-
blik is nu gekomen en nu houd i k
je m ij n talisman voor. Ken je dit,
Theobald
Zij hief met een ttiomfanfelijken
lach de hand omhoog en het schijnsel
der maan viel op een gouden étui.
Ken je het, Theobald? Dat
moest je de kracht geven om een
meineedige te worden Juich, demon
der wrake, nu ben je door mij
versmaad.
Met een kreet van schrik sprong hij
overeind, maar reeds had zij het
kleinood ver van zich in den vijver
geslingerd. Een plompend, plassend
geluid en alles was stil.
Zoek het nu maar 1 riep zij spot
tend uit. Ik ben gewroken, mijn doei
is bereikt. Heb je freule zoo lief
als je wilt, mij zult ge niet we
derzien. Mijn dolk brengt onge
neeslijke wonden toe. Leef, en denk
aan mij I
Zij vlood heenais een booze
geest stoof zij de marmeren trap
pen op.
Theobald stond or boweegiijk. Daar
werd een zachte hand op zfjn schou
der gelegd. Hij ontstelde en sag op.
Marieklonk het van sijn lippen.
Marie I
Edel en rein stond zij voor hem,
met de oogeu in droevige teederheid
op hem gericht.
Theobald 1 fluisterde zij.
Als verpletterd zonk hij op de bank
neder en verborg snikkend het gelaat
in de handen»