bij het onderzoek van de reke
ningen wel gebleken is, dat het
armbestuur die subsidie hard
noodig heeft en is ertegen om
die post te verminderen. De h.h.
van Bendegem en de Ruijter
kunnen dat getuigen.
Dhr. DE RUIJTER zegt, dat
het armbestuur zijn taak naar
behooren verricht en die post
noodig is. Oude menschen kun
nen niets meer bij-verdienen en
daardoor wordt het armbestuur
belast. Het zal de vraag zijn of
ze in 1932 nog met f9000 toe
komen en daarom prijst spr. het,
dat ze verhooging vragen.
245. Werkschaffing aan werk
loozen f 7000.
246. Verzekeringskosten f 750.
247. Werkloozensteun f 20000.
Dhr. 't GILDE zegt, dat hem
die som buitengewoon hoog
voorkomt. Het vorige jaar zijn
we begonnen met f 6500, wat dan
later f 12750 is geworden.
De VOORZ.Dat is niet juist,
die post is verhoogd tot f30750
en misschien hebben we dan nog
tekort.
Dhr. 't GILDE vindt dat een
buitensporig hoog bedrag en
gezien, dat er nog f7000 is uit
getrokken voor werkverschaffing,
is dat een zeer hoog bedrag voor
de werkloozensteun. Spr. acht
het een daad van voorzichtige
financiëele politiek om zooals
vroeger met een minder bedrag
te beginnen, b.v. metf 15000, om
als het noodig blijkt, dat dan
meer wordt gevoteerd, waarvoor
spr. ook te vinden is. Misschien
begint dit jaar het groote werk
in Terneuzen en gaat de ammo-
niakfabriek weer volop werken,
dan is er zeker minder steun
noodig. De democratische bladen
wijzen op afname van de crisis
en misschien komt er ook licht
in deze duistere tijden. Spr. wil
daarom de begrooting niet zoo
hoog opschroeven.
De VOORZ. merkt op, dat als
dhr. 't Gilde wijst op het voor
zichtig financiëel beleid van vroe
ger, dan datzelfde beleid nog
aanwezig is en als we vroeger
met een minder bedrag voor
steun begonnen kon dat, omdat
er nog wel een paar duizend
gulden uit de begrooting was te
nijpen, maar nu is alles veranderd.
Nu er in 1932 f 30750 voor steun
is uitgegeven, zou het toch geen
wijs beleid zijn, dat we een
voorstel deden tot f 15000. Waar
zou men de andere f 15000 uit
moeten bekrimpen We kwamen
dan tekort en daarom moeten
we den juisten toestand onder
de oogen zien.
Dhr. HAMELINK zegt, dat als
er f30,750 is uitgegeven en nu
f27000 wordt geraamd, dan is
dat al minder, terwijl dhr. 't
Gilde dit bedrag nog te groot
acht, omdat hij straks wil trach
ten de belasting te verminderen,
zoodat er dan een tekort zou
zijn, indien bleek, dat er meer
geld noodig was.
Dhr. DIELEMAN wijst op een
tegenstrijdigheid in het betoog
van dhr. 't Gilde. Deze wil het
bedrag dat voor werkloozenzorg
is geraamd verminderen en aan
den anderen kant de werklooze
landarbeiders f 1 meer geven.
Hoe kan dat vraagt spr.
Dhr. VAN KAMPEN: Ais ik
goed heb verstaan, is er in 1932
begonnen met een som van
f 12500 voor werkloozen zorgen is
dat geklommen tot f30000. Waar
door zijn die f 17000 dan gedekt
De VOORZ.: Door uit alle
mogelijke posten een paar hon
derd gulden te bekrimpen, de
onvoorziene uitgaven en ook het
goed slot van 1931 te gebruiken.
Dhr. 't Gilde Dan blijkt dus,
dat de begrootingen steeds op
geschroefd zijn
De VOORZ. Ik meen, dat de
Raad dankbaar mag zijn, dat dit
systeem is toegepast.
Dhr. VAN KAMPEN berekent,
dat er dus met het bedrag van
het armbestuur inbegrepen wel
f 50000 noodig is geweest voor
ondersteuning
De VOORZ.: Neen, want voor
werkloozenzorg draagt het Rijk
de helft bij.
Dhr. VAN KAMPEN: Het is
uitbetaald en moet dus opge
bracht worden door de belastin-
Keurig is dat weer geworden I
Persil is daar éénig voor
Trouwens, t hielp met glans en glorie
Mij héél twee en dertig door.
Met Persil ga k drie en dertig
Vroolijk lachend tegemoet;
t Is geen kunst om „goed" te wasschen
Als Persil het voor je doet.
t Beste wat ik jou kan wenschen,
Voor je zélf en je gezin
Neem Pepsil, want daar zit elke
Wensch voor drie en dertig in.
spermann fe Go's Handel M
gen. Spr. acht dat een zeer
ernstige zaak en is verwonderd,
dat B. en W. in dat verbanc
geen andere voorstellen hebben.
De VOORZ.: Het zal de vraag
zijn of we ermee toekomen.
Dhr. VAN KAMPEN Dan kan
het misschien wel f60000 wor-
dnn? En verwachten B. en W.
dan, dat de opbrengsten der he-
lastingen dezelfde blijven Spr.
gelooft van niet.
De VOORZ. zegt, dat dit is
I geraamd in overleg met den
inspecteur der Dir. Belastingen
ofschoon onvoorziene omstandig
heden altijd mogelijk zijn, maar
spr. meent, dat we nu toch nog
aan den veiligen kant zijn.
Dhr. 't GILDE wil er ook nog
iels van zeggen, ofschoon hij
het moeilijk vindt om met dhr.
Hamelink te debatteeren. Spr.
neemt de werkloozen niet als
reclame-object. Spr. zou inder
daad de landarbeiders meer steun
willen geven, om dezen met de
fabrieksarbeiders gelijk testellen,
maar beter was het misschien
den steur, der fabrieksarbeiders
te verminderen. Spr. houdt vol,
dat in 1932 met f 6500 is begon
nen en f 5000 voor de werkver
schaffing, waaraan nog f 1000 is
toegevoegd, Dat is dus f 12,500
en geen f 30,000 zooals dhr. Ha-
meltnk zegt. De wethouders in
de groote steden weten dat veel
gemakkelijker te vinden.
Dhr. HAMELINK beroept zich
op den Voorz., die zelf gezegd
heeft dat f 30,000 is uitgegeven,
zoodat we er nu nog f3000 be
neden zijn. En als dhr. 't Gilde
op voorbeeld van Amsterdam
maar wil leenen, als er meer
noodig blijkt, dan &ht spr. dat
ook geen voorzichtig beleid van
dhr. 't Gilde. Spr. beschouwt ook
in geenen deele de werkloozen
als reclame-materiaal, maar wil
hun voldoende ondersteuning
toezeggen. En daarom kan spr.
niet met dhr. 't Gilde meewerken
om van het benoodigde bedrag
een som af te nemen om dan
straks belastingverlaging te kun
nen voorstellen en als blijkt, dat
er tekort is, maar te gaan leenen.
Dhr, DE RUIJTER berekent,
dat de loopende post met f7600
is verhoogd doordat pas nog
f3000 is gevoteerd. Als men nu
dus op de begrooting f 5000
minder wil zetten, zou het in
werkelijkheid f8000 minder zijn.
Nu kan men wel veel franje op
hangen, maar men moet met de
werkelijke feiten rekening houden
en dan heeft spr. geen vrijheid
de post te verlagen.
Dhr. VERSCHELLING wil de
post verlagen en zal als er later
meer noodig blijkt de eerste zijn
om er voor te stemmen. Hij zou
de steun op denzelfden voet
willen voortzetten en zoo moge
lijk nog verbeteren.
De VOORZ.IJ wil ze dus
alles geven, maar niet het geld
beschikbaar stellen? Dat is
struisvogelpolitiek. Als men de
steunregeling wil handhaven,
eischt de consequentie, dat men
ook de belasting moet durven
verhoogen. Het is wel een mooi
gebaar om te zeggen ik wil de
menschen geven, wat ze noodig
hebben, maar ook niets meer dan
een gebaar, als men de hand op
de beurs houdt voor de belasting,
waarvan toch ten slotte het geld
moet komen.
Dhr. VAN KAMPEN wil niet
den post verwerpen zonder meer
maar vraagt zich af: Is de tijd
niet gekomen, om de steunrege
ling te herzien, door b.v. een
norm per jaar te nemen Iemand,
die een half jaar werkte en een
half jaar steun genoot, komt nu
aan een hooger inkomen, dan
iemand, die het geheel jaar door
werk had. En daarmee kan spr.
zich niet vereenigen. Het spijt
spr., dat B. en W. in dat verband
geen voorstel hebben en vraagt
of men in een tijd, dat er werk
is, niet beter de steun stop zou
zetten
De VOORZ. zegt dat zulks
moeilijk te beantwoorden is, maar
wil het ter overweging geven van
de commissies.
Dhr. VAN KAMPEN gelooft
dat dan de uitgaven lager zullen
zijn en anders moet men de
steunuitkeering verlagen. Door
de bestaande methode wordt het
getal werkloozen steeds grooter.
De werkgevers mogen er niet
tegen zijn hun menschen te ont
slaan, als deze meer aan steun
trekken, dan ze verdienen kunnen.
En hoe denkt men over de groep,
die over het algemeen niet meer
inkomen geniet dan de steun
trekkers en nochthans in den
vorm van belasting in de steun
helpen meebetalen Is het mo
reel verantwoord om die men
schen hooge lasten op te leggen
Dhr. ORTELEE is niet voor
het idee om den steun te ver
lagen of daarnaar het loon te
regelen. Dan krijgen we den tijd
van 30 jaar geleden weer terug
en dat wenscht spr. niet.
Dhr. OGGEL Dat wenschen
we geen van allen, maar als de
nood dringt, zal het wel moeten.
Maar dat hebben we niet in
onze macht. Dhr. Ortelee heeft
het recht zijn- meening er over
te zeggen, maar men kan daar
tegenover ook zijn sympathie uit
spreken over het gesprokene van
dhr. Van Kampen. Daarom staat
ook het voorstel van B. en W.
tegenover het advies der steun-
commissie, omdat we er tegen
zijn, dat menschen die werken
willen, alzoo nog gestraft zouden
zijn. Toch moet men de posten
niet te schriel zetten en zoo is
ook de geraamde post voor
werkloozenzorg noodig, omdat in
de overige posten geen bron zit,
waarop gepot kan worden. Men
moet vertrouwen stellen in het
college van B. en W., dat een
en ander nauwkeurig bestudeerd
heeft.
Dhr. VERSCHELLING is tegen
verlaging van de steunnormen,
zooals dhr. van Kampen wil.
Spr. deelt mede, dat hij en dhr.
't Gilde na 't gehoorde zullen
stemmen voor den post van B.
en W. voor werkloozensteun,
onder voorbehoud, dat de land
arbeiders f 1 meer krijgen.
Dhr. HAMELINK: Die groep
't Gilde is dus van zijn voorstel
teruggeschrokken
Dhr. VAN KAMPEN wil de
uitkeering niet hooger, dan de
loonen in 't landbouwbedrijf zijn.
Dhr. ORTELEEDan zullen
ze gauw weer op 75 cent per
dag staan
Dhr. SEGHERS is daar ook
tegen.
De VOORZ. geeft dhr. van
Kampen in overweging om dat
eens ernstig te bekijken alvorens
een voorstel te doen.
Hierna wordt de post m. a. s.
gehandhaafd.
Bij dit punt komt ook aan de
orde het voorstel van dhr. Ha
melink om kolenbonnen te ver
strekken, zooals in een Ministe-
rieele circulaire is bedoeld en
waarvoor het Rijk 50 pet. bij
draagt.
B. en W. stellen voor gehoord
de steuncommissie, f 1 bijslag te
verleenen aan de werklooze
steuntrekkers, die daartoe het
verzoek doen en het noodig heb
ben, gedurende de maanden De
cember, Januari en Februari.
Over Maart kan nader worden
beslist.
Dhr. ORTELEE juicht dat toe,
maar zou degenen, die voor een
klein loon werken eveneens in
de gelegenheid stellen.
Dhr. VERSCHELLING gelooft
dat de menschen die uit de
bondskassen trekken er ook niet
in begrepen zijn en deze ont
vangen minder dan de werklooze
steuntrekkers. Ze krijgen f8,40
uit hun kas, waar 59 ct. contri
butie afgaat, is f7,81 en de
steuntrekkers krijgen f8 plus 75
ct. kindertoeslag en f 1 voor
kolen.
De VOORZ. bevestigt wat Or
telee en Verschelling zeggen,
maar die menschen zijn niet
door den Minister bedoeld en
wordt dus daarop geen toeslag
gegeven. Dat zijn dan nieuwe
voorstellen.
Dhr. HAMELINK vraagt, waar
om er 2 maanden van den termijn
voor de kolenbons zij i afgetrok
ken. De Minister spreekt toch
van een termijn November tot en
met Maart? Het is krenterig van
B. en W., dat ze nu ze de gele
genheid hebben om de menschen
voor half geld aan kolen te hel
pen, ze er weer 2 maanden af
trekken en dat van menschen,
die van een veel te laag inkomen
moeten leven.
De VOORZ.: B. en W. ach
ten het niet noodig. November
is voorbij en voor Maart kunnen
we zien. Als we hetzelfde be
drag, dat uitgetrokken is over 4
of 5 maanden verdeelen, krijgen
ze maar 75 ct., dus is het dan
hetzelfde. B. en W. vonden het
beter dat niet te doen, maar we
moeten rekening houden met de
middelen.
Dhr. HAMELINK acht dat geen
reden en stelt voor den kolen-
toeslag toe te passen, zooals de
Minister aangeeft.
Dhr. VERSCHELLINGKan
er ook aan toegevoegd worden,
dat het geldig is voor menschen
van de bondskassen
Dhr. OGGEL: Als we 't zelf
betalen.
De VOORZ En dan moeten
we 't nog aan den Minister vra
gen, want ook dan zijn we niet
vrij, omdat we een verklaring
hebben moeten geven, dat de
regeling wordt toegepast zooals
Z.Exc. aangeeft.
Dhr. SEGHERS zou het ook
noodig achten voor menschen, die
zelf niet werkloos zijn, maar
werklooze kinderen hebben. De
zen hebben het ook moeilijk.
De VOORZ. Dat zijn afzon
derlijke regelingen.
Dhr. VAN KAMPEN ziet hier
weer dezelfde onbillijkheid, dat
menschen die het harder noodig
hebben dan steuntrekkers, niet
geholpen worden. Hij zou alleen
een kolenbon willen verstrekken
aan degenen, die het noodig
hebben.
De VOORZ. zegt, dat men er
nog lang over praten kan, maar
men zich aan den Minister heeft
te houden, Hij brengt in stem*
ming het voorstel-Hamelink om
van Nov.Maart bonnen te ge»
ven. Dit wordt met 7 tegen 4
st. verworpen. Voor stemmen de
h.h Hamelink, Ortelee, Seghers
en Dieleman.
Het voorste! van B. en W.
wordt aangenomen met 10 tegen
1 stem van dhr. Van Kampen.
Nu komt aan de orde een voor*
•TT-
M if