vre. Zij heeft slechts ten doel de autoriteit van den staat en de openbare orde en veiligheid iu Pruisen te herstellen op een bo- venpartijdigen grondslag. Daarom heeft de Rijkscommissaris zich er toe beperkt de ontheffing van den premier en den minister van Binnenl. Zaken uit hun functies te doen plaats hebben en de andere ministers op hun posten te laten. De staatsrechterlijke positie van Pruisen is door deze maat regelen onaangetast gebleven. De autoriteit van den staat is slechts verzekerd, indien de staatsburger de overtuiging mag hebben, dat alleen volgens staatspolitieke ge zichtspunten regeerd wordt, wan neer hij erkennen kan, dat het het voornaamste streven van alle functionnarissen van den staat is rechtvaardig te zijn. De ontwik keling van de politieke verhou dingen in Pruisen heeft deze basis niet duidelijk meer doen uitkomen. In de deelen van het land, waarin het gevoel „rechtvaardig te worden geregeerd" bij over- groote volksdeelen, niet meer bestond, moest de autoriteit van den staat door de verwijdering van persoonlijkheden die de ob jectieve besluiten niet steeds op bekwame wijze hebben uitge voerd, hersteld worden. Het herstel van de orde heeft als voorwaarde dat de staat vooruitziet en met vaste hand, die groepen bestrijdt, welke zich de' verstoring van de openbare orde ten doel hebben gesteld. Het is niet voldoende wanneer de macht van den staat tegen ordeverstoringen eerst wordt aan gewend, indien de ordeversto ringen reeds hebben plaats gehad. Met deze bedoeling komt ook overeen mijn vaste besluit alle maatregelen voor een geordende afwikkeling van den verkiezings strijd en de verkiezingen zelf te treffen. Ten slotte zou ik in alle open lijkheid den wensch willen uit spreken, dat het ook in Pruisen zal gelukken zeer spoedig geor dende parlementaire verhoudin gen te herstellen en het com missoriale beheer van het land Pruisen te vervangen door een door den Landdag gekozen re geering. In Berlin. In vijf minuten kan velerlei gebeuren. Verrassend snel, zoo als indertijd de val van Brüning kwam nu de afzetting van de Pruisische regeering. In beide gevallen zag men de gebeurtenis sedert weken aankomen, maar de oplossing kwam als een blik semslag bij helderen hemel. Ver rassend niet alleen voor het groote publiek, maar evenzoo voor de direct er bij betrokkenen. Wat nu Oproer, burgeroorlog, algemeene staking, moord en doodslag? Niets van dat alles. Berlijn was Woensdag zoo rus tig als het in maanden niet is geweest. Geen moorden en geen overvallen hebben plaats gehad. Sedert Woensdag kon men weer ongestoord door Berlijn wande len, zonder te vreezen aangeval len te worden. Tot Woensdag was er in Berlijn en in andere Pruisische steden feitelijk burger oorlog, waarbij dagelijks slacht offers vielen. Aan de aanplakzuilen prijkten tot 20 Juli de communistische biljetten, waarin tot strijd tegen de „bruine pest" werd aange spoord. Verzoeken der nazi's aan minister Severing om die plak katen te verwijderen werden ge weigerd. In zijn radiorede heeft rijks kanselier von Papen, in zijn toe lichting van den staat van beleg, openlijk het verband tusschen de Pruisische regeering en de wan daden der communisten uiteen gezet, waar hij zegt: „De Rijks- regeering heeft vastgesteld, dat j de ontwikkeling der politieke j verhoudingen in Pruisen aan een reeks vooraanstaande personen de gelegenheid heeft benomen om de noodzakelijke maatregelen tegen de staats vijandelijke werk zaamheid der communisten te i treffen. Wanneer bijv. hooge staatsambtenaren in Pruisen er de hand toe leenen te verdoeze len, dat de leiders van de com munisten plan hebben terreur uit te oefenen en wanneer een Pruisische politiepresident open lijk zijn partijgenooten opwekt om de kringen der communisten niet te storen, dan wordt het staatsgezag ondermijnd op een wijze, welke voor de veiligheid van den Staat onverdragelijk is". Deze toelichting zegt alles. Al leen de vaste hand heeft ontbro ken om de communisten, die zoo lang onder den dekmantel van de socialistische Pruisische regeering konden ageeren onder den duim te houden. Wanneer het ingrijpen der re geering eenige weken eerder had plaats gehad, zouden er vele kost bare menschenlevens gespaard zijn. Alle vrees voor bloedige on lusten zijn ongegrond. „Das Mi- liiar", dat thans het opperste ge zag uitoefent, laat niet met zich spotten. Nu de doodstraf gesteld is op gewapende aanvallen, blij ven ze achterwege en zoo er toch iets van dien aard zou plaats hebben, zal er korte metten mee worden gemaakt. In de voornaamste straten van de binnenstad gaat het lever, ge woon zijn gang. Er zijn geen volksoploopen en men kan rustig blijven staan, zonder een Schupo tot doorloopen te worden aange maand. De groote auto's met de vreemdelingen rijden door de stra ten en de gidsen verkondigen met hun luidsprekers de gebruikelijke wijsheden over de bezienswaar digheden. Alleen maken de men- schen, bij nauwkeuriger toekijken een anderen indruk. Zij zien er vrijer en vroolijker uit, als waren zij van een zwaren druk verlost. „Eindelijk", het was ook hoog tijd, zoo hoort men menigeen zeggen. Te verwachten is, dat de groote schoonmaak, welke met de afzetting der minsters is be gonnen in Pruisen snel en ener giek ten einde zal worden ge bracht. Men herinnert eraan, dat van alle politiepresidenten in Pruisen er slechts twee vakmenschen zijn, terwijl alle anderen alleen op grond van hun lidmaatschap van de sociaal-democratische partij in deze hooge ambten zijn be noemd. Wanneer hier zoo krachtig wordt ingegrepen, zooals men begonnen is, dan zal in Pruisen spoedig algeheele rust intreden. Het denkbeeld van een alge meene staking heeft men in so ciaal democratische kringen spoe dig laten varen, toen men zag, dat er tuchthuisstraf op stond, of dat men de kans liep voor de geweren te komen te staan. Ook kan men geen algemeene staking uit politieke gronden proclamee- ren in een land waar 6 millioen werkloozen zijn, van wie meer dan twee millioen nazi's, die on middellijk in de plaatsen der sta kers zouden treden. Dit wapen was wel scherp tijdens den Kapp- Putsch, toen het stakingsparool van de regeering uitging en er slechts weinig werkloosheid heerschte, maar heden is dit wa pen onmiddellijk bot Voorspellen in een veelbewo gen tijd is niet doenlijk, doch zoover men de ontwikkeling der jongste gebeurtenissen kan over zien, kan men gerust van meening zijn, dat waar Berlijn thans in tegenstelling met vorige weken, de kalmste stad ter wereld is, dit ook in de naaste toekomst zoo zal blijven. Vast staat, dat de regeering von Papen en de nieuwe Pruisische regeering het staatsgezag vast in handen hebben genomen en van plan zijn het te behouden. AXEL, 26 Juli 1932. Zondagavond had op den hoek Weststraat—Zeestraat weer eens een botsing plaats tusschen een tweetal luxe-auto's, nl. uit Hulst en IJzendijke. De wagens reden met matige snelheid en alzoo was slechts een gedeukt spatbord de eenige schade. Gelukkig dat het Zondag was, en tijdverlies niet voor schade in aanmerking komt, want de menschen (inzonderheid de eenige vrouwelijke passagier uit IJzendijke) bleven, ofschoon ongemotiveerd, een geruimen tijd kakelen over de schuldvraag, wat natuurlijk een oploopje ver oorzaakte van menschen, die uit de buurt aan kwamen snellen op het gerucht, dat hen uit hun rustige Zondagavondsfeer opschrikte. Raadsvergadering. In de hedenmiddag gehouden vergadering van den Gemeente raad werd mededeeling gedaan van de volgende ingekomen stukken: a. Bericht van den Min. van Econ. Zaken en Arbeid, dat de verordening ingevolge de Win kelsluitingswet bij Kon. Besluit van 21 Juni 1932, is goedgekeurd. b Bericht van goedkeuring van Ged. Staten op het Raads besluit, waarbij de gasfabriek als tak van dienst is aangewezen. c. Idem waarbij aan J. Goos- sen een perceel bouwgrond is verkocht. d. Idem, betreffende begroo- tingswijzing van de Gemeente dienst 1931. e. Idem, van het Gasbedrijf f. Idem, van het Vleeschkeu- ringsbedrijf. g. Bericht van Kon. goedkeu ring van de verordening op de heffing van het vergunningsrecht voor verkoop van sterken drank in het klein en op de heffing van verlofsrecht voor verkoop van zwak alcoholischen drank in het klein. h. Bericht van goedkeuring van Ged. St. op het Raadsbesluit tot wijziging van het lesrooster van de Openbare Lagere School. I. Bericht van verdaging der beslissing op het Raadsbesluit, ^houdende verordening op het beheer en het kasbeheer der Gasfabriek. j. Bericht van goedkeuring op de begrooting dienst 1932. Hierbij wordt volgens het pre advies van B. en W. de opmer king gemaakt, dat de begrooting geen reëel beeld van den toestand geeft en in werkelijkheid een te kort aanwijst, o a. dat op de post „Opbrengst Gemeentefondsbelas ting" f 1320 te veel is geraamd, wat voordien een bedrag van f2.000 uitmaakte. Dit laatste bedrag is inmiddels door een nadere raming van den Inspecteur tot f 1320 teruggebracht. Uit de dezer dagen opgemaakte kohieren van schoolgelden blijkt, dat het totaal van die kohieren f 1400 hooger komt, dan de raming. Door deze uitkomst wordt het evenwicht in de begrooting her steld. Overigens zal de begroo ting 1932 met eenige zorg tot een goed einde uitgewerkt kunnen worden. Voor de werkloozenzorg kan geen voorspelling worden gedaan. B. en W. verwachten, dat de uitgaven voor dit doel niet zoo hoog zullen gaan dan in het le halfjaar. In het le halfjaar 1932 is aan steun en werkverschaffing uitgegeven een bedrag van f 19 718. Het Rijk draagt hierin 50 pet. bij. De vooruitzichten op de landbouwoogst geven de verwachting van eenig werk al is het niet voor een te langen tijd. B. en W. zullen er naar streven in de begrooting van 1932 nog een behoorlijk bedrag te vinden voor de werkloozenvoor- ziening. k. Schrijven van den Directeur van de gem. gasfabriek, naar aanleiding van een in de vorige Raadszitting voorgesteld tarief voor bakkersgas. Dit schrijven luidt aldus In het bezit van uw geacht schrijven dd. 2 dezer, betreffende het tarief voor bakkersgas, deel ik u hierbij beleefd mede, dat het tarief zooals dat werd voorgesteld in de vergadering van den Raad, niet in het belang is van het bedrijf en niet in het belang van den verbruiker, om de navolgende redenDe verbruiker wenscht gas te betrekken tegen 5 cent per M. Nu is de vraag, kan het bedrijf tegen dien prijs gas ver1 koopen voor het bestemde doel. Dit is ongetwijfeld mogelijk. De berekening wordt dan als volgt Verbruiker heeft in zekere maand 530 M. gas verbruikt ad 5 ctis f 26,50. Volgens het tarief ter Raadszitting voorgesteld zou voor dat verbruik de volgende berekening noodig zijn 300 M ad 6 ct. f 18, 200 M. ad 5 ct. f 10,— 30 M. ad 4 ct. f 1,20 530 M. f 29,20 Dat deze laatste berekening niet in het belang van den ver bruiker is, valt dadelijk in het oog. Hij zou f2,70 meer n\oeten be talen. Ook voor het bedrijf is laatstgenoemd tarief geen belang. Men gaat hier gas leveren tegen 4 ct. per M., hetgeen onder deze omstandigheden ieder wel als een bezwaar zal zien. De fout van het ter Raadsver gadering voorgestelde tarief is, dat men is uitgegaan van ver onderstellingen en geen rekening werd gehouden met het speciale van het geval. De verbruiker heeft niets aan een tarief van 300 tot 500 M., ook niet aan een tarief tot 700 M., om de een voudige reden, dat zijn verbruik steeds tusschen 500 en 600 M. per maand is. Het voorstel van Burg. en Weth. en Gascomm. was be hoorlijk op de practijk gebaseerd. Dit moet ook in dit geval, daar het slechts één verbruiker betreft. Bij ons heeft ook nimmer de bedoeling voorgestaan om een bakkersgastarief in den vollen zin van het woord in elkaar te zetten. Steeds was het de be doeling om den verbruiker gas te leveren tegen 5 ct. per M niet om daarvoor een speciaal tarief vast te stellen, doch om een overeenkomst tusschen de partijen te maken. Het is nu eenmaal niet wel mogelijk, om voor een speciaal geval een tarief te bepalen. Dit moet door onderhandeling ge beuren. Welnu, de verbruiker vroeg om gas te betrekken tegen 5 ct. per M., voor zijn tegenwoordig ver bruik. Dit is mogelijk voor het bedrijf. Wat kan er dan tegen zijn, om dit voor partijen bevre digend contract af te sluiten Dat is, naar wij meenen, goede koopmanspolitieic Ik hoop hiermede te hebben aangetoond, dat èn het belang van het bedrijf èn het belang van verbruiker gediend zouden zijn, als Burg. en Weth. en Gas comm. ook dit geval konden behandelen als „speciaal", en dat het niet in het belang is van het bedrijf hiervoor een algemeen tarief vast te stellen, dat voor den verbruiker niet van belang is. (Get) K. WIECHMANN. I. Dato 24 Juli deelde de Dir. der gasfabriek mede, dat de heer P. J. Scheele een schrijven had gezonden, dat hij als gevolg van de besprekingen in den Raad geen gas meer wenschte te ge bruiken. Aanst. Maandag moeten we aldus schrijft de directeur de leiding afbreken en den meter weghalen. U zult kunnen begrij pen, dat ons dit bericht zeer treft, terwijl de naam van ons bedrijf hierop niet zal vooruit gaan. Particulieren hebben nu een maal een hekel aan publiciteit ten opzichte van hun zaak. Het schrijven van dhr. Scheele luidt als volgt Door aanschaffing van een nieuw systeem verwarmingsap paraat ben ik zoo vrij om uw geacht college bekend te maken, dat ik recht tot mijn spijt de gasafname van af heden stop zet. Ik vind het erg jammer, temeer omdat ik altijd met genoegen samen met de Directie der gas fabriek in alle opzichten jaren lang prettig gewerkt heb, 't welk voor beide partijen van groot belang was. Waren er bedrijfs- stoornissen, zij werden direct verholpen. Het kwam zelden voor, maar was er iets niet in orde, direct was er alle mogelijke hulp aanwezig. Ik kan dan ook niet anders dan mijn dank be- tuigen, aangaande den Directeur en verder gevolg. Dan tenslotte kan het ook niet onder behandeling blijven, de zaak is nu mijns inziens al ge noegzaam bekend. Wil intusschen de gasprijsher- ziening, wat mij betreft, van het program schrappen. (Get.) P. J. SCHEELE. m Schrijven van den direc teur der gasfabriek over het be zoek van dhr. P. van Bendegem, raadslid, waaromtrent deze in de vorige vergadering vragen stelde. Dit schrijven luidt aldus: Na dat ik het raadsverslag van de vergadering van 3 Juni j.l. had gelezen, en in verband met een opdracht van den boekhouder, meende ik verplicht te zijn, in zake het bezoek aan de gasfabriek van dhr. Van Bendegem, een nader onderzoek in te stellen. Bij dat onderzoek is gebleken, dat dhr. Van Bendegem zich over de spoorlijnen van de Maatsch. Mechelen-Terneuzen toegang tot de gasfabriek had verschaft. Bij de kolentransportinrichting ston den een paar menschen, waarbij genoemde heer zich vervoegde onder mededeeling, „dat hij de boel eens kwam bekijken". Er is toen gevraagd, of hij wellicht den directeur wilde spreken, waarop dhr. Van Bendegem ant woordde „neen, neen, dat is niet noodig, ik wil alleen de fabriek maar eens zien". In het Raadsverslag stond, dat dhr. Van Bendegem zou gevraagd hebben of de directeur ook thuis was en dat hij daarop een ont kennend antwoord zou hebben gekregen. Indien het raadsver slag juist is, dan komt deze mededeeling wel in een ander daglicht te staan. Dhr. Van Bendegem is daarop met den stoker naar boven ge gaan, hij is daar bij het laden van een paar retorten geweest, is mede geweest naar main en stoomketel, hij is vervolgens den stoker achterna geloopen naar zuiverhuis, motoren, persinstal latie en naar de machinekamer en is daarna langs denzelfden weg als hij was gekomen, weer vertrokken. Tegen een dergelijke handel wijze meen ik ernstig te moeten protesteeren. Niet alleen heeft hij een persoon op die manier van het werk gehouden, doch het verblijf in lokalen der fabriek, zonder mijn medeweten, kan zeer gevaarlijk zijn. Het kan immers voorkomen, dat door stagnatie in het bedrijf zich gas in de lokalen bevindt. Welke gevolgen kan in zoo'n geval een brandende pijp of sigaar hebben Bovendien kunnen den bezoe ker nog meer ongevallen treffen en dan komt natuurlijk de schuld vraag. Het spreekt vanzelf, dat wij ons niet garant verklaren voor eventueele ongevallen die kunnen voorkomen, doch daarom temeer moet men niet op eigen gelegenheid bezoeken brengen. U zult het wel met mij eens zijn, dat ik na het lezen van het verslag verplicht was een en ander te onderzoeken, en te uwer kennis te brengen. Waar dhr. Van Bendegem vol gens het verslag nog zeide, dat de gemaakte aanmerkingen voor hem geen reden zouden zijn, om van de gasfabriek weg te blijven, als hij het noodig oordeelt daar te moeten zijn, zou ik hem toch ernstig in overweging willen ge ven, om zich eerst bij mij, of ten kantore van den boekhouder aan te melden. Bij niet nakoming daarvan zou ik in mijn verplich tingen tegen uw college tekort komen, als daarop geen aanmer king zou worden gemaakt, aan gezien orde en regel toch ook zeer zeker door u worden geëischt. Beleefd verzoek ik u dit schrij ven ter kennis van den Raad te brengen. (get.) K. WIECHMANN. n. Over dit zelfde onderwerp schrijft de boekhouder der Gas fabriek het volgende Ingevolge ontvangen opdracht deel ik u hierbij beleefd mede, dat de mededeeling yan dhr. van Bendegem inde Raadsvergadering van 2 Juni volkomen juist is, voor wat betreft mijn opmerking aan stokers, dat deze heer bij zijn bezoek aan de gasfabriek daar geen zaken had. Zooals u opmerkt, heb ik die aanmerkingen niet gemaakt tegen een bepaalden stoker,- maar tot

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1932 | | pagina 2