'J
Nieuws- en Advertentieblad
voor Z e e u w s c h - V1 a a 11 d e r e n
FEUILLETON.
Een moeilijke taak.
No. 80.
VRIJDAG 15 JANUARI 1932
47 e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Oproep voor Geestelijken
Crisis-Arbeid.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Greete letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag II ure.
(Ingezonden).
Toen eenige weken geleden het
Koninklijk woord door den aether
klor.k en als gevolg van den nood
der tijden een Crisis-Comité werd
opgericht, was er over de geheele
linie van het Nederlandsche volk,
met slechts enkele uitzonderingen,
een medeleven en instemming.
Afgedacht nog van de stoffelijke
resultaten ten behoeve van hen,
die het meest door den crisisnood
zijn getroffen, maakte het Konink
lijk initiatief bovendien door
de samenwerking der talrijke per
sonen en lichamen van verschil
lenden aard een weldadigen
indruk.
Want, behalve dat het den
noodlijdenden weer wat moed
gaf en hen, die nog wat te missen
hadden, opscherpte in het be
oefenen der liefdadigheid
bracht het ook de helpenden
dichter bij elkander.
In crisis-tijden leert men de
saamhoorigheid van een volk
ook van ons Nederlandsche volk
het beste kennen. We hebben
dan ook direct de practische uit
werking van deze Koninklijke
daad gezien en ons verblijd in
de samenwerking van personen
en lichamen, die in gewone tijden
niet slechts naast maar soms
veelal tegenover elkaar staan.
Evenwel hoe dankbaar we
ook voor dit werk kunnen zijn
we weten maar al te goed,
dat er naast den stoffelijken nood
ook een groote geestelijke nood
is onder ons volk; niet alleen
een vervreemding van kerk en
godsdienst, maar ook een ver
twijfeling onder den druk der
omstandigheden. Meer dan ooit
is er dus in dezen tijd behoefte
aan een geloofsversterking, aan
opfrissching van kennis van het
eeuwig blijvende Woord Gods
en het bewustzijn dat er is een
persoonlijke Zaligmaker naar de
Schriften.
„Als de vijand komt als een
stroom, zal de Geest des Heeren
de banier oprichten". (Jesaja 59
vers 19). En dit werk des Hei
ligen Geestes is behalve de
prediking van het Evangelie aan
onbekeerden en de persoonlijke
toebereiding der geloovigen
ook het verzamelen onder één
banier, van de geloovigen, een
demonstratie van de eenheid der
kinderen Gods
Eén in den naam van Jezus,
Eén zin en één gemoed
Eén ia 't geloof der Schriften,
Eén in 'r verzoenend bloed.
Eén Vader, Die ons liefheeft,
Eén Zoon, Die stierf aan 't kruis
Eén Geest, Die leidt door 't leven,
Eti itraks één Vaderhuis.
In aansluiting met mijn hier
boven medegedeelde overweging,
werd mij de gedachte in het hart
gegeven, om de Nederlandsche
geloovigen op te roepen tot een
crisis eenheid en crisis arbeid,
zonder dat men daardoor die
kerk, kring of arbeid, waaraan
men naar geweten gebonden is,
behoeft te verwaarloozen.
Of om het wat meer te preci
seeren om een oproep te doen
tot hen die ervoor in aanmerking
komen, om te trachten te geraken
tot het houden van
geesteltyke crisis-conferenties,
kleinere en grootere in alle deelen
van ons land conferenties, waar
op het Evangelie zoo Schriftuurlijk
en eenvoudig mogelijk gebracht
wordt en waarbij de oogen der
geloovigen uit het staren op de
donkerheid van onzen tijd worden
opgeheven tot het licht van de
Morgenster, Die ons den blijden,
komenden dag aankondigt. Con
ferenties, waarop verschillende
richtingen de handen in eikaar
leggen, om gezamenlijk te wijzen
naar de ééne-noodige richting, die
wij in dezen crisis-tijd boven alles
moeten kennen.
Laat het beschamend voorbeeld
van het Koninklijk Crisis-comité
ons nopen, om hetzij wij Her
vormd, Gereformeerd, Luthersch,
Vrij Evangelisch, Baptist, Heil
soldaat of wat ook zijn in
geestelijk opzicht dat „ééne ding
te doen dat noodig is" in deze
4)
Zij schenen het geval vermakelijk te
vinden en hadden zoo'n pret met el
kander, dat ik een oogenblik weer
vreesde, dat het een paar pages waren,
die zich vermomd hadden.
De koning nam het woord en zeide
We hebben ons niet vergist, niet
waar de Mornay
Neen, sire, antwoordde deze,
dit is inderdaad jonkheer de Marsac.
Ik haastte mij om mijn verontschul
digingen aan te bieden. De koning
liet me echter niet uitspreken en zeide
op buitengewoon vriendelijken toon
Van de Marsac uit Bretagne,
mijnheer
Dezelfde, sire.
Dan bent u familie van de Bonne
Ik ben de laatste afstammeling
van dat geslacht, sire, antwoordde ik
eerbiedig.
Hij heeft zijn rol gespeeld, zeide
de koning, terwijl hij met zijn ge
wonen eenvoud ging zitten. Uw leus
is: „Bonne foi" nietwaar? En Ma sic
ligt niet ver van Rennes aan de
Vilalne, naar ik meen.
Ik antwoordde bevestigend, en voeg
de er bij, dat het me aan het hart
ging om een zoo hoog personage in
een dergelijke armoedige omgeving te
moeten ontvangen.
Nu, ik moet bekennen, viel de
Mornay mij in de rede, dat u wel een
wonderlijke smaak hebt, mijnheer de
Marsac, om uw meubelen bij elkaar
te zoeken.
De Mornay, zeide de koning
sche>p.
Sire!
Pas op! Je brandt je mouw bijna
aan de kaars. Pas op.
Ik begreep heel goed wat de koning
bedoelde en ik moet toegeven, dat de
opmerking van de Mornay mij het
bloed naar het gelaat j eg. Een oogen
blik later was ik er echter verheugd
over, dat hij ze geuit had, want het
had mij de gelegenheid gegeven de
goedheid van mijn koning te mogen
ondervinden.
De koning van Navarre was op dit
oogenblik vijf-en-dertig jaar oud. Hij
had bruin haar, zijn teint was gehard
en zijn snor begon reeds te grijzen.
Zijn trekken, die van nature iets kouds
en trotsch hadden, konden op een
oogenblik levendig en zelfs vriendelijk
zijn. Daar hij van zijn jeugd af
aan gevaar was blootgesteld, had hij
er piezier in gekregen om het te
trotseeren en de uitbundige vroolijk
heid, waarmede hij het onder de oogen
zag, deden hem voor roekeloos dooi-
gaan. Toch was hij dit zeker niet,
integendeel, ik ken bijna niemand, die
voorzichtiger te werk ging bij het be
ramen van plannen.
U bert nu zeker wel heel nieuws
gierig. mijnheer de Marsac, begon de
koning, wat mij hier bij u brengt,
vooral daar het avond is en dan op
zoo'n geheimzinnige wijze. Ik zal het
u uitleggen, Maar eerst wil ik u zeg
gen, dat mijn bezoek u niet metijdele
hoop moet vervullen, want al betreur
Ik het ten zeetste, dat u in zulke
moeilqke omstandigheden bent, het is
mij onmogelijk u in mijn dienst te
nemen, daar ik al veel te veel men-
schen om mij heb loopen.
crisis, narr.elijk even te vergeten
wat achter is en ons uit te strekken
naar hetgeen vóór is. Laat er
een openbaring zijn van het al
gemeen priesterschap der geloo
vigen, doordat ambtelijke voor
gangers zoo mogelijk in sa
menwerking met „arbeiders van
de elfde ure" (of wat wij gewoon
zijn te noemenleekenarbeid)
als in mobilisatie-tijd hunne
krachten productief maken voor
de geestelijke nooden des volks.
Crisis-conferenties, Crisis-sa
menkomsten, Crisis-openluchtbij
eenkomsten, Crisis-arbeid van
allerlei aard waar het maar
eenigszins mogelijk is: laat ons
het aanvatten Laten wij niet te
lang vergaderen over de wensche-
lijkheidhoogstens alleen over
de mogelijkheid van uitvoering.
Laat ons ook niet wachten, totdat
deze of gene bekende plaatselijke
autoriteit de zaak aanpakt. Helpt
en dient elkander door opscher
ping der liefde, bemoediging en
raad
De toestand is ernstigkoopt
uw tijd uit, de dagen zijn boos
Wat gij doet, doet het haastelijk
en doet het biddend, opdat God
u kan leiden in den weg waarop
Hij met u kan medegaan.
JOHANNES DE HEER.
Red. „Het Zoeklicht".
Rijsenburg.
Gevaarlijke geestdrijverij in
Ned. Indië.
Omtrent een ontdekt complot
in het Djembersche voor het uit
moorden van de Europeanen op
de ondernemingen Soembertengah
en Soemberwadoeng, kan nog
worden gemeld, dat twee inlan
ders leden wierven voor de P.S I.,
waarbij zij hun landgenooten
voorspiegelden dat het gezag van
de Koningin zou verdwijnen, de
belastingen zouden worden ver
laagd en de gronden worden ver
deeld. Daarom moesten de Euro
peanen van de ondernemingen
worden verdreven. Indien zulks
niet goedschiks ging, dan moesten
Ik had me reeds gouden bergen
van een aanstelling voorgesteld en
dus was hetgeen de koning me nu
zeide efti erge tegenvaller. Ik
hield me echter groot en zeide dat
een bezoek van den koning van Na
varre al een buitengewoue eer voor
me was.
Neen, de eer is aan mij, ant
woordde hij glimlachend, ik zie
dat u een buitengewoon goed hove
ling zoudt zijn, beter dan de Mornay,
die in zijn heeie leven nog niet zoo'n
mooie redevoering gehouden heeft.
Ik wilde u zeggen, mijnheer de
Marsac, dat dit bezoek een geheim
moet blijven. Zou er het minste van
naar de buitenwereld doordringen, dan
zou positie ten opzichte vau mij voor
goed onmogelijk zijn.
Ik was zeer verbaasd over heigeen
ik hoorde en het was niet zonder
moeite dat ik geheimhouding verze
kerde.
O, daar ben ik geen oogenblik
bang voor, zeide hij vriendlijk, want
als ik niet zoo goed op de hoogte van
uw gedrag was, zou ik niet met het
voorstel bij u komen, dat ik te doen
heb. Luister goed Ik kan u geen hoop
geven op een openbaar ambt, maar ik
kan u een avontuur aanbieden als
avonturen tenminste in uw lijn liggen,
even gewaagd als ondankbaar.
Ondankbaar, sire, stamelde ik.ier
aan twijfelend, of ik hem wel goed
verstaan had, zoo vreemd leek de
geheele uitdrukking mij.
Ondankbaar, antwoordde de ko
ning, terwijl zijn scherpe oogen mij in
de ziel schenen te willen lezen. Ik
spteek openhartig tot u, mijnheer,
ging hij luchtig voort. Ik kan u dit
avontudr aan de hand doen, het is in
die Europeanen worden gedood.
Zij spoorden de inlanders aan
veel te bidden. De beweging
droeg het karakter van gevaarlijke
geestdrijverij.
De „Avp." teekent hierbij het
volgende aan
Een nader telegram over de
ontdekking van dit complot toont
duidelijk aan, dal geen gods-
dienstigen ondergrond, althans
niet uitsluitend, aanwezig is ge
weest.
Immers, de actie schijnt uit te
zijn gegaan van leden van de
P S.Idie voor deze vereeniging
het volk trachtten te bewerken.
Onder voorspiegeling van de
gebruikelijke onzin werd de be
volking aangezegd en aange
spoord, primo, om de Europeanen
te verdrijven, en men lache
niet als dat niet goedschiks
en met vreugde in de harten zou
gaan, ze dan maar subsidiair te
vermoorden.
Men behoeft aan zulk een door
godsdienstmotieven misschien ook
nog gedreven, bevolking weinig
meer te zeggen, dan dat afmaken
ook nog bestaat, om de fanatieken
onder haar naar de wapenen te
doen grijpen. En wat dan de
gevolgen zijn, och, dat weet ook
iedereen.
Het is hier dus de politiek ge
weest, welke de aanleiding heeft
geleverd en die godsdienst-fana-
tisme als middel heeft gebruikt,
hetgeen voor Indië en voor ons
land de meest gevaarlijke com
binatie is. Het betreft hier geen
geval van complotteeren op gods
dienstige gronden, gelijk eerst
werd gemeld, maar op politieken
grondslag, waarbij gevaarlijke
geestdrijverij als middel is ge
bezigd.
Mogelijk zullen enkelen de taal.
als tegenwoordig vaak door op
ruiende elementen wordt gebe
zigd, minder afkeuren. Mogelijk
vooral, indien zij Indië en de
aldaar heerschende toestanden,
indien zij de inlandsche massa
niet of onvoldoende kennen en
meenen, een Europeeschen of
Nederlandschen maatstaf te kun-
het belang van den Staat meer kan
ik niet zeggen. De koning van Navarre
kan er geen deel aan nemen, noch
kan hij* u beschermen. Slaagt u er wel
in of niet, u zult alleen blijven staan.
Het eenige wat ik u kan beloven is,
dat als ik ooit openlijk voor de daad
zal kunnen uttkomen, u er van op
aan kunt, dat ik den uitvoerder ervan
zal beloonen.
Hij hield op en ik zag hem eenige
oogenblikken verbaasd aan. Wat be
doelde hij er mede Waren hij en zijn
metgezel werkelijk personen of droom
de ik?
Hebt u het begrepen vroeg hij
ten laatste een weinig ongeduldig.
Ja, sire, ik geloof het wei, mom
pelde ik.
Wat hebt u er dan op te ant
woorden, ja of neen. Wilt u hetavon-
tiur ondernemen, of wilt u er eerst
meer van hooren, voordat u besluit
Ik aarzelde, Was ik tien jaar jon
ger geweest dan zou ik zonder twijfel
de gelegenheid met een juichend hart
hebben aangegrepen maar iets
vreemds in het gezegde van den ko
ning deed mij even aarzelen en ik
antwoordde op nederigen toon
U zult me wel een ridder van
de treurige figuur vinden, sire, maar
het is toch nog onnoozeler om van
een hoogte te springen, zonder dat
men Aan tevoren de diepte gepeild
heeft waarin men terecht zal komen.
Ik zou graag wel een en ander nader
vernemen.
Natuurlijk, antwoordde de ko
ning. Ik spreek in vertrouwen tot u,
mijnheer de Marsac, daar ik In u een
betrouwbaar mensch meen te zien.
Wat ik van u verzoek is in weinig
woorden te zeggen, namelijk; eer»
nen aanleggen bij de beoordee
ling van wat ginds wel en wat
niet gezegd kan worden.
'tls ook mogelijk, dat in het
onderhavige geval de schuldigen,
de aanstokers, door de mazen
van het wettelijk net nog zullen
heen weten te sluipen of er met
een (te) lichte straf zullen af
komen. Dat is meer vertoond.
Immers, er is immers nog niets
gebeurd en niemand vermoord
Het groote gevaar schuilt dan
ook, naar onze meening, minder
in het bezigen van opruiende taal,
dan wel in het gebruiken van
expressies in toespraken en het
geven van aanwijzingen in binnen
de grenzen blijvenden vorm, die,
óf wel door de massa begrepen
worden zooals ze zijn bedoeld,
óf wat misschien even ge
vaarlijk is verkeerd worden
begrepen.
Wanneer men dan ook hier te
lande leest, wat zooal in Indië
wordt gezegd en geschreven
vooral gezegd dan moet men
niet oordeelen, als ware hetzelfde
in een Europeesch, een N'eder-
landsch millieu gesproken, maar
in aanmerking nemen tegen en
v®or wie werd gesproken en ge
schreven, hoe het gesprokene kan,
of zal kunnen worden opgevat,
enonder welke omstandig
heden een en ander werd geuit.
Men dient hierbij twee dingen
voor oogen te houden.
Namelijk voor eerst, dat wij
verkeeren in tijden waarin de ge
moederen, door werkeloosheid,
ontevredenheid en malaise spoe
diger worden verhit en tot daden
prikkelen, dan in tijden van ma-
teriëele voorspoed.
Ten tweede, dat, wanneer de
factor „godsdienst" in het geding
wordt gebracht, de beweging een
ander aspect kan krijgen.
Wij kunnen niet genoeg aan
bevelen, de waakzaamheid geen
oogenblik te doen verslappen.
Het is juist, omdat de gevolgen
van het gesprokene vaak zoo on
berekenbaar zijn, zelfs al heeft
men die niet direct gewild, dat
het meest nauwlettende toezicht
noodig btijft en spoediger moet
vrouw schaken. Neen, voegde hij er
snel bij, toen hij me zag glimlachen,
het is geen vriendin van mij en in zoo
een geval zou ik daar ook zelfs mijn
beste vriend niet mee belasten. Henri
van Bourbon zal altijd zelf zijn lief
desaangelegenheden opknappen, dat
zweer ik u. Maar dit geldt een staats-
kwestie, dat is het eenige, wat ik er
u van zeggen kan.
Ik boog zwijgend. Eigenlijk had ik
er niet veel lust in, maar rondkijkend
in mijn armoedige kamer begreep ik,
dat er niet veel anders voor mij over
bleef dan het aan te nemen en ik ant
woordde dns
Sire, ik ben geheel tot uw be
schikking.
Dat is uitstekend, antwoordde hij
vroolijk, maar, ging hij voort, terwijl
hij me strak aanstaarde, als ik u nu
zeg dat de dame, die u moet schaken,
een pupil van den heer van Turrenne
is, die heel wat meer macht heeft dan
ik, die nooit met minder dan vijftig
man reist en die duizend musketiers
in dienst heeft, staat het avontuur u
dan nog aan, mijnheer de Marsac
Het staat me nu nog meer aan,
sire, antwoordde ik.
En begrijp dit goed, het staat vast
dat deze dame, die op het oogenblik in
het kasteel van den burggraaf te Chizé
wordt vastgehouden, moet verlost wor
den. Maar ook staat vast, dat er geen
Sprake kan zijn van een breuk tusschen
den burggraaf en mij. Als u dus ge
vangen genomen wordt, dan kan ik
niets voor u doen.
Dat begrijp ik volkomen, ant«
woordde ik.
(Wordt vervolgd»)
O
O
AXELSCHE
COURANT.