Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaa li deren, No. 76. VRIJDAG 1 JANUARI 1932 47e Jaarg. J. -c. VINK - Axel. Nieuwjaarsgedachten. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Greote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franc» ingewacht, uiterlijk tet Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Nauwelijks zijn de klanken van de Kerstklokken verstomd, of op nieuw, op Oudejaarsavond weer klinkt het luiden der klokken. Zij verkondigen ons, dat weer een jaar van vreugde en van zorg achter ons ligt. Zien we op het jaar, de twaalf maanden vóór ons, dan lijkt het een heele baan, die we hebben af te leggen. Maar het is ermee, als met de wijzers van de klok, die traag vooruit schuiven, maar achterop bekeken de uren als met de snelheid van een vliegwiel schijnen doorge- loopen te hebben. En toch als men zoo eens op zijn gemak gaat terugdenken aan al wat er in een jaar stof gaf tot droefheid, tot zorg, tot blijdschap, dankbaarheid of vreug de, dan kan er nogal wat ge beuren in zoo'n tijdkringetje, waarvan we er zoo gaarne eenige tientallen doorbrengen. Zeker, daar zijn voorvallen, die ras uit het geheugen gaan, die zelfs het aandenken niet waard zijn en daarom in het levensboek worden weggedoezeld als mee- of tegenvallers op de onkosten- rekening. Maar er komen ook ge beurtenissen voor, die nu een maal niet uit te wisschen zijn. En het is bij het afsluiten van de rekening, dat die posten weer meer op den voorgrond komen, omdat ze als onderstreept zijn. Het is ook daarom, dat voor velen die zoogenaamde feestdagen meer dagen van smart, van droefheid en van angst zijn, dan dagen van feest. Voor menig bloedend hart is Nieuwjaar een dag van pijn lijke herinnering, die als een doorn de geslagen wonde weer opnieuw openrijt. Gelukkig de mensch, die uit zijn geloofsovertuiging zooveel troost en kracht kan putten, dat het verlies hem winst geeft, zoo dat hij de toekomst weer hoopvol kan ingaan. Slaan we een terugblik op het afgeloopen jaar, dan zijn ook nu weer tal van offers onder onze kennissen ieder voor de zijne door den koning der ver schrikking opgeëischt. Maar er zijn ook andere ver liezen te boeken geweest. Ver liezen van vertrouwen dat men veilig achtte. «Vriendschap" en «eerlijkheid" zijn in zoovele ge vallen ijdele klanken gebleken. En ook deze verliezen moeten als ernstige feiten worden aan gerekend. De teleurstelling in dezen is voor menigeen van groote gevolgen. En het mag als onmiskenbaar beschouwd wor den, dat deze factor in het afge loopen jaar een belangrijke rol heeft gespeeld in de geschiede nis der natiën, zoowel op het gansche aardrond, als binnen onze landpalen. Ja zelfs voor onze eigen gemeente was het ont vloden jaar een tijdperk van groote emotie's. Immers niet alleen in het bur gerlijke, maar ook in het kerke lijke en zelfs in het maatschap pelijke leven van onzen kleinen kring kwamen belangrijke ver anderingen voor, wijzigingen, die helaas ook tendeele voortsproten uit opgezegd vertrouwen. Maar dit zijn slechts kleinig heden vergeleken bij het wereld gebeuren dat het geheele aardrijk bezighoudt, de evolutie in de economie en de verwording der «eden op groote schaal. Angstwekkend is de eindelooze beweging in het groote Azië. Dag aan dag bereiken ons uit alle oorden weerzinwekkende tijdingen van moord, doodslag, roof, brandstichting, opstand, en men vraagt zich af, waar zal het einde zijn Is het een teeken des tijds? Moet weer een bloedige oor log (nu in het verre Oosten) ont branden of zal een heerschende revolutie over geheel Europa het nog in weelde badende volk terugdringen naar schrijnende ar moe Wat zal de toekomst bren gen Een dichte sluier hangt ervoor. Maar het ondoorzichtbaar waas kan intusschen niet den ernst der tijden aan het oog onttrekken. Want de tijden waarin we leven zijn inderdaad ernstig. Op alle gebied openbaart zich dat. Geen levensterrein is te be denken, waarop de partijen niet scherp tegenover elkaar staan. Het politiek gebied levert de bewijzen van een ontzaglijke spanning. De economische strijd heeft uitgebreide vertakkingen. Zij heeft een macht ontplooid, die niet heilzaam kan zijn voor de arbeidswereld. Een macht, die in uitersten is vervallen en waar door zooal geen misbruik, dan toch een verkeerd gebruik wordt gemaakt van de ontstane verbe teringen. De groote mogendheden zijn tot de tanden gewapend en nog immer gaat men voort de leger en zeemachten zoodanig uit te breiden en van zulke moderne, technische vernielingsmiddelen te voorzien, dat men zich met schrik om het hart afvraagt, of niet de een of andere demon het in zijn hoofd zal krijgen, die mid delen in toepassing te brengen. Congressen en conferentie's worden gehouden voor ontwape ning en tot bewaring van den vrede en we zullen de laatsten zijn om te ontkennen, dat die onderhandelingen van de hoogste staatslieden niet van invloed zijn op de vredesgedachte, maar hier door is niet uitgesloten, de mo gelijkheid, dat nog ieder oogen- blik een wereldstrijd ontketend kan worden, indien men die ge schikt acht om zijn wil aan an deren op te leggen. De strijd der natiën spiegelt zich weer in miniatuur af in de kleine kringen, wier toestanden weer in omgekeerde verhouding staan tot die der groote volken. De onderlinge verhoudingen zijn zeer gespannen en bij het minste contact ontwikkelt zich een stroom, die tot in alle ge leidingen doordringt, tot een vonk ontstaat en explosie de bom doet uiteen spatten. De ontevredenheid, die zich bij menigeen in alle geledingen open baart, plant zich als een epidemie voort in de kringen, waarin zij zich bewegen, en vormt allengs een macht, waarvoor velen be ducht zijn. En ondanks dat alles gaat het leven voort met zijn veelomvat tende eischen. Oude geslachten gaan henen en nieuwe komen, waarmede be grippen en toestanden vrijwel gelijken tred houden. Slechts EEN blijft dezelfde. De Macht, die boven al dat aardsch gedoe en dat eindeloos gewemel zetelt. Die alles heheerscht en alles met onbegrijpelijke en on doorgrondelijke wijsheid en liefde regeert en bestuurt in het onuit- bluschbaar licht, dat voor ons vaak een duister mysterie is. We leven in een tijd, waarin men dubbel waakzaam moet zijn. Zoo ooit, dan geldt nu«de lendenen omgord, de kaarsen brandende." Blijve land en volk, huisgezin en maatschappij bewaard voor rampen en overmoed. Dat ieder op zijn post zij, elk acht geve op zijn plicht, zoo tegenover zichzelf als tegenover maatschappij en medemensch, en er zij althans eenige voldoening. Maar dan ook de korte tijd, die het leven biedt, benut, en geen gelegenheid laten voorbijgaan, want De Kerstgroet van H M. de Koningin. Duizenden in binnen- en buiten land zullen den 1 en Kerstdag heb ben geluisterd naar de Kerst groet van H M. de Koningin voor de microfoon. Voor dege nen, die daarvoor niet in de gelegenheid waren, drukken we hier de rede af, die klonk als een getuigenis van de beteeke- nis van het Kerstfeest, als de eenige, maar de beste troost voor de tijden van heden. H.M. begon met een inleiding en zeide het volgende «Voor mij is het een reden tot dankbaarheid, mij op dit oogenblik door de radio met allen verbonden te weten en daardoor zoovele landgenooten te kunnen toespreken. Het is als scheidde ons geen afstand, als toefden wij in eikaars tegen woordigheid. Ik zie in ons contact door den aether het beeld van een hoogere band, door God zelf gelegd, die de geheele mensch heid omvat Terwijl ik U thans mijn Kerst groet zal voorlezen, doe ik dit in het levendig besef van die saamhoorigheid en gedenk met een uit het hart komende heil bede de geheeele menschheid.'' De eigenlijke Kerstgroet luidde Er lijkt ongetwijfeld voor velen eene groote tegenstelling tusschen de schaduw welke de ongunst üer tijden op de men- schen en de omstandigheden werpt, en de groote blijdschap van het Kerstfeest. De stoffelijke en geestelijke nood is hoog gestegen. Er is veel wat neerdrukt, wat de levensvreugde van ons allen bedreigt en sterker dan ooit is de overtuiging, dat wij dit uit ons zelf niet kunnen te boven komen. Gelukkig brengt het feest blij dere boodschap. Want het Kerstfeest is onaf scheidelijk verbonden met onzen strjjd en met ons lijden, het is de vervulling van al hetgeen wy daarin ontberen. Het verlegt in ons het zwaartepunt van zorgen en moeite naar Hem, die ons spreekt van verlossing en troost, het brengt de klem toon van die zorgen en die moeite over op Zyne liefde. Het komt met iets nieuws, met hcogere kracht en doet die kracht in ons ontwaken, het leert ons dragen wat zonder die kracht niet te dragen is. Over de wereld, gedompeld in kommer, daalt de Kerstnacht, komt de liefde van God ons lichtend tegemoet, schenkt God ons zijn heerlijke gave, Imma- nuel daalt af in onzen diepen nood. „Het licht schijnt in de duis ternis en de duisternis heeft het niet vermocht"De liefde van Christus straalt door de schaduwen van dezen tijd heen, zij zal sterker blijken als dat donker. Wij zingen «Stille nacht, Hei lige nacht"Die liefde maakt innerlijk stil. Waar zij overwint verdwijnt de onrust, die velen in onzen tijd de innerlijke vrede ontrooft Zij voert ons naar dat thuis van de ziel, waar alles in overeenstemming is met het beste en met het diepste in ons wezen. Zij leert bidden, zóó bidden, dat God verhooren kaneigen wenschen en begeerten te toet sen aan den hoogen wil van God en dien wil tot den onzen maken en zoo het bedoelen van dat Vaderhart kennen. Zij be kwaamt ons om zelf mede te arbeiden aan het plan dat Gods liefde voor een ieder onzer per soonlijk heeft bepaald en, dat ondanks alle stormen en be proevingen, welke in deze wereld ons deel mochtea zijn, rustig welks verwezenlijking Immanuel onze gestalte aannam. Hij deelt ons Zijn leven mede Gelijk in de lente de planten wereld bij haar ontwaken, in eindelooze verscheidenheid het wonder te aanschouwen geeft van het ontluiken van één en hetzelfde leven zoo vertolkt een ieder het van Christus ontvan gen léven, volgens eigen aard en karakter in de heerlijke ruimte en vrijheid welke dit leven ons schenkt. Dit vernieuwe in ons de kracht om met blijdschap onzen weg te gaan. Welk een vastheid, welk een zekerheid komt er niet in ons bestaan, als wij mogen wande len bij het licht dat Zijn leven uitstraalt. Onze tijd vraagt veel moed, veel gees kracht, veel geloof Het Kerstfeest roept het elkeen als het ware toewaagt het met Immanuel, dat is God met ons. Vertrouwt op Zijn liefde in gebed en in persoonlijke ge meenschap. Zóó wordt alle donker een lichtende Kerstnacht en ieder kruis, hetzij bewust hetzij onbe wust met Hem gedragen, gaat over in heerlijkheid De rede werd voorafgegaan door een tweetal liederen van de Madrigaal vereeniging uit Haarl«m. Benzinebelasting. Wellicht ten overvloede herin neren we eraan, dat met ingang van 1 Januari 1932 wordt gehe ven een tijdelijk invoerrecht op benzine ad. f6 per 100 K Q. Dit invoerrecht wordt nagevorderd van alle benzine, welke met in gang van 1 Januari 1932 in het vrije verkeer in een opslagplaats voorhanden is, alsmede van de hoeveelheden benzine, die met ingang van dien dag in vervoer zijn naar een opslagplaats in het vrije verkeer, één en ander zoo de totale hier bedoelde hoeveel heid grooter is dan 200 K.G. I Voorraden grooter dan 200 K G. zijn voor de volle hoeveelheid aan navordering onderworpen. De gebruiker of hoofdgebrui ker van een opslagplaats, waar in benzine, met inbegrip van de hoeveelheden benzine welke met ingang van 1 Januari 1932 naar de opslagplaats in vervoer zijn, in zoodanige hoeveelheid aanwe zig is, dat de voorraad voor na vordering in aanmerking komt, moet hiervan den tweeden Janu ari 1932, en indien de voor na vordering vereischte voorraad door lateren inslag van reeds vóór 1 Januari 1932 afgezonden hoe veelheden benzine wordt bereikt of verhoogd, telkens den eerst- volgenden werkdag na den dag van inslag tegen ontvangbewijs, schriftelijk aangifte doen bij den Ontvanger der Invoerrechten of Accijnzen. Verdere inlichtingen kunnen bij deze ontvangers worden ingewon nen. Het is gebleken dat er speci aal bij niet-handelaren in benzi ne een onjuiste opvatting bestaat omtrent de beteekenis van de woorden «in het vrije verkeer" in de uitdrukking «benzine", die op 1 Januari 1932 in het vrije verkeer is. Als benzine in het vrije verkeer moet worden aangemerkt alle ben zine die hier te lande buiten en trepot aanwezig is, zoodat elk handelaar, die op genoemden da tum meer dan 200 kilogr. benzine in voorraad heeft in tanks, vaten, blikken of in reservoirs van auto mobielen enz. daarvan overeen komstig de wet aangifte moet doen. Het personeel van de hof houding van H.M. de Koningin is loonsverlaging aangezegd, in gaande 15 Maart e.k. AXEL, I Januari 1932. Het Kerstfeest heeft zich dit jaar gekenmerkt door bijzonder zacht winterweer, wat zeker de zeer velen, die verdiensten ont beren, te stade komt. Behalve dat voor de kinderen van de Zondagschool en ook de Chr. Bewaarschool weer een echte avond van genot was voorbereid, waren ook voor de grooteren, spe ciaal van de arbeidersverenigin gen avonden van ontspanning ge organiseerd. En zoo kon men, van tooneel, zang en declamatie genieten, al naar het naar smaak was. De Chr. zangvereeniging „Asaf" gaf weer haar jaarlijksche uitvoe ring in de Oeref. kerk en mocht weer een talrijk gehoor met be langstelling zien luisteren. Er wer den een tiental koorliederen ge geven en 8 nummers door het kinderkoor. Het was een avond van succes, zoowel voor de kas der vereeniging als voor de di recteuren. die blijkens de aan dacht voldoening van hunne lei ding hadden. Betreffende de viering van het Kerstfeest door de R.K. werk- liedenvereeniging «St. Joseph" schrijft men ons var. welwillende zijde het volgende: De viering had plaats op 2e Kerstdag voor de kinderen der leden, in de oude Kath. school, waarvan twee localen eenvoudig versierd waren. Een kerstkribje in het eene en een kerstboom in het andere locaal gaf een feeste lijke stemming. 118 kinderen werden getrac® teerd op éhoéoladetftelk en koe* O O AXELSCHE COURANT Uien, dagen, maanden, jiren, Vliegen als een schaduw heen Ach, wij vinden waar wij staren N'ets bestendig hier beneen. Op den weg dien wij betreden, Staat geen voetstap, die beklijft, Ai hit heden wordt verleden, Schoont 'tons toegerekend blijft.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1932 | | pagina 1