s
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
De Erfenis
No. 71
VRIJDAG !i DECEMBER 1931
47e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
De Zeeuwsche
Landbouw Maatschappij.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
ADVERTENTIËN vyi 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Maandag vergaderde te Mid
delburg de Z.L M. onder voor
zitterschap van den heer mr. P.
Dieleman, die begon met de onge
veer 150 aanwezigen te verzoe
ken van hun plaatsen op te staan,
en daarna woorden van groote
waardeering wijdde aan de nage
dachtenis van wijlen den heer
Iman Kakebeeke.
Spr. herinnerde eraan, dat nog
meer eereleden aan de Maat
schappij zijn ontvallen en heette
daarop de aanwezigen welkom.
Het deed hem goed vele oude
gezichten te zien, maar daarnaast
ook vele jongeren, vooral nu
voorlichting zoo zeergewenscht is.
Spr. schetste, hoe z.i. allen in
de Z.L M thuisbehooren, omdat
naast geloofsovertuiging staat de
noodzakelijkheid om allen te
samen voor het maatschappe
lijke leven te ijveren. De land
bouwers hebben tot plicht den
bodem te onderzoeken en op te
komen tegen economische ont
wrichting en tegen onbillijkhe
den. De jongeren mogen dan ook
niet eenzijdig worden opgevoed.
Dr. Kuiper zeide eens „men moet
niet alleen de Heidelbergsche
catechismus kennen, doch ook
de landbouwcatechismus." Dit is
zeker waar in tijden van malaise.
Daarom heet spr. ook welkom
den Commissaris der Koningin,
dr. Huizinga, vertegenwoordiger
van den minister en verschil
lende vooraanstaande personen
in het Zeeuwsche landbouwleven.
Vooral ook den secretaris der
Maatschappij en zijn ambtenaren,
wier werk ontzettend is uitge
breid, die soms in plaats van 8
uur wel 16 uur per dag werken
en die hun nachtrust en vermaak
opofferen in het belang van den
landbouw (Applaus).
Aan de orde kwamen nu ver
schillende mededeelingen.
De voorzitter is wat betreft het
lager onderwijs van oordeel, dat
teveel kleine kinderen in één
klasse verkeerd is en ln verband
met het niet mede kunnen gaan
van den kring Axel met de oppo
sitie tegen wijziging van de L O.-
wet zeide hij, dat men wellicht
andere middelen van bezuin ging
kan vinden, als minder mooie
speelplaatsen, salarisverlaging „en
dergelijke. Aan het K. N. L. C.
is gevraagd actie te voeren om
een belasting op landbouwpro
ducten te verkrijgen, zooals ook
voor verschillende toonbankarti
kelen geldt en dan bijv. 10 pet.
Het dag bestuur verzocht
het K. N. L. C. te trachten wij
ziging te brengen in de salariee-
ring van leeraressen bij het land-
bouwhuishoudonderwijs en sloot
zich ten deze aan bij de bezwa
ren der Friesche landbouwmaat-
schappij. Tot lid van de door
het K. N. L. C. ingestelde com
missie ter bestudeering van urgen
te zaken op het gebied van aan
schaffing en gebruik van land
bouwwerktuigen, wees het dag.
best.uur den heer lr. C. Stevens
aan. Het dag. bestuur staat op
het standpunt, dat de Z.L.M. als
landbouworganisatie niet kan tre
den in loonkwesties welke ir, het
bedrijf voorkomen, daar dit ligt
op het gebied eener werkgevers
organisatie. Indien de regeering
voldoenden steun verleent, zoodat
een loonend bedrijf kan worden
uitgeoefend zal de Z. L. M. hare
medewerking verleenen het loon
op peil te houden. Tot nog toe
is de steun echter absoluut onvol
doende. De secretaris bezocht
de vergadering op 18 November
j.l. te Goes belegd door de land
bouworganisaties, doch daar wa
ren slechts enkele personen aan
wezig.
De heer Klompe meent dat
waar men destijds adhaesie ver
leende aan het wetsvoorstel-v d.
Heuvel inzake steun aan den sui
kerbietenteelt, nu ook adhaesie
kan worden betuigd aan de motie
Duijs om personen beneden een
inkomen van f 1500 vrij te stel
len van sociale lasten.
De secretaris, lr. Siebenga, zegt
dat hij blijft meenen, dat dit op
den weg van het K. N. L. C. ligt.
De heer De Clercq meent, dat
er mogelijkheid is ontheffing of
uitstel te krijgen.
De heer Siebenga weet alleen
dat er een aanschrijving van den
minister tot de voorzitters van
de Raden van Arbeid is gericht
om sobere toepassing van de
bepalingen der wet en niet direct
tot vervolging over te gaan. Men
kan soms later het bedrag aan
vullen. Dit geldt voornamelijk de
invaliditeitswet.
De voorzitter meent, dat men
alleen door een wetswijziging tot
het verlangde zal kunnen komen.
Tenslotte kwam de kwestie
van Belgisch brood naar voren
en. deelde de voorzitter mede,
dat deze kwestie bij het K. N.
L C. aanhangig is gemaakt en
onder het oog zal worden ge
zien, hoe door den georganiseer-
den landbouw hierbij medewer
king kan worden verleend. Het
is zeker goed hier steeds weer
de aandacht van de regeering op
te vestigen.
Thans krijgt de heer Van Bom
mel van Vloten het woord ter
bespreking van de kwestie van
den steun aan den suikerbieten
teelt en wijst op de Memorie
van Antwoord op de landbouw
begroting, waarin nu erkend
wordt, dat f4.50 een te lage
steun is en spr. noemt het een
groote ommekeer, dat men nu
komt met f8 25. Ook nu is dit
alleen als de opbrengst van de
suikerbieten minder dan f25 50
per 1000 kg. is. De steun wordt
zoo verleend, dat dit bedrag als
maximum wordt gehaald. Daarbij
komt nog f 2.20 compenseerend
invoerrecht en f0.30 voor het
verschil tusschen den marktprijs
van suiker te Hamburg en dien
te Amsterdam. De totale steun
zal op die wijze f 14 100000
bedragen.
Een controleQommissiezalnagaan
bij fabrieken en teelers om te
komen tot 80 pet. van het in
1928, 1929, en 1930 gemiddeld
aantal HA. suikerbieten, waarbij
ook rekening wordt gehouden
met bedrijfsvoorgangers. Hier
mede zal volgens spreker de
kwestie van den suikerbieten-
steun zijn opgelost en heeft de
regeering blijk gegeven den nood
van de landbouwers nu goed in
te zien. Spr. brengt daarvoor
hulde aan de regeering.
De heer Siebenga sluit zich hier
bij aan en zegt, dat als de tarwe-
wet een steun is voor den akker
bouw daarnaast een goede steun
moest komen voor de suikerbie
ten. Het is nu een behoorlijke
steun, die wordt voorgesteld, maar
de landbouw mag er niet op in
slapen als er een kleine opbrengst
is, als dit jaar. Ook zijn er nu
ernstige plannen voor steun aan
den vlasteelt en daardoor aan de
vlasbewerking. Ook wijst spr.
op het wetsontwerp tegen dum
ping, al weet hij niet of dit ge
heel zai voldoen aan de wenschen,
hij betwijfelt dit en daarom is er
een adres terzake aan de regee
ring gericht. Zeer belangrijk
noemt spr. het ook, dat het wets
ontwerp tot contingenteering van
den invoer z. h. st. is aangeno
men.
Ook is er directe steun geko
men voor de aardappelmeelfabrie
ken en dit is ook voor Zeeland
van belang, omdat anders de boe
ren in de veenkolonie weer an
dere producten gaan teelen, en
dan zou de steun voor de tarwe
weer niet voldoende zijn. De
hinder van den invoer van vleesch
wordt verminderd door de invoer-
wet.
Inzake de weidebedrijven is er
een degelijk rapport van de Frie
sche Maatschappij van Landbouw,
waarbij boter en kaas, twee be
langrijke zaken vooral in 't oog
zijn gehouden. Dit rapport zal
tot grondslag van verdere plan
nen worden genomen.
Denemarken let nipt meer op
den prijs, maar alleen op het
kwijt raken der producten. Zeer
gewenscht was 't dat er alleen
binnenlandsch vleesch aan de sol
daten weftl verstrekt, maar de
minister zegt, het gaat om de dub
beltjes. Er is nog steeds geen
afzonderlijk ministerie van land
bouw, wel wordt landbouw nu
onder gebracht bij Handel, Nijver
heid en Arbeid. Men heeft er in
sommige kringen groote verwach
tingen van, doch spr. heeft er nog
geen groot vertrouwen in. Alleen
zou dit het geval zijn als er een
directeur-generaal van den land
bouw komt, die den landbouw
door en door kent en bereid is
voor de belangen te vechten. (Ap
plaus.)
Inzake de landbouwvoerwet,
verwijst spr. naar hetgeen de heer
Sevenster en jhr. Van Vredenburgh
onlangs over de pootaardappelen
mededeelden, die in gevaar wor
den gebracht en spr, vraagt hoe
men in het bezit is gekomen van
blanco certificaten. Men kan den
uitvoer toch vergrooten, want Ne
derland is in staat prima poot-
goed te leveren, en daarom moet
men er voor werken den teelt uit
te breiden. De uitvoer moet on
der de wet komen en in handen
van de organisaties zelf.
Nog wil spr. behandelen den
financieelen steun door het ver
strekken van bedrijfscrediet. Op
den voldoenden steun voor bie
ten- en tarweverbouw is een cre-
dietgeving op te bouwen. De
banken zullen zich geheel safe
voelen als er een goede garantie
is. Het is noodig om de bedrij
ven zoo goed mogelijk in stand
te houden, anders blijft er ten
slotte geen redding meer moge
lijk.
In zake de tarwewet verspeidt
men het gerucht, dat voor 1932
dezelfde voorwaarden zullen gel
den als voor 1931. De hande
laren maken daarvan gebruik bij
hen, die niet op de hoogte zijn.
Het is jammer dat men door te
trachten buitenlandsche tarwe
voor Nederlandsche te verkoopen
ons product in miscrediet brengt
Spr. wekte de van goede wilie
zijnde leden op degenen, die zich
aan zulke praktijken schuldig
maken aan de tarwecommissie
bekend te maken. De tarwecom
missie past de wet soepel toe,
maar de niet ter goeder trouw
zijnde personen moeten er uit,
voor hen is geen straf zwaar ge
noeg. (Applaus
De heer De Graaf uit Bieze-
linge meende dat er moed voor
AXELSC
COURANT
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
4)
III
Tante Door was nu weliswaar rijk,
ze had een pracht villa mtt een voor-
en achterterras en met een schitterei.-
den tuin en t >ch was ze niet gelukkig.
In vroegere jaren toen ze nog in de
Residentie woonde, was ze de heersche-
res, liep ze door de ateliers in 't zwart
satijn met zwartkanten mouwen en het
sleutelmandje aan haar arm. Ze had
maar te kikken, maar te kijken en
iedereen vloog voor haar. Ze zag iedere
minuut van den dag andere menschen
voor zich. Zij ging per rijtuig naar
het paleis, werd daar met onderschei
ding behandeld, want iedereen wist,
dat Hare Majesteit nu eenmaal niet
anders dan door haar bediend wilde
zijn. Maar hier woonde ze heel alleen
met een juffrouw-huishoudster ei met
een knecht, die overdag in den tuin
werkte en alle mogelijke karweitjes
voor haar verrichtte. De meid of huis
houdster, juffrouw Sophie, was een
Hollandsche, die tante Door reeds als
loopmeisje in haar dienst had, in de
tijden van glorie en die se, onder zeer
mooie beloften, naar Brussel'haddoen
komen.
Als jij bij mij wilt blijven, So-
phietje, tot aan mijn laatsten dag, zal
jij er geen spijt van hebben. Ik kan
mijn geld vermaken aan wie ik wil.
Sophietje dacht bij zichzelfLaat ik
het maar eens wagen, wie weet word
fk niet universeel erfgenaam.
Die illusie was heel gauw vervijgen
want tante Door toonde zich reeds
na de eerste veertien dagen zoo ge
raffineerd despotisch, dat Sophietje een
zenuwtoeval kreeg door het sarren en
met een bons op de mozaïek-vloer
van de serre terecht kwam, tante Door
nam een grocti kit vol water, goot
den inhoud over het bibberend gezicht
van haar huishoudster, die na een paar
minuten weer bijkwam en bibberend
overeind krabbelde. Den volgenden
dag was Sophietje verrtrokken. Maar
haar vader was woedend over deze
behandeling en zwoer iedere meid die
tante Door in dienst zou nemen te
waarschuwen. Al het personeel in
dienst van Mademoiselle Lutlera kreeg
een briefje gestuurd van Sophie's va
der waarin deze de behandeling door
zijn dochter ondergaan, rauwkeurig
beschreef.
Tante Door was radeloos. Ze vond
zichzelf een resoluut mensch, maar
met een goed hart en kon daarom
maar niet begrijpen, waarom ze geen
personeel kon krijgen. Het was haar
een behoefte te heerschen, te cotr,-
mandeeren, Er moest iemand om haar
heen zijn, op wie ze haar slechte buien
kon doen losbarsten. Dan was er nog
een ernstige reden, waarom ze zich niet
veilig gevoelde.
Brussel begon onveilig te worden
's nachts en overdag. Om een haver
klap werd er in de buurt ingebroken.
Een paar maanden geleden hadden ze
een ouwe rijke dame aan haar ledikant
vastgebonden, een prop in haar mond
gestopt en toen alles wat maar waarde
had, uit de villa gesleept Die villa
stsnd schuin tegenover de hare. De
onrust, de angst was in Mademoiselle
luttera gaan wroeten als een ziekte.
Ze deed 's nachts geen cog meer dicht.
Je heb je heele leven geploeterd, om
op je ouwen dag een kapitaal bij me
kaar te krijgen en als je eenmaal zoo
ver bent, moet je er dag en nacht voor
in angst zitten.
Rondom haar villa had ze een hoog,
puntig ijzeren hek laten zetten. Voor
alle venrtrrs waren ijzeren rolluiken. Er
liep een felle electrische schel naar de
kamer van de meid, maar die kamer
was en bleef leeg. René, de ouwe
tuinman, sliep thuis bij zijn vrouw en
en getrouwde dochter. Ze was dus
iederen nacl t alleen. Daarom had ze
twee koperen grendels op haar slaap
kamerdeur en op haar nachtkastje lag
een groote zak peper en onder haar
hoofdkussen zat een fluitje verborgen,
om, als er gevaar dreigde, door het
venster de politie te fluiten. Boven
dien was ze aangesloten bij twee
Nacht-veiligheidsdiensten. Al haar zil
ver had ze in een safe gesloten, dat
ging ze vandaag of morgen te gelde
maken en aan haar kapstok beneden
in de gang hing een heeren hoed en
een uniform-pet, dan dachten alle werk
lui, die binnenkwamen, dat er manvolk
in huis woonde.
Ondanirs dat alles wilde de rust niet
j komen in Sans-Soucl, en tante Door
besloot een truc uit te halen om haar
nichten te noodzaken, een tijd lang bij
haar te komen.
Haar zuster Emilie had genoeg aan
haar hoofd, die had zelf een druk huis-
j houden, die kwam zoo nu en dan maar
eens voor een paar dagen, maar die
twee in Holland, Liza en Emmy, de
een had een keukenpiet voor man. de
ander een zwerver. Die twee kerels
konden het best eens een paar maan
den zonder vrouw stellen, Maar vra-
gen wou tante Door niet. Ze moest
later altijd kunnen zeggen: Heb ik je
geroepen had weggebleven
Daarom schreef ze op een morgen
een briefje aan Emilie: „Ik voel me
niks lekker en blijf maar liever in bed
liggen. Ze liet René dit briefje naar
de brievenbus brengen en wachtte af.
Precies wat ze hoopte, gebeurde.
Dien middag zat Emiiie bij haar bed.
Maar Door dat kan zoo toch
niet langer met jou gaan .Daar moet
hulp komen. Ijc zal.
Jij blijft in je huishouden, Emilie,
jij hebt genoeg met je eigen te stellen.
Ik kom met alle liefde en ple
zier, Door, dat weet je wel.
De wil is genoeg, Emilie, jii bent
hartelijker dan mijn nichten in Heiland.
Die hebben geen kinderen, die kunnen
best gemist worden. Moesten dieniet
eens informeeren, hoe het hier op „Sans-
Souci" gaat
Wil ik ze eens schrijven
O. nee, doe dat niet, ik vraag
nooit offers. Wi! jij met alle geweld
schrijven, ik heb er niks tegen, doe
het gerust, het is misschien ook wel
eens goed, als ze hooren, hoe ik hier lig.
Emilie wist, dat Door van haareischte
dat ze schreef. Dat bevel lag duide
lijk in den klank van de stem der
zieke. Daarom ging ze heen met de
troostwoordenWees maar gerust,
Door, over een pair dagen, misschien
morgen al is Liza of Emmy hier om
j iu op te passen.
Henk, de kunstschilder, brak den
brief van tante open, las hem vlug en
r.ikte hem aan Emmy overt
Asjeblief, je tante voelt zich niet
erg lekker. Ik heb ze nooit #erg lek»
ker° gekend en dat zal ze ook nooit
worden ook, Ik zou al tevreden aijn^
als ze „genietbaar" was.
Spot er niet mee, Henk, het is
een oud mensch.
Dat heeft haar geen moeite ge
kost.
Het doet er niet toe, ze ligt daar
hulpeloos.
Hulpeloos? Als je schatrijk bent
en een villa hebt, ben je niet gauw
hulpeloos.
Je ziet toch wat tante Emilie
schrijftZe heeft geen meid, ze kan
zelf niet meer koken en naar een ^gi-
sticht vindt ze een nachtmerrie. Htt
is mijn plicht er dadelijk naar toe te
gaan. Hoe laat gaat er een trein 'i En
dar, stel je voor, dat het eens ernstig
werd, dat.
Dat we de villa Sans-Souci gin
gen erven
Jij laat je egoïsme weer spreken.
En jij gaat hals over kop op reis
omdat je bang bent, dat er met taiti
Door een eHgel verloren gaat. Maar,
alia, ik heb zoo dikwijls alleen spiegel
eieren gebakken en rijst gekoekt.... ga
mijn kind en breng de niet-erg-lekkere
tante Door mijn aangetrouwd-nevelijke
heilwenschen.
Emmy pal te snel haar valies, ging
toen naar de dwarsstraat aan de over
zijde der straat, waar een hulppost
kantoortje was en telegrafeerde„Ik
kom vandaag nog over". Om half
elf slond ze aan ^het station en toen
se de vestibule binnenstapte om haastig
een kaartje naar Brussel te nemen zag
ze den breeden gebogen rug van Her
man, den gepensionneerden opzichter,
haar zwager,
Hij torste een zwaar valles, duwde
met zijn rechterknie de stroeve deur
der wachtkamer, tweede klasse, opent
(Wordt vervolgd,)