Nieuws- en Advertentieblad voor Z e e u w s c h - V1 a a n d e r e n De Erfenis No. 69 VRIJDAG 4 DECEMBER 1931 47e Jaarg. J. C. VINK - Axel. Binnenland. FEÜILLETON. J Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Cent voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franc© ingewacht, uiterlijk tet Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Oneerlijke concurrentie. De oprichting van de „Inter nationale Liga ter bestrijding van de oneerlijke concurrentie", in Den Haag, heeft in alle Euro- peesche landen veel bijval onder vonden. In verband met de belangstel ling, welke de openbare meening in deze organisatie toont worden hieronder opzet en doel dezer liga in het kort uiteen gezet. De verscherping van de eco nomische crisis heeft in bijna alle Europeesche landen den con currentiestrijd buitengewoon ver scherpt en er vaak toe geleid, dat de voornaamste grondbegin selen van den koophandel in steeds sterker mate geminacht worden. Tot deze grondbeginselen be- hooren ook de wederzijdsche achting der concurrenten onder ling en het blijven binnen de grenzen die den eerlijken koop man bij de uitoefening van zijn beroep gesteld zijn. Tot waar borg en verzekering dezer mo- reele grondbeginselen van het zakenleven, is deze liga in het leven geroepen. Daarbij was doorslaggevend de erkenning dat over het algemeen door de op de allereerste plaats daartoe geroepen nationale han delsorganisaties alleen dan een daadwerkelijke arbeid kan worden verricht in dat opzicht, wanneer het gelukt een zoo nauw mogelijk contact tot stand te brengen. In dien zin wil de Liga als een centrum dienen, dat de op gedane ervaringen in de verschil lende landen zal uitwisselen met het einddoel, nieuwe vormen van oneerlijke concurrentie snel te onderdrukken. Volgens het voorloopig pro gramma zal de liga zich wijden aan de bestrijding van het uit verkoop- en cadeaustelsel, zoo mede aan knoeierijen. De Liga zal te dien einde op dit gebied in zoo kort mogelijken tijd over zichten publiceeren, welke aan de belanghebbenden in de ver- schillende landen een veel om vattende oriënteering zullen op leveren en anderzijds de open bare meening op de bestaande misstanden opmerkzaam zullen maken. De verzameling gegevens over het cadeaustelsel is reeds onder den titel „Europa's Kampf gegen die Zugabe", in de Duitsche taal verschenen. Bij de Liga zijn thans talrijke organisaties van ambtelijken en particulieren aard in verschil lende landen van het Europeesch Continent aangesloten. De Liga richt tot alle organi saties, welke aan de internatio nale bestrijding van de oneerlijke concurrentie daadwerkelijk mede willen helpen, het verzoek zich aan te sluiten. (Secretariaat: Voorburg, Parkweg 180) opdat het doel, den eerlijken koopmans stand in Europa tegen de gevaren, welke door de verwildering der concurrentie-methoden dreigen, te beschermen, zoo volledig mo gelijk bereikt wordt. Raadhuis te Veere. Teneinde zich persoonlijk op de hoogte te stellen van den toe stand van verval, waarin het Raadhuis te Veere verkeert, heeft de Restauratiecommissie het eere-comité, de Zeeuwsche pers en de Nederlandsche dagbladen uitgenoodigd een bezoek aan Veere te brengen. Dat heeft Dinsdag plaats gevondeneen 30-tal leden van het eere-comité had aan het verzoek gevolg ge geven. Voordien echter vereenigden de genoodigden zich in een der zalen van Middelburgs oude Abdijge bouw waar de uitreiking van den eersten bouwpenning aan den Commissaris der Koningin in Zeeland, jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford, plaats vond. De heer Henri Dronkers, voor zitter van de restauratie-commis sie, richtte zich tot de aanwezigen met een rede, waarin spr. na een welkomstwoord, ervan gewaagde, hoe dringend noodzakelijk de restauratie van Veeres Raadhuis is. Dank je. Ik laat me geen villa en geen kapitaal afhandig maken. Ik Nadat de heer Dronkers jhr. Quarles van Ufford den in een eenvoudig étui vervatten zilveren penning had overgereikt, richtte de Commissaris der Koningin zich met een toespraak tot commissie, eere-comité en pers. Na afloop hiervan begaven de genoodigden zich naar Veere, waar het „Raadhuis in de stei gers" in oogenschouw werd ge nomen. Dank zij de solide en bijna comfortabele inrichting der zware steigers konden en dorsten vrijwel allen zich daarop te be geven, zoodat het mogelijk was den droevigen staat van verwaar- loozing en verweering waarin niet alleen de gevel maar ook het in wendige des Raadhuizes verkeert, van nabij in oogenschouw te nemen. Van onder tot boven, van bui ten en van binnen heeft men alles bekeken, daarna is op den Camp- veerschen 'toren een kopje thee gebruikt en heeft dr. Sibold S. Smeding, nog een en ander mede gedeeld omtrent de werkwijze van de restauratiecommissie. Spr. gewaagde hierbij van den vrien delijken steun, door de Zeeuw sche bladen en de Nederlandsche dagbladpers tot dusverre geboden, en voegde daaraan toe de op wekking „met gulden letteren" het gironummer van den penning meester der commissie, den heer Th. Chr. D. Coops te Veere, te willen vermelden. Ook zijn in Veere nog de in teressante oude Schotsche Huizen „Het Lammetje" en „de Struys" bezichtigd en bewonderd. Versterkte zenders. De toestemming van de regee ring om den zender te Hilversum (298 M. golf) te versterken tot 20 kw. (nu 7) is verleend. Donderdag 3 December heeft de A.V.R.O. voor het eerst met de groote energie uitgezonden. Het begon met het programma, dat 's avonds om half elf aanvangt van Kovaes Lajos. De geregelde uitzendingen op den versterkten zender zullen ge schieden na een aantal proefne mingen, waarvan die op Donder dag de eerste was. Van volgende proefuitzendingen zal tijdig mede- deeling worden gedaan. De A.V.R.O. houdt zich aanbevolen voor rapporten over de sterkte. De Nederlandsche Bank lfldt groote verliezen. De directie van de Nederland sche Bank deelde in haar com muniqué van 27 September j.l. mede, dat zij alle reden meende te hebben om aan te nemn, dat voor de Bank in de toekomst geen verlies op haar pondenbe- zit zou te duchten zijn. Deze verwachtingen zijn echter den bodem ingeslagen. De thans geleden verliezen zullen er toe leiden, dat het boekjaar 1931-'32 met een be langrijk nadeelig saldo zal slui ten. Maatregelen ten einde zoo wel op materieele als op perso neele uitgaven te bezuinigen, zijn ten deele reeds genomen, ten deele in bewerking. De voor zieningen, welke overigens in verband met de zooeven be doelde verliezen zullen getroffen moeten worden, zijn in voorbe reiding. Te allen overvloede wordt met nadruk geconstateerd, dat van de Nederlandsche Bank geen na deden te duchten zijn voor de vervulling van hare taak om de goudwaarde van het Nederland sche ruilmiddel te handhaven. De gouddekking van alle op- eischbare verplichtingen der Bank bedraagt volgens de laatste week- balans 70.22 petof 30.22 pet. meer dan de voorgeschreven mi nimum metaaldekking van 40 pet. Hierin is hare kracht voor de vervulling van de zooeven be doelde taak gelegen en deze kracht blijft geheel onverzwakt. Er wordt aangenomen, dat het verlies meer bedraagt dan haar kapitaal en vermoedelijk meer dan haar kapitaal plus reserves. Juridisch gesproken zou de Ne derlandsche Bank hierdoor wet telijk in likwidatie zijn, maar vanzelfsprekend kan de Regee- ring, gezien het groote algemeene Ze sprak dien avond en eek den vol' »- Natuurlijk tante» belang natuurlijk niet de hand aan die wettelijke bepalingen houden Hoe onaangenaam deze situatie ook moge zijn voor de aandeel houders, die feitelijk hun geld kwijt zijn, de Nederlandsche Bank zelf zal bespaard blijven en hare functie verder voortzetten ter handhaving van de pariteit van den gulden. Het meest eigenaardige is wel de tegenspraak van de destijds afgelegde verklaring, dat in de toekomst geen verlies op het ponden-bezit was te duchten. Slechts een luttele twee maanden daarna blijkt, dat deze pertinente verklaring een holle frase is. Maar is het nu ook niet logisch, dat men gaat twijfelen aan de pertinente verklaring, die nu weer herhaald wordt, dat wij den gouden standaard zullen hand haven Dat is een vraagstuk, dat niet aan de competentie van de Nedeilandsche Bank is over gelaten. Maar waar blijft het vertrouwen Gezien deze omstandigheden en gezien de enorme krachten, die op het oogenblik bezig zijn het economische wereldfundament te doen splijten, is de verklaring van de Nederlandsche Bank een weinig serieuze houding, die niet zal nalaten opnieuw twijfel te zaaien omtrent hetgeen in Neder land te gebeuren staat. Het zou daarom noodig zijn dat er een commissie was van ter zake kundigen, die de Regee ring in zoo kort mogelijken tijd moet adviseeren over de houding, die wij hebben aan te nemen ten opzichte van het probleem, want de feiten hebben nu eenmaal bewezen, dat de officiëele ver klaringen, dus ook die van de Nederlandsche Bank, geen hou vast kunnen bieden om zich aan vast te klampen. Het geldt hier het belangrijkste Nederlandsche probleem van het moment. Voor mobilisatie slachtoffers. Woensdag is door de Eerste Kamer met 31 tegen 3 stemmen aangenomen het wetsontwerp tot (Wordt vervolgd,) (I AXELSCHES COURANT. Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. 2) Ja, Tante maar het gaat er hier niet alle dagen zoo naar toe da's alle maal ter eere van u. O, maar je hoeft voor mij an ders zooveel omhaal niet te maken. Ik ben, wat mijn eten betreft, de een voud in persoon. Maar Emmy dachtAls ik een schra len potjhad opgediend, zou ze gevraagd hebben is je tante Door geen kluiije roomboter waard Maar dat neemt niet weg, ging de erf-:ante door, dat jullie het zoo alle dagen best zoudt kunnen hebben. Als je man maar wilde. Henk? Ja, natuurlijk. Hij moet dat schil- derijen-gepruts maar aan den kant zet ten. Datr verdien je tegenwoordig het zout niet mee in de pap. Waarom bc- gint-ie geen ververszaak, ik bedoel waarom wordt-ie geen huisschilder, dan kan-ie een paar knechts bijzetten Uit liefhebberij vind ik dat landschap- schilderen wel aardig, maar als je er van moet bestaan, is het de dood in de pot. Een koetje en een boerderijtje en een boompje vragen niet om ge schilderd te worden, maar een huis moet opgeverfd worden, dat is het be houd. Je moet eens ernstig met hem praten en als-Ie verstandig is, doet-ie die portret-schilderingen aan kant. Kijk, as-ie nou nog eens een goed beklante Ververs-zaak probeerde te krijge^ zou ik zeggen: Ik heb er iets voor over om hem te helpen. Emmy heeft d'r man niet over de goed-beklante ververszaak gesproken, uit angst dat-ie tante Door in d'r kraag zou grijpen en voor zich uit de trap af zou duwen en dan was alles ver loren, dan kregen ze later geen halve rooie cent. Maar ze vertelde toch wel dat' tante Door de villa aan Liesje ver maken zou en ze vond d'r nichtje een konkelaarster. Die had net zoo lang gewurmd tot tante Door een paar da gen bij haar gelogeerd had. Wat een ellende toch, dat zij niet ruimer bt- huisf was, om ook tante eens te vragen. Mensch, had Henk gezegd, toen- ie thuis was gekomen van de boerderij, waat-ie een interieur te schilderen had, wees blij dat je die slobberend „sans- souci" niet behoeft te logeeren. Als die een uur over den vloer geweest is, ben jij een heelen dag van streek. Ja, dat ben ik, zei Emmy, ik zie tegen haar bezoek op als tegen een operatie en toch zou ik haar te logee- ren willen hebbenom Liesje te plagen. Dat is erg christelijk. Zij doet het mij toch ook. Zij jammert, dat Herman het zoo schraal heeft, dat-ie eindelijk eens echt rust moest hebben, want dat-ie nou nog voor de pension-gasten schoenen moet poetsen en boodschappen moet doen. Doe nooit iets om een ander te plagen, kind, want per slot heb je daar zelf den grootsten last van. Jij hebt makkelijk praten, jij hebt geen andere behoefte dan een bord bruine boonen en een pijp tabak. Doe zooals ik. heb net zooveel recht als de anderen. En tante Door kwam dien avond bij Liesje aan met de boodschap, dat ze Emmy veel in haar voordet 1 veranderd vond. Ze was een en al hartelijkheid en ze bad zich uitgesloofd, nee maar garnalen-schelpjes en asperges. Ze konden van hun armoedje toch altijd nog iets missen. Een en al hartelijkheid, gromde Liesje, dat is een kwestie van smaak. In uw gezicht is ze lief en aardig en achter uw rug maakt ze grappen op uw grooten hoed. Wacht eens, hoe noem de ze u ook weer O, ja. toen ze u aan zag komer, gierde ze van de pret Daar heb je 't zeilschip weer, zei ze, zet de flesch port gauw weg, anders zegt ze weer, dat we alles maar op maken. Wat zei tante Door, diep ver ontwaardigd, noemt ze me't zeilschip. Dat neem ik niet aan. Dat is jai ezie van jou 1 Ik zit hier niet te liegen. Goed, dat zullen we gauw ge noeg uitzoeken. En dien avond zalen Liesje en Em my te huilen van ergernis. Tante Door had voor de zooveelste maal haar toe komstige erfenis uitgespeeld. II. Tante Door, die aanvankelijk van plan was, den volgenden morgen te vertrekken, voelde zich verplicht een ernstig onderzoek te gaan instellen naar de insubordinatie, die Em my, haar jongste nicht, tegenover haar persoon gepleegd moest hebben. Daar om zei se, voor ze naar haar kamer ging: Reken er maar ep, dat ik nog een dagje blijf. genden morgen, voor het ontbijt geen woord, zoodat Herman, de gepension- neerde opzichter bij de gasfabriek, zijn veel jongere vrouw de vraag stelde Heb jij iets met tante gehai? Absoluut niet. Ik heb me de afgeloopen veertien dagen juist met alle geweld ingehouden. Als ik dat niet gedaan had, waren we elkaar al tien keer in de haren gevlogen. Ik denk maar: laat ik in 's hemelsnaam nog maar een poosje „aap wat heb je mooie jongen* spelen. Ze kijkt me niet aan, ze zegt me niet „goeien morgen". Zou ik het bij haar verpeuter! hebben Och, zei Liesje, onverschilliger schouders ophalend, als ze bij Emmy geweest is, komt ze altijd spin-nijdig terug. Daar zal natuurlijk weer het noodige gekletst zijn. Herman, die nu al zooveel jaren hoopte op de vette erfenis, ging als al tijd. poeslief met haar om. Scheelt er iets aan, tante? Is het ei te hard Dan zal ik een ander laten koken. Ik wil volstrekt niet, dat u in mijn huis harde eieren eet. Of heb u misschien slecht geslapen Ik heb het gisteren nog eens met onze eigen matras geprobeerd en de Leidsche dekens moeten u toch bevallen. Tante legde haar ontbijtmesje veel te hard op haar bordje. 't Gaat hier niet over een hard ei of over een Leidsche deken, Herman Er hoeft dezen keer geen stroop ge' likt te worden tegenover een erftante! Stroop gelikt tegenovermaar tante.stotterde Herman. Mag ik asjeblief uitspreken Ik dacht, dat u..., Ik vraag, of ik uitspreken mag? Odan zal ik verder gaan. Ik zeg, het gaat hier niet over een hard ei, het gaat hier over wat je vrouw me komt vertellen van Emmy. Zoo lang het niet bewezen is, wat zij haar nichtje in den mond legt, zoolang kan ik niet hartelijk zijn. Geef mijn hoed en mijn mantel eens. Herman haastte zich aan het ver zoek te voldoen, deed de huiskamer deur en de glazen tochtdeur beneden aan de trap voor haar open en kwam terug met de vraag Wat leb je verteld van Emmy? Wel, ik kon niet velen, dat tante het zoo over haar hartelijkheid had. Ze doet warempel net of Emmy een exemplaar is voor een tenstoonstelling En ik heb zelf gehoord, dat ze tante het zeilschip noemde, Heb je dat tegen tante gezegd Natuurlijk heb ik dat. Dat is afgerazend stom. Nou ja, het is een oud mensch, en ik kan niet goed hebben, dat ze daarginds op dien schilderszolder van haar probeeren te plukken en haar achter den rug voor den mal houden. Hebben we zelf ook niet eens met haar gelachen Goed, maar dan zeg Ik geen aardigheden, waar een ander bij is. Ons daghitje moet het toch ge hoord hebben. Die houdt haar mond wel. Ik hou vol, dat het stom is. Als ze daarginds hooren, dat jij dat ver* raden hebt, zullen ze ons ook niet sparen. ik tart zei Tart jij nou niet, want je komt nooit in haar testament voer Sans-Soucit

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1931 | | pagina 1