Nieuws- en Advertentieblad
voor Zee u wscli- V7 laan eleven.
S
Voor de werkloozen.
De onzichtbare hand.
No. 65.
VRIJDAG 20 NOVEMBER 1931.
47e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Galden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Greote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franc© ingewacht, uiterlijk
tet Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Door den Raad dezer gemeente
is in de zitting van 12 Nov. jl.
de volgende steunregeling vast
gesteld
De werklooze arbeiders zijn te
onderscheiden in
a. Uitgetrokkenen. Dit zijn de
uitgetrokkenen van eene van
wege het Departement van Arbeid
gesubsidieerde, functionneerende
werklnozenkas, die nog niet ge
durende het door den Minister
van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw bepaalde aantal weken
steun hebben genoten
b. Dubbel uitgetrokkenen, t.w.
die uitgetrokkenen van eene hier
boven bedoelde werkloozenkas,
die reeds gedurende het voor
uitgetrokkenen bepaalde aantal
weken steun hebben genoten vol
gens de door den Minister van
Binnenlandsche Zaken en Land
bouw getroffen regeling
c. Reglementair nog niet recht
hebbenden op uitkeering uit de
werkloozenkas
d. Ongeorganiseerden. Hier
onder worden verstaan diegenen,
die geen lid zijn van een werk
loozenkas als hierboven bedoeld.
Steunregeling.
A. Voor de uitgetrokkenen.
Artikel 1.
De onvrijwillig geheel of ge
deeltelijk werklooze valide arbei
ders, die in drie maanden, voor
afgaande aan het tijdstip, waarop
zij werkloos werden, ten minste
zes weken werkzaam waren in
bedrijven door den Minister van
Binnenlandsche Zaken en Land
bouw met name te noemen, ont
vangen, indien zij geen recht
meer hebben op uitkeering uit de
werkloozenkas hunner organisa
tie, omdat zij zijn uitgetrokken,
zoolang zij naar het oordeel van
het door genoemden Minister er
kende orgaan voorsteunverleening
daarvoor in aanmerking komen en
ten hoogste gedurende het aan
tal weken door genoemden Minis
ter te hunnen aanzien bepaald
(vgl. art. 11) een wekelijksche
ondersteuning in geld.
Het orgaan, in het eerste lid
bedoeld, wordt gevormd door
vier leden, te benoemen uit en
door den Gemeenteraad en vier
leden, te benoemen als volgt
één lid uit en door den Axel-
schen Besturenbond
één lid uit en door den Chr.
Besturenbond t
één lid uit en door den R,K.
Besturenbond en
één lid uit en door den Chr.
Bouwvakarbeidersbond.
Voorzitter van het orgaan is
de Burgemeester, secretaris een
door Burgemeester en Wethou
ders aangewezen ambtenaar ter
Secretarie.
Art. 2.
Bij de beoordeeling van de
vraag of, en in welke mate on
dersteuning noodig is, wordt, met
inachtneming van de na te noe
men normen, die als maxima
gelden, nauwlettend met den toe
stand van elk gezin in het bij
zonder rekening gehouden.
Voor ondersteuning komen
slechts in aanmerking diegenen,
die zich het noodzakelijk levens
onderhoud niet kunnen verschaf
fen, terwijl slechts in zoodanige
mate steun wordt verleend, als
met het oog op de behoeften en
de omstandigheden van den on
dersteunde noodzakelijk moet
worden geacht.
Niemand kan aan deze rege
ling eenig recht op ondersteu
ning ontleenen.
Art. 3.
Als kostwinners worden alleen
diegenen beschouwd, die door
hun loon geheel of bijna geheel
in het onderhoud voorzagen van
het gezin, waartoe zij behooren
Art. 4.
Aan kostgangers kan slechts
steun worden verleend na goed
keuring van elk geval door den
Minister voornoemd.
Art. 5.
De bepalingen der reglementen
op de werkloozenkassen der be
trokken vakvereenigingen, betref
fende inschrijving bij de arbeids
beurs zijn van toepassing.
De Steun.
Art. 6.
De steun bedraagt ten hoogste:
a. voor gehuwden en onge
huwde kostwinners f 10 per week,
benevens f0.50 per week per ge
zinslid boven de twee personen
tot een maximum van 8 personen
b. voor kostgangers f 6 per
week.
Art. 7.
Van de inkomsten, zoowel van
den uitgetrokkene zelf als van de
leden van diens gezin wordt s/8
in mindering gebracht op zijn
steun, vastgesteld volgens deze
regeling.
Deze inminderingbrenging van
heeft echter niet plaats voor
de bedragen van werkgeverszijde
uitgekeerd tot verhooging van den
steun, echter slechts tot een maxi
mum van 15 pCt. van het steun
bedrag.
Art. 8.
De steun aan gehuwden en
ongehuwde kostwinners mag nim
mer meer bedragen dan
a. 80 pet. van f 15 voor land
arbeiders
b. 65 pet. van f 20 voor andere
arbeiders
en aan kostgangers niet meer
dan 55 pet. van
a. f 15 voor landarbeiders;
b. f 20 voor andere arbeiders
Art. 9.
Slechts één lid van het gezin
kan voor steun overeenkomstig
deze regeling in aanmerking
komen.
Art. 10.
Geen uitkeering wordt verstrekt
aan
a. diegenen, die den leeftijd van
65 jaar overschreden hebben
b. diegenen, die een jaar of
langer uit een werkloozenkas en
of volgens deze steunregeling uit
keering hebben genoten, zonder
in dien tijd ten minste een maand
in het vrije bedrijf te hebben ge
werkt
c. diegenen, die moeten wor
den geacht, niet meer aan het
werk te zullen komen in den be-
Dezt ruimte had monsieur de Mar*
drijfstak, waarin zij geregeld ge
werkt hebben
d. vrouwen
e. diegenen, die nog geen half
aar in de Gemeente woonachtig
zijn
f. personen van vreemde na
tionaliteit die nog geen l'/s jaar
in de Gemeente woonachtig zijn
Voorts wordt in het algemeen
geen uitkeering verstrekt aan die
genen, die na den lsten Januari
1931 zijn gehuwd, (In bijzondere
gevalllen echter kan na verkregen
goedkeuring van den Minister
van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw, aan deze personen uit
keering worden verstrekt.)
Art. 11.
Aan de uitgetrokkenen kan op
grond van deze regeling steun
worden verleend gedurende ten
hoogste
a. 18 weken aan kostgangers;
b. 24 weken aan gehuwden en
ongehuwde kostwinners.
Heeft een uitgetrokkene gedu
rende het te zijnen opzichte be
paalde aantal weken steun geno
ten, dan behoort hij tot de dub-
bel-uitgetrokkenen.
Art. 12.
De steunbedragen worden voor
elke persoon in het bijzonder
vastgesteld door het orgaan. Zij
worden door den Gemeente-Ont
vanger aan de betrokkenen ter
hand gesteld.
C o n t r 1 e.
Art. 13.
Ter Gemeente-secretarie wordt
van elk lid, dat voor ondersteu
ning in aanmerking wenscht te
komen, een aanvraagformulier ter
invulling en onderteekening uit
gereikt. Het ingevulde formulier
wordt vervolgens bij het orgaan
ingediend.
Veranderingen in de omstan
digheden van den gesteunde en
diens gezin moeten, voor zoover
deze van invloed kunnen zijn op
de vaststelling van het steunbe
drag, door den ondersteunde on
verwijld ter Gemeente-secretarie
worden medegedeeld.
Art. 14.
De gegevens der aanvraagfor
mulieren vormen voor het orgaan
den grondslag harer beoordeeling,
of, en in welke mate, ondersteu
ning zal worden verleend.
De juistheid der gegevens, door
den ondersteunde op het aan
vraagformulier ingevuld, wordt
door of vanwege het orgaan on
derzocht. Het orgaan neemt geen
beslissing, dan nadat de resul
taten van dat onderzoek bekend
zijn.
Art. 15.
De aanvraagformulieren wor
den door het orgaan kosteloos
verstrekt.
Art. 16.
Door het orgaan worden weke
lijks uitbetalingsstaten opgemaakt,
welke aan den Gemeente-Ontvan
ger worden ter hand gesteld ter
uitkeering van den steun aan de
betrokkenen.
Art. 17.
De steun zal worden ingehou
den, indien
a. de werklooze, die voor steun
in aanmerking komt, opzettelijk
verkeerde inlichtingen verstrekt;
b. de ondersteunde opzettelijk
geen of onvolledige opgave ver
strekt van zijn inkomen en van
dat van de overige leden van het
gezin, of hij nalaat van verander
de omstandigheden, die op den
steun van invloed kunnen zijn,
tijdig aan het orgaan mededeeling
te doen
c. de werklooze nalaat er.voor
te zorgen, dat hij als werkzoe
kende bij de Gemeentelijke Ar
beidsbeurs of den) plaatselijken
correspondent voor de arbeidsbe
middeling is ingeschreven en in
geschreven blijft
d. de werklooze weigert werk
te aanvaarden, waarvoor hij licha
melijk geschikt kan worden ge
acht
e. de- werklooze weigert te al
len tijde de(n) daartoe gemach
tigde^) persoon (personen) in
zijne woning te ontvangen, of
zich niet onderwerpt aan de vast
gestelde maatregelen van contröle;
O
U
AXELSCHE
COURANT
8)
Ik keek hem recht in zyn oogen
teen ik hem deze vraag stelde.
„Mijn vader is de eenige die een sleu
tel heefi", antwoordde hij aarzelend
het is voor een ander practisch onmo
gelijk om hier binnen te komen, be
halve dan voor u", voegde hij er met
een flauw glimlachje aan toe.
Weer keek ik hem strak aan, maar
het was duidelijk dat hij de eenig
mogelijke conclusie nog niet had ge
trokken.
„Kiik u eens, monsieur de Marti-
gnac," zei ik rustig en ernstig, de
vraag die ik u stellen moet is wel
pijnlijk, maar ik mag die toch niet ach
terwege laten. Is uw vader geestelijk
heelemaal in evenwicht?"
Hij keek me met verschrikte oogen
aan en werd vuurrood.
„Ik ik weet het niet," zei hij na
een pauze, en toen zweeg hij wier.
„Vertel me de volle waarheid," drong
ik zacht aan. Hebt a nooit vermoedens
gehad U hoeft heusch niet bang te
zijn om mij alles te zeggen."
„Welnu", zei hij langzaam, het was
duidelijk dat het hem moeite kostte
om te spreken ik moet toegeven
dat ik wel eens heb gedacht dat va
der. soms.'n beetje. vreemd
was. Maar ik heb mezelf altijd voor
oogen gehouden dat ik me moest ver
gissen. En ik heb ook altijd gehoopt
dat niemand er iets van zou merken,
Ik houd ontzettend veel van mijn vader,
Die laatste woordsn, die zoo roe-
rend-eenvoudig klonken, werden met
een heesche, trillende stem gezegd.
Ik knikte en het duurde even voor
ik het stilzwijgen dat gevolgd was
verbrak en voortging:
„Het is absoluut niet noodig, dat er
vreemden in deze zaak gemoeid wot-
den, dat we een schandaalhistorie krij
gen. Er moet natuurlijk iets gedaan
worden, dat spreekt vanzelf, maar dat
kan zonder eenigen ophef gebeuren.
Als ik u een raad mag geven, gaat u
dan nu een praatje bij uw vader hou
den en vertel hem wat we ontdekt
hebben."
Ik klopte weer tegen den geslepen
stijl.
Paul de Martignac toonde zich heel
dankbaar voor mijn raad. Hij drukte
stevig mijn hand, nam den sleutel
mijn duplicaat dien ik hem gaf en
verliet de kapel. Het duurde bijna een
uur voor hij terugkwam, nog al op
gewonden. Hij vertelde mij, dat de
conclusie, die ik, al hrd ik die niet
met even zooveel woorden uitgespro
ken, duidelijk had laten doorschemeren,
jaist was. De oude Charles de Mar
tignac had de hinderlaag opgezet, zoo
wel op den avond dat André bijna ge
dood was, als den afgeloopen nacht.
Trouwens, het stond vast, dat hij dit
jaren achtereen, avond aan avond ge
daan had. Hij had het bestaan van
het voorvaderlijk mechanisme leeren
kennen uit een oud handschrift in de
bibliotheek van bet kasteel. Het was
in vroegere, onveilige tijden uitgedacht
en aangebracht ter bescherming van
het gouden kerkvaatwerk, dat in een
verborgen kruis achter het altaar be
waard werd.
tigsac, nadat de kerksieraden 'n mir.
der geheimzinnige bewaarplaats had
den gekregen, gebruikt om zonder
dat iemand daarvan wist de ju-
weelen van zijn cverledene vrouw op te
bergen. Ze was 'n jaar of twaalf ge
leden gestorven en Paul vertelde dat
zijn vader sinds haar dood eigenlijk
nooit meer geheel zichzelf was ge
weest.
Ik gaf den jongen de Martignac mijn
verwondering te kennen over het feit
dat op den avond dat André door den
dolk was getroffen, de hinderlaag vri
vroeg gesteld moest ziju.vóór den
aanhang van den kerkdienst. Immers,
als ik hem goed begrepen had, zei ik
tegen Paul, had zijn vader de gewoonte
het mechanisme iederen avond Iaat in
werking te stellen en het 's morgens
weer af te zetten, voor iemand anders
de kapel kon betreden. De jongeman
antwoordde, dat het een gevolg moest
zijn geweest van vergeetachtigheid van
zijn vader een door die.is nerveu-
zen toestand vaker voorkomend vei-
schijnsel. Tijdens den kerkdienst, toen
het koorhek had opengestaan, was er
natuurlijk niet het minste gevaar ge
weest, dat de dolk in aetie zou ke
rnen, maar nadat het hek na afloop
van den dienst was dichtgetrokken
(door de bediende of wellicht door den
ouden Martignac zelf, dat wist Paul
zich niet meer te herinneren}, toonde
het geheimzinnige mechanisme zich in
zijn volle!kracht, op het oogenblikdat
André naar het altaar wilde gaan, om
het brevier van den pastoor te halen.
Dat is eigenlijk alles wat er te ver
tellen valt. De oude de Martignac is
althans voor zoover ik heb kunnen
vaststellen niet krankzinnig in den
gewonen, gebruikelijken zin van het
woerd. Hij is iemand met een aange
boren, nerveuzen aanleg, en in den
loop der jiren is hij steeds zwaarmoe
diger geworden het verdriet over
den dood van zijn vrouw heeft zijn
melancholie waarschijnlijk !in hooge
mate verergerd. Zooals Paul vertelde
bracht zijn vader steeds uren aaneen
in de kapel door, geknield voor het
altaar, in gebed en overpeinzing ver
zonken.
Marc Michel zweeg en leunde ach
terover in zijn stoel.
,Maar nu heb je nog niet verteld,
h o e je het geheim van dien gespleten
post en van de rest van deze vernuf
tige dievenval ontdekt hebt," opperde
ik, me tevens tot tolk makend van mijn
drie vrienden, die instemmend knikten
bij mijn vraag.
„O, dót, antwoordde Mare, tusschen
en serie heftige trekken aan zijn pijp
door ja, ik kwam op het idee toen
ik de vergrootingen van de foto's ver
geleek, de eene die ik overdag ge
nomen had, en de bliksemopname. De
daglichtfoto toonde een dikkeren
linkerpost van de opening in het koor
hek, dan mijn opname van dien nacht.
Dat bracht mij op een spoorik
kreeg een vermoeden dat er wel eens
een zuiver mechanische truc achter
die heele geschiedenis kon zitten en
dat op stuk van zaken niets geheim
zinnigs of bovennatuurlijks in het spel
was zooals ik van den aanvang af
eigenlijk had gedacht. Maar het was
allemaal zoo mysterieus en luguber en
ik kreeg zoo weinig houvast vooreen
bewijs, dat ik ook een beetje door de
griezelkoorts van de heele omgeving
werd aangestoken. Welnu, toen mijn
argwaan eenmaal gewekt was, door
het verschil in dikte van de post op
de beide foto's, ging ik in die richting
aan het speuren en toen was de
rest niet zoo moeilijk".
„Tusschen haakjes, vervolgde hij,
terwijl hij opstond en naar den schoor
steenmantel liep, het zal jullie waar
schijnlijk interesseeren om den grirn-
migen dolk met je eigen oogen te zien
Paul de Martignac was zoo vriende
lijk hem mij cadeau te geven, als een
klein souvenir aan het avontuur dat
mij naar hun kasteel had gebracht."
Het wapen ging van hand tot hand
en terwijl wij het ieder op onze beurt
aandachtig bekeken, stond Marc Michel
zwijgend bij den haard. Hij had zijn
pijp in een aschbak gelegd en nu
zijn verhaal ten einde was weer
troost en toeverlaat gezocht bij zijn
eeuwigdL rende sigaretten.
Toen de dolk weer bij hem terug
was gekomen en hij hem op zijn plaats
op den schoorsteenmantel terug had
gelegd, ging hij voort
„Paul en ik hebben de hinderlaag
buiten werking gesteld, het familie-
spook van Chateau Martignac is voor
altijd onschadelijk gemaakt. De oude
André gaat goed vooruit, die krabbelt
er wel weer bovenop; ik heb den dok
dus er kan verder gevoegelijk over
de heele historie gezwegen worden.
Maar dat neemt niet weg dat de ka-
pet haar gevaarlijke reputatie wel ten
eeuwigen dage zal houden. Een uit
nemende plaats om kostbaarheden of
geldstukken te deponeeren!
(Wordt vervolgd,)
Hij, die vriendelijk en hoffelijk Is Vööf
den vreemdeling, toont zich hierdoBf
wereldburger.