Axelsche Courant. RAADSVERSLAG Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 62. Dinsdag 10 Nov. 1931. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Redacteur-Uitgever J. C. VINK Axel. Tweede Blad. Zitting van 5 November 1931 Dhr. C. HAMELINK zegt, dat het de gewoonte is, bij het begin van een regeeringsperiode ook voor de gemeenten de vooruitzichten uiteen te zetten, welke men zich voorstelt. Spr. zal niet uitvoerig zijn, maar wil toch even den toestand bespreken. Hij is voornemens om den toe stand niet nog soberder te maken zooals dhr. van Bendegem het voorstelt, wat leiden moet tot vermindering van het gemeente leven, maar wil den toestand toet sen aan feiten, die dat leven actiever kunnen maken. Hadden we van het vroeger gedeeltelijk vrijzinnig College van B. en W. nog iets te wachten, thans, nu het College nog meer conservatief is samengesteld, zal dat wel niet het geval zijn. Als we de begrooting inzien, dan zijn er verschillende motieven, die er op wijzen, dat B. en W. van plan zijn om de teugels van een zuinig bestuur zoo nauw mogelijk aan te halen. Zoo is er b.v. geen aandacht geschonken aan hygiëne en volks- ontwikkeling.Erkomt geen nieuwe muziektent, het onderwijs gaat men dupeeren door ontslag van een onderwijzer en dus is spre kers opmerking niet te donker geteekend, als hij voorspelt, dat van eenige democratische lijn geen sprake zal zijn. Spr. had verwacht dat er wel een flinke zwemge- legenheid zou worden gesticht, waar een raadslid eens opmerkte dat het water in de kleine kreek stinkt, terwijl datzelfde lid nu zitting heeft in het Dag. Bestuur; hij had verwacht dat er stappen zouden gedaan zijn om in de gebleken behoeften van het volk verbetering te brengen. Het grond bezit is zoo geëxploiteerd, dat men geen oog heeft gehad voor schoonheid of kunst. Dingen, die nu nog niet spreken tot het volk, maar die men ons later als de ontwikkeling zal zijn toegenomen kwalijk zal nemen. Men doet aan sensatiepolitiek, of we aan den afgrond staan, en spr. zal niemand verwijten, dat het zoover niet is, maar toch zijn er geen reden, die de besparing en de uitdrukkingen van dhr. van Bendegem wettigen, als zou er niets opgebracht kun nen worden. Telken jare is dat rampspook bezongen en telkens is aangespoord om iets niet te doen, z.g.n. om de gemeente voor achteruitgang te behoeden. En nu is een kloppende begrooting wel mooi, maar niet als er de zaken door in de war worden gestuurd. En waar er steeds over schot was, is dit geen beeld van den slechten toestand, waarover ieder jaar wordt gesproken. Ten opzichte van de werk lozensteun is de begrooting wat ruimer gesteld voor de uitkeering, en als het nu maar niet gaat als in 1931, dat er geld voor steun wordt gevoteerd, maar het niet wordt uitgegeven, dan is er zeker daar vooruitgang te bespeuren Vooral als spr. herinnert aan den tijd van een achttal jaren geleden, dat nog gestreden moest worden om werkloozensteun te krijgen. Spr. resumeert, dat hij zal probeeren om van het gemeente bestuur nog wat gedaan te krijgen voor hygiëne, volksontwikkeling en volksvermaak. Als vertegen woordiger der S.D.A.P. stelt hij er zich echter niet veel van voor, omdat te verwachten is, dat elk voorstel van die zijde en in die richting zal worden verworpen met 5 tegen 7 stemmen. De neuzen zijn geteld en spr. ver wacht geen tegemoetkoming in dezen. Het College van B. en W. is dezen keer al bijzonder samen gesteld. Dhr. Dieleman, die vaak voor de belangen der arbeiders op kwam, is verward geraakt in het kluwen van de oerconservatieven en de verwachting, dat hij zijn stem in democratischen geest zou uitbrengen, is in rook opgegaan. Voor dhr. Dieleman, die naar het heet, een belofte had gedaan voor de wethoudersverkiezing was wel iets te doen jeweest. Maar nu het niet zoo is, zal het gemeentebelang steeds met 5—7 stemmen worden geregeld en zal het veel moeite kosten, om met succes eenige activiteit aan den dag te leggen. Voor de arbeiders zal onze stem steeds klinken als die eens roe penden in de woestijn. Komende tot de verkiezingen, zegt spr., dat meer overal werd beloofd dat de belangen der ar beiders bij hen het best werden behartigd. Ook bij de Katholieken was dat zoo, maar dhr. Van de Bilt, ziende dat het bij de arbeiders meenens werd, pakte zijn biezen en liet de R. K. Staatspartij in de steek. Spr. hoopt dat het een les is voor de arbeiders, dat ze niet kunnen rekenen op beloften van Christelijke partijen, maar op de genen, die inderdaad voor hunne belangen opkomen. Bij de Vrijheidsbonders en Chr.- Historischen was het evenzoo ge steld. Bij de wijze waarop de candidaten van den Vrijheidsbond zich aandienden, achtten ze het oorbaar om delijst te steunen van dhr. 't Gilde. Voor de Chr.-Historischen, die ook een klap kregen, nu ze niet bleken op te komen voor de demo cratische beginselen, had spr gedacht, dat ze nu met hun candi- daat meer zouden bereiken, wat voor hunne belangen te vinden is. Maar dhr. Van Bendegem denkt misschien de bezitters in zijn partij te vertegenwoordigen, maar dan zullen de bedrogen arbeiders een volgende maal zich zeker onder dat hoedje niet meer laten vangen. Wij vinden dat fijn. Het misbruik dat gemaakt wordt door de arbei ders steeds om hun geloofsover tuiging aan de politiek te binden heeft al veel te lang geduurd Waarom niet als in Engeland waar ook ieder zijn partij heeft maar los van den godsdienst. Daar wordt dezelfde candidaat door katholieken,, protestanten of on- geloovigen gekozen, dus uit ver schillende godsdienstige richtin gen en zoo ook in België. Spr. hoopt dat het voorbeelc van dhr. Van de Bilt bij de Katho lieken en ook de Chr.-Hist. parti door de arbeiders wordt begrepen en zij zich niet meer door hun godsdienst aan een politieke rich ting gebonden achten. We hebben nu gekregen een groep 't Gilde met 3 leden. De ervaring daarbij opgedaan heeft moed voor de toekomst en spr hoopt, dat die groep de klasse der minderbedeelden zal behar tigen. Spr. is niets liever, dan het kweeken van politieke vrienden al staan ze principieel nog niet aan zijn zijde. Overigens is spr. wel met eenige zorg vervuld voor de arbeiders belangen, als hij de begrootin beziet. Deze is natuurlijk nog onder den invloed van het oude college tot stand gekomen, onder druk van de verkiezingen en den stijgenden invloed der arbeiders klasse. Daarom is ook iets ruimer aan de werkloozen gedachtwat ook niet anders kan, omdat het toch niet aangaat direct na de verkiezing alle beloften aan de kiezers met voeten te treden. Alleen ten opzichte van de werk loozen is iets gedaan, maar verder ook niet, zoodat het voor de arbeidersklasse nog hard vechten zal zijn om iets in hun belang gedaan te krijgen. Met een beroep op de medewerking der leden eindigt spr. Dhr. 't GILDE komt nu aan het woord en houdt de volgende rede (Vervolg van het hoofdblad) ALGEMEENE BESCHOUWINGEN Dhr. van Bendegem vangt aldus aan: Mijnheer de Voorzitter! Alvorens mede te helpen de begrooting te behandelen, wil ik ook nog een woord aan het een en ander wijden. I. Daar wij allen weten, dat wij thans verkeeren in een financiëelen economischen crisis, en er toch ook thans weer veel gelden in onze gemeentelijke huishouding benoodigd zijn, daar wil ik de hoop en de wensch uitspreken, dat er door ons Gemeentebestuur in zijn geheel, de zoo hoogst mogelijke bezuiniging betracht worden. En dit zeg ik nu niet, alsof ik in ons Gemeentebestuur in zijn geheel zie een Gemeentebestuur van geef maar uit, verre van daar, maar opdat wij allen weten, dat de gelden die uitgegeven worden, ook weer ergens vandaan moeten gehaald worden, hetzij dan door middel van belastingen, enz. II. En daar onze Gemeente, in hoofd zaak een landbouwende gemeente is, daarom wil ik hier wel in hoofdzaak de nadruk op leggen. Want een ieder onzer die in nauw contact staat met de landbouw, die weet wel, dat het bij de landbouwers verre van rooskleurig is, en dat deze wel in hoofdzaak de hardste crisisklappen worden toegedeeld. Niet alleen door deze economischen crisis, maar ook nog we derom door de vele aanhoudende regens die wij ook weer dezen zomer gehad hebben. Want daardoor zijn er ook weer bij velen verschillende vruchten bedorven, en zijn natuurlijk ook weer niet ten gelde kunnen gemaakt. III. Wil ik ook den handel hierbij niet vergeten, want ook den handel heeft met vele moeilijkheden te kampen. Het is daarvoor ook steeds van het eene land bemoeilijkt door invoerrechten, en weer door een ander land belemmerd door uitvoerpremiën. En waar de handel in nauw contact staat met de landbouw, daar weten wij ook allen, wanneer het den landbouwer niet goed gaat, het ook voor den handel niet best te noemen is er zullen dan ook daar eerder verliezen dan winst te boeken zijn, tenminste in de meeste gevallen. IHa. Wil ik ook den arbeider niet ver geten te noemen. En wanneer ik dan spreek over arbeiders, dan heb ik voor namelijk op het oog, den landarbeider. Want ook zij, daar ze in dezen moei lijken tijd, nog niet altijd arbeid kunnen vinden, en wanneer ze dan gevonden hebben, weten ze er ook van mede te spreken, dat ook zij veel schade onder vonden hebben, door de vele verletdagen die ze hebben gemaakt, vanwege den ook wederom dezen zomer vele aanhoudende regens. En zijn hunne inkomsten ook absoluut gering te noemen. En zal ik steeds mede helpen, om voor hun zooveel mogelijk arbeid te vinden En hoop ik ook, dat er door ons Ge meentebestuur in zijn geheel, ook zooveel mogelijk naar objecten voor werkverschaf fing voor onze arbeiders gezocht wordt Omdat volgens mij, arbeid moraliteit kweekt, en niet arbeiden demoraliseerd. Ook hoop ik, dat er dan waarde gehecht zal worden aan den arbeid, en een ieder verantwoordelijkheidsbesef gevoeld. Want mijnheer de Voorzitter, volgens mij zijn de peilers der welvaart, vlijt, spaarzaamheid en verantwoordelijkheids besef, en dit geld absoluut voor ons allen Jammer is het dat de regeering indirect de werkloosheid in de hand heeft gewerkt met hare tarwewet. Want als de regeering dan toch wil steunen, had ik het liever gezien, dat ze meer steun op de bieten had gegeven want nu zal het blijken dat er verschillende menschen zullen zijn die volgend jaar Juli, nog geen kans zullen gehad hebben, om in de landbouw te werken. Want thans is de tarwe gezaaid, en het wordt straks met de machine gewied, af gereden en gedorschen, en dit gebeurd allemaal op een korten tijd. En wanneer er meer bieten konden worden uitgezaaid zouden hierin vele arbeiders vanaf April arbeid vinden, tot het eind Januari, jawel totdat de bieten verwerkt zijn in de fabriek. Jammer, zeg ik, dat de regeering dat niet beter heeft zien zitten, t IV. Ook mag hier nog wel even de bankencatastrophe gememoreerd worden hetwelk heeft plaats gehad in onze ge meente, want daar is ook onze gemeente hard door gedupeerd. Want het zal straks blijken, dat vele débiteuren in het moeilijke worden gebracht, en vele crediteuren stuk ken van hun bezit zien verdwijnen. V. En waar er mijnheer de Voorzitter in ons land en gemeenten veel gesproken wordt over bezuiniging, daar blijft het bij de hooge heeren meestal bij praten. En waar dit zoo is, zou ik straks willen voorstellen de presentiegelden van de raads leden in onze gemeente geheel af te schaffen Het zou dan voor die heeren tot voor beeld kunnen strekken, en ten tweede, moet het lidmaatschap van de raad, volgens mij maar een eerebaantje zijn. Ook zou ik gaarne zien, dat het bur gemeesterschap als een eerebaantje werd beschouwd, gelijk in ons naburig België, ammer, dat het hier nog zoover niet is. Ik zal dan daarom straks ook een voor stel indienen, voor een progessievelijke salaris vermindering. En wil aldus; tot f 1500 geen vermin dering, maar van f 1500 en daarboven progressievelijk verminderen. Ook zal ik straks een voorstel doen, om het Handelsonderwijs niet te subsi dieeren, omdat dit geen verplichting is, en ook, als ze in Hulst zich de luxe willen veroorloven van scholen te bouwen, zij die volgens mij zelf maar moeten bekostigen Ook zal ik straks het voorstel van B. en W steunen, om den boventalligen onderwijzer van de Openbare School met 1 Januari op wachtgeld te stellen, omdat dit volgens de gelijkstelling op het onder wijs, een besparing voor onze gemeente zal beteekenen, van ongeveer zes aan zeven duizend gulden. En dit doe ik niet, omdat ik niets gevoel voor goed onderwijs, neen daar gevoel ik zeer veel voor, voor goed onderwijs. Maar omdat volgens mij, in dezen zoo n moeilijken tijd, de financieele zijde het zwaarste moet wegen. Ik hoop dan, dat mijn voorstellen straks zullen gesteund worden, en zeg u mijnheer de voorzitter dank voor het mij verleende woord, ik dank U. Mijnheer de Voorzitter Als voorstander van het houden van alg. besch. bij de jaarlijksche behandeling der begrooting en zelf persoonlijk nu 8 jaren geleden die gewoonte hier ingevoerd hebbende, heb ik om bijzondere redenen gemeend ditmaal het initiatief daartoe niet te moeten nemen. Een verheugend feit noem ik het intusschen, dat behalve ik, thans ook een ander of naar ik hoop meerderen zich ook eens uiten in alge- meenen zin over het beleid dat naar de begrooting zich laat aanzien gevoerd zal worden en daar hun goed- of afkeuring over uitspreken. Men heeft zich tot dusver op dit gebied hier zeer zelden van andere zijde bij de begrooting rond uitgesproken. In den regel ging men nergens op in en de leiding gevende college s zwegen in alle toonaarden als ik wat naar voren bracht. Of wij in ait opzicht zijn vooruitgegaan, zal de naaste toekomst ons nu aanstonds openbaren. En, wanneer men ook nu weer volhardt in een Stoïcijnsch zwijgen, dan zullen wij deze zwijgkunst gevoeglijk ter beoordeeling overlaten aan de denkenden, hoorenden en lezenden buiten deze vergndering. Het doet mij een groot genoegen dat ik voortaan kan optreden als woordvoerder van de op één na sterkste fractie in den Raad. Wij willen er naar streven vooral in deze donkere tijden voor zooveel wij kunnen samenwerking te zoeken en te ver- leenen bij andere elementen in deze ver gadering aan wie het hoogste gezag in onze gemeente is opgedragen. Al hebben wij geen bepaalde kiesver- eeniging achter ons op dit moment en al hebben wij ook geen gemeenteprogram om ons naar te richten dat neemt niet weg dat wij de zaken die aan de orde komen niet aan een gezond en nuchter oordeel zouden kunnen onderwerpen. Wij meenen zelfs nog beter dan indien wij gebonden waren aan een partij met een vaak veel te eenzijdig program, Zooals gebruikelijk wil ik het even heb ben over de jongste raadsverkiezingen welke zulke verrassende resultaten had als nog wel nimmer een raadsverkiezing Axel. Optimistische verwachtingen werden beschaamd of overtroffen, maar eigenlijk was er maar één groep voor wie de verkiezingen een waren triomf waren, n.l. die van ons. Wij zullen ons door dezen triomf evenwel niet van ons stuk laten brengen en hopen het hoofd koel te houden Kiezersgunst is als menschengunst in het algemeen, soms van korten duur. Wij voelen ons gemaand daardoor tot de grootst mogelijke omzichtigheid. Niemand weet, wat uit den bajerd van het heden zal te voorschijn komen. Wij vertrouwen dat dus hoopvol aan den schoot der toekomst toe en vragen slechts ons niet al te scherp te oordeelen, ook omdat wij zelve in ons oordeel ons veel hopen te matigen, wanneer parlementaire onbedrevenheid of andere omstandigheden ons parten spelen. Onze groep zal gedachtig aan het haar zoo ruimschoots geschonken vertrouwen door kiezers van allerlei mogelijke pluimage haar eigen zelfstandigheid hier bewaren en zich niet laten verleiden tot experimen- teele eischen die het gemeentebelang slechts zelden vafï' dienst zijn. Onze grieven en bezwaren zullen wij echter onverbloemd uiten en voor krachtige oppositie zullen wij desnoods niet terug schrikken. Wij hopen en vertrouwen echter dat men onzerzijdsch zal willen aannemen dat bij ons de emstigen wil aanwezig is om op rechtvaardige wijze de gemeente belangen te dienen en helpen dienen en recht en gerechtigheid toe te passen. Niemand zal ontkennen dat het deel nemen van onze groep aan de verkiezingen van grooten invloed is geweest op het stemmencijfer der verschillende partijen. Zelfs het meest gedisciplineerde anti revolutionaire kiezerskorps ontkwam niet aan dezen invloed De liberale partij werd er door gedeci meerd en van een sterke groep van 3 gedegradeerd tot een partij van een éénling zoodat zelfs aan dezen eenling den lust ontbrak, achter de groene tafel plaats te nemen, zulks tot heftige verontwaardiging en ontstemming bij degenen die hun stem aan deze lijst gaven. T.o.v. de Vrijheidsbond kan men zelfs thans geen vergelijking maken met de laatst overgeblevene der Mohikanen. Ook de Roomsch Katholieke en de Chr Hist. Partij verloren elk een zetel, en heb ben, waar bij deze verkiezingen 4 zetels zijn veroverd door de z.g. „vrije" lijsten deze verkiezingen op overduidelijke wijze gedemonstreerd dat men vooral t.o.v. de „gemeentepolitiek" hoe langer hoe meer wars wordt van partijzucht en partijge konkel, van „partij-politiek" in den kwaden zin des woords Niet alleen worden de gemeentebelangen daar aan opgeofferd, zij worden er zelfs aan dienstbaar gemaaktHet is daarom dat ook in Axel de kiezers in hun gemoed te rade gingen wie naar hun inzicht oog hadden voor de werkelijke algemeene belangenWij mogen daarbij wel eens herinneren aan den strijd tegen de Zeeuwsch Vlaamsche Waterleiding die wij nog steeds bereid zijn met vernieuwde kracht en ge steund door een steeds sterker wordenden storm van verzet daartegen, te voeren Wij zullen ons hier slechts bij groote uitzondering over de politieke verhoudingen uitlaten'omdat dit als niet-politieke groep niet in onze lijn ligt, maar bij deze ge legenheid willen wij toch de zeer merk waardig verloopen wethouders verkiezingen bespreken. Ik zal daarbij niet meer spreken van partijen maar de fractie s bij den naam van hun leider noemen. Als verwondering barend en zelfs buiten onzen kring ergernis veroorzakend feit werden de onderhandelingen over de bezetting der wethouderszetels, als men tenminste van onderhandelingen spreken mag weer op een zeer eigenaardige manier gevoerd door de leiding gevende grootste fractie Oggel. Deze fractie heeft daardoor een ongunstige historische repu tatie hoog gehouden omdat thans reeds ten vierden male bij wethouders verkiezingen blijk werd gegeven dat men niets bleek te gevoelen voor de geestesgesteldheid en gemoedsgeaardheid der Axelsche kiezers, doordat men hun uitspraak gewoonlijk heeft genegeerd Genegeerd, zooals de fractie Oggel dit nog altijd heeft gedaan en zooals dat slechts in Axel kan bestaan en usance is geworden Nu moeten de heeren niet denken, dat ik tuk was op het baantje van wethouder, of dat ik boos ben op de heeren omdat de heer van de Bilt op den zetel zit die niet hem maar mij zou zijn toegekomen indien hier reëele en gezonde rechtsopvat tingen zouden bestaan. Ik spreek niet voor mijzelf, maar voor het gekrenkte rechts gevoel in Axel dat daar moet aanzien, dat iemand die niet door het volk en zijn eigen kiezers wordt gewild hetgeen blijkt uit het feit dat hij met een 3/4 zetel met slechtg ruim 6°/0 der uitgebrachte stemmen werd gekozen en zitting nam in het Col lege. Ik zelf heb er nooit één voet voor verzet om wethouder te worden. Het was de fractie Oggel, die voor de zooveelste maal haar bruten machtswellust en invloed onder de andere partijen, die aan haar leiband verkiezen te loopen, welke het beginsel van evenredige Ver tegenwoordiging heeft verkracht en teniet gedaan. Voor de vierde maal is zulks gebeurd in een spanne van 12 jaren tijds. Wij zullen bij volgende gelegenheden aan de hand van de geschiedenie er steeds opnieuw op kunnen wijzen dat slechts door de fractie Oggel, dat slechts in Axel, op een dergelijke absurde wijze wordt gehandeld Overal elders behalve in Axel polst men de grootste fractie's, ook al staat men soms ver van elkaar, Anti-Revolu tionairen stemmen toch zonder het minste gewetensbezwaar ook op revolutionaire wethouders, zooals zij immers de „socia listen" toch noemen Maar hier in de fractie Oggel heerschen andere opvattingen 'Welke moeten wij eigenlijk gissen, maar in elk geval buiten gewoon eigenaardige. Ik zal dit met een kort staatje aantoonen en daaruit blijkt dat dit geval in de fractie Oggel een traditioneele herhaling is Hier in Axel het unicum op dit ge bied kunnen wij wijzen op een merk waardige historische afwijking van rechts en realiteitsopvattingen inzonderheid in de fractie Oggel. In 1919 passeerde de fractie Oggel tegen de algemeen gangbare opvattingen op politiek gebied in, zonder een boe of een ba de tweede sterkste en toen liberale raadsfractie en werd een R.K. wethouder! In 1923 passeerdë de fractie Oggel even eens tegen meergenoemde misschien niet altijd juiste opvattingen in, opnieuw de toenmaals tweede sterkste fractie, des tijds de Vrijheidsbond" en toen benoemde men een Chr. Hist, wethouder. In 1927 herhaalde zich dit ten derden male en werd dezelfde tweede sterkste „liberale" partij weer niet eens gepolst ondanks haar meer dan 600 stemmen, maar was het aan een samenloop van toevallige omstandigheden te wijten dat tenslotte een „liberaal" tot wethouder werd gekozen. En natuurlijk het zou een verstoring van de historische, de traditioneel door de fractie Oggel bewandelden weg zijn geworden, indien men na 3 maal een „politieke" en „parlementaire" fout te hebben gemaakt, ten 4den male niet op nieuw zou hebben gezondigd en afgewezen ware van de schijnbaar „specifiek" Axel sche anti-revolutionaire, taktiek al werd deze nu ook maar toegepast op de fractie 't Gilde. Het is waarlijk een felicitatie waard aan het adres der fractie Oggel dat zij het stelsel van „verdeel en heersch" met zulk een succes zoo talrijke malen heeft toegepast. Men zal mij waarschijnlijk tegemoet voeren dat wij drieën geen „politieke" partij achter ons hebben en dan ant woorden wij zeer juist Maar, hetzelfde geldt toch ook van den heer van de Bilt die toch eveneens geen politieke partij meer achter zich heeft en die is gekozen door kiezers van diverse pluimage. Dat argument snijdt dus geen hout Maar, zoo verwacht ik dat men zeggen zal, wij konden geen overeenstemming bereiken en omdat er slechts één element in de anti-revolutionaire fractie was, die ditmaal o wending van het lot en wonderlijke herhaling van de traditie op aanblijven van den heer Kruijsse als wethouder gesteld bleek en deze inmiddels niet meer beschikbaar was; wij stonden voor een moeilijke en door een samenloop van omstandigheden zeer eigenaardige keus,wij namen van twee kwaden de beste,of zooals ook door enkelen ge zegd wordt; de meest geschikte,in casu de heer van de Bilt Bij één element in de fractie Oggel leefde evenals dit in 1927 het geval was sterk de opvatting dat men toch met de uitspraak der kiezers moest rekenen en dat het College in zijn samenstelling een weerspiegeling diende te zijn van de sa menstelling van den gemeenteraad. „De Zeeuw" van Zaterdag 27 Juni schreef citeerende uit het bekende Anti- Rev. tijdschrift „A.-R. Staatkunde" „De wethouders zijn de „gedeputeerden" van den Raad voor het, in samenwerking met den Burgemeester, af doen van aan gelegenheden, die de Raad zelf niet be handelen kan. De Raad benoemt ze niet alleen, doch i evenzeer bevoegd om dit dee 1 van gun wettelijke taak te beperken door b. v. de voorbereiding van zijn be sluiten aan bepaalde commissies toe te vertrouwen.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1931 | | pagina 5