Axelsche Courant.
RAADSVERSLAG
Nieuws- en Advertentieblad voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 62. Dinsdag 10 Nov. 1931.
Verschijnt
Dinsdag- en Vrijdagavond.
Redacteur-Uitgever J. C. VINK
Axel.
Tweede Blad.
Zitting van 5 November 1931
Dhr. C. HAMELINK zegt, dat
het de gewoonte is, bij het
begin van een regeeringsperiode
ook voor de gemeenten de
vooruitzichten uiteen te zetten,
welke men zich voorstelt. Spr.
zal niet uitvoerig zijn, maar wil
toch even den toestand bespreken.
Hij is voornemens om den toe
stand niet nog soberder te maken
zooals dhr. van Bendegem het
voorstelt, wat leiden moet tot
vermindering van het gemeente
leven, maar wil den toestand toet
sen aan feiten, die dat leven
actiever kunnen maken.
Hadden we van het vroeger
gedeeltelijk vrijzinnig College van
B. en W. nog iets te wachten,
thans, nu het College nog meer
conservatief is samengesteld, zal
dat wel niet het geval zijn. Als
we de begrooting inzien, dan zijn
er verschillende motieven, die er
op wijzen, dat B. en W. van plan
zijn om de teugels van een zuinig
bestuur zoo nauw mogelijk aan
te halen.
Zoo is er b.v. geen aandacht
geschonken aan hygiëne en volks-
ontwikkeling.Erkomt geen nieuwe
muziektent, het onderwijs gaat
men dupeeren door ontslag van
een onderwijzer en dus is spre
kers opmerking niet te donker
geteekend, als hij voorspelt, dat
van eenige democratische lijn geen
sprake zal zijn. Spr. had verwacht
dat er wel een flinke zwemge-
legenheid zou worden gesticht,
waar een raadslid eens opmerkte
dat het water in de kleine kreek
stinkt, terwijl datzelfde lid nu
zitting heeft in het Dag. Bestuur;
hij had verwacht dat er stappen
zouden gedaan zijn om in de
gebleken behoeften van het volk
verbetering te brengen. Het grond
bezit is zoo geëxploiteerd, dat
men geen oog heeft gehad voor
schoonheid of kunst. Dingen, die
nu nog niet spreken tot het volk,
maar die men ons later als de
ontwikkeling zal zijn toegenomen
kwalijk zal nemen. Men doet aan
sensatiepolitiek, of we aan den
afgrond staan, en spr. zal niemand
verwijten, dat het zoover niet is,
maar toch zijn er geen reden, die
de besparing en de uitdrukkingen
van dhr. van Bendegem wettigen,
als zou er niets opgebracht kun
nen worden. Telken jare is dat
rampspook bezongen en telkens
is aangespoord om iets niet te
doen, z.g.n. om de gemeente voor
achteruitgang te behoeden. En
nu is een kloppende begrooting
wel mooi, maar niet als er de
zaken door in de war worden
gestuurd. En waar er steeds over
schot was, is dit geen beeld van
den slechten toestand, waarover
ieder jaar wordt gesproken.
Ten opzichte van de werk
lozensteun is de begrooting wat
ruimer gesteld voor de uitkeering,
en als het nu maar niet gaat als
in 1931, dat er geld voor steun
wordt gevoteerd, maar het niet
wordt uitgegeven, dan is er zeker
daar vooruitgang te bespeuren
Vooral als spr. herinnert aan den
tijd van een achttal jaren geleden,
dat nog gestreden moest worden
om werkloozensteun te krijgen.
Spr. resumeert, dat hij zal
probeeren om van het gemeente
bestuur nog wat gedaan te krijgen
voor hygiëne, volksontwikkeling
en volksvermaak. Als vertegen
woordiger der S.D.A.P. stelt hij
er zich echter niet veel van voor,
omdat te verwachten is, dat elk
voorstel van die zijde en in die
richting zal worden verworpen
met 5 tegen 7 stemmen. De
neuzen zijn geteld en spr. ver
wacht geen tegemoetkoming in
dezen.
Het College van B. en W. is
dezen keer al bijzonder samen
gesteld.
Dhr. Dieleman, die vaak voor
de belangen der arbeiders op
kwam, is verward geraakt in het
kluwen van de oerconservatieven
en de verwachting, dat hij zijn
stem in democratischen geest zou
uitbrengen, is in rook opgegaan.
Voor dhr. Dieleman, die naar het
heet, een belofte had gedaan voor
de wethoudersverkiezing was wel
iets te doen jeweest.
Maar nu het niet zoo is, zal het
gemeentebelang steeds met 5—7
stemmen worden geregeld en zal
het veel moeite kosten, om met
succes eenige activiteit aan den
dag te leggen.
Voor de arbeiders zal onze stem
steeds klinken als die eens roe
penden in de woestijn.
Komende tot de verkiezingen,
zegt spr., dat meer overal werd
beloofd dat de belangen der ar
beiders bij hen het best werden
behartigd. Ook bij de Katholieken
was dat zoo, maar dhr. Van de
Bilt, ziende dat het bij de arbeiders
meenens werd, pakte zijn biezen
en liet de R. K. Staatspartij in de
steek. Spr. hoopt dat het een les
is voor de arbeiders, dat ze niet
kunnen rekenen op beloften van
Christelijke partijen, maar op de
genen, die inderdaad voor hunne
belangen opkomen.
Bij de Vrijheidsbonders en Chr.-
Historischen was het evenzoo ge
steld. Bij de wijze waarop de
candidaten van den Vrijheidsbond
zich aandienden, achtten ze het
oorbaar om delijst te steunen
van dhr. 't Gilde.
Voor de Chr.-Historischen, die
ook een klap kregen, nu ze niet
bleken op te komen voor de demo
cratische beginselen, had spr
gedacht, dat ze nu met hun candi-
daat meer zouden bereiken, wat
voor hunne belangen te vinden is.
Maar dhr. Van Bendegem denkt
misschien de bezitters in zijn partij
te vertegenwoordigen, maar dan
zullen de bedrogen arbeiders een
volgende maal zich zeker onder
dat hoedje niet meer laten vangen.
Wij vinden dat fijn. Het misbruik
dat gemaakt wordt door de arbei
ders steeds om hun geloofsover
tuiging aan de politiek te binden
heeft al veel te lang geduurd
Waarom niet als in Engeland
waar ook ieder zijn partij heeft
maar los van den godsdienst. Daar
wordt dezelfde candidaat door
katholieken,, protestanten of on-
geloovigen gekozen, dus uit ver
schillende godsdienstige richtin
gen en zoo ook in België.
Spr. hoopt dat het voorbeelc
van dhr. Van de Bilt bij de Katho
lieken en ook de Chr.-Hist. parti
door de arbeiders wordt begrepen
en zij zich niet meer door hun
godsdienst aan een politieke rich
ting gebonden achten.
We hebben nu gekregen een
groep 't Gilde met 3 leden. De
ervaring daarbij opgedaan heeft
moed voor de toekomst en spr
hoopt, dat die groep de klasse
der minderbedeelden zal behar
tigen. Spr. is niets liever, dan het
kweeken van politieke vrienden
al staan ze principieel nog niet
aan zijn zijde.
Overigens is spr. wel met eenige
zorg vervuld voor de arbeiders
belangen, als hij de begrootin
beziet. Deze is natuurlijk nog
onder den invloed van het oude
college tot stand gekomen, onder
druk van de verkiezingen en den
stijgenden invloed der arbeiders
klasse. Daarom is ook iets ruimer
aan de werkloozen gedachtwat
ook niet anders kan, omdat het
toch niet aangaat direct na de
verkiezing alle beloften aan de
kiezers met voeten te treden.
Alleen ten opzichte van de werk
loozen is iets gedaan, maar verder
ook niet, zoodat het voor de
arbeidersklasse nog hard vechten
zal zijn om iets in hun belang
gedaan te krijgen. Met een beroep
op de medewerking der leden
eindigt spr.
Dhr. 't GILDE komt nu aan het
woord en houdt de volgende rede
(Vervolg van het hoofdblad)
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN
Dhr. van Bendegem vangt aldus aan:
Mijnheer de Voorzitter!
Alvorens mede te helpen de begrooting
te behandelen, wil ik ook nog een woord
aan het een en ander wijden.
I. Daar wij allen weten, dat wij thans
verkeeren in een financiëelen economischen
crisis, en er toch ook thans weer veel
gelden in onze gemeentelijke huishouding
benoodigd zijn, daar wil ik de hoop en
de wensch uitspreken, dat er door ons
Gemeentebestuur in zijn geheel, de zoo
hoogst mogelijke bezuiniging betracht
worden. En dit zeg ik nu niet, alsof ik
in ons Gemeentebestuur in zijn geheel zie
een Gemeentebestuur van geef maar uit,
verre van daar, maar opdat wij allen
weten, dat de gelden die uitgegeven
worden, ook weer ergens vandaan moeten
gehaald worden, hetzij dan door middel
van belastingen, enz.
II. En daar onze Gemeente, in hoofd
zaak een landbouwende gemeente is,
daarom wil ik hier wel in hoofdzaak de
nadruk op leggen. Want een ieder onzer
die in nauw contact staat met de landbouw,
die weet wel, dat het bij de landbouwers
verre van rooskleurig is, en dat deze
wel in hoofdzaak de hardste crisisklappen
worden toegedeeld. Niet alleen door deze
economischen crisis, maar ook nog we
derom door de vele aanhoudende regens
die wij ook weer dezen zomer gehad
hebben. Want daardoor zijn er ook weer
bij velen verschillende vruchten bedorven,
en zijn natuurlijk ook weer niet ten gelde
kunnen gemaakt.
III. Wil ik ook den handel hierbij niet
vergeten, want ook den handel heeft met
vele moeilijkheden te kampen. Het is
daarvoor ook steeds van het eene land
bemoeilijkt door invoerrechten, en weer
door een ander land belemmerd door
uitvoerpremiën. En waar de handel in
nauw contact staat met de landbouw,
daar weten wij ook allen, wanneer het
den landbouwer niet goed gaat, het ook
voor den handel niet best te noemen is
er zullen dan ook daar eerder verliezen
dan winst te boeken zijn, tenminste in de
meeste gevallen.
IHa. Wil ik ook den arbeider niet ver
geten te noemen. En wanneer ik dan
spreek over arbeiders, dan heb ik voor
namelijk op het oog, den landarbeider.
Want ook zij, daar ze in dezen moei
lijken tijd, nog niet altijd arbeid kunnen
vinden, en wanneer ze dan gevonden
hebben, weten ze er ook van mede te
spreken, dat ook zij veel schade onder
vonden hebben, door de vele verletdagen
die ze hebben gemaakt, vanwege den ook
wederom dezen zomer vele aanhoudende
regens.
En zijn hunne inkomsten ook absoluut
gering te noemen.
En zal ik steeds mede helpen, om voor
hun zooveel mogelijk arbeid te vinden
En hoop ik ook, dat er door ons Ge
meentebestuur in zijn geheel, ook zooveel
mogelijk naar objecten voor werkverschaf
fing voor onze arbeiders gezocht wordt
Omdat volgens mij, arbeid moraliteit
kweekt, en niet arbeiden demoraliseerd.
Ook hoop ik, dat er dan waarde gehecht
zal worden aan den arbeid, en een ieder
verantwoordelijkheidsbesef gevoeld.
Want mijnheer de Voorzitter, volgens
mij zijn de peilers der welvaart, vlijt,
spaarzaamheid en verantwoordelijkheids
besef, en dit geld absoluut voor ons allen
Jammer is het dat de regeering indirect
de werkloosheid in de hand heeft gewerkt
met hare tarwewet. Want als de regeering
dan toch wil steunen, had ik het liever
gezien, dat ze meer steun op de bieten
had gegeven want nu zal het blijken
dat er verschillende menschen zullen zijn
die volgend jaar Juli, nog geen kans zullen
gehad hebben, om in de landbouw te
werken.
Want thans is de tarwe gezaaid, en het
wordt straks met de machine gewied, af
gereden en gedorschen, en dit gebeurd
allemaal op een korten tijd. En wanneer
er meer bieten konden worden uitgezaaid
zouden hierin vele arbeiders vanaf April
arbeid vinden, tot het eind Januari, jawel
totdat de bieten verwerkt zijn in de fabriek.
Jammer, zeg ik, dat de regeering dat niet
beter heeft zien zitten,
t IV. Ook mag hier nog wel even de
bankencatastrophe gememoreerd worden
hetwelk heeft plaats gehad in onze ge
meente, want daar is ook onze gemeente
hard door gedupeerd. Want het zal straks
blijken, dat vele débiteuren in het moeilijke
worden gebracht, en vele crediteuren stuk
ken van hun bezit zien verdwijnen.
V. En waar er mijnheer de Voorzitter
in ons land en gemeenten veel gesproken
wordt over bezuiniging, daar blijft het bij
de hooge heeren meestal bij praten.
En waar dit zoo is, zou ik straks willen
voorstellen de presentiegelden van de raads
leden in onze gemeente geheel af te schaffen
Het zou dan voor die heeren tot voor
beeld kunnen strekken, en ten tweede,
moet het lidmaatschap van de raad, volgens
mij maar een eerebaantje zijn.
Ook zou ik gaarne zien, dat het bur
gemeesterschap als een eerebaantje werd
beschouwd, gelijk in ons naburig België,
ammer, dat het hier nog zoover niet is.
Ik zal dan daarom straks ook een voor
stel indienen, voor een progessievelijke
salaris vermindering.
En wil aldus; tot f 1500 geen vermin
dering, maar van f 1500 en daarboven
progressievelijk verminderen.
Ook zal ik straks een voorstel doen,
om het Handelsonderwijs niet te subsi
dieeren, omdat dit geen verplichting is, en
ook, als ze in Hulst zich de luxe willen
veroorloven van scholen te bouwen, zij
die volgens mij zelf maar moeten bekostigen
Ook zal ik straks het voorstel van B.
en W steunen, om den boventalligen
onderwijzer van de Openbare School met
1 Januari op wachtgeld te stellen, omdat
dit volgens de gelijkstelling op het onder
wijs, een besparing voor onze gemeente
zal beteekenen, van ongeveer zes aan zeven
duizend gulden. En dit doe ik niet, omdat
ik niets gevoel voor goed onderwijs, neen
daar gevoel ik zeer veel voor, voor goed
onderwijs. Maar omdat volgens mij, in dezen
zoo n moeilijken tijd, de financieele zijde
het zwaarste moet wegen.
Ik hoop dan, dat mijn voorstellen straks
zullen gesteund worden, en zeg u mijnheer
de voorzitter dank voor het mij verleende
woord, ik dank U.
Mijnheer de Voorzitter
Als voorstander van het houden van
alg. besch. bij de jaarlijksche behandeling
der begrooting en zelf persoonlijk nu 8
jaren geleden die gewoonte hier ingevoerd
hebbende, heb ik om bijzondere redenen
gemeend ditmaal het initiatief daartoe niet
te moeten nemen. Een verheugend feit
noem ik het intusschen, dat behalve ik,
thans ook een ander of naar ik hoop
meerderen zich ook eens uiten in alge-
meenen zin over het beleid dat naar
de begrooting zich laat aanzien gevoerd
zal worden en daar hun goed- of afkeuring
over uitspreken.
Men heeft zich tot dusver op dit gebied
hier zeer zelden van andere zijde bij de
begrooting rond uitgesproken. In den regel
ging men nergens op in en de leiding
gevende college s zwegen in alle toonaarden
als ik wat naar voren bracht. Of wij in
ait opzicht zijn vooruitgegaan, zal de naaste
toekomst ons nu aanstonds openbaren.
En, wanneer men ook nu weer volhardt
in een Stoïcijnsch zwijgen, dan zullen wij
deze zwijgkunst gevoeglijk ter beoordeeling
overlaten aan de denkenden, hoorenden
en lezenden buiten deze vergndering.
Het doet mij een groot genoegen dat
ik voortaan kan optreden als woordvoerder
van de op één na sterkste fractie in den
Raad.
Wij willen er naar streven vooral in
deze donkere tijden voor zooveel wij
kunnen samenwerking te zoeken en te ver-
leenen bij andere elementen in deze ver
gadering aan wie het hoogste gezag in
onze gemeente is opgedragen.
Al hebben wij geen bepaalde kiesver-
eeniging achter ons op dit moment en al
hebben wij ook geen gemeenteprogram
om ons naar te richten dat neemt niet
weg dat wij de zaken die aan de orde
komen niet aan een gezond en nuchter
oordeel zouden kunnen onderwerpen.
Wij meenen zelfs nog beter dan indien
wij gebonden waren aan een partij met
een vaak veel te eenzijdig program,
Zooals gebruikelijk wil ik het even heb
ben over de jongste raadsverkiezingen
welke zulke verrassende resultaten had
als nog wel nimmer een raadsverkiezing
Axel. Optimistische verwachtingen
werden beschaamd of overtroffen, maar
eigenlijk was er maar één groep voor wie
de verkiezingen een waren triomf waren,
n.l. die van ons. Wij zullen ons door dezen
triomf evenwel niet van ons stuk laten
brengen en hopen het hoofd koel te houden
Kiezersgunst is als menschengunst in het
algemeen, soms van korten duur. Wij
voelen ons gemaand daardoor tot de grootst
mogelijke omzichtigheid. Niemand weet,
wat uit den bajerd van het heden zal te
voorschijn komen. Wij vertrouwen dat dus
hoopvol aan den schoot der toekomst toe
en vragen slechts ons niet al te scherp
te oordeelen, ook omdat wij zelve in ons
oordeel ons veel hopen te matigen, wanneer
parlementaire onbedrevenheid of andere
omstandigheden ons parten spelen.
Onze groep zal gedachtig aan het haar
zoo ruimschoots geschonken vertrouwen
door kiezers van allerlei mogelijke pluimage
haar eigen zelfstandigheid hier bewaren
en zich niet laten verleiden tot experimen-
teele eischen die het gemeentebelang slechts
zelden vafï' dienst zijn.
Onze grieven en bezwaren zullen wij
echter onverbloemd uiten en voor krachtige
oppositie zullen wij desnoods niet terug
schrikken. Wij hopen en vertrouwen echter
dat men onzerzijdsch zal willen aannemen
dat bij ons de emstigen wil aanwezig is
om op rechtvaardige wijze de gemeente
belangen te dienen en helpen dienen en
recht en gerechtigheid toe te passen.
Niemand zal ontkennen dat het deel
nemen van onze groep aan de verkiezingen
van grooten invloed is geweest op het
stemmencijfer der verschillende partijen.
Zelfs het meest gedisciplineerde anti
revolutionaire kiezerskorps ontkwam niet
aan dezen invloed
De liberale partij werd er door gedeci
meerd en van een sterke groep van 3
gedegradeerd tot een partij van een éénling
zoodat zelfs aan dezen eenling den lust
ontbrak, achter de groene tafel plaats te
nemen, zulks tot heftige verontwaardiging
en ontstemming bij degenen die hun stem
aan deze lijst gaven.
T.o.v. de Vrijheidsbond kan men zelfs
thans geen vergelijking maken met de
laatst overgeblevene der Mohikanen.
Ook de Roomsch Katholieke en de Chr
Hist. Partij verloren elk een zetel, en heb
ben, waar bij deze verkiezingen 4 zetels
zijn veroverd door de z.g. „vrije" lijsten
deze verkiezingen op overduidelijke wijze
gedemonstreerd dat men vooral t.o.v. de
„gemeentepolitiek" hoe langer hoe meer
wars wordt van partijzucht en partijge
konkel, van „partij-politiek" in den kwaden
zin des woords
Niet alleen worden de gemeentebelangen
daar aan opgeofferd, zij worden er zelfs
aan dienstbaar gemaaktHet is daarom
dat ook in Axel de kiezers in hun gemoed
te rade gingen wie naar hun inzicht oog
hadden voor de werkelijke algemeene
belangenWij mogen daarbij wel eens
herinneren aan den strijd tegen de Zeeuwsch
Vlaamsche Waterleiding die wij nog steeds
bereid zijn met vernieuwde kracht en ge
steund door een steeds sterker wordenden
storm van verzet daartegen, te voeren
Wij zullen ons hier slechts bij groote
uitzondering over de politieke verhoudingen
uitlaten'omdat dit als niet-politieke groep
niet in onze lijn ligt, maar bij deze ge
legenheid willen wij toch de zeer merk
waardig verloopen wethouders verkiezingen
bespreken. Ik zal daarbij niet meer spreken
van partijen maar de fractie s bij den naam
van hun leider noemen.
Als verwondering barend en zelfs buiten
onzen kring ergernis veroorzakend feit
werden de onderhandelingen over de
bezetting der wethouderszetels, als men
tenminste van onderhandelingen spreken
mag weer op een zeer eigenaardige
manier gevoerd door de leiding gevende
grootste fractie Oggel. Deze fractie heeft
daardoor een ongunstige historische repu
tatie hoog gehouden omdat thans reeds
ten vierden male bij wethouders verkiezingen
blijk werd gegeven dat men niets bleek
te gevoelen voor de geestesgesteldheid en
gemoedsgeaardheid der Axelsche kiezers,
doordat men hun uitspraak gewoonlijk
heeft genegeerd Genegeerd, zooals de
fractie Oggel dit nog altijd heeft gedaan
en zooals dat slechts in Axel kan bestaan
en usance is geworden
Nu moeten de heeren niet denken, dat
ik tuk was op het baantje van wethouder,
of dat ik boos ben op de heeren omdat
de heer van de Bilt op den zetel zit die
niet hem maar mij zou zijn toegekomen
indien hier reëele en gezonde rechtsopvat
tingen zouden bestaan. Ik spreek niet voor
mijzelf, maar voor het gekrenkte rechts
gevoel in Axel dat daar moet aanzien,
dat iemand die niet door het volk en zijn
eigen kiezers wordt gewild hetgeen blijkt
uit het feit dat hij met een 3/4 zetel met
slechtg ruim 6°/0 der uitgebrachte stemmen
werd gekozen en zitting nam in het Col
lege. Ik zelf heb er nooit één voet voor
verzet om wethouder te worden.
Het was de fractie Oggel, die voor de
zooveelste maal haar bruten machtswellust
en invloed onder de andere partijen, die
aan haar leiband verkiezen te loopen,
welke het beginsel van evenredige Ver
tegenwoordiging heeft verkracht en teniet
gedaan. Voor de vierde maal is zulks
gebeurd in een spanne van 12 jaren tijds.
Wij zullen bij volgende gelegenheden aan
de hand van de geschiedenie er steeds
opnieuw op kunnen wijzen dat slechts
door de fractie Oggel, dat slechts in Axel,
op een dergelijke absurde wijze wordt
gehandeld
Overal elders behalve in Axel
polst men de grootste fractie's, ook al staat
men soms ver van elkaar, Anti-Revolu
tionairen stemmen toch zonder het minste
gewetensbezwaar ook op revolutionaire
wethouders, zooals zij immers de „socia
listen" toch noemen
Maar hier in de fractie Oggel heerschen
andere opvattingen 'Welke moeten wij
eigenlijk gissen, maar in elk geval buiten
gewoon eigenaardige. Ik zal dit met een
kort staatje aantoonen en daaruit blijkt
dat dit geval in de fractie Oggel een
traditioneele herhaling is
Hier in Axel het unicum op dit ge
bied kunnen wij wijzen op een merk
waardige historische afwijking van rechts
en realiteitsopvattingen inzonderheid in de
fractie Oggel.
In 1919 passeerde de fractie Oggel tegen
de algemeen gangbare opvattingen op
politiek gebied in, zonder een boe of een
ba de tweede sterkste en toen liberale
raadsfractie en werd een R.K. wethouder!
In 1923 passeerdë de fractie Oggel even
eens tegen meergenoemde misschien
niet altijd juiste opvattingen in, opnieuw
de toenmaals tweede sterkste fractie, des
tijds de Vrijheidsbond" en toen benoemde
men een Chr. Hist, wethouder.
In 1927 herhaalde zich dit ten derden
male en werd dezelfde tweede sterkste
„liberale" partij weer niet eens gepolst
ondanks haar meer dan 600 stemmen,
maar was het aan een samenloop van
toevallige omstandigheden te wijten dat
tenslotte een „liberaal" tot wethouder
werd gekozen.
En natuurlijk het zou een verstoring
van de historische, de traditioneel door
de fractie Oggel bewandelden weg zijn
geworden, indien men na 3 maal een
„politieke" en „parlementaire" fout te
hebben gemaakt, ten 4den male niet op
nieuw zou hebben gezondigd en afgewezen
ware van de schijnbaar „specifiek" Axel
sche anti-revolutionaire, taktiek al werd
deze nu ook maar toegepast op de fractie
't Gilde.
Het is waarlijk een felicitatie waard
aan het adres der fractie Oggel dat zij
het stelsel van „verdeel en heersch" met
zulk een succes zoo talrijke malen heeft
toegepast.
Men zal mij waarschijnlijk tegemoet
voeren dat wij drieën geen „politieke"
partij achter ons hebben en dan ant
woorden wij zeer juist Maar, hetzelfde
geldt toch ook van den heer van de Bilt
die toch eveneens geen politieke partij
meer achter zich heeft en die is gekozen
door kiezers van diverse pluimage. Dat
argument snijdt dus geen hout
Maar, zoo verwacht ik dat men zeggen
zal, wij konden geen overeenstemming
bereiken en omdat er slechts één element
in de anti-revolutionaire fractie was, die
ditmaal o wending van het lot en
wonderlijke herhaling van de traditie
op aanblijven van den heer Kruijsse als
wethouder gesteld bleek en deze inmiddels
niet meer beschikbaar was; wij stonden
voor een moeilijke en door een samenloop
van omstandigheden zeer eigenaardige
keus,wij namen van twee kwaden de
beste,of zooals ook door enkelen ge
zegd wordt; de meest geschikte,in casu
de heer van de Bilt
Bij één element in de fractie Oggel
leefde evenals dit in 1927 het geval was
sterk de opvatting dat men toch met de
uitspraak der kiezers moest rekenen en
dat het College in zijn samenstelling een
weerspiegeling diende te zijn van de sa
menstelling van den gemeenteraad.
„De Zeeuw" van Zaterdag 27 Juni
schreef citeerende uit het bekende Anti-
Rev. tijdschrift „A.-R. Staatkunde"
„De wethouders zijn de „gedeputeerden"
van den Raad voor het, in samenwerking
met den Burgemeester, af doen van aan
gelegenheden, die de Raad zelf niet be
handelen kan. De Raad benoemt ze niet
alleen, doch i evenzeer bevoegd om dit
dee 1 van gun wettelijke taak te beperken
door b. v. de voorbereiding van zijn be
sluiten aan bepaalde commissies toe te
vertrouwen.