y
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuw sell- VI aan deren.
*1
No. 44
DINSDAG 8 SEPTEMBER 1931.
4?e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNF. MENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56 - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Frankrijk's macht
Eenige maanden geleden wer
den de naties opgeschrikt door
de mededeeling der Duitsche en
Oostenrijksche Regeeringen, dat
zij samen een tol-unie gingen
vormen, een unie, waarbij zich
ook andere landen konden aan
sluiten. Deze aansluiting van
andere landen was voorloopig
een utopie en diende om de
onaangename kanten der unie
voor de tegenstanders te ver
sluieren. Het was een belang
wekkende zet op het internatio
nale politieke schaakbord en met
beklemming wachtte men de ge
volgen ervan af.
Frankrijk ageerde met klem er
tegen, doch had per saldo toen
geen voldoende kracht om den
stap ongedaan te maken. Enge
land lachte in zijn vuistje, want
een toenadering tusschen Duitsch-
land, Oostenrijk en Engeland met
een uitweg naar de Douau landen
lag geheel in zijn lijn, trouwens
Albion had expansie voor zijn
stagneerenden export noodig.
Bovendien zou Engeland in het
geheel niet rouwig zijn als zijn
wereld-vijand Frankrijk geleerd
had een toontje lager te zingen.
Doch zoowel Engeland als
Duitschland hadden zich vergist.
In den beginne leek het of Enge
land veel mans was. Toen de
Oesterreichische Kreditanstalt und
Gewerbe in Weenen in elkander
viel, had zoowel Oostenrijk als
de Oostenrijksche circulatie bank
dringend geld noodig om de
saneering te kunnen doorzetten.
Frankrijk hield den buidel open,
mits men politieke concessies
toestond, die natuurlijk het eerst
het verwerpen van de aanslui
ting met Duitschland betroffen.
Enkele luttele momenten voordat
Oostenrijk te beslissen had
steun aannemen met buigen voor
Frankrijk's overmacht óf de sa
neering te zien mislukken met
geheele ineenstorting van het
Oostenrijksche financieele- en
economische leven voor den
boeg kwam de Bank of Eng-
De agent dacht er anders over. Het
stond bij hem onomstootelijk vast, dat
juffrouw Lepage een zeer groot per
soonlijk belang bij de rechtvaardiging
van Alexe Mixtome had, en hij nam
zich voor, de reden daarvan te leeren
kennen.
De huishoudster vertelde de geschie
denis van de geestverschijning op het
terras, die zij van een meisje gehoord
had. De agent luisterde er oplettend
naar. Sofie verschrok. Die vermeen
de geest zal haar vader zijn, die op
het terras op .haar wachtte. Zij be
sloot nog van avond buiten te blijven,
dan zou zij hem zeker zien, hoopte zij;
want hoogstwaarschijnlijk hiel i hij
zich in de nabijheid van het kasteel
op. Hare bezorgdheid en onzekerheid
■waren op eens verdwenen.
Den agent bij de huishoudster la
tend, begaf zij zich weder naar mevr.
Bartineux, bij wie zij den dag door
bracht.
De nieuwe stoker trad dadelijk in
dienst en verrichtte zijn ambt met
groote nauwgezetheid. Toen Philippe
des namiddags Iaat in zijne kamer
kwam, vond hij den geheimen agent
bezig met het oppoetsen van den haard.
Hij bezag den man met wantrouwen
van top tot teen.
Wie zijt gij? vroeg hij.
De nieuwe stoker, met uw ver»
lof, mijnheer, antwoordde de agent,
fnet schijnbare onderdanigheid)
land met een groot crediet,
waarachter geen voetangels of
klemmen verborgen waren. Oos
tenrijk verademde, accepteerde
Londen's steu t en met leedver
maak bedankte het Frankrijk voor
zijn aanbod.
Parijs zon op wraak. De Fraru
sche staatslieden en financiers
zijn heldere koppen, die boven
dien uitstekend waren geïnfor
meerd. Bovendien hadden zij
geleidelijk krachtige satellieten
verkregen in hun strijd om de
hegemonie en wel „het leeuwen
deel van den wereld-goudvoor-
raad steeds toenemende saldi
in de groote financieele centra
als Duitschland en Engeland." Zij
zetten die satellieten met be
hoedzaamheid aan het werk.
Want het was zeer eigenaardig,
dat met het accepteeren door
Oostenrijk van Engeland's aan
bod de financieele chaos een
aanvang nam.
Waar het begon is niet meer
na te gaan.... doch geleidelijk
begon het financieele wereldge
bouw te branden en door een
„sauve qui peut" bevangen, wer
den overal buitenlandsche saldi
weggehaald. De goud-afvloei
ingen uit Duitschland namen
zulke afmetingen aan, dat plot
seling Hoover's kreet de wereld
deed opschrikken en alom het
alarmsignaal werd geluid. Frank
rijk, dat wel meer zal hebben af
geweten, hoe dat plotselinge wan
trouwen en die plotselinge geld-
onttrekkingen zijn ontstaan, bleef
ijzig kalm, maakte de verschil
lende internationale conferenties
mede, doch bleef aan zijn eisch
vasthouden, dat Duitschland had
op te houden met zijn huidige
buitenlandsche politiek alvorens
de Seine-stad de koorden van
haar beurs opende. Hoe men ook
Frankrijk's houding afkeurde, hoe
men dit land ook aansprakelijk
stelde voor de mogelijke bloedige
consequenties, welke daaruit zou
den kunnen voortvloeien, het hielp
niets, Frankrijk handhaafde zijn
standpunt. Engeland trok zoo
wat openlijk partij voor zijn vroe-
geren vijand, en wilde tevens het
Waar is de andere stoker
vroeg Philippe verder.
Hij is naar huis gegaan, wegens
ziekte of om andere reden, ik weet het
eigenlijk niet goed, mijnheer.
Gij zijt niet uit deze landstreek,
zeide Philippe. Dat hoor ik aan uw
taal. Ik zou eerder denken dat gij een
Parijzenaar zijt.
Velen houden mij voor een Pa
rijzenaar, mijnheer, en gij hebt gelijk,
hernam de agent, met een glimlach.
Ik ben uit Parijs, mijnheer. Maar de
menschen worden door elkaar gewor
pen, en in den tegenwoordigen tijd is
eene goede plaats op het land beter
dan te Parijs niets te doen te hebben.
Philippe vond niets verdachts in den
agent, maar hij verliet hem toch met
het voornemer, bij gelegenheid meer
van hem te vernemen, vooral hoe hij
naar Charlemont gekomen was.
Sofie bracht den avond bij mevrouw
Bartineux door. Om tien uur ging zij
naar haar kamer, deed een warmen
mantel om en liep stil de trappen
af naar buiten.
Hoe zacht en onhoorbaar zij ook ge
weest mocht zijn in hare bewegingen,
Sofie was aan Philippe niet ontgaan.
Hij had óók zijn eigen gedachten over
de geestverschijning en rekende er be
paald op, dat Sofie dezen geest wel
een bezoek zou brengen. Zijne onder
stelling vervuld ziende, verliet hij het
huis en sloop het meisje na.
't Was een donkere nacht. De koude
wind woei van de zeezijde en sloeg
de takken kletterend tegen elkander.
Sofie beklom het terras en zag naar
de vensters van het kasteel.
Een licht geraas in hare nabijheid
deed haar schrikken. Snel zag zij om,
in de hoop, dat het haar vader wai,
schulden-vraagstuk in het geding
brengen, terwijl Henderson door
zijn prestige bij den Volkenbond
en MacDonald. a!s goed-Ergels-
man, niet heel vrij van overschat
ting ten opzichte van zijn land,
de strategische positie van Frank
rijk onderschatte. Tot ook plot
seling de Engelsche geldmarkt
werd bestookt. Van alle zijden
werden saldi teruggevraagd, het
goud begon vanuit de Theems af
te vloeien, de ministers kwamen
met spoed van hunne zomerver
blijven terug, want de economische
aanval op het groote Brittanië
was met volle kracht ingezet. De
innerlijke zwakheid van Engeland
kwam meedopgenloos naar voren
en toen was het pleit beslist.
Frankrijk zegevierde en hielp
Engeland met groote bedragen,
uiterlijk zonder voorwaarden, doch
zoover wij Frankrijk kennen, zul
len in de geheime kabinetten wel
de noodige garanties verstrekt
zijn. Frankrijk verving het door
Engeland aan Oostenrijk verleen
de crediet door haar eigen geld
en toen werd de mare bekend,
dat Duitschland en Oostenrijk van
de Tol-unie hadden afgezien.
De Fransche politiek heeft, ten
koste van ontzagelijke misère,
financieele en economische chaos
gezegevierd en Parijs kan nu aan
den opbouw beginnen volgens
de door haar op te stellen lijnen
er, met inachtneming van haar
aspiraties. „Avp."
lVerkloozenstenn in natnra.
Een Berlijnsch blad verspreidt
het bericht, dat de Rijksminister
van Arbeid voornemens zou zijn
in den a.s. winter den werkloo-
zensteun voor een belangrijk deel
in natura te verschaffen.
Bij informatie aan het Rijks
ministerie van Arbeid, werd mede
gedeeld, dat de werkgevers- en
werknemersorganisaties van den
Rijksminister van Arbeid het ver
zoek hebben ontvangen, hierom
trent haar meeningen kenbaar te
maken.
Het Rijksministerie van Arbeid
behandelt de meest verschillende
voorstellen en onderzoekt wat
maar zij ontdekte niemand. Zij ver
moedde niet, dat Philippe achter een
standbeeld op de balustrade stond, om
in het volgend oogenblik op haar toe
te schieten.
Eenige oogenblikken gingen voorbij.
Ik moet verder gaan, dacht Sofie
angstig. Zij begaf zich aan de andere
zijde van het terras en trad aan den
rand van een overhangende rots aan
wier voet de woeste golven schuimend
voortrolden. De muren van het kasteel
kwamen tot dicht aan den rand van
den afgrond, en wierpen donkere scha
duwen af, zoodat haar deze plaats tot
een geheim onderhoud bijzonder ge
schikt scheen. Sofie boog zich een
weinig over den rotswand, in de ver
wachting, haar vader, de in de rots
uitgehouwen trappen te zien opklimmen
Philippe sloop langs de balustrade,
voorzichtig en zacht, naar de plaats
waar Sofie stond. Nu was zijn tijd ge
komen. Hij was haar onbemerkt ge
naderd.
Potseling beving Sofie onwillekeurig
een angstig voorgevoel, dat zij zich
op een gevaarlijke plaats bevond, welke
zij spoed g verlaten moest. Te laat!
Philippe Prron gaf haar een duw in den
rug en zij stortte in den afgrond. Een
schelle kreet doorkliefde de lucht
daarna werd het stil. Zelfs de zee
scheen een oogenblik te zwijgen om
zich aanstonds met te verschrikkelijker
woede te doen hooren.
Piron stond een oogenblik beweeg-
loos, vreezend dat de hartverscheurende
schreeuw van Sofie de bewoners in
opschudding zou brengen, maar nie
mand verscheen aan deur of venster.
Hij herademde» ging op de rots lig*
gen en blikte in den afgrond. Er was
niet! van het meisje te zien, soo ver
geschieden kan voor het geval,
dat in de komende maanden niet
genoeg contant geld aanwezig
mocht zijn om de werkloozen
hun uitkeering te verstrekken.
Overbrugging Hollandsch Diep.
Op vragen van het Tweede
Kamerlid dr. Van der Waerden
betreffende de al of niet wen-
schelijkheid van een overbrugging
van het Hollandsch Diep bij
Moerdijk of Willemstad, heeft de
minister van Waterstaat o.a. ge
antwoord
Aanvankelijk is de Minister ge
neigd om aan de overbrugging
over het Hollandsch Diep (met
die over de Oude Maas)eenigen
voorrang te geven boven die over
de Merwede bij Gorinchem.
Omtrent de geschikste plaats
eener overbrugging van het Hol
landsch Diep is het technisch
onderzoek nog niet voltooid. Een
overbrugging nabij Moerdijk
schijnt de voorkeur te verdienen
boven die te Willemstad, voor
eerst met het oog op de toch
reeds noodige wegenverbetering
van Rotterdam naar Dordrecht en
naar het Oosten en voorts omdat
een brug te Willemstad bijna
tweemaal zoo lang zou zijn als
een brug te Moerdijk en de kosten
dus evenredig hooger worden.
Bovendien zou een brug te Wil
lemstad den bouw van de nieuwe
brug over de Oude Maas ten
Oosten van Barendrecht noodig
maken.
Bij het onderzoek naar de ge
schikste plaats wordt tevens na
gegaan, welke functie de be
staande spoorwegbrug kan blijven
vervullen.
De kankerbestrijding ran
arts Bendien.
Nadat veel gerucht is gemaakt
over de proeven, die dr. Bendien
heeft genomen en welke volgens
sommige berichten succes boek
ten in zake zijn geneeswijze van
kanker is men zich af gaan vra
gen hoe komt hef, dat de Ne-
derlandsche geneeskunde zich
zijne oogen het donker konden door
dringen.
Nu is ze dood, mompelde hij zege
pralend en toch bevend van schrik.
Zij zal morgen eenige honderden mij
len stroomafwaarts gevonden worden.
Men zal verwonderd zijn over het on
geluk, doch niemand kan vermoeden
dat ik er de oorzaak van ben. Niemand
heeft mij het huis zien verlaten. Ik
zou haar lijk ter overtuiging nog even
willen zien, maar ik moet terug naar
mijn kamer, om zoo noodig mijn tegen
woordigheid te kunnen bewijzen.
Nadat hij een laatsten langen blik
in den donkeren afgrond had gewor
pen, liep hij door een zijdeur het
kasteel binnen en kwam ongemerkt op
zijn kamer.
Nauwelijks was hij daar of de bot
telier deed zijn laatste ronde en sloot
de deuren.
Philippe deed zacht de deur dicht.
Zijne oogen rolden nog wild en fon
kelend in hare kassenzijn gelaat
was valsch en de gruwel van zijn
misdaad sprak uit al zijn trekken.
Op de tafel stond een waskaars en
het vuur brandde vroolijk in den haard.
De plotselinge wisseling van duister
nis en licht verblindde zijne oogen.
Hij wierp zich in een leunstoel en
lachte onheilspellend en duivelachtig
in zich zelf. Plotseling zag hij iets
bewegen bij den haard. Philippe sprong
op en bemerkte Rochilieu, zoo heette
de agent, de nieuwe stoker.
Deze onverwachte tegenwoordigheid
van een mensch beroofde Philippe voor
een oogenblik van zijne zinnen. Hij
had gedacht alleen te zijn en nu ont
dekte hij, dat hij gadegeslagen was.
Met dreigenden blik kwam hij op den
man af,
daar niet meer mee bemoeit, nu
zelfs Engelsche deskundigen proe
ven hebben genomen en in hun
land met de noodige sensatie
gewag maakte van deze uitvin
ding. En inderdaad is zelfs aan
drang uitgeoefend van bepaalde
zijde, om daar officieel nota van
te nemen, met het gevolg, dat
de kankerdeskundigen in samen
werking met Bendien de proeven
hebben onderzocht in het Rijks-
serologisch Instituut en in het
Hygiënisch Laboratorium der
Rijksuniversiteit te Utreeht, waar
over een communiqué is ver
schenen.
Naar aanleiding daarvan schrijft
de geneeskundige medewerker
der „N. R. Crt." o m, dat hij
thans in staat is op de vraag of
het werk van dezen arts waarde
heeft, een duidelijk antwoord te
geven. Dit antwoord luidt kort
en bondig neen, niets
De schrijver geeft vervolgens
een relaas van de tragi-comische
reclame-campagne voorde genees
wijze en hij noemt het een fout,
dat officiëel niet eerder een onder
zoek is ingesteld, waardoor heel
wat misère en geschrijf was
voorkomen geweest.
Bekend is, dat de Engelsche
arts Piney naar Nederland is
komen vliegen om de proeven
na te gaan en daarover met veel
geestdrift heeft geschreven, zoo
dat men in Engeland vol ver
wachting was van de kankerge
nezing.
In verband daarmede hebben
ook meer officiëele deskundigen
van Engelsche zijde een nader
onderzoek ingesteld en hebben
deze zich verstaan met de Ne-
derlandsche doctoren en institu
ten. Toen werd onmiddellijk een
groot wederzijdsch misverstand
opgehelderd de Engelschen be
antwoordden de Nederlandsche
vraag, waarom zij Bendien au
serieux namen, met de weder
vraag, hoe men er bij kwam in
Nederland toch Piney au serieux
te nemen Tableau
Schr. geeft dan een uitvoerig
overzicht van de door deze des
kundigen gedane onderzoekingen,
Ik verzoek verschooning, zeide
Rochilieu. Ik stookte het vuur voor
den nacht op.
(Hij zeide niet tot Philippe, dat hij
van diens afwezigheid gebruik gemaakt
had, om zijne zaken te doorsnuffelen.)
Moet je dat nu nog doen zei
Philippe met gedempte stem. Ellendige
schurk, wat laat je mij zoo verschrik
ken I Wat hebt gij in dien tijd in
mijn kamer gedaan
Niets dan het vuur opgestookt
mijnheer, herhaalde de geheime agent.
Goed, zeide Philippe gerustge
steld. Zie maar dat je weg komt.
Rochilieu maakte een buiging, nam
zijnen kolenbak en verwijderde zich.
Zou mijn uitzicht mij verraden heb
ben mompelde Philippe, voor een
spiegel tredend. Als de knaap zoo
dom niet was, had hij kunnen raden
dat ik iets uitgevoerd heb.
De knaap was echter zoo dom niet,
als Philippe wel dacht. Hij vermoed
de wtl degelijk, dat Piron een booze
daad verricht had en het berouwde
hem, dat hij in plaats van de kasten
te doorzoeken, den booswicht niet in
het oog gehouden had.
Toch was zijn werk niet nutteloos
geweest. Hij had Philippe's bankboekje
doorbladerd en bevonden, dat deze
een groot kipitaal op een bank had, een
som, welke onmogelijk op eerlijke wijze
kon verkregen zijn. Verder had hij
gezien, dat Philippe kostbare juweelen
had, die bij een bediende niet thuis
behooren, Eenige dezer juweelen waren
kostbaar genoeg, om een vorstin te
tooien. Kortom, hij had sich over
tuigd, dat Philippe evenveel geld ver
teerde als zijn heer zelf en zijn inkomsten
onmogelijk zijn uitgaven konden dekken
(Wordt vervolgd))
AXELSCHE
COURANT
91)