Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch- Vlaanderen
Idealisme en werkelijkheid.
No. 39.
VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1931.
47e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
A B O N N F. Al E N T S P R IJ S
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Cent voor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaateruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 uie.
Niet in een scheiding van deze
twee, maar in een harmonie's
samengaan, ligt de oplossing van
het wereldraadsel.
Maar slechts ervaringrijp idea
lisme vermag dit bondgenoot
schap te stichten.
Dit idealisme is dan tenslotte
ook het eenig ware idealisme.
Het andere is er slechts een
schijn van.
Het ware idealisme, het woord
zegt het, is het najagen van de
idee, de idee die voor verwezen
lijking vatbaar is, de idee, die in
zich heeft het hoogste goed.
Dit hoogste goed ligt in het
bereik der wereld. Ze heeft het
slechts te grijpen
Onder één voorwaarde is het
't hare dat zij afstand doet van
haar dwaas jeugdidealisme. D.w.z.
dat zij erkennen wil, zelf on
machtig te zijn de wereld te red
den, ja meer, ernstig erkennen
wil, zelf de oorzaak, de schuld
te zijn dat de wereld redding
noodig heeft, nu dat zij nu,
leering trekkend uit 's werelds
geschiedenis, haar ideaal gaat
zien in een zoeken naar een
hoogere macht. Die helpen kan
en helpen wil.
Dat is het gezond idealisme,
dat vooral onzen tijd noodig
heeft.
Dus langs den weg van zelf
verloochening
Ja, want ook voor de wereld
geldt het paradoxale woord „wie
zijn leven wil verliezen, die zal
het gewinnen".
Wanneer het idealisme gaat
wortelen in de werkelijkheid,
niet zooals deze schijnt te zijn,
maar zooals deze is, dan komt
het met de wereld terecht 1
86)
Er werden op Charlemont tal van
arbeiders gehouden, en het groote park
was een model van schoonheid en
zuiverheid. Geen dor blad lag op de
groene perken noch op de witte zand
wegen en het wild graasde op de daar
voor aangelegde weidevlakten. De
fonteinen sprongen niet, omdat de
markies afwezig was, maar Sofie merkte
de schoonheid der beeldengroepen op,
die eene groote monumentale waarde
hadden. Hare blikken zweefden van
den eenen naar den anderen kant met
steeds grooter verlangen en haar hart
werd door een geweldige ontroering
aangegrepen. Deze prachtige omgeving
was haar vaders rechtmachtige erfe
nis en is uit de rechte linie op den
tegenwoordigen bezitter overgegaan.
Zou het weer aan den waren markies
terugkomen
Met deze en soortgelijke vragen stap
te zij het park door, de banken voor
bij, die hier en daar tot rust uitnoo-
digden. Van het park kwam zij in
een dal, waardoor de Le Mont zich
kronkelde, een smalle, diepe en snel
vlietende beek waarover een steenen
brug lag.
Sofie bleef staan en zag in het rond.
De straatweg liep over de brug en
aan den anderen kant van den oever
leidde langs hoeven een beschaduwd
pad naar den molen, over een smalle
Slank die de beide oevers verbond
ofle sloeg dit pad in omdat zij hier*
Idealisme en werkelijkheid
Zal het ooit zoo ver komen
't Is niet aan ons deze vraag
op te lossen.
Voor ons is de weg duidelijk
aangegeven.
Eerst in ons persoonlijk leven
idealisme en werkelijkheid tot
harmonie brengen 1
Opdat ook ons leven geen
schipbreuk lijde
Maar dan ook dit Evangelie
der wereld voorgehouden, onver
moeid, zonder ophouden.
Nederland's glorie.
Dinsdagmiddag 4 uur is onder
groote belangstelling en in tegen
woordigheid van verschillende
vooraanstaande Nederlandsche en
Fransche autoriteiten het binnen
twee maanden nieuw gebouwde
Nederlandsche Paviljoen geopend.
Had men mogen verwachten,
dat nu ja, Nederland en zijn
koloniën wel weer vertegenwoor
digd zouden zijn, maar dat het
feitelijk niet anders zou worden
dan namaak, men is verrast ge
worden door hetgeen door Neder
landsche handen in zoo'n korten
tijd weer is gewrocht.
In oprecht enthousiasme ver
klaren de toeschouwers 't is
mooier, 't is beter, 't is groot-
scher dan hetgeen eens aller be
wondering genoot, 't welk plot
seling in dien tragisc'nen Zondag
nacht van 28 Juni verloren ging
in de loeiende vlammen. Neder
land heeft op schitterende wijze
bewezen, dat het woord „onmo
gelijk" bij ons onbekend is. Een
kreet van afschuw ging door héél
de wereld toen de telegraaf het
bericht verspreiddehet Neder
landsche Paviljoen met al zijn
kunstschatten is geheel verwoest.
Er is een onherstelbaar verlies
geleden, duizenden zijn verloren
gegaan, kunstschatten welke niet
kunnen worden vervangen zijn
we armer geworden. En toch
zijn we nu rijker dan ooit. Want
langs onopgemerkt den molen berei
ken kon. Deze was groot en schilder
achtig gelegen, evenals de] daarnaast
staande woning. Alles sprak van wel
vaart en scheen uit een royale beurs
te zijn geput.
De markies van Charlemont moet
wel een gewichtige reden gehad heb
ben, dat hij dit alles voor Greg had
gedaan, dacht het meisje. Greg was
toch maar een tuinman. Welke aan
spraken kon die bij den markies doen
gelden Niemand schijnt iets ver
dachts in de betrekking tusschen den
markies van Charlemont en den tuin
man te vermoeden. Het schijnt wel
een ziekte te zijn dat ik alles, wat mij
onduidelijk voorkomt, met het drama
van het kasteel in verband breng. Greg
was in den nacht van den moord ep
het kasteel, werd gezegd, maarjzou hij
ook weten, dat Philippe schuldig is
En zou Philippe zijn grooten invloed,
bij zijn heer, ten gunste van Greg heb
ben aangewend Wie weet wat er
achter zit.
Zij was den molen genaderd en ging
den tien voet hoogen oever op. Zij
zag dat het groote molenrad in be
weging was. Op den kant speelde een
knaapje van driejaren, het eenige zoon
tje van den molenaar. Uit zijn echt
waren zes dochters, maar tot zijn
droefheid geen enkele zoon geboren,
die zijn naam kon erven, tot eindelijk
deze knaap het levenslicht aanschouw
de. Natuurlijk was de molenaar be
zorgd voor de toekomst van zijn stam
houder en hij maakte juist dezer dagen
toebereidselen om zfjnlevenslangeiger.*
dom in een pacht van negen en negen
tig jaar te doen veranderen, waardoor
de toekomst van tijn zoon verzekerd
zou zijn, Hij had hierover aan den
in die zes weken heeft héél de
wereld met stijgend enthousiasme,
met ontroering, met bewondering
gezien hoe een klein land in staat
is groote dingen te volbrengen,
hoe ontembare moed en volhar
ding een van onze grootste eigen
schappen is.
Het is geen noodgebouw, geen
hulp-barak, maar weer een statig
paleis, waarop in gouden letters
de woorden „Royaume des Pays-
Bas", „Koninkrijk der Nederlan
den" prijken. De brand had het
gebouw der particuliere inzen
dingen gespaard en om een ar
chitectonische eenheid mogelijk
te maken, werd besloten een pa
viljoen te bouwen, driemaal zoo
groot als het particuliere en in
denzelfden trant met dezelfde
decoratieve elementen.
In den namiddag van den 3den
Juli werd het terrein vrij gegeven
en belastte de stad Parijs zich
met de opruiming der puinen en
18 Aug. is het nieuwe gebouw
geopend.
De voorzitter van het Nationaal
Steuncomité, de heer mr. D. Fock,
herinnerde aan de ramp, die het
Nederlandsch paviljoen trof, op
28 Juni. In het eerste oogenblik
heerschte er groote moedeloos
heid, doch reeds den volgenden
dag, in de bijeenkomst van het
Comité, bleek, dat men unaniem
van oordeel was, dat het een
plicht was, ook tegenover Frank
rijk, om niet bij de pakken neer
te zitten. Toen wist men nog
niet, dat H.M. de Koningin van
Haar groot medeleven zou doen
blijken, door het afstaan van een
prachtige collectie kunstvoorwer
pen. De Fransche regeering bood
onmiddellijk een groot bedrag aan
voor den opbouw van het pavil
joen, een vriendschapsdaad, waar
aan spr. met ontroering terug
denkt. Ook herinnerde de heer
Fock aan het aanbod van de
Belgische regeering, die een ge
deelte van haar paviljoen wel
willend beschikbaar stelde. Het
comité voelde het evenwel als
een nationale plicht, om alleen
voor het werk op te komen en
moedig werd met den arbeid be-
markies een brief geschreven, die ech
ter tot nu toe onbeantwoord gebleven
was, waarom hij zich voorgenomen
had erzelf over te spreken, zoodra
deze van Parijs zou teruggekeerd zijn.
De molenaar was aan zijn werk
toen Sofie naderdezijn vrouw en
dochter waren nergens te zien en het
knaapje zette zijn kostbaar leven op
het spel. door zich te dicht langs den
kant van het water te begeven. Op
dit oogenblik kwam de vader aan de
deur, zag het gevaar, waarin zijn hoop
volle spruit verkeerde en gaf in schrik
een schreeuw, waardoor de knaap ook
verschrok. Hij verloor het evenwicht
en stortte in het water.
De molenaar stond als verlamd. De
schrik had hem zijn tegenwoordigheid
van geest benomen. Sofie snelde naar
de plaats des onheils. Een blik op het
snelvlietende water en het in volle
werking zijnde rad was voldoende, om
te zien dat het kind in levensgevaar
verkeerde, en dit gaf haar den moed,
die tot redding van den kleine noodig
was. Zij wierp hoed en mantel af
sprong van den hoogen oever in den
stroom en eenige krachtige en vlugge
bewegingen brachten haar bij het kind,
dat zij vastgreep, om daarna met haren
last naar den oever te zwemmen.]
De molenaar kwam intusschen aan*
gespoed en nam het kind aan, terwijl
een molenaarsknecht, die op het ge
roep van den vader eveneens te hulp
snelde, Sofie uit het water trok. Ook
kwamen nu de vrouw en de dochter
van den molenaar weenend aangeloc*
pen. De vrouw viel Sofie om den
hals en dankte haar in roerende woor*
den. De man stamelde weenend zij n
dank) kuste de hand van Softe en vef*
lecht haar op de eene of andere wijze
gonnen. Spr. vertrouwde, dat
j men met critiek niet te streng
zou zijn, in verband met den
weinigen tijd van voorbereiding
en sprak zijn dank uit aan alle
trouwe medewerkers. Toen de
naam Mooyen werd genoemd
barstte een geestdriftig applaus
uit. Het Wilhelmus, dat hierna
door de muziek werd ingezet,
werd door alle aanwezigen mede
gezongen.
Prins Di Scalea, de secretaris
generaal van het ltaliaansche pa
viljoen, sprak zijn groote bewon
dering uit over hetgeen in 52
dagen is tot stand gebracht, een
schitterende getuigenis van de
energie van het Ned. volk.
Na een korte toespraak van
Jhr. de Jonge, den nieuwen Gou
verneur-Generaal van Ned.-lndië,
nam Maarschalk Lyautey het
woord, die hulde bracht aan het
werk van den heer Mooyen, het
welk hij een les voor de geheele
wereld noemde. Hij eindigde
met de woorden: „Eere zij U".
De Fransche Minister van Ko
loniën, de heer Paul Reynaud,
zeide onder geweldig enthousi
asme „Uw eerste paleis was
Ned.-Oost-Indië, uw tweede leert
ons wat Nederland is. Namens
de Fransche republiek uit ik mijn
diepe bewondering voor het
Nederlandsche volk".
Tenslotte hield minister Bee-
laerts van Blokland nog een korte
toespraak. Uit wat hier is tot
stand gebracht, trok spr. de con
clusie, dat er een internationale
saamhoorigheid bestaat, welke bij
deze gelegenheid op voorbeeldige
wijze is gedemonstreerd.
Dadelijk na het vertrek van de
Fransche autoriteiten verzamelden
de leden van het Nederlandsch
Comité zich, waarna de heer
Zuiderhoff, voorzitter van de Ver-
eeniging „Oost en West", zich
in een korte toespraak tot de
heeren mr. Fock en Ir. Mooyen
richtte om te getuigen van de
groote bewondering, welke hun
energie heeft verwekt.
De Belgische regeering heeft
officiëel een groot bloemstuk aan
het Comité gezonden.
zijn erkentelijkheid te mogen betuigen.
De dochters echter verzochten Sofie
binnen te komen, zich te warmen en
droge kleeren aan te trekken, wat het
moedige meisje dadelijk aannam.
Het kind was ongedeerdde moe
der nam de noodige voorzorgmaatre
gelen, om een mogelijke verkoudheid
te voorkomen terwijl Sofie in een ka
mer gebracht werd en haar nat pak
met dat van de oudste dochter des
huizes verwisselde.
Toen dit geschied was, volgde Sofie
de meisjes in de groote huiskamer,
waar haar de eereplaats aan den haard
werd aangewezen en de familieleden
zich rondom haar dronger, om nog
maals dank te betuigen voor den groo
ten dienst, dien zij hun bewezen had
en haren moed en tegenwoordigheid
van geest te prijzen.
Zonder u, juffrouw, was ons kind
verdronken I zeide de moeder. Ik was
als getroffen en stond verlamd toen ik
in mijn verbeelding het kind reeds
door het rad verpletterd zag. totdat ik
u hem na zag springen I
Wij zullen uw kleederen droogen,
juffrouw, zeide vrouw Greg. Marie,
maak gij Intusschen voor de dame een
glas warmen wijn gereed, opdat zij
een beetje verwarme.
Sofie was eindelijk zoodanig beko
men, dat zij voor geen nadeeiige ge
volgen van haar koud bad meer had
te vreezen. Vrouw Greg en de beide
oudste dochters deden alles, om het
haar zoo aangenaam mogelijk te ma*
ken. De molenaar zat aan den ande
ren hoek van den haard met zijn zoontje
op de knieën en terwijl hij nog over
het gebeurde nadacht, vroeg hij eens*
klaps t
Aan wie heb Ik eigenlijk het
Maarschalk Lyautey noodigde
de Nederlandsche autoriteiten uit
aan een diner in het paviljoen
van Indo China.
Daarna had een nieuwe voor
stelling plaats van de Balineesche
dansers.
Ter gelegenheid van deze ope
ningsplechtigheid waren door een
aantal bloemenkweekers 50.000
gladiolen naar Parijs gezonden,
waarvan er 10 000 bestemd waren
voor het nieuwe Nederlandsche
paviljoen terwijl de overige moes
ten worden verdeeld tusschen
Parijsche ziekenhuizen en rust
huizen voor politie-agenten.
Tijdens de opening was het
weer zoo slecht, dat honderden
menschen vluchtten om onder
dak in het paviljoen wegens het
zware onweer en den stortregen.
De politie moest de zinken rol
luiken laten vallen om het pavil
joen af te sluiten, wegens den
overgrooten toeloop en om orde
verstoring te voorkomen.
De Rijksmiddelen in Jnll 1931.
De opbrengst van de Rijks
middelen (hoofdsom en opcenten)
over de maand Juli 1931 bedroeg
f36 694.281, tegen f41.778.891
over de maand Juli 1930.
Het één twaalfde gedeelte der
raming over het geheele jaar be
draagt f 39.158.020.
Het totaal over de eerste zeven
maanden van 1931, vergeleken
met dat over de eerste zeven
maanden van 1930, bedroeg resp.
f269 608.985 en f301.521.353.
De opcenten ten bate van het
Leeningsfonds gaven over Juli'31
een opbrengst van f4.710.253,
tegen een bedrag van f5.518.897
in Juli 1931.
Dé inkomsten ten bate van het
„Wegenfonds" gaven over Juli
1931 een opbrengst van f 926.071.
Rijwielbelasting f3.367.762.
Nieuwe vinding op radio-gebied.
Naast de ontvangst van radio
toestellen met of zonder dakan
tenne, van al wat de aether biedt,
is in de laatste jaren vooral de
distributie van radio-genietingen
door tusschenkomst van centra-
leven van mijn kind te danken Gij
zijt waarschijnlijk een vreemdelinge en
woont niet in het dorp, juffrouw
vroeg hij.
Ik ben juffrouw Lepage, een gast
van mijnheer Bartineux op het kasteel
Charlemont, antwoordde Sofie.
De molenaar zag haar oplettend aan.
Zijt gij misschien een lid der
familie Charlemont, juff ouw vroeg
hij verder. Gij gelijkt veel op hen.
Uwe oogen en uw trekken herinneren
mij den overleden Alexe Mixtome.
Dat is mij door anderen ook ge
zegd geworden, dat ik op Alexe Mix
tome g( 1 jk, antwoordde Sofie kalm.
Verheugd.dat zij nu over het doel kon
spreken, waarvoor zij gekomen was
ging zij voort: men |zegt dat hij de
moordenaar van den laatsten maikies
was, niet waar en hare oogen waren
uitvorschend op den molenaar gericht,
Men zegt stamelde Jacob Greg,
van kleur veranderend. Neen, hij was
den moordenaar.
Gelooft gij weikelijk, dat Alexe
Mixtome zijn broeder vermoordde?
vroeg het meisje, nog altijd de oogen
op hem gevestigd houdend.
De molenaar werd doodsbleek onder
den scherpen blik en de vraag van
het meisje. Zijne plotselinge onrust
en het draaien zijner oogen overtuigde
Sofie, dat hij meer van het drama wist
dan iemand geloofde.
Dat is een zonderlinge vraag,
juffrouw, Zeide hij, gedwongen lachend,
ledereen gelooft het en waarom zoe
ik er aan twijfelen?
(Wordt vervolgd,)
Hoffelijkheid is voor sommigen eeft
gekleede jas, die men aantrekt lm op
vleite te gaan,
AXELSCHEffl COURANT