oJêêW* Nieuws- en A voor Zeeuw sell - VI aan deren. d v e r t e li t i e b 1 No. 26 DINSDAG 7 JULI 1931. 47e Jaarg. Pan-Europa. Binnenland. FEUILLETON, J. C. VINK - Axel. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. Sedert Briand, Stresemann en andere leidende staatslieden van Europa zich zijn gaan toeleggen op de practische verwezenlijking van de Pan-Europa-ldee, is dit begrip in het brandpunt van de algemeene belangstelling komen te staan. „Pan-Europa" deelt het lot van alle andere leuzen veel gebruikt maar weinig begrepen te worden. Teneinde nu aan dit tekort tegemoet te komen, heeft de heer R. N. Coudehove-Kalergi,* de ontwerper van de idee „Ver- eenigde Staten van Europa'', een geschrift samengesteld, dat be doelt, allen, die dat wenschen, duidelijk te maken wat Pan- Europa is en wil. Hij stelt daarin enkele vragen, waarop het antwoord volgt. Af en toe zullen we daarvan een gedeelte in ons blad opnemen, omdat ons die pogingen zeer sympathiek zijn. Wat wil Pan-Europa Het doel van de Pan-Europa- beweging is een Europeesche statenbond en tolunie. Pan-Europa beteekent geheel Europa. Het woord „Pan-Europa" is ge vormd in overeenstemming met de uitdrukking „Pan-Amerika", het verband van alle souvereine republieken van Noord- en Zuid- Amerika. De naam „Pan-Europa" in de plaats van „Vereenigde Staten van Europa" bedoelt uit te drukken, dat Europa de grond slag van het Noord-Amerikaan- sche bondsrijk met zijn gemeen schappelijke taal en zijn ge meenschappelijk bestuur kan noch wil navolgen, maar dat de zelf standige staten van Europa zich slechts tot een statenbond kun- nan aaneensluiten onder volle dige handhaving van hun natio nale verscheidenheid, ter ont plooiing en beveiliging van hun nationale beschaving op grond slag van gelijke rechten en soli dariteit. Onder welke officieele naam zich deze Europeesche aaneen sluiting voltrekt, is voor de be weging van geen belang. 'Is Pan-Europa mogelijk? De moeilijkheden, die de Europeesche aaneensluiting be lemmeren, zijn onvergelijkelijk kleiner dan de moeilijkheden, die andere geslaagde bewegin gen tol aaneensluiting, b. v. de Duitsche, Italiaansche of Pool- sche, hadden te overwinnen Want Europa bestaat uit zelf standige Staten, die, om zich aaneen te sluiten, geen oorlogén of revoluties van noode hebben. De éénwording van Europa hangt daarom uitsluitend van den wil van zijn inwoners en leiders af. Alle Europeesche regeeringen hebben zich in hun antwoorden op het memorandum Briand in principe vóór Europeesche aan eensluiting uitgesproken. Hef sterkste bewijs voor de moge lijkheid van een Pan-Europa is Zwitserland hier zijn de meeste vraagstukken, die op Europeesche schaal onoplosbaar lijken, opge lost. Zwitserland bewijst, dat Euro peanen vaif de meest verschil lende taal en afstamming vredig er. met gelijke rechten in een politieke en economische ge meenschap kunnen samenleven. Wat in Zwitserland mogelijk is, kan in Eurqpa niet onmogelijk zijn. Waarom is Pan-Europa nood zakelijk Europa, "ersplinterd als het heden ten dage is, wordt door drie gevaren bedreigd 1. een nieuwe wereldoorlog; 2. algemeene armoede 3. bolsjewisme. Deze drie gevaren hangen nauw tezamen een nieuwe oorlog brengf ar moede en bolsjewisme algemeene armoede brengt bol sjewisme en oorlog de bolsjewistische revolutie brengt oorlog en armoede. Deze gevaren kunnen slechts gezamenlijk bestreden worden door een statenstelsel, dat de Europeesche vrede en de Euro peesche beschaving beveiligt en tegelijkertijd het Europeesche levensniveau verhoogt Dit staten stelsel is Pan-Europa. Alleen j Pan-Europa brengt de Europea- i nen vrede, brood, orde. Daarom is het noodzakelijk. I)e brand te Pary». De geheele Ned Indische pers spreekt diepe verslagenheid en ontsteltenis uit over den brand in het Nederlandsche paviljoen van de Koloniale tentoonstelling. De bladen beschouwen deze als een nationale ramp, vooral voor Ned.-lndië. Velen zijn onder den indruk van het onschatbaar en onherstelbaar verlies, scherp cri- tisch gestemd. Het Nieuws van den Dag con stateert, dat de voorwaarde, dat de kostbaarste kunstvoorwerpen in een brandvrije kluis moesten worden opgeborgen, door het Nederlandsche hoofdcomité aan vaard, doch niet nagekomen is. Het blad is van meening, dat de heer Moojen voor dit „beduvelen" van het Bat. Genootschap aan sprakelijk is en voorts voor het onschatbare verlies. „Hij en nie mand anders." De heer Moojen moet maar eens verklaren, waar om hij de voorwaarde, welke door het Indische Comité werd gesteld, plompweg negeerde en waarom hij de bewaking van millioenen aan kostbaarheden aan een enkelen bewaker overliet. Het „Bat. Nieuwsblad" wijst er op, dat men verneemt over allerhande verliezen en dat her haaldelijk geseind is, dat de heer Moojen alles verloren heeft, maar over de verreweg kostbaarste inzending van Ned. Indië zwijgen de telegrammen in alle talen. Echter kan men Aneta hiervan geen verwijt maken. Het bewijst alleen, dat men te Parijs en in Holland nog niet goed begrepen heeft, wat er eigenlijk is gebeurd. Ook het „Bat. Nieuwsblad" neemt aan, dat de kostbaarste voorwerpen niet zijn opgeborgen in een kluis. Allerwege stijgt de vrees, dat het Bat. Genootschap bij den neus is genomen, om geen erger woord te gebruiken. De som, waarvoor de unica van Ned.-lndië waren verzekerd, is belachelijk laag. Trouwens nu aan de ecste voorwaarde niet is voldaan, rijst ook twijfel, of een afzonderlijke verzekering is ge sloten voor de Indische inzen ding (de tweede eisch van het Indische Comité). Meer en meer wint intusschcn de meening veld, dat de oorzaak van den brand waarschijnlijk moet worden gezocht in kwaad willigheid. Met een kleine kans, dat men met een ongeluk te maken. Wij willen hier gaarne aan toevoegen, dat wij voor ons zelf deze overtuiging reeds ter stond hebben gehad. Echter, het wil ons voorkomen, dat de mogelijkheid van zulk een poging tot brandstichting bij de autoriteiten niet schijnt te zijn opgekomen. Anders zou de be waking wel anders zijn geweest. Maar toch ligt ook in de scberpe critiek van de Indische pers een minder edel motief tot grondslag. Het is nl. opgevallen, dat die critiek minder over den. brand, dan wel over het ten toonstellingscomité liep, met name tegen den organisator, den heer Mooyen. Terwijl men toch in Indië al evenmin dan bij ons te lande een meer dan oppervlak kig oordeel kan uitspreken. En die krijgt een eigenaardige tint, als men weet, dat dhr. Mooyen alleen verantwoordelijk wordt gesteld, en dat men dit is het voornaamste aan een ander, of aan anderen, althans niet aan hem, den bouw te Parijs opge dragen had wenschen te zien ook, dat er bij voorbaat iets zou zijn af te dingen op het werk van dezen architect. Toen het werk klaar was en door iedereen, die het gezien heeft, om het zeerste werd geprezen, de resul taten dus de veronderstellingen ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. DRUKKER-U1TGEVER Graaf Beaucourt trad binnen met de hebben gelogenstraftnu dat ge heele werk is vernietigd, nu staat men klaar om met steenen te gooien. Gelukkig dat het tentoonstel lingscomité zich voldoende van blaam weet te zuiveren en zij het heeft uitgesproken „Aan al- Je voorwaarden van het Indische „Comité is voldaan". En, wanneer door Indië niet als eisch is gesteld een afzonderlijke verzekering, terwijl men het nu doet voorkomen, als ware die eisch wel naar voren gebracht; indien Indië de groote fout heeft gemaakt de kostbare goederen onverzekerd in Parijs te doen aankomen, dan... heeft Indië, in stede van verdere critiek te leveren, eerder amende honorable Ie maken. Blijft over het feit, dat men in Indië van niets op de hoogte werd gehouden, zelfs niet van de aan komst der goederen. Ja, dat had voorkomen kunnen worden. Dat het comité verzuim de, terstond zelf naar Indië te tele- grafeeren over den ramp, is te verklaren. Alleen wat de bewaking betreft is o. i. reden tot critiek gegrond. Onverschillig, of de brand is ontstaan door een ongeluk, door electriciteit of door brandstichting; de bewaking inwendig door een persoon lijkt ons onvoldoende. Dat, bij meerdere personen, de dienst minder drukkend, en dus de bewaking effectiever is; dat indien er iets gebeurt, terstond kan worden opgetreden dat, de een de waakzaamheid van den ander controleert en stimuleert: staat als een paal boven water. Men kan natuurlijk niet zeggen, dat de ramp zeker niet zou zijn gebeurd, indien er meer bewakers waren geweest, maar wel, dat kwaadwilligen niet zoo gemakke lijk vrij spel zouden hebben (ge had) indien er in het gebouw eenige goed bewapende flinke Hollandsche jongens rondloopen (hadden geloopen.) Men zal nu een nieuw gebouw zetten. Met andere, wellicht ook zeer kostbare voorwerpen er in. (Wordt vgfvolgd), COURANT. 74) Sofie klom zoo spoedig mogelijk naar boven naar de loge. Zij had juist tijd genoeg om tot zich zelve te ko men, eer hij terug k^n zijn. Zij hield haar adem in bij de gedachte, hoeveel haar ontdekking waard was. Zij be- teekende zekerheid en recht voor ha ren vader. Wat zou zij echter doen Voor al les wilde zij haren vader zien en hem deze ontdekking mededeelen. Zij kon de overheid er niets van zeggenzij moest zwijgen tot haar vader haar van hare belofte ontsloeg. Ook twijfelde zij nog of de diamanten Philippe's schuld en de onschuld van haren vader zouden kunnen bewijzen. Mijn werk is nog niet geëindigd, dacht zij zuchtend. Het ,is een goed begin maar ik heb nog veel te doen ik zal nog hier blijven om de zoo lang gesloten gebleven slaapkamer van den markies te zien. Ik heb mij nu over tuigd van de schuld van Philippe en zal niet rusten voor Ik anderen de zelfde overtuiging geschonken heb. Zij hoorde dat Philippe boven haar was gekomen. Zij werd vreeselljk be angstigd. Wanneer hij haar hier vond, zou hij haar dooden. In haar angst ver- school zij zich achter den stoel, waar het zóó donker was dat zij niet gezien kon worden. Philippe kwam vlak voorbij de loge De deur stond half open en was dicht geweest I Hij stak het hoofd binnen, doch daar hij niemand zag, drukte hij de deur weer aan en ging verder. Sofie wachtte totdat zij zeker was, dat hij niet zou terugkeeren daarna stond zij op en verwijderde zich. Het gelukte haar onbemerkt de kolonade te berei ken, waar zij nog een'gen tijd opge wonden op en neer liep, eer zij zich naar haar kamer begaf. In de voorzaal ontmoette zij Philippe Piren. Zij week voor hem ter zijde en hij zag dat zij de oogen neersloeg. Hij keek haar wantrouwend aan. Waar zijt gij in dat weer ge weest, mejuffer? Ik heb in de kolonade gewan deld, was haar antwoord. Zij wilde weer verder gaan, maar hij p'aatste zich voor haar. Blijft gij op het kasteel vroeg hij, of gaat gij met mevrouw Mixtome mede naar Parijs Sofie richtte zich waardig op en mat hem met verontwaardiging. Het moet een bediende van den markies van Charlemont overschillig zijn, of ik ga dan of ik blijf, zeide zij. Een gebiedende handbeweging gaf aan deze woorden meer kracht. Onwil lekeurig ging Philippe ter zijde, en Sofie spoedde zich naar hare kamer, Zij weet dat ik haar vijand ben, zeide Philippe bij zich zelf, zii weet dat ik haar wilde dooden toen „de Louise" omsloeg zij weet te veel. Ik zou er wel eens achter willen komen, hoe zij dit heeft kunnen ontdekken. Ik be gin te gelooven, dat zij, ofschoon nog maar een kind, zeer gevaarlijk is, Ik zal een derde poging wagen, om haar uit den weg te ruimen en twijfel niet of het zal ditmaal wel gelukken, Of schoon sluw en trotsch, kleine juf frouw, zijt gij toch niet tegen Philippe Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. Piron opgewassen. Gij zult niet bab belen. Ik zal niet rusten, dan nadat ik je voor altijd tot zwijgen heb ge bracht. De avond kwam de avond van den dag die voor Sofie zoo gewichtig was geweest. De wind was in storm cn het weer in noodweer veranderd. De ondoordringbare duisternis werd echter door de verlichting van het slot in een wijden kring gebroken. De pek- vlammen verbreidden een roodachtigen schijn en het slot geleek in de verte op een vuurhaard. Onrustig liep de markies van Char lemont de zaal op en neer. Het is niet waarschijnlijk dat mevrouw Mixtome bij zulk een weer Montfacon zal ver laten. Mevrouw Bartineux zal wegblij ven. zeide de oude dame, of zij moet veel van u houden. Alleen liefde kan haar doen komen, niets anders. Ja, dat stem ik toe, zei de mar kies. Hoor het eens stormen 1 Het is alsof de muren van het kasteel zul len invallen. Niemand gaat met zulk weer uit. Zij zal niet komen. Daar ben ik nog zoo zeker niet van, (antwoordde mevrouw Bartineux. Mevrouw Mixtome zal weinig van wind en weer te lijden hebben. Zij stijgt droog in haar rijtuig en klimt er hier droog weer uit. Ik geloof August dat zij u niet zal laten wachten. Zij komt vast. Mevrouw Bartineux had gedeeltelijk gelijk. Een overweldigende aandrift dwong mevrouw Mixtome op dezen avond het slot Charlemont te bezoeken een aandrift dien zij niet kon weer» staanregen en stoim konden haar niet terughouden. overtuiging, dat zij niet zou komen. Spoedig verscheen ook Sofie. De mar kies van Charlemont zag haar duister aan en keek vervolgens op de pendule. Het was op slag van zeven. Hij wilde iets zeggen, toen men het rollen van een rijtuig hoorde. Er hield een koets stil. De markies ijlde naar beneden en ontving zijn gasten op de trappen van het portaal. Zes dames stegen uit, de laatste was mevrouw Mixtome. Zij klom naar boven en scheen den markies niet te zien. In het portaal bleef zij staan, groette hem hr ff lijk en volgde daarna de andere dames naar de kleedkamer. Toen zij iets later dan hare gasten in het salon trad, stond de markies verbaasd over hare schoonheid. Sofie zag haar moeder binnenkomen en er gerde zich aan de opdringende houding welke de markies tegenover haar aan nam. Zij ziet er uit alsof haar een onver wacht geluk is te beurt gevallen, dacht het meisjeZij moet den markies wel beminnen. Liefde alleen kan haar zulk een weder doen trotseeren. Haar ge laat verduisterde. Indien mevrouw Mix tome met August Birtineux trouwde, dan zou ook, indien zij slaagde, hare overwinning niet zonder bi'terheid zijn. Hoe zal mijn vader ooit kunnen ver dragen haar met hem verbonden te zien vroeg Sofie zich af. Hij zou lie ver sterven. Ik zal de vrouw, die van mijnen vader gescheiden is, nooit als mijne moeder erkennen en haar oogen fonkelden. NooitEr is een kloof tusschen hen, die nimmer gevuld kan worden, en ik blijf aan de zijde van mijnen vader. Mevrouw Mixtome zocht haaf gezel schapsjuffer. Zij naderde Sofie en be* groette haar hartelijk. Het diner werd aangediend en het gezelschap zette zich aan tafel. Na het diner zou men een wandeling naar de ruïnen doen. De dames voor zagen zich van een shawl en mantel en men begaf zich naar buiten. De weg was overdekt, de natte grond met matten belegd. De verlichting der ruïnen maakte een prachtig effect. De markies van Charlemont ging voorop. Hij gaf uitvoerige verklaringen van alles wat hem wetenswaardig voor kwam. Hij opende eene verborgen kleine deur en bracht zijne gasten in een geheime kamer, waarbij hij een lange geschiedenis vertelde van een vroegeren heer van hei kasteel, die zich hier verborgen had gehouden toen zijn vijanden naar hem zochten. De kamer werd nauwkeurig bekeken vooral mevrouw Mixtome stelde er veel belang in. Deze oude kamer hield vele ge heimen, zeide de markies. De Charle- monts hebben hier bijna acht honderd jaren gewoond. Er is veel gebeurd. Eerst twee jaren geleden ontdekten wij een gevangenis onder den grafkel der maar niemand wist er iets van. Ik heb wel eens gehoord dat hier een geheime kamer moet zijn, zeide mevrouw Bienjour nadenkend, waar een ridder van het huis weken lang verbleef, terwijl het kasteel door vijan den werd bezet. Die kamer zou zich ergens in de nabijheid der kapel moeten bevinden, antwoordde de markies, Ik weet ech» ter niet waar zij is en of zij wel be staat,

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1931 | | pagina 1