Nieuws- e li A d y e r t e n t i e b 1 a d
Yoor Zeeuwsch- Vlaanderen.
Nederland en deii Volkenbond.
i§Ill
No. 13.
DINSDAG 19 MEI 1931.
47e .Jaarg.
4VL
FEUILLETON.
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
De datum van 18 AAei is we
schreven dit reeds vroeger
gekozen tot den Volkenbondsdag.
Op 18 Mei 1899 toch verga
derden, bespied door nieuws
gierige blikken eenerzijds en te
midden van afkeurend gemom
pel anderzijds, de diplomaten,
die de eerste Vredesconferentie
samenstelden, in het Huis Ten
Bosch te 's-Gtavenhage. Hun
arbeid noch die van de tweede
Vredesconferentie, in 1907, is
bekroond met een succes, dat
blijvend kan heeten. Maar al
valt over de beteekenis dezer
Vredesconferenties verschillend te
oordeelenal valt de vraag, of
de overeenkomst voor de vreed
zame beslechting van internatio
nale geschillen niet de grond
slagen voor een aanstaanden
Volkenbond in zich bergde, ver
schillend te beantwoorden dit
eene valt niet te weerspreken,
dat door het houden van deze
Vredesconferenties op Holland-
schen bodem, in Nederland's
residentie, aan Nederland een
nieuwe taak op internationaal
gebied werd opgedragen.
In de oude oude tijden, in den
bloeitijd der zeventiende en in
den terugval der achttiende eeuw,
was men in de Hollandsche
gewesten allerminst onverschillig
voor de betrekkingen met het
buitenland. Die onverschilligheid
is eerst ingetreden nadat, mede
tengevolge van de afscheiding in
1830, voor Nederland het spelen
van elke rol op het internatio
naal tooneel uitgesloten mocht
worden geacht. Hoe kon ook
een volk als het Nederlandsche,
dat nimmer veroveringszuchtige
neigingen in zich heeft rondge
dragen, zich geroepen achten om
een rol te spelen in de inter
nationale politiek in die jaren,
dat deze van expansie, van ge
weld doortrokken was
Met 1899 is hierin een schijn
baar onbeduidende, doch in
wezen niet onbelangrijke veran
dering gekomen. Zeker heeft de
Minister van Buitenlandsche Za-
Sofie wachtte totdat zij zeker wai,
ken op dat oogenblik, de heer
de Beaufort, die erkende voor
zijn land aangenaam getroffen te
zijn door het verzoek de Vredes
conferentie te 's-Gravenhage te
houden, de gevolgen van het
aannemen dier uitnoodiging niet
ten voile kunnen overzien, en
toen in 1900 het wetsontwerp
houdende goedkeuring van de
voornaamste der ter Vredescon
ferentie gesloten verdragen, inde
Tweede Kamer aan de orde
kwam, moest hij zelfs eert zoo
danig sterke oppositie aantreffen,
dat hij zijn portefeuille in het
strijdperk moest werpen om de
overwinning te behalen. Men
oordeelde toen de vestiging van
het Permanente Hof van Arbi
trage op ons grondgebied niet
van gevaar ontbloot; men zag
daarin allerminst een bescher
ming van ons neutraal grond
gebied, veeleer de mogelijkheid,
dat zich politieke intriges Ln Den
Haag zouden afspelen en dat het
met de rustige rust, waarin wij
op buitenlandsch gebied tot op
dat oogenblik verkeerden, ge
daan zou zijn.
Dat daarnevens de Zuid-Afri-
kaansche en Chineesche aange
legenheden niet sympathiek stem
den tegenover een overeenkomst,
die beslechting van zooveel mo
gelijk alle internationale geschil
len beoogde, behoeft nauwelijks
te worden gezegd.
Toch is op den grondslag van
1899 Nederland's taak in inter
nationaal opzicht steeds verbreed.
Carnegie schonk zijn millioenen
voor het Vredespaleis en toen
dit in 1913 kon worden geo
pend, was de voorbereiding voor
de derde conferentie reeds in
vollen gang. De oorlog ver
stoorde deze illusie en het Vredes
paleis stond in de oorlogsjaren
aan den spot der spotters mach
teloos bloot.
Nauwelijks was de oorlog ten
einde of het bleek, dat de con
ferentie der Geallieerde Mogend
heden te Parijs, die omtrent de
vredesvoorwaarden met haar te
genstanders beslissingen had ge
nomen, toch niet geheel geslaagd
DRUKKER-UITGEVER
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Groofe letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentlën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
was in haar o.pzet om het werk
van Den Haag dood te zwijgen.
Integendeel, de conferentie van
den inmiddels opgerichten Vol
kenbond, waaruit het nieuwe Hof
van den Volkenbond zou voort
spruiten, had in het Vredespaleis
plaats, en de juristen, daar ver
gaderd, wezen Den Haag als zetel
voor dit nieuwe rechtslichaam
aan. Zoo kwamen in het Vredes
paleis naast elkander te zetelen
twee lichamenhet Permanente
Hof van Arbitrage, geenerlei dwin
gende bevoegdheid bezittende dan
die, voortspruitende uit weder
zijds gesloten tractaten het Per
manente Hof van Internationale
justitie van den Volkenbond, dat
niet arbitrage, maar rechtspraak
geeft, en dat in het grondverdrag
van den Volkenbond zelf reeds
een eersten grondslag vindt voor
verplichte rechtspraak, die, naar
men hoopt, steeds zal worden
uitgebreid. En bij deze beide
instellingen heeft zich nog ge
voegd de Academie voor Inter
nationaal Recht. Hier wordt aan
een internationale schare van leer
lingen door vooraanstaande man-
men op het gebied van interna
tionaal recht geleeraard wat dit
recht wil, waaruit dit recht voort
spruit en wat dit recht in de
tegenwoordige samenleving reeds
beteekent.
Nederland is dus de zetel van
een der belangrijkste organen van
den Volkenbond. Geen moderne
rechtsstaat is denkbaar zonder be
hoorlijk functionneerende rechts
macht, die heeft te beoordeelen
de delicten, die tegen de onder
linge samenleving en tegen het
staatsgezag zijn begaan. Geen
Volkenbond de projecten in
achter ons liggende eeuwen leeren
het is denkbaar zonder een
rechtbaik van wijze rechters, tot
oordeelen in de eerste plaats ge
roepen. Reeds het feit, dat Ne
derland een zoodanig belangrijk
apparaat van den Volkenbond
herbergt, dwingt het zijn taak
tegenover den Volkenbond anders
te zien dan door een der wille
keurige leden van dien Bond kan
geschieden. Maar bovendien, Ne-
derland is, schoon een klein land,
te allen tijde een land geweest,
waar men getoond heeft het recht
lief te hebben. In Nederland is
eboren Hugo de Groot, de man,
die in 1625 door zijn beroemd
boek „De jure belli ac pacis"
aan de wereld toonde, dat er
reeds een recht tusschen de vol
ken bestond. Juist omdat Neder
land een klein, in den oorlog on
zijdig gebleven land is, heeft het
in den Volkenbond een bijzondere
taak, die het daarom kan ver
vullen, wijl een ieder door de
feiten overtuigd is, dat Nederland
in den Volkenbond geen eigen
belangen heeft na te streven, geen
eigen egoistiscne gedachten heeft
voor te staan.
Maar wil het aan degenen, die
Nederland in den Volkenbond
vertegenwoordigen, mogelijk zijn
cm deze gedachte tot uiting te
brengen, dan moet het Neder
landsche volk in zijn geheel hun
bijbrengen het besef, dat daarin
leeft belangstelling voor den Vol
kenbond. Geen voldaanheid met
den Volkenbond zooals die thans
is samengesteld. Geen tevreden
heid over zijn werkzaamheden,
die de feiten bewijzen het
niet altijd het verwachte resultaat
opleveren. Maar belangstelling
voor zijn ontwikkeling, en erken
ning van dit ééne, dat de samen
leving der volkeren in de vijf
werelddeelen zoover is gevorderd,
dat er plaats is voor een rechts
organisatie tusschen alle deze
landen. Die rechtsorganisatie zal
niet. evenmin als de organisatie
tusschen de individuen in de
verschillende Staten dit heeft ver
mogen te doen, reeds dadelijk
volledig en voorbeeldig zijn.
Maar die rechtsorganisatie zal,
indien zij den steun van allen in
alle landen geniet, kunnen uit
dijen tot iets groots en iets
grootschkunnen worden een
werkelijk hechte steun voor wat
recht en billijkheid is in deze ove
rigens zoo onvolmaakte wereld
Bedriegen de voorteekenen niet
dan zal 1932 worden het jaar van
de Ontwapeningsconferentie van
den Volkenbond. Men stelle zich
niet voor, dat een dergelijke bij
eenkomst, met hoe goeden wil
ook bezield, zal kunnen leiden
reeds aanstonds tot eenige aan
merkelijke vermindering der be
wapeningen. Deze Conferentie zal
in allen deele geslaagd mogen
heeten, indien zij het daartoe
brengt, dat zij een door allen aan
vaard schema opstelt, krachtens
hetwelk vermindering der bewa
peningen in de onmiddellijk daar
op volgende jaren zal geschieden
en indien zij bereikt, dat perio
diek conferenties om de zooveel
jaar tijds zullen bijeenkomen ten
einde stand van ontwapenings-
vraagstuk te bespreken. Ontwa
pening kan niet in eens worden
verkregen. Dat is een behande
ling, over jaren verdeeld. Hoofd
zaak is, dat het begin er is, dat
uit den goeden wil de eerste daad
geboren wordt. Rechtstreeks kan
Nederland wellicht weinig doen
tot het volbrengen van die eerste
daad, maar ook in Nederland kan
zich een openbare meening vor
men, die gewicht in de schaal
legt. Een ieder bedenke en be-
grijpe, dat het in Genève gaat om
vraagstukken, die voor ons allen
voor volk en elk individu, dat
deel van een volk uitmaakt, van
belang zijn
Welnu men steune dan de idee,
opdat ze moge leiden tot „nooit
meer oorlog".
Geen legerrevue.
Op de vragen van het Tweede
Kamerlid Albarda, naar aanlei
ding van het bericht van „De
Avondpost", dat het voornemen
bestond, in de maand Augustus
op de Molenheide bij Breda een
legerrevue te houden ter her
denking van het feit, dat Koning
Willem I op denzelfden lijd en
dezelfde plaats in 1831 de vrij
willigers daar geschouwd heeft,
die deelnamen aan den 10-
Daagschen Veldtocht, heeft Minis
ter Ruys de Beerenbrouck ge
antwoord, dat inderdaad een der
gelijk plan bestaan heeft „ter
herdenking van de in 1830-31
(Wordt vmolgd).
ANT.
61J
Sofie had Philippe Piron thans als
een ellendeling leeren kennen en was
bang voor hem. Zij twijfelde er niet
aan, of hij had haren oom vermoord
en stond na naar het leven van haar
vader. Zij was een zwak meisje, on
ervaren in de listen der wereldhoe
zou zij het tegen zulk een man vol
houden
Wanneer ik het maar aan mijne moe
der kon meedeelen, dacht zij. Wel
licht zou zij dan bijstand van het ge
recht inroepen en mij behulpzaam zijn
in het herstel onzer eer. Maar neen,
zij is van mijn vader gescheiden en
met den man verloofd, die zijne plaats
bekleedt. Ik kan haar niets zeggen,
zelfs al wilde ik de aan mijn vader ge
dane belofte verbreken, ik zou het niet
kunnen.
Zij zuchtte over hare hulpeloosheid.
Philippe zag verschrikt op. Hoe zwak
het geluid harer ademhaling ook ge
weest was, hij had het toch gehoord.
Op dat zelfde oogenblik vloog een uil
het venster uit en Philippe zette zich
weer gerustgesteld neer.
De tijd ging slepend voorbij. De mi
nuten schenen Sofie uren toe. Alleen
het geraas der In- en uitvliegende uilen
verbrak de heerschende stilte. Einde
lijk kon Sofie niet meer, zij vreesde
telkens dat zij zich verraden zou maar
op dit uiterste oogenblik stond Philippe
op en vertrok.
dat hij niet zou terugkomenzij ver
liet haar schuilhoek en ging eveneens
naar builen, waar zij voorzichtig rond
keek zij bemerkte echter niemand
meer en ijlde naar haar kamer.
Zij rustte uit in een ligstoel en be
gon kalm na te denken.
Het wordt lichter, monpelde zij. Ik
begin reeds iets te zien. Maar waar
zijn de bewijzen voor mijne vermoe
dens? En hoe kan ik mijnen vader
tegen deze gevaarlijke vijanden be
schermen Zou het kwaad nog zege
vieren en mijn vader met mij het on
derspit moeten delven Philippe heeft
mij herkend. Hij is mij zoowel als
mijn vader vijandig en zal alles doen
wat hij kan om ons op te ruimen. Vader
moet Frankrijk verlaten en een nieuwe
schuilplaats zoeken. Ik zie, dat Phi
lippe meer op zijn geweten heeft, dan
hij zijnen broeder vertelde. Zou het
mogelijk zijn mij tegen hem te behoe
den, mij en mijn vader?
EEN STRIK.
Mevrouw Mixtome was door de
schijnbare onoprechtheid en door het
stilzwijgen van Sofie dieper beleedigd
dan het meisje kon denken. Trotsch
als zij was, koel en afgemeten als zij
scheen, had een voor haar zelf onver
klaarbaar gevoel haar hart voor Sofie
doen kloppen en gedurende weinige
weken had zij het meisje lief gekregen
met een hartstochtelijke teerderheid,
waartoe alleen edele karakters in staat
zijn. De schijnbare ondankbaarheid en
onwaardigheid van het meisje brachten
haar eenen zwaren slag toe. Den nacht
voor Sofie's vertrrek naar Charlemont
had zij geen oog gesloten, en eerst na
dat het meisje vertrokken was, viel
zij van vermoeienis in slaap.
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
Zij ontwaakte met een bitter gevoel
van eenzaamheid. Het was haar zoo
wee aan het hart als had zij alles ver
loren, wat zij op deze wereld beminde.
Het gezelschap harer gasten stuitte
haar tegen de borst. Zij bleef uren
lang in hare kamer en zat er stil en
droevig voor zich uit te staren. Haar
vertrouwen in Sofie had een gevoeligen
knak gekregen en toch dacht zij aan
de zuiverheid, de onschuldige en kin
derlijke lieftalligheid van haar gelaat.
Dan weer twijfelde zij aan haar eigen
oordeel en wilde den schijn niet geloc-
ven, die haar voorkwam valsch te zijn.
Zij wilde zich zelve diets maken dat
zij hare jonge gezelschapsjuffer haar
volkomen vertrouwen durfde te schen
ken, dat den man, die des avonds met
haar in den tuin was gezien, graaf
Beaucourt geweest moest zijn, ofschoon
mevrouw Bienjour het tegendeel be
weerde en Sofie dit had bekend. Wel
licht was zij te trotsch geweest en had
zij zich te diep beleedigd gevoeld, om
de waarheid ie zeggen.
Den geheelen dag, des nachts en den
volgenden morgen streed zij met haren
twijfel.
Indien het de graaf was, dienaar dit
bezoek bracht en het stond bij haar
vast, dat hij het geweest moest zijn,
want wie zou anders bij haar kunnen
komen dan is het.,toch zoo erg niet
het was alleen maar onvoorzichtig. Ik
moet de waarheid van hem hooren.
Het staat hem vrij haar te bezoeken
zoo dikwijls hij wil, wanneer zij weer
bij mij komt. Ik zal onmiddellijk om
hem zenden.
Zij schreef een brief aan den graaf,
(waarvan wij reed» kennis dragen),
waarin zij graaf Beauceurt verzocht bij
haar te komen»
Een paar uur later verscheen deze
op Montfaconmen geleide hem naar
de baikonkamer van mevrouw. Hij zag,
dat zij bleek was en zeer bezorgd uit
de oogen keek.
Is u ziek, mevrouw? vroeg hij
deelnemend.
Ik geloof ja, antwoordde zij met
'n lachje. Ik heb u laten verzoeken hier
te komen, graaf Beaucourt, om u in
vertrouwen te spreken over een zaak,
welke voor ons beiden van het grootste
belang is. Het geldt juffrouw Lepage
Maar neem plaats.
Gij zult het mij niet euvel dui
den, wanneer ik met de deur in huis
val. Het meisje heeft mijne genegen
heid gewonnen. Zij heeft mij verteld
höe en waar zij u in Griekenland heeft
leeren kennen en zeide mij 0">k, dat
gij elkander hebt leeren beminnen.
De graaf boog toestemmend.
Zij heeft mij echter niet gezegd,
waarom zij nog niet trouwen wil, ver
volgde mevrouw Mixtome, en dat zou
ik gaarne weten. Ik geloof dat er een
hinderpaal is, die dit huwelijk in den
weg staat.
Haar vader weigerde zijne toe
stemming en zonder deze wilde zij mij
niet trouwen.?
Dat is goed en braaf. Ik liet u
roepen, waarde graaf, om u te zeggen,
dat indien Sofie tot mij terugkeert, gij
volle vrijheid hebt om haar te bezoe-
ken wanneer gij wilt.
De graaf dankte.
U zeide: wanneer zij terugkeert.
Is het dan niet zeker, dat zij terug*
keert? Wil zij bij mevrouw Baftineux
blijven
Juffrouw Lepage ging heen, toen
Ik een kwade bui had, antwoordde
mevrouw een weinig verlegen. Uw
bezoek eergisteravond in den tuin werd
door mevrouw Bienjour bemerkt en
kwaad opgenomen. Juffrouw Lepage
was te trotsch om mij den naam van
den man te noemen, die haar bezocht,
maar ik vermoedde dat gij het was.
Dat is een misverstand, antwoord
de de graaf. Ik was dien avond niet
op Montfacon ik ben nooit hier ge
weest om juffrouw Lepage alleen te
ziep. Ik heb haar niet gezien of ge
sproken, of u hebt het geweten.
Wat moet dat dan beteekenen
vroeg mevrouw Mixtome. Wie om
helsde dan het meisje in den tuin
Niemand 1 riep graaf Beaucourt
ernstig. Mevrouw Bienjour heeft zich
vergist.
Maar Sofie verklaarde het zelf,
doch wilde den man niet noemen.
Maar Mevrouw, zij kent niemand
in Frankrijk, zij heeft hier geen bloed
verwanten en haar vader woont in
Griekenland. De beschuldiging is on
gehoord
Mevrouw Mixtome belde en beval
een bediende mevrouw Bienjour te
roepen.
Graaf Beaucourt kende de vijandige
gezindheid van mevrouw Bienjour en
een bang voorgevoel kwam bij hem op,
dat Sofie door een gevaar werd be
dreigd. Dat moest afgewend worden,
wilde hij haar en zijn levensgeluk niet
gehèei en al verwoest zien.
Mevrouw Bienjour verscheen en ver*
telde de geschiedenis met een uit*
voerigheid die geen twijfel aan hare
woorden kon overlaten. Graaf Beau»
court was verbaasd, maar zijn vertrou®
wen op Sofie wankelde niet.