Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse li - Vlaand er en
«•VIS.
No. 102.
DINSDAG 24 MAART 1931.
46e Jaarg.
J. C. VINK - Axsl.
Buitenland.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIÈN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Greote letters worden naar
plaateruimte berekend.
Advertentiên werden f r a n c ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagveormiddag 11 ure.
België.
Men weet, dat, kort voor de
invrijheidsstelling van dr. A.
Borms, door diens Vlaamsch-
nationale vrienden overgegaan
werd tot het inzamelen van vrij
willige giften bestemd om den
na tien jaar opsluiting, in zijn
zijn groot gezin teruggekeerden
politieken gevangene, financieel
zooveel mogelijk te helpen. In
totaal werd, blijkens het verslag
dat 1 Maart jl. aan de goedkeu
ring der algemeene vergadering
van het Borms-fonds werd onder
worpen, tot heden 420.000 francs
ingezameld, wat toeliet, aldus de
„N.R.C." te Meixem-Antwerpen
een huis aan te koopen, waarvan
het vrije gebruik aan dr. Borms
en zijn gezin werd gelaten en
hem tevens een jaarlijksche rente
van 12.000 fr. uit te keeren. Ge
tracht zal worden het kapitaal
van het Bormsfonds op te voe
ren tot 500.000 francs.
Ministercrisis in België I
In Belgische regeeringskringen,
doet naar de N. R.Crt. verneemt,
het gerucht de ronde dat de mi
nister van transportmiddelen, Lip
pens en de minister van finan
ciën, Houart, ontslag zouden ne
men. Een reden daartoe zouden
deze leden der regeering vinden,
in het wetsvoorstel betreffende
de onverenigbaarheid van het
ministerschap met de functie van
administrateur, commissaris of
directeur van een financieele
onderneming. Men acht het waar
schijnlijk dat ook de minister van
kunst en wetenschap, Vauthier,
wiens gezondheid zeer wankel is,
dit voorbeeld spoedig zal volgen.
Het bedrag der verduiste
ringen door den gemeente-ont
vanger der groote Brusselsche
voorstad Sint Joost ten Noode
gepleegd, is thans tot 12 mil-
lioen francs gestegen. Er blijken
vele vervalschingen in de kas
rekening der gemeente gecon
stateerd te zijn. Behalve de ge
meente-secretaris en diens broe
der, den effectenmakelaar, is nu
ook de compagnon van laatst
genoemde in hechtenis genomen.
GodsdienstvervolgingeH ia
Sovjet-Rasland.
Terwijl het groote publiek
slechts de economische zijde van
het Russische vijfjarenplan be
schouwt en de uitwerking daar
van reeds aan den lijve onder
vindt, wordt de strijd tot uit
roeiing van den godsdienst in
Rusland systematisch voortgezet.
In December en Januari heeft
men wederom 204 kerken, vijf
doosters en 31 synagogen ge
sloten, meldt de Weensche
Reichspost".
In Maikop is naast de ortho
doxe kathedraal ook de katho-
ieke kerk aan den eeredienst
onttrokken en voor profane doel
einden ingericht. In Leningrad is
de kerk der Verrijzenis, die ge
bouwd werd op de plaats, waar
tsaar Alexander II het slachtoffer
werd van een bomaanslag der
„volkssocialisten", eveneens ge-
De gedenktafels werden door
andere vervangen, waardoor de
geschiedenis der „volkssocialis
tische partij" en de namen der
moordenaars van den tsaar ver
heerlijkt werden.
Op bevel van de regeering
werd deze kerk ter beschikking
gesteld van den bond van vroe
gere politieke tuchthuisgevange
nen, die de kerk als bioscoop
heeft laten inrichten.
Ook de Joodsche godsdienst
wordt op schandelijke wijze ver
volgd- In Kiew b.v. zijn op het
oogenblik alle synagogen geslo
ten. De rabbijn Abramski, van
Sloetsk (gouvernement Minsk,
Wit-Rusland) is naar Siberië ver
bannen.
Op het bureau der Gepeoe
werd hem met geweld zijn baard
afgeschoren en zijn lichaam werd
zoolang met gloeiende naalden
geprikt, totdat hij bewusteloos
neerviel.
In Armawir, Rostow aan de
Don, Kiew, Rachew en Wjasma,
werden geestelijken, wien de
regeering de uitoefening van hun
ambt verboden heeft, lichamelijk
verminkt.
Sovjet-beambten van wie men
kan bewijzen, dat zij ook maar
eenmaal een bezoek aan een
kerk hebben gebracht, worden
onmiddellijk ontslagen en „om
zich te beteren", naar de bos-
schen aan de Karelische grens
gezonden, om daar hout te hak
ken en dit voor den uitvoer ge
reed te maken.
Op Zon- en feestdagen waagt
iemand het slechts zelden, een
godsdienstoefening bij te wonen.
Daarentegen zijn op de
door de weeksche dagen-, waar
door de Bolsjewisten niet zoo'n
scherpe controle wordt uitge
oefend, de kerken, die nog open
zijn, steeds goed bezet.
Uit de nissen der particuliere
woningen zijn de iconen zoo
goed als verdwenen. Men houdt
ze verborgen onder hoofdkussens
en in koffers en haalt ze slechts
bij het morgen- en avondgebed
te voorschijn.
In het geheim brandt echter
nog menig lichtje voor een icoon,
dat achter kisten op den grond
of in den kelder verborgen is,
waar buren dikwijls gezamenlijk
hun gebeden verrichten. Dit alles
herinnert aan den tijd der cata
comben, die zich thans in Rus
land herhaalt.
Verder werden vijf of zes
kloosters opgeheven. In 1929
heeft men den monniken, aan wie
deze kloosters toebehoorden,
eerst hun kerk ontnomen, daarna
hun cellen en tenslotte hun
refter.
Op verzoek der bevolking liet
men hen echter wonen op hun
landerijen. Twee jaar lang heb
ben de monniken de opbrengst
van hun oogst aan den plaatse
lijken sovjet afgeleverd en de
staat was hiermede tevreden.
Thans echter heeft men hun
ook het recht ontnomen om den
grond te bebouwen. Op het
einde van het vorig jaar werden
de landerijen van deze monniken
met geweld onteigend en gingen
over in het bezit der collectieve
landbouwbedrijven, terwijl men
de monniken als landloopers de
wereld instuurde.
De bevolking wordt gedreigd
met verbanning naar Noord-
Rusland, als zij het waagt, hun
onderdak te verschaffen. Een ge
deelte heeft zich naar Nizjni
Nowgorod en Moskou begeven,
om op de plaatsen, waar de
heiligen en martelaren van hun
kerk begraven liggen, te sterven
of achter de muren van de Loeb-
janka-gevangenis der Gepeoe de
rest van hun leven te slijten.
De anderen begaven zich in
bosschen, om daar als kluizenaars
te leven en zich met de planten,
die zij daar vinden, te voeden.
Duitschland.
Na een langdurigen doodsstrijd
is de voormalige Duitsche Rijks
kanselier Hermann Müller op
ruim 54-jarigen leeftijd bezweken.
De operatie, welke hij onlangs
moest ondergaan, heeft hem ten
grave gesleept, daar door een
sloopende ziekte zijn krachten
waren ondermijnd. In hem ver
liezen de Duitsche sociaal-demo
craten een leider, wiens beza
digdheid aan ieder, ook al was
men zijne ideeën niet toegedaan,
respect afdwong.
Zooals de „Germania" het uit
drukt, had hij wel tegenstanders,
maar geen vijanden.
In de moeilijke dagen, welke
Duitschland tijdens en na den
oorlog van 1914 doormaakte,
heeft zijn bekend en gewaar
deerd organisatietalent, gepaard
aan een uitgesproken afkeer van
toespitsing der tegenstellingen,
ontwijfelbaar veel bijgedragen tot
eene zooveel mogelijk gelijk
matige ontwikkeling van den
toestand. Dat hij daardoor in
conflict moest komen met de
extremisten, zoowel in als buiten
de eigen partij, laat zich begrij
pen, maar hij vervolgde rustig
zijn weg, waarvan hij zich niet
liet afdringen.
Hij was mede-onderteekenaar
van het verdrag van Versailles.
Dat door tal van zijn landge-
ten zijn onderteekening als een
verraad van Duitschland werd
gebrandmerkt, betreurde hij als
een verkeerd inzicht ten aanzien
van hetgeen het welbegrepen
landsbelang eischte. En de ver
antwoording voor die daad nam
hij met den Katholieken dr. Bell
op zich, wijl de omstandigheden
daartoe volgens zijne opvattingen
dwongen en op geen andere
wijze was te ontkomen aan een
snel en totaal verval.
Communistenrelletjes.
Te Ebertswald is het tusschen
politie en communisten tot een
treffen gekomen. Een aantal po-
litie-agenten werd tegen den
grond geslagen en door commu
nisten ernstig mishandeld. Slechts
door middel van den gummistok
kon men zich verweren. Eerst
toen een Schupo een schot loste,
sloeg de menigte op de vlucht.
Er werden 16 arrestaties uitge
voerd. Bij de vechtpartijen wer
den 4 schupo's zwaar gewond.
Te Düsseldorf kwam 'tna afloop
van een communistische demon
stratie tot een ernstige vechtpartij
tusschen communisten en stahl-
helmleden. Zeven personen wer
den ernstig gewond en een groot
aantal personen werd gearresteerd.
Afpersers aan het werk.
De politie van Pruisen, Beieren
en Baden houdt zich volgens een
bericht in den „Montagspost" ge
durende de laatste weken bezig
met een poging tot afpersing, waar
van tot slachtoffer de directeur-
generaal van de Duitsche Rijks
spoorwegen Dorpmuller was ge-
cozen. Deze heeft een reeks
dreigbrieven ontvangen, waarin
ernstige aanslagen werden aange-
condigd, ingeval hij niet een be
drag van 100.000 M. stortte. De
afpersers hadden nauwkeurig aan
gegeven, welke spoorbruggen zij
voornemens waren in de lucht te
doen vliegen, wanneer de rijks
spoorwegen niet voor het geld
zorgden. Het briefpapier, dat ge
bruikt werd, blijkt volgens het
onderzoek afkomstig te zijn uit
automaten, gelijk die te Freiburg
gebruikt worden en waren ge
deeltelijk in Beieren gepost. Ver-
47,
Vergeef mij. mijn kind, maar ik
Vermoed, dat uw vader verliezen heeft
geleden, die hem dwongen naar het
buitenland te trekken. Ik wil mij niet
in uwe zaken dringen, maar als ik iets
doen kan voor uwen vader zal het mij
aangenaam zijn. Ik heb veel invloed
en mijn broeder, de hertog van Mont-
facon, zou hem eene landsbetrekking
kunnen bezorgen.
Gij zijt zeer goed, mevrouw,
zeide Sofie, op smartelijken toon maar
mijn vader zal nooit naar Frankrijk
terugkeeren of er moest hem een groot
ongeluk te beurt vallen.
Het overlijden van eenen bloed
verwant van wien uw vader hoopt te
erven misschien! vroeg mevrouw. Gij
behoeft niet te antwoorden, Sofie, ik
kan wachten totdat gij mij uw ver
trouwen wilt schenken. Maar denkt
over mijn aanbod na en meldt het
uwen vader. Gelijkt gij op uwen vader
Ja, maar ik gelijk ook op mijne
moeder, antwoordde Sofie kalm, of
schoon zij al hare krachten noodig had
om bedaard te blijven.
Uw vader moet een statig man
Zijn, hernam mevrouw uitvorschend.
Gelijken uwe oogen ook op de zijne
Zij zijn eveneens blauw, ant
woordde Sofie voorzichtig, en hij is
even goed als edel.
Het verwondert mij dat gij hem
hebt kunnen verlaten. Gij zijt immers
Ikiin «enig klad
Ons huis werd door roovers in
brand gestoken en de hoofdman had
gezworen mij te ontvoeren, daarom was
ik daar niet veilig en deed ik mijn vader
het voorstel mij naar Frankrijk te laten
gaan. Het viel hem hard zijne toe
stemming te moeten geven, maar hij
zag dat het zoo het beste was.
Graaf Beaucourt had niet lang
geleden een gevaarlijk avontuur met
een Griekschen bandiet, zeide Eugenie.
Hij werd geruimen tijd gevangen ge
houden en lag daarna vele maenten
ziek in de hut van een wijngaardenier.
Hoe heette uw vervolger
Leonardi.
Zoo heette ook hij, die graaf
Beaucourt gevangen nam. Gij moet
er met den graaf eens over spreken.
Meer dan eens had Sofie willen zeg
gen, dat zij den graaf in Griekenland
reeds had leeren kennen. Het scheen
haai onbillijk toe deze kennismaking
aan hare moeder te verbergen. Het
bekend maken van hare verhouding
tot graaf Beaucourt kon voor haren
vader niet gevaarlijk zijn. Haar gelaat
was gloeiend rood, toen zij vroeg:
Hebt gij de geschiedenis van
graaf Beaucourt vernomen
Zeker, hij vertelde ze mij zelf.
Ik weet van de wreedheid van Leo
nardi en hoe een Griesch meisje hem
redde. De graaf moet zijn hart aan dit
meisje verloren hebben. Hij bleef drie
maanden in haar huis, waar hij ziek
lag.
Sofie kleurde nog meer.
Mevrouw Mixtome, zeide zij be
slist, het Grieksche meisje dat graaf
Beaucourt bevrijdde, was ik.
Gij?
Ja, mevrouw. En graaf Beau»
court verbleef piet in de hut van een
wijngaardenier, maar in het huis mijns
vaders. Onze dienaren verpleegden
hem.
Dat had ik niet gedacht I riep
mevrouw verbaasd.
Ik zou het u reeds vroeger ge
zegd hebben, maar de gelegenheid
daartoe ontbrak mij, zeide Sofieook
wist ik zelf nog niet wat ik doen zou
En gij zijt het Grieksche meisje
van wie ik zooveel gehoord heb ver
volgde mevrouw. Hebt gij mij alles
gezegd
Neen, niet alles, antwoordde Sofie,
de oogen neerslaande, de graaf was
mij genegen en wilde mij trouwen,
maar mijn vader weigerde zijne toe
stemming te geven en daar bleef het
bij. Toen ik naar Frankrijk kwam,
dacht ik niet den graaf te zullen ont
moeten.
Ik geloof u. Welk een zonder
ling avontuur. Ik heb nooit vermoed,
dat gij den graaf vroeger had gezien,
maar nu verwonder ik er mij niet meer
over. Hoe kon ik zoo blind zijn. Is het
huwelijk uitgesteld
Het is onmogelijk, mevrouw, óf,
zooals ik zeide, mijn vader moet weer
naar Frankrijk komen. Ik ben met
graaf Beaucourt niet verloofd.
Ik ken hem genoeg om te weten,
dat wanneer hij eenmaal bemint, hij
voor altijd bemint. Ik ken hem als een
voorbeeld van eerlijkheid en als de
waardige vertegenwoordiger van een
groot en voornaam huis, en het zou
mij genoegen doen u van dienst te
kunnen zijn. Wees oprecht tegen mij,
S.fie. Staat uw kleine fortuin het
huwelijk in den weg?
Neen, geheel iets anders I riep
Sofie hartstochtelijk. Gij kunt mij niet
helpen, mevrouw. God alleen kan om
hulp verschaffen. Zelfs als mijn vader
zijn toestemming gaf, zou ik graaf
Beaucourt niet kunnen trouwen.
En toch bemint gij hem
Het meisje boog het hoofd.
Daar schuilt een geheim achter, dacht
mevrouw Mixtome. Wat zou het zijn?
Hare genegenheid voor beiden was
opgewekt. Zij besloot graaf Beaucourt
er over te spreken en als het moge
lijk was, licht te brengen in deze
duistere zaak.
Het verheugt mij, dat gij mi,
dit hebt medegedeeld, zeide zij ernstig
Het is niet meer dan billijk, dat ik er
van onderricht ben, maar anderen be
hoeven niet te weten dat gij de Griekin
zijt, die den graaf hebt gered. Alles
zal goed komen, laat den moed niet
zinken, Sofie, en vertrouw op de Voor
zienigheid.
Zij boog en kuste het meisje op het
voorhoofd. Sofie greep hare hand en
kuste haar hartstochtelijk. Haar ge
laat was zoo bleek als dat van een lijk
Gij zqt zoo opgewonden, mijn
kind, zeide zij teeder. ik zal zien wat
ik voor u doen kan. Vertrouw op mi
Sofie, en alies komt terecht.
Zij gaf het meisje verlof om heen te
gaan.
Toen zij alleen was, dacht Eugenie
na over hetgeen zij gehoord had en
mompelde zacht
Waarom zou haar huwelijk met den
graaf onmogelijk zijn I Ik wil eens
hooren,wat hij er van zegt. Iksalniet
rusten voor aleer ik Sofie doorgrond.
Maar dat weet ik, dat lij rein is als
een engel. Ik zal de hinderpaal die
het paar in den weg staat verwijderen
en den donkeren sluier oplichten, welke
dit meisje omgeeft J ik moet haar ge
heim weten!
Sofie verscheen aan talel, zonderdat
men op haar gelaat iets van ontroering
kon lezen. Mevrouw Mixtome zag
het en toonde er zich zeer tevreden
over, want ook zij liet nooit aan iemand
merken, wat er in haar binnenste om
ging.
Na tafel maakte men wat muziek
en daarna was Sofie vrij. Zij ging in
een hoekje van het raam zitten achter
het zware gordijn en beschouwde met
belangstelling het tooneel in de kamer.
Het vuur in de beide schoorsteenen,
het overvloedige licht der kroonluch
ters, de prachtige toiletten der dames,
dit alles trok Sofie aan, want het was
zoo geheel in tegenstelling met haar
eenvoudig leven in Griekenland. Hare
blikken rustten echter vooral op me
vrouw Mixtome en zij beschouwde
haar met liefde en genegenheid, die
evenwel niet vrij was van ijverzucht,
dewijl zij vermoedde, dat deze weldra
verloofd zou zijn met den markies van
Charlemont.
Hoe kan zij mijn vader vergeten,
zelfs als zij gelooft dat hij dood is
dacht zij. Doch hoe schoon is zij.
Mevrouw Bienjour naderde Sofie
met een lachje op de lippen, doch met
een hart vol afgunst. Zij haatte Sofie.
Het is onbegrijpelijk dat mevrouw
Mixtome van dit meisje kan houden,
dacht zij, Zij is niet meer dan een avon
turierster en ik hoop dit weldra te kuna
nen bewijzen. Hoe is het mogelijk dat
eene dame, die de meest trotsche vrouw
van Frankrijk genoemd wordt, belang
kan stellen in een meisje van wie nle*
mand weet wie zij is of van waar zij
komt en wier verleden een donkere slui
er omhult. 2ij is met zeker doel hier ge*
komen, maar ik zal haar ontmaskeren.
(Wordt vervolgd^
AXELSCHE
COURANT