Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeu wsc li 7 V1 aan deren
No.
101
VRIJDAG 20 MAART 1931
46e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
LENTE.
De economische toestand van
Zeeuwsch-Vlaanderen
in 1930-
n.
Landbouw.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56 - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Greote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Op de akkers, waar scherpe
ploegijzers den bodem scheurden,
wordt weer het zaad aan den
geduldigen moedergrond toever
trouwd, vol hoop, vol blijde ver
wachting. En wanneer de vore
over het zaad wordt gesloten en
de aarde het in den vruchtbaren
moederschoot heeft opgenomen,
wachten we met ongeduld, tot
de eerste groene sprietjes aan
kondigen, dat de belofte wordt
ingelost, de belofte, die zegt, dat
de aarde, naar opperst gebod,
weer- azal voortbrengen, wat de
mensch behoeft.
Dit is het, wat ons menschen
ontroert en blij maakt, de belofte
van veel goeds, veel schoons,
die het nieuwe voorjaar ons
brengt, beloften van voorspoed,
rijken oogst, van vreugde en zon-
neweelde, van licht en leven.
In oude tijden ontstaken
onze voorvaderen vreugdevuren,
ter verwelkoming van de lente,
uit blijdschap over den terug
keer van het licht, over de over
winning van het licht over de
duisternis. Wij, kinderen van den
modernen tijd, wij ontsteken ook
vreugdevuren in onze harten en
de glans daarvan straalt helder
naar buiten in de schittering van
onze oogen bij het aanschouwen
van de eerste voorjaarskleuren.
O, zeker, het is nog geen lente.
Straks komen de voorjaarsstor-
men en de kletterende hagel
buien als een laatste stuiptrek
king van koning winter, als een
laatste opflikkering van de bijna
gedoofde kracht van den ijsvorst.
Maar nu, na de eerste mooie
dagen, na de belofte, die we
ontvingen, nu lachen we om de
barschheid en de grimmigheid
van die laatste buien. Want bin
nen in ons laaien de vreugde
vuren hoog op, laten zich niet
meer dooven door storm of regen,
wanthet moet toch immers
lente worden.
We hebben de eerste lentebo
den met gejuich binnengehaald.
We hebben elkaar gewenkt en
gezegd„Zie je het wel, hoe
blauw de lucht is, hoe de spreeu
wen in dichte wolken door de
zon-doorlichte aether zweven en
wenden en keeren in sierlijke
bogen, hoe de knoppen open
bersten, zie je wel, hoe het groeit
de lente komtde lente
is er
En zoo kunnen in blijde tonen
zingen de dichters, die uit rijke
woordenkeuze in lente-stemming
hun verheven gedachten neer
leggen over de pracht der natuur.
En zoo kunnen schilders hun
oog verlustigen aan den rijkdom
van kleurenpracht, die de lente
ons schenkt.
En zoo kunnen wij menschen
opgewekt en dankbaar zijnals
aan het wachten op vernieuwing,
op herbouw van plant tot vrucht,
op hervatting van den arbeid een
eind komt, nu de lente nabij is.
Het is het prachtige lenteweer
van heden, die deze stemming
opwekt, al is het ook dat wij
overtuigd zijn, dat ook in dezen
ién zwaluw geen zomer maakt.
Straks zweept misschien een
norsche bui de boomen her- en
derwaartsstraks kletteren mis
schien weer hagelsteenen tegen
de ruiten.... welnu, raas maar
stormen, striem maar regen, gij
kunt de vreugdevuren niet meer
dooven. Wij hebben de lente ge
proefd en zij zk\ komen.
De kille voorjaarsbuien nemen
niet meer van ons weg het visi
oen, dat schitterend voor ons
geestesoog rijsthet visioen van
schaterende bloemenkleuren, van
groene, bloeiende landouwen, ba
dend in gouden zonneglans.
In den loop van het jaar is
voltooid de vergrooting van de
cokesfabriek te Sluiskil, die daar
door hare productie kor. opvoe
ren. Ongetwijfeld is dit van groo-
ter. invloed op .het verzendcijfer
van het station Axel der spoor
wegmaatschappij Mechelen—Ter
Neuzen. Dit steeg n.l. van
594.954 ton in 1929 tot 649.740
ton in het afgeloopen jaar. Ook
de ontvangst van dit station
maakt een mooi figuur. Van
204.613 ton in 1929 steeg dat
tot 418 648 ton in 1930.
Aan het eind van het vorig
jaar is het fabriekscomplex van
de Compagnie Neerlandaise de
l'Azöte, gesticht te Sluiskil, in
de gemeente Axel. Op 4 Novem
ber meerde in de bij de fabriek be-
hoorende haven het eerste zee
schip met pyriet. Al zijn thans
de vooruitzichten niet gunstig zoo
druk ik toch de hoop uit, dat
dit voor de toekomst een cen
trum van bedrijvigheid zal mogen
worden.
De exportvermindering, die
reeds het jaar te voren was inge
zet werd voor de spiegelfabriek
te Sas van Gent in den lobp van
het jaar van grootere beteekenis,
zoodat inkrimping der fabricage
r.oodig bleek. De binnenland-
sche omzet bleef op normaal
peil.
Ondanks de sterke concurren
tie had de afdeeling chemische
producten dier onderneming een
normale campagne.
De blauwselfabriek te Sas van
Gent, die een tijd buiten exploi
tatie is geweest, is op beperkte
wijze weer met werken begonnen.
In de afgeloopen campagne
werkten te Sas van Gent weer
de beide suikerfabrieken.
De toestand waarin de suiker
industrie en daardoor de beet
wortelcultuur verkeert, door
de lage prijzen van het product,
die oorzaak is dat teelt en fabri
cage zelfs zonder den verkregen
regeeringssteun niet meer loonend
zijn, zijn in de Kamer breedvoe
rig bespreken en daardoor vol
doende bekend. Spr. durft zich
niet aan een uitspraak wagen, wat
de toekomst ons in dit opzicht
brengen zal. Krachtige pogingen
zijn aangewend om de suikerin
dustrie op te heffen, door een
rantsoeneering der productie over
de geheele wereld. Onze regee
ring heeft thans vrij laat
een voorstel ingediend tot onder
steuning van de cultuur en indu
strie. Of die voorgestelde steun,
indien zij de goedkeuring der
Staten-Generaal zal verkrijgen,
waaraan ik onder de tegenwoor
dige omstandigheden niet twijfel,
tot het gewenschte resultaathet
bieten zaaien en het draaien der
fabrieken zal leiden, staat echter
als men de verschillende beoor
deelingen over het onderwerp na
gaat nog lang niet vast. Voor
het bestaan van onze Zeeuwsch-
Vlaamsche bevolking, die procents
gewijs van ons land wel het meest
daarbij betrokken is, is het te ho
pen dat men het daarheen zal
kunnen sturen, dat de thans nog
open vraag bevestigend zal kun
nen worden beantwoord.
Voor de te Sas van Gent ge
vestigde stijfel en glucose-fabriek
was de toestand niet bemoedigend,
als gevolg van de hevige concur
rentie der aardappel-fabrieken en
de hooge bedrijfskosten, ook als
gevolg van verschillende wette
lijke maatregelen.
De in exploitatie gekomen
nieuwe onderneming, de textiel
fabriek „Zelandia" werkte vrij
geregeld.
De te Hulst gevestigde fabrie
ken voor tricotages en wollen stof
fen werken nog steeds met succes.
De ondernemingen voor bisquits
en suikerwerken te Breskens on
dergingen ook den druk van den
tijd.
Niet te klagen had in het af
geloopen jaar de mosselcultuur.
Er was groote vraag en daardoor
liepen de prijzen op. Voor de
garnalenvisscherij te Breskens
uiigeoefend was het jaar niet
ongunstig. Sardijn werd niet aan
gevoerd. Ook verschillende vis-
schers van Walcheren voeren te
Breskens hun vangst aan. Door
de vischmeelfabrieken is de eco
nomische toestand der visschers-
bevolking zeer verbeterd.
De klompenindustrie, die voor
namelijk te Clinge en Koewacht
wordt uitgeoefend, en waarvan
ook een inrichting voor fabriek
matige bewerking te Sluiskil is
gevestigd, verliep over het afge
loopen jaar tamelijk goed. De
klompenbeurs te Clinge werpt
goede vruchten af. De verkoops
prijzen zijn echter niet evenredig
aan de houtprijzen.
In de bouwvakken en den han
del in bouwmaterialen bestond
vooral in het eerste deel van het
jaar een zekere levendigheid, wat
niet zeggen wil, dat de winsten
daarmede gelijken tred hielden.
De concurrentie is sterk
Ook de middenstand wordt ge
dreven onder zware concurrentie.
Vooral is dit het geval in de
kruideniersbranche, die zich naar
twee zijden heeft te verdedigen,
eenerzijds tegen de meer en
meer toepassing vindende coö
peratie, anderzijds door de filia
len van grootbedrijven die in
Zeeuwsch-Vlaanderen worden ge
sticht. Aangezien werkloosheid
pas in de laatste maanden voor
kwam, was er door goeden om
zet in de eerste maanden voor
den middenstand wel te verdienen.
De omzet in auto's was zeer
gering, die in rijwielen was niet
bepaald druk te noemen.
De graan- en meelhandel gat
door de sterke daling der prijzen
aanleiding tot verliezen. De meel
handel, die in den beginne nog
goed kon genoemd worden, on
dervond in de laatste maanden
ook den terugslag.
De aardappelhandel was het
geheele jaar door vrij normaal.
De prijzen, die na het rooien
laag waren, werden later beter.
De handel in kunstmeststoffen
liep achteruit. De vraag naar het
product was minder en zeer veel
wordt coöperatief ingekocht. Ook
liepen de prijzen steeds terug.
In het bankwezen was de gang
van zaken nog bevredigend. De
vraag -naar crediet was vrijwel
gelijk, doch de deposito's wer
den lager. In vreemde munt ging
minder om Er zijn verschillende
teekenen, die er op wijzen, dat,
waar overigens in Nederland vele
instellingen en particulieren het
slachtoffer geworden zijn van den
aanhoudenden koersachteruitgang,
Zeeuwsch-Vlaanderen daarop een
uitzondering maakt. Speciaal wor
den hier goudgerande beleggings
obligaties gekocht, die eerder in
koers zijn gestegen dan gedaald.
Opmerkelijk is het ook, dat niets
te bespeuren viel van een drang
tot verkoop van effecten.
De Coöperatieve Vruchtenvei
ling „Zeeuwsch-Vlaanderen" te
Ter Neuzen ging over tot het
stichten van een welingericht vei-
iingsgebouw op het terrein aan
den middenkanaalarm. Het werd
door een zijlijn verbonden met de
Zeeuwsch-Vlaamsche tram. Door
een sterke prijsdaling kwam er
ook een terugslag in den omzet.
Toch was het jaar voor de ver-
eeniging nog niet direct onguns-
stig te noemen.
Voor de vlashandel en de vlas
industrie was het afgeloopen jaar
funest. Er werden groote ver
liezen geleden door de onhoud
bare concurrentie uit het buiten
land en de duinpingsprijzen van
het Russische vlas. Ook de prij
zen voor het afgewerkte vlas wa
ren zóó laag, dat noch voor de
fabrieken, noch voor de huisin
dustrie die in enkele grensplaat
sen, met name te Koewacht en
St. Jansteen voortwerken mogelijk
bleef en de molens moesten wor
den stilgezet, terwijl de eigenaars
zelf elders werk moesten zien te
krijgen.
Als steunmiddel wordt aanbe
volen, het van regeeringswege
opkoopen van het afgewerkte
vlas, tegen een prijs die het
voortzetten van het bedrijf moge
lijk maakt.
Zoo komt spr. weer terug op
den landbouw, voor welke althans
zooals die in ons gewest gedre
ven wordt, de akkerbouw, het
jaar 1930 wel met de meest zwarte
kool zal worden aangeteekend,
voor wat de resultaten betreft.
Het zaaien kon wegens den
zachten winter op tijd beginnen
en de opkomst, ook der winter
gewassen gaf reden tot tevreden
heid. Ook het ontwikkelings
proces was vrij normaal. De
oogsttijd, Juli en Augustus, was
zeer ongunstig door de vele regens
en had een slechten invloed op
de gewassen, op korrel, op stroo
en ook de knolgewassen bleven
niet vrij van dien invloed. Zij
gaven een middelmatige op
brengst, terwijl de kwaliteit r.iet
te roemen viel, bleef ook de kwan
titeit bij die van vorige jaren
achter. Dit was ook zoo met het
vlas, dat afgebookt tegen de fa
belachtige prijzen van 2,3 en 4
cent per K.G. nog verkocht werd.
Zelfs de meest gezeteu landbou
wers hebbéh groote verliezen te
boeken en statistieken toonen aan
dat in tijdsverloop van een eeuw
de prijzen der producten niet zoo
laag waren. Als gevolg daarvan
is ook de koopwaar der lande
rijen wel met ongeveer 50pCt
gedaaald. Vrij komende gronden
kunnen waar anders gegadig
den zich verdrongen, slechts
schoorvoetend pachters vinden.
Ervaren landbouwers kenschetsen
den toestand aldus, dat men, on
der deze omstandigheden, zijn
verliezen kan verminderen, door
den grond braak te laten liggen.
Ook de paardenfokkerij is niet
meer loonend. Dank zij de uit
geloofde premies wordt deze op
bescheiden voet voortgezet.
De veestapel was over het al
gemeen gezond mond en klauw
zeer kwam slechts sporadisch
voor. De handel in vee was niet
slecht te noemen, doch de prijzen
dalend. Indien de aanvoer van
vee uit Denemarken blijft aan
houden, wekelijks 250 tot 280
stuks, zal ook dit middel van be
staan voor den landbouw weldra
tot het verleden behooren. Ook
de varkensfokkerij geeft reden tot
vrees. De bacon-uitvoer naar En
geland en Duitschland neemt af.
Ooftteelt, voor velen nog bij
zaak, gaf voor goed gesorteerde
vruchten goede prijzen.
Alles saamgenomen, zijn de
vooruitzichten voor het landbou-
wersbedrijf zeer ongunstig. Er
werd op gewezen, dat er wel
neiging schijnt te bestaan, de
landbouw-crisis kleiner voor te
stellen dan zij is, door haar voor
te stellen als een onderdeel van
de algemeene wereldcrisis. Dit
is niet juist, de akkerbouw maakt
zijn eigen crisis door en bij de
voorbereiding van maatregelen
om daaraan steun te verleenen
blijkt wel reeds hoe uiters moei
lijk dit vraagstuk is. En dit is
wel te meer het geval, nu die
crisis met een algemeene samen
valt, waardoor als vanzelf een
parallel wordt getrokken. De be
teekenis der landbouwcrisis is ook
grooter, omdat zij de landstreek
waar het bedrijf wordt uitgeoefend
in al zijn lagen drukt. Mogen de
middelen gevonden worden om
het onheil, dat uit dezen toestand
dreigt, te bezweren.
Omtrent de werkzaamheden van
het Handelsregister werd mede
gedeeld, dat in den loop van het
jaar werden ingeschreven 171
zaken, terwijl aan het eind van
het jaar nog over een aantal als
vermoedelijk inschrijfplichtig op
gespoorde zaken onderhandeld
werd.
Er werden 562 inlichtingen
verstrekt, tegen 543 in 1929, ter
wijl werden afgegeven 183 cer
tificaten van oorsprong of andere
verklaringen, tegen 171 in het jaar
te voren.
Stikstofmest voor de klei
gronden.
Men schrijtt ons
De voordeelen van een kalk-
houdende salpetermeststof wor
den meer en meer door de land
bouwers erkend. In verband
biermede neemt onder de nieuwe
stikstotmeststoff en kalksalpeter 10
een zeer belangrijke plaats in.
In de laatste jaren is het gebruik
zeer sterk toegenomen, dank zij
de goede werkiog, de verbe
terde uitstrooibaarheid en den
lagen prjjs. Wanneer we zien,
dat in 1924 in Nederland slechts
20.000 zakken werden uitgezaaid
en dat dit getal in 1926 tot
399.000 zak is gestegen, terwijl
drie jaar later in 1929 het ver
bruik reeds was gestegen tot
893,000 zak, dan blijkt hier wel
ten duidelijkste uit, dat Kalk
salpeter IG een buitengewoon
goede meststof moet zijn.
De twee belangrijkste grond
stoffen voor de fabricatie van
Kalksalpeter IG zijn salpeterzuur
en kalksteen. Het salpeterzuur
bevat de stikstof en de kalksteen
levert de kalk. Deze twee stof
fen laat men op elkasr inwer
ken, zoodat een kalksalpeterop-
lossing ontstaat, die na een zui
veringsproces als een vast, mooi
strooibaar product in de bekende
nieuwe sakken in den handel
wordt gebracht.
-
AXE
URANT