SOfl Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwscli - Vlaanderen Critiek op den Volkenbond. No. 84 DINSDAG 20 JANUARI J93J. 46e Jaarg. J. C. VINK - Axel. FEUILLETON. Binnenland. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNF. MENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Greote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Scherpe redo van dr. H. Coiy i. Te Genève is Vrijdag de zoo- veelste conferentie geopend. Alle 27 bij den Volkenbond aangesloten Europeesche mogend heden waren vertegenwoordigd. 23 Landen door hun minister president of Minister van Buiten- landsche Zaken. Het program voor deze zitting houdt zich speciaal bezig met economische vraagstukken en een betere samenwerking tusschen de Europeesche Staten tot bestrijding van de ernstige economische crisis. Na de opening door Briand hield de Nederlandsche gedelegeerde dr. H. Colijn een rede over de resultaten van de Conferentie voor Gemeenschap pelijke Economische actie, waar aan het onderstaande is ontleend. Nadat hij had herinnerd aan de Wereldconferentie van 1927, die 200 leden telde, allen deskundi gen op hun gebied in het econo mische leven, en afkomstig uit 50 landen van alle deelen der wereld, en die tot hoofdgedachte had, dat de slagboomen, die den han del belemmeren uit den weg moesten worden geruimd, en dat inzonderheid de douanerechten te hoog'waren, wees spr. erop, dat de praktijk niet overeenstemde met hetgeen werd beoogd. Het tweede jaar na de Confe rentie toonde weer duidelijk nei ging naar toenemend protectio nisme. Met het oog op deze teleur stellende resultaten meende de Volkenbondsvergadering, dat de tijd gekomen was om nieuwe wegen te zoeken, die de wereld en in het bijzonder Europa sneller zouden helpen. De eerste Conferentie kwam daartoe samen in het begin van 1930 en werd bijgewoond door bijna uitsluitend Europeesche lan den. Zij bereikte haar hoofddoel niet. De poging om de besluiten en aanbevelingen van de Wereld conferentie van 1927 in werking te stellen, is tot nog toe mislukt, jammerlijk mislukt. Daar is de Conferentie over de behandeling van vreemdelingen. Een algeheele mislukking en geen enkel vooruitzicht van een gun stiger toestand in de eerste toe komst. Daar hebt ge de Conventie omtrent in- en uitvoerverboden van Nov. '27. Na een zorgvul dige voorbereiding van het onder werp door de Economische Or ganisatie van den Volkenbond en na vier weken van ernstige dis cussie, werd ze vastgesteld en geteekend door ruim 20 Staten. De toestand zou natuurlijk an ders worden, zoo vóór Juli a.s. een aantal andere Staten alsnog tot de Conventie zouden toetre den maar om dat ideaal te be reiken, zouden nog zeer vele ju ridische en practische moeilijk heden tevoren opgelost moeten worden En de beschikbare tijd is kort, zei spr. De laatste gelegenheid om den toesfand te onderzoeken, zal zijn, wanneer de Conferentie voor ge meenschappelijke economische actie voor de derde maal zal samenkomen, waarschijnlijk tus schen 15 en 31 Maart. Een tweede conferentie kwam bijeen, waarop weer alle Euro peesche landen vertegenwoordigd waren. En welke zijn nu de resul taten van deze tweede Conferentie geweest Spr. antwoordde Geen beslissing werd genomen met betrekking tot het in wer king stellen van de Handelscon ventie en een poging tot afschaf fing van in- en uitvoerverboden werd uitgesteld. Het moge een onaangename taak zijn, zei spr., deze onbe vredigende resultaten bloot te leggen, maar zoo is de toestand, en geen enkel belang is er mede gediend om de feiten te looche nen, die maar al te zeer in het oog springen. Wij bleven in gebreke om de handelsconventie van kracht te doen worden. Wij bleven in gebreke om een mogelijkheid van gemeenschappe- iijke verlaging der tarieven vast te stellen. Dat is alles wat er van te zeggen is. En nu na ongeveer vier jaren van harden arbeid, hebben we ons tevreden te stellen met te constateeren, dat de huidige situ atie, in plaats van een verbete ring van den stand van zaken te vertoonen, nog erger is dan in 1927. Geenerlei verbetering. Integen deel, een voortdurende achteruit gang. De betreurenswaardige con sequentie van dezen staat van zaken is geweest, dat de bevol king van een groot aantal landen alle vertrouwen verloren heeft in het economische werk van den Volkenbond. Zij hooren van conferenties en debatten, week aan week, en het slot schijnt altijd hetzelfde te zijn één of twee redevoeringen, die probeeren de mislukking goed te praten. Ik zal niet uitweiden, zegt spr., over de mogelijke reactie, die deze teleurstelling hebben kan op het vertrouwen van de volkeren in het werk van den Volkenbond op andere terreinen. Maar ik mag mijn rapport niet eindigen zon der uwe aandacht te vestigen op een dreigend gevaar, dat voort vloeit uit deze voortdurende mis lukkingen, in de allereerste plaats voor het economisch terrein zelf en ten tweede in den terugslag er van op den algemeenen toe stand van Europa. De matigende invloed van de tegenstanders der tariefmuren is aan het afnemen, omdat hij gee nerlei steun ontvangen heeft van de resultaten te Genêve bereikt. Integendeel, de voorstanders van een gematigde handelspolitiek worden geregeld door hun tegen standers bespot; zij bezigen de Geneefsche mislukkingen als ar gumenten ten gunste van hun systeem. Juist om die reden verslapt langzamerhand de tegenstand tegen een overdreven protectio nisme, en neemt de beweging Het schip was niet teruggekeeti van toe, die roept om al hooger en hooger tariefmuren. Indien zekere bestaande harts tochten op dit terrein die tot nog toe beteugeld zijn geworden door nationale en internationale invloeden ontketend en los gelaten worden, dan zullen deze hartstochten in de toekomst de overhand houden. En dat zou tenslotte ongetwijfeld een alge- meene tariefoorlog beteekenen in ons werelddeel. Naar mijn bescheiden meening zou de terugslag van zulk een tariefoorlog op den algemeenen toestand van Europa noodlottig zijn. -Om die reden waag ik het den nadruk te leggen op de absolute noodzakelijkheid om de laatste gelegenheid die zich nog voordoet, aan te grijpen door de onderhandelingen tot een suc cesvol einde te brengen. En ik herhaal mijn overtuiging, dat het niet onmogelijk is, indien de wil maar aanwezig is, om dadelijk toe te grijpen. Het zijn echter de verantwoor delijke regeeringen en wel in het bijzonder de Ministers van Bui- tenlandsche Zaken, die de taak hebben, de betrekkingen tusschen de volkeren te onderhouden en te versterken, en op wie voor een zeer groot deel de plicht rust voor een betere organisatie van Europa zorg te dragen. Pluim vee-tentoonstelling. De pluimveeteelt is een der weinige bedrijven in ons land, die weinig of niet hebben te lijden van de heerschende economische crisis. Zij is een tak van bedrijf, die in den loop der jaren is ge groeid tot een der belangrijkste in ons land, waarin de modernste vindingen op technisch gebied in toepassing worden gebracht en waar dientengevolge de fokking een zeer hoog peil heeft bereikt. De jaarlijksche tentoonstellingen van de Kon. Ned. Ver. Avicultura bieden volop gelegenheid, voor het publiek, zich van den grooten technischen vooruitgang op dit gebied te overtuigen. De ten toonstelling van Avicultura, welke Vrijdag te 's-Gravenhage is ge opend, omvatte niet minder dan 4000 inzendingen, n 1. 3600 bin- nenlandsche en 400 buitenland- sche. Ter opluistering was er de heer v. Asperen Vervenne, pluimvee consulent, die met een aantal hennen, afkomstig uit het hoen derpark „Vrijland" te Wassenaar aantoonde, dat goede en slechte leg uit duidelijk waarneembare uiterlijke kenmerken is te onder scheiden. Een kip is n.l. aan slijtage onderhevig er, blijft leg gen, tot ze begint te ruien. Zoo lang zij dus niet ruit, legt zij veel eieren. De Rijkspostduivendienst was aanwezig met een nieuwen, ver plaatsbaren duivenwagen. Op de tentoonstelling werden slechts prijswinnaars van vooraf gegane exposities toegelaten. Dat niettemin het aantal inzendingen het recordcijfer van 4000 heeft bereikt, pleit wel voor de hoog staande techniek, welke thans in de pluimveeteelt is bereikt. Men vond er ook konijnen en Chinee- sche biggetjes. Het zal wel ver bazen te vernemen, dat er in ko nijnen niet minder dan 350 varië teiten zijn. De Rijksmiddelen. Over de maand December 1930 bedroeg de opbrengst der Rijks middelen f42.550.872.67, zijnde f4 401.283.98 minder dan in de zelfde maand van 1929 en f2.167.956 01 meer dan de raming. Over het geheele jaar 1930 be droegen de ink. f504.552.749.39, welk bedrag met f 19.957.749 39 boven de raming uitgaat. Daar entegen is dit bedragfö 670.524.86 minder dan de opbrengst over het jaar 1929. Niet-Xederlandsche arbeiders. De minister van arbeid, handel en nijverheid heeft ingesteld een commissie, aan welke is opge dragen een onderzoek in te stel- (Wordt vervolgd.) AXELSCHE COURANT 32) SOFIE IN HARE BETREKKING. Mevrouw Mixtome achtte het on- soodig nader inlichtingen in te win nen omtrent Sofie, daar deze een gun- ntigen en diepen indruk op haar had gemaakt. Het meisje had zonneschijn gebracht in haar hart, dat sedert den vermeenden dood van haar kind onge voelig voor ieder menschelijk wezen, thans in de genegenheid jegens Sofie ontgloeide. Met ongeduld verbeidde zij haar terugkomst. Uit nieuwsgierigheid volgde zij den raad van Johanna en schreef aan juffrouw Gauthier over juffrouw Lepage. Tegelijk schreef zij nog naar Parijs om inlichtingen om trent juffrouw Gauthier. Toen beide brieven gereed waren om met de dage- lijksche post te worden verzonden, gaf mevrouw Mixtome zich aan hare ge dachten over, die, opmerkelijk genoeg, bijna uitsluitend Sofie tot onderwerp hadden. 1 Een onschuldig, jeudig gelaat, en toch bijzonder koen, dacht zij. Zij is schoon als een engel en naar haar uiterlijk moet zij goed en edel zijn. lij lijkt mij in staat zich voor anderen op te offeren, en haar eigen geluk prijs 't geven, indien plicht het haar gebie den mocht. Wel eigenaardig dat haar gelaat en vooral jhaar oogen me zoo ean mijn dochtertje doen denken. Zou hiljn kliene Constance zulk een lief en edel meisje geworden zijn, indien zij nog in leven ware? Een-of tweemaal zag ik een droevigen trek op haar ge laat en ik zou haar*hebben willen om helzen. Mevrouw Mixtome liep eenige malen de kamer op en neer, maar was hare gedachten niet meester om met het schrijven van brieven voort te gaan. Zij begaf zich naar de bibliotheek bij hare vriendinnen. Intusschen was Sofie teruggekeerd in het hotel te Charlemont en sloot zich in hare kamer op, zq schreef weer een langen brief aan haar vader, om hem uitvoerig haar bezoek op het kasteel Montfacon mee te deelen, bracht zelf den brief naar de post en toen zij terug kwam, vond zij juffrouw Robi- nex op haar wachtend. Zijt gij nog op Montfacon ge weest juffrouw vroeg deze. Ja, antwoordde het meisje vroo- lijk, en mevrouw Mixtome heeft mij als gezelschapsjuffer aangenomen. Het verheugt mij voor u, dit te hooren. ofschoon het mij voor mij zelf leed doet, zeide juffrouw Robinex. Ik had gehoopt lang bij u te blijven. Dat was ook mijn wensch, ant woordde Sofie; maar mijne verbintenis op Montfacon kwam onvoorziens en nu is Verandering van al mijne plan nen noodzakelijk. Wellicht komen wij later weer eens te zamen, Des middags gingen Sofie en juf frouw Robinex naar de haven, waar het muziekkorps andermaal een con cert gaf. Evenals den vorigén dag kwam ook nu het rijtuig van den mar* kies van Charlemont weer aanrijden. Sofie zag den markies en nam Hem eens goed op. Zij sag ook graaf Beau- court en haar hart beefde, terwijl zij hen, zoover zij kon nastaaarde. Eenigen lijd na afloop der muziek uitvoering begaf de geheele schaar nieuwsgierigen zich naar de haven, waar het feestelijk uitgedoschte schip van den markies juist uitzeilde om naar Montfacon te stevenen, en den vol genden dag de deelnemers voor den boottocht op te nemen. Vroegtijdig begaven zich mevrouw Mixtome en "haie gasten aan boord waar zij den markies met zijn gevolg aantn ff »n. Het vaartuig stak met gunstigen wind in zee. Dienzelfden dag ontving Sofie van juffrouw Gauthier eene kist, waarin zich een zorgvuldig gekozen uitzet be vond, dat haar in hare nieuwe betrek king op Montfacon uitmuntend te stade kwam. In eenen begeleidenden brief berichtte juffrouw Gauthier, hare vroegere leer linge, dat zij het geld, bij haar achter gelaten, geheel uitgegeven en besteed had voor zaken, die met den stand van Sofie overeenkwam. Sofie was getroffen door deze laatste opmerking; zij nam echter den tijd niet om er over na te denken, maar zette zich neder en schreef aan juf frouw Gauthier eenen brief, waarin zij deze hare blijdschap over de geluk kige keuze der kleedingstukken te ken nen gaf. Ook deelde zij mede, dat zij eene betrekking als gezelschapsjuffer bij eene voorname dame had aanvaard en vroeg of zij bereid zou zijn haar te willen aanbevelen, Den volgenden dag kleedde Sofie zich met zorg, in afwachting van het rijtuig van Montfacondat kwam echter niet. zijne reis, daar er storm opgekomen was, die den tocht langs de kust ge vaarlijk maakte. Overal gaf men zijne bezorgheid te kennen, dat de „Niaga" wel op een klip gestrand kon zijn. Voordat de storm losbrak, was het schip echter een haven binnengeloopeu en toen het avond werd besloot het gezelschap per rijtnig terug te keeren. Laat in den nacht kwamen zij in het dorp Charlemont aan en nam men af scheid van elkander. Den volgenden morgen ontving me vrouw Mixtome eenen brief van hare vriendin te Parijs en een van juffrouw Gauthier, die beide zeer gunstig luidden. Juist zooals ik gedacht had, zeide mevrouw lachend. Ik wachtte niet op den brief, want ik stelde het volste vertrouwen in het meisje. Ik zal dade lijk het rijtuig zenden. Nadat ze hier toe last had gegeven, nam zij zelf de kamers in oogenschouw, welke zij voor hare nieuwe gezelschapsjuffer had laten inrichten. Sofie werd bij haar aankomst door J )hanna ontvangen en naar haar ka mer gebracht. Mevrouw doet een slaapje, al vorens zich voor het middagmaal te kleeden, zeide Johanna op eene des betreffende vraag van Sofie. Het eten wordt om zeven uur opgediend en het is nu bq zessen. Mevrouw verlangt u te zien, zoodra gij gekleed zijt, en ik zal komen om u tot haar te geleiden. Kan ik u bij het aankleeden behulp zaam zijn, mejuffrouw Zal ik met mevrouw en de gasten eien vroeg Sofie. Zeker, mijuffrouw, antwoordde het meisje. Mevrouw beschouwt haar gezelschapsjuffer als gelijke staand met hare gasten, 't Is haar uitdruk" kelijke wensch, dat gij met haar eet' Ik zal gereed zijn, hernam Sofie, eenigszins bevreesd voor het wachtende vonnis. Wees zoo goed mij te komen waarschuwen, zoodra mevrouw mij verlangt te zien. Johanna verwijderde zich met eene buiging, Sofie bezichtigde hare kamers, die uil een slaap- en kleedvertrek be staande, weelderig en aangenaam ver warmd waren. Hare koffers had men intusschen naar boven gebracht en in de kleedkamer geplaatst. Sofie begon nu haar toilet te maken voor het diner. Toen Johanna kwam, was zij geheel en al gereed. Om haar midden droeg zij een lichtblauwen band, die in ruime plooien tot op den grond afhing. De strikken en kostbare kanten gaven aan het geheel een bevallig voorkomen. Hit blonde haar was naar achteren gekamd, in vlechten op het hoofd vast gemaakt en met eene roos getooid, die zij uit een der op den schoorsteen mantel prijkende frissche bloemruikers genomen had. Johanna stond eenige oogenblikken sprakeloos van verbazing over het smaakvol toilet en de nu eerst goed uitkomende schoonheid van het meisje, zij wist geen woorden te vinden om hare bewondering uit te drukken. Mevrouw zal in haar schik we zen, zeide zij. Er komt gezelschap ten eten de gasten van Charlemont. Zal de markies van Charlemont van de partij zijn vroeg Sofie, ter- wijt haar gelaat eenigszins verbleekte. Ja, mevrouw. Philip Piron, zijn kamerdienaar is reeds aangekomen, zeide Johanna. Maar gelief nu mee tc gaan, mevrouw is gekleed en wacht u.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1931 | | pagina 1