rw\ Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch - V 1 aan deren No. 77. DINSDAG 23 DECEMBER 1930. 46e Jaarg. J. C. VINK - Axel. BERICHT. Nisuwjaarsadvertentiën De Elfde Volkstelling. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Wegens het Kerst feest zal aanst. Vrfldag deze krant niet verschijnen. Het eerstvolgend nummer zal in plaats van Dinsdag-, Maan dagavond 39 Dee verschijnen. In het Nieuwjaarsnummer, dat op Donderdag 1 Januari zal ver schijnen, en in de kom der ge meente huis aan huis zal worden bezorgd, kunnen weder geplaatst worden vooi 40 cents indien niet grooter dan 10 regels zijnd. Grootere advertentiën wor den naar plaatsruimte berekend. Inzendingen worden gaarne in gewacht vóór Woensdag 31 De cember. DE UITGEVER. Binnen enkele dagen zal op de geheele bevolking van Nederland een beroep worden gedaan om mee te werken aan de elfde Volkstelling. Hieronder laten wij eenige aan wijzingen volgen, welke, wanneer men ze bewaart en de volgende week naast de in te vullen kaarten legt, het werk gemakkelijker kun nen maken. Het ondeelbare moment, waar op het jaar 1931 zijn voorganger opvolgt, is het tijdstip der elfde volkstelling. Dat wil zeggen.dat deze telling beoogt, een overzicht te krijgen van de bevolking, zoo als zij op dat middernachtelijk tijdstip is samengesteld. Het bevolkingscijfer, dat bij benadering wel bekend is, zoo nauwkeurig mogelijk vast te stel len, is noodzakelijk, omdat het den wettelijken grondslag vormt voor de berekening van de bij dragen van het Rijk in de kosten der gemeente huishoudingen. De bevolkingsregisters vormen een niet genoeg te waardeeren bron voor de kennis van dit steeds Qrasf Beaucourt hier 1 Het noodlot veranderlijke cijfer, maar geen menschenwerk is onfeilbaar en de bevolkingsregisters zijn afhan kelijk van de nauwgezetheid, waarmee de bevolking de voor geschreven aangiften doet, en controle eens in de tien jaren is niet te veel. Maar bovendien heeft de pauw- keurige vaststelling van het be volkingscijfer nog ander practisch en ook wetenschappelijk belang, en wordt in alle landen de Volkstelling benut om enkele ge gevens te verzamelen over de samenstelling der bevolking hare samenwoning, de beroepen, welke de leden uitoefenen en zoo meer. Voor het verkrijgen van gegevens voor belastingaanslagen dient de Volkstelling niet. In de laatste dagen van Dec. worden de Volkstellingkaarten in omslagen huis aan huis afgegeven, één voor afzonderlijk levende per sonen, een aantal voor gezinnen. Aan de gezinshoofden in dit laatste geval de taak om ze in te vullen. Is een lid van het gezin afwezig, dan vult het ge zinshoofd niettemin diens kaart in. Heeft hij gasten of tijdelijk inwonenden, dan worden hem, behalve de gele en witte kaarten (mannen en vrouwen), ook oranje en (of) rose kaarten voor tijdelijk aanwezigen uitgereikt. Is het ge heele gezin afwezig en treft de teller dus, als hij de kaarten wil afgeven, niemand aan, dan zorgt het Gemeentebestuur voor de verdere afwerking". Het tijdstip der telling. Begin Januari worden de kaar ten weer opgehaald. De invuller heeft dus een paar dage i tijd om te doen, wat van hem verlangd wordt. Zoo dikwijls hij zich voor een vraag gesteld ziet, waarop het antwoord niet eens voor al vaststaat, moet hij nagaanhoe is de toestand op 31 December te middernacht; wie maken op dat moment deel uit van mijn gezinwat zijn op dat mordent de beroepen van mij en van mijn gezinsleden en zoo verder. Zie hier de beteekenis van het „tijd- tot 5 regels 60 Cent; voor Groote letters worden naar ADVERTENTIËN van 1 eiken regel meer 12 Cent. plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franc© ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 nre. srip der telling", het nul uur nul tusschen oud en nieuw. De kaarten bevatten drieërlei. Op de voorzijde, heel boven aan, staan vragen, welke reeds door het Gemeentebestuur zijn beantwoord; men moet ze nazien en, waar noodig, duidelijk zicht baar verbeteren. Alleen de leef tijd moet er nog worden bijgezet. Het „onderdeel'' der Gemeente, waar men geboren is, heeft in hoofdzaak belang voor de Frie- sche gemeenten. Aan denzelfden kant is, onder de dubbele streep, een reeks vragen gestelJ, waaropantwoord moet worden gegeven. Om een en ander te vergemakkelijken, zijn aan de achterzijde der kaarten toelichtingen gegeven. Het gezin. De eerste vragen betreffen het gezin. Uit de toelichting blijkt, dat gezin is op te vatten als „huishouding". Met „inwonend" dienstpersoneel wordt bedoeld personeel, dat nachtverblijf heeft in het huis van het gezinshoofd Bestaat dit personeel uit een ge huwd paar, dan vormt dit paar (al of niet met kinderen) een af zonderlijk gezin. Hun kaarten behooren in een afzonderlijken omslag te liggen en door het hoofd van dit gezin te worden ingevuld. Voor inwonende fami lieleden wordt door het gezins hoofd opgegeven in welke be trekking ze tot hem staan (moeder, schoonzuster, enz.) Bij den burgerlijken staat moe ten gehuwden, ook als ze niet in dezelfde woning wonen, invullen „gehuwd". Zijn ze krachtens rechterlijke uitspraak „gescheiden van tafel en bed"; dan vullen ze dit laatste in. Kerkelijke gezindte. Bij de vraag naar de kerkelijke gezindten is een reeks officiéél bekende kerkgenootschappen en zelfstandige kerkelijke gemeenten in de toelichting opgegeven. Daaraan moet nog worden toe gevoegd het, na het afdrukken van de kaarten bekend geworden, kerkgenootschap „Gereformeerde Kerken in hersteld verband". In geval van twijfel omtrent den juisten naam van het kerkgenoot schap, waartoe men behoort, kan men opgeven, bij wien men ter kerke gaat of welke kerk men bezoektde Gemeentesecretarie zal er dan den juisten naam bij kunnen zetten. Wie niet tot een kerkgenootschap gerekend wil worden, geeft op „geen kerkge nootschap". Beantwoording met „onverschillig" kan tot misver stand aanleiding geven, invulling met een streepje tot twijfel. Het een noch het ander is geoorloofd. Woonruimten. De beantwoording der vragen naar de bezetting der beschik bare woonruimten vereischt op lettendheid en juist inzicht. De eerste van deze vragen is alieen voor gezinshoofden be stemd bij de aantallen, in het antwoord in te vullen, en aan gevende de samenstelling van van het gezin, hebben zij zich zelf mee te tellen. De volgende vragen zijn zoowel voor gezins hoofden als voor alleen wonende personen. Onder de voor bewoning be stemde vertrekken moeten slaap vertrekken wel worden meege teld, die dan ook nog eens af zonderlijk worden opgegeven, doch mogen bijvoorbeeld berg zolders en -kelders niet worden meegerekend, zelfs al is men door gebrek aan voldoende woonruimte gedwongen zoo'n bergzolder of -kelder als woon- of slaapruimte te gebruiken. Men vindt in dit geval twee afzon derlijke vragen daarvoor aan het slót van deze rubriek. Gangen, portalen, vestibules zijn evenmin voor bewoning be stemde vertrekkendwingt te krappe behuizing bijvoorbeeld een portaal als nachtverblijf in te richten, dan geldt hiervoor weer hetzelfde als voor de berg zolders. Evenzoo wanneer een hall als wachtkamer wordt ge bruikt. Daarentegen moeten een bad kamer, waarin geslapen wordt, of die ais linnenkamer wordt gebruikt, of een serre, die tot slaapvertrek dient, wel bij de woonkamers worden meegeteld. Het onderscheid is hier niet zoo groot als bij een bergzolder of kelder. In het algemeen tellen bad kamers mee als woonvertrek, tenzij ze slechts bestaan in een afgesloten ruimte, b.v. onder een trap met douche of waschgele- genheid. Bedsteden, welke als kast of zoo worden gebruikt, tellen niet mee. Voorbeeldeen gezinshoofd heeft voor zich en voor zijn gezin beschikking over 3 voor bewo ning geschikte vertrekken, waar van er 1 dient als slaapvertrek in zijn woning is 1 bedstede, als zoodanig in gebruik. Boven dien heeft hij beschikking over 2 eigenlijk niet voor bewoning be stemde ruimten, welke echter 'noodgedwongen toch bewoond moeten worden en wel 1 daar van als slaapvertrek. De opvol gende vragen geven gelegen heid al deze cijfers in de ge noemde volgorde in te vullen. Beroepen. Tot de lastigste vragen be hooren die welke het beroep betreffen, omdat zich op dit ge bied zooveel verscheidenheid voordoet en het te doen is om een zoo gespecialiseerd mogelijk overzicht te krijgen van alle beroepen, welke in ons land worden uitgeoefend. Beoogd wordt bijvoorbeeld ten aanzien van hen, wier werkzaam heid ligt op het gebied van za ken, ondernemingen, bedrijven of instellingen een splitsing te ma ken van 4 zoogenaamde beroeps posities a. personen, die in hun be roep als „zelfstandigen" moeten worden beschouwd dit zijn zij, die eigenaar zijn van een zaak, een onderneming, een bedrijf of een instelling of die voor eigen rekening zonder personeel hun beroep uitoefenen (Wordt vervolgd)t Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. Ó0263. 26) Sofie was niet in staat een woord te spreken. Had de kamenier haar ge laat gezien, zij zou verschrikt terug geweken zijn. De zus'er van den hertog is eene statige schoonheid, vervolgde juffrouw Robinex. Zij maakt dikwijls een wandeling, als zij op Montfacon haar verblijf houdt. Wanneer wij haar heden niet ziea, dan zien wij ook den markies niet. ik zou hem wel eens willen zien zeide Sofie snel. Heeft de markies tegenwoordig gasten Ja, juffrouw. Hij heeft bijna al tijd gasten, en het gaat in het slot steeds vroolijk toe. Er is nu een groot aantal logé's om den vroegeren pupil van den markies, een jongen edelman, die een zonderling avomuur gehad heeft te ontmoeten. Alle dagbladen waren daarvan vol, misschien hebt gij er ook iets van gehoord of gelezen Sofie schudde het hoofd. De jonge man is een graaf, over wien de markies een paar jaar lang voogd was. De jonge graaf reisde in vreemde landen en werd in Grieken land door roovers gevangen genomen en bfjna gedood; daar lag hij maan den lang ziek in eene boerenhut j zeker moet gij van hem vernomen hebben, Het is de graaf Beaucourt, Sofie's hart klopte hevig. Haar ge zicht was bleek, als dat van een doode schèen haar harde beproevingen op te leggen, meer dan zij kon verdragen. De kamenier lette niet op de aan doening van het meisje. Uit haar stil zwijgen besloot zij dat zij opmerkzaam toeluisterde, wat haar aanspoorde ver der te vertdlpn. De jonge graaf, aldus voer zij voort, kwam voor eenigen tijd naar Frankrijk terug cn wordt sedert dien bepaald bestormd en aangebeden. Hij is dan ook zco knap, als er bijna geen ander gevonden wordt. Bovendien zijn er ook baron Charles Berlin, die met hem in Griekenland door de roovers gevangen werd gehouden en kapitein Lotilleux, een officier, die hetzelfde lot deelde en door hen naar Frankrijk werden gezonden, om losgeld te halen. Sofie bleef zwijgen. Het bewustzijn, nabij deri geliefde te wezen, het ver meiden van de rooverbetide verwekte eenen stroom van herinneringen en maakte haar bijna zinneloos. Alles schemerde haar voor de oogen en zij bemerkte niet, dat de wandelaars haar dikwijls voorbij gingen, haar nieuws gierig aanzagen en oogenschijnlijk op eene gebeurtenis wachtten, welke voor hen meer aantrekkingskracht btzat dan al andere. Plotseling riep juffrouw Robinex opgewonden uit. Kijk, daar komen ze. Nu kunt gij den markies van Charlemcni zien en den jongen graaf Beaucourt, die door de roovers gevangen werd ge nomen en al de andere groote heeren. Sofie trok haren sluier dichter voor haar gelaat en trad achter hare kame nier, die haastig was opgestaan. Het elegante rijtuig van den markies van Charlemont met vier prachtige paarden bespannen, door jockeys bc® stuurd, kwam met matige snelheid aan- gereden. Twee heeren zaten er in, waarbij Sofie graaf Alfred Beaucouit herkende. Ze was zoo ontroerd, dat zij zich aan de leuning van de bank moest vasthouden. Zij zag den graaf van Charlemont niet, want haar oogen wa ren beneveldzij zagen slechts het schoone gelaa', vol uitdrukking met de donkere oogen en de fiere gestalte van haren geliefde den man, die door zulk eene vreeselijke kloof van haar werd gescheiden. Het lij'uig reed voorbij en een kleine troep ruiters volgde. Sofie herkende baron Charles Bertin, dien zij bij ge legenheid van zijn bezoek aan den graaf uit haar venster had gezien, zon der dat hij haar had opgemerkt. Het kleine gezelschap verdween spoe dig in de richting van Montfacon. Sofie ging weder zitten en de groepen nieuwsgierigen keerden naar hunne plaats terug. Het meisje staarde zwij gend en vol gedachten voor zich heen, zoozelfs dat juffrouw Robinex begon te vreezen. dat zij ongesteld was. Gij ziet zoo bleek mejuffrouw, vroeg zij, wilt gij liever naar huis terug- keeren O, neen, neen antwoordde deze snel. Wij zullen wat meer nabij het orkest gaan. Ik zou het rijtuig van den markies gaarne nog eens zien, als het terug komt. Zij stond op en ging naar de mu ziektent gevolgd door de kamenier. Hier p'aitste zich het meisje op eenen stoel, beschouwde de zeilscheepjes op de zee en luisterde wel een unr lang naar de muziek, tot de lucht Bcherper werd en zij op en neer moest wande len, om zich te verwarmen. De zandbank was intusschen on> ruimd, daar de vloed kwam opzetten, en ook de dam werd meer en meer eenzaam, hoewel de muziek nog speel de. Een plotselinge beweging van de nog aanwezige personen en een roepen door elkander verkondigde den terug keer van het hooge gezelschap. Sofie en de kamenier hadden hun plaats aan den rijweg weer in genomen, toen het gespan, langzamer dan eerst, voorbijreed. Hare oogen met kracht van haren geliefde afwendend, nam Sofie den man nauwkeurig op, die den titel voerde welke haren veder toe kwam. Met vriendelijk lachen, dat de ge woonte als het ware op zijn gezicht had ingeprent, boog hij zich links en rechts, tegen allen die hem groetten. Sofie kon echter niets meer ontdekken, dan dat het giz cht er vriendelijk, maar tevens trotseh uilzag. Vader zeide, dat August Bartineux niet in staat was tot eene misdaad, dacht S: fie. ik geloof, dat hij gelijk had. De moordenaar moet een van de andere mannen geweest zijn, die bij het laatste gesprek van zijn vermoor den broeder tegenwoordig waren, j Het rijtuig en de ruiters, die volg den, waren spoedig uit hare blikken verdwenen. De muziek zweeg. De wandelaars verwijderden zich. De lucht werd koud en de wind stak op. Sofie uitte den wensch om naar het hote[ terug te keeren. Op weg gaf Sofie aan hare kamenier te kennen, dat zij gaarne als gouvernante in be* trekking wilde gaan. Thuis gekomen ging de kamenier naar beneden, om met de eigenares van het hotel te praten. Zij deelde deze hare vermeende ont dekkingen mede en sprak de overtui ging uit, dat hare jonge meesteres van goede familie was en een geschikte betrekking zocht. Sofie zat bij afwezigheid van hare kamenier, over hare zaken na te den ken. Hoe zou zij hare taak beginnen 'f Als zij eens toegang tot het slot Char lemont kon verkrijgen, dan zou zij een uitgangspunt hebben voor het maken en ten uitvoer brengen van verdere plannen. De markies was echter onge huwd het ging derhalve niet als gou vernante of gezelschapsjuffrouw in het slot te komen en als gewoon dienst meisje kon zij toch niet optreden. Oimiddcllijk zon men vermoeden dat zij het een of het andere plan vormde en tot de uitvoering daarvan zulk een nederige betrekking had aan genomen. Plotseling kwam een denk beeld bij haar op, dat haar van ont roering deed rillen Ik wil al de getuigen tegen mijn vader, den een na den ander, leeren kennen en bestudeeren, dacht zij, Ik moet met den markies van Charlemont beginnen. Als zij mij onschuldig voor komen, dan zal ik naar een andere op lossing van het raadsel behooren te zoeken. Ik m o e t den moordenaar ont dekken en geloof dat God mij zal hel pen. Zij overlegde nu hoe zij zich toe gang tot Montfacon zou verschaffen. Zou zij in dienst van hare moeder kunnen treden zonder zich te verraden? Zou zij sterk genoeg zijn om het on geluk van haren vader en haren plicht steeds voor oogen te houden I

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1930 | | pagina 1