•aria.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch - Vlaanderen
No. 12.
VRIJDAG 5 DECEMBER 1930.
46e Jaanr.
Buitenland.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
drukker-uitgever
J. C. VINK - Axel.
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Duitsehland.
Het is van voldoende bekend
heid, dat bij onze Oostelijke bu
ren de economische toestand van
land en volk hachelijk is. De^
Regeering werd ook daar herhaal
delijk voor problemen gesteld en
om daarin uitkomst te zoeken is
een „Noodverordening" ontwor
pen, welke deze week is afge
kondigd. Zij bevat een belang
rijk en omvangrijk stuk wetge-
venden arbeid, voornamelijk die
nende tot bescherming
van dén landbouw.
De noodverordening bestaat
I feitelijk uit drie deelen.
Allereerst bevat zij in verband
met allerlei inmiddels opgedane
ervaringen, zekere wijzigingen in
vergelijking met de noodverorde
ning van Juli j.l., inzonderheid
wat betreft ziekteverzekering,
werkloosheidsverzekering en ge-
meentefinantiën. Voorts bevat zij
het economische en finantieële
plan der Rijksregeering, dat in-
tusschen door den Rijksraad is
afgehandeld Er zijn slechts in
zooverre veranderingen aange
bracht, dat thans bepalingen, die
een tegen de Grondwet indrui-
schend karakter dragen, buiten
gesloten zijn.
Het derde belangrijkste
deel van de Noodverordening
omvat maatregelen ter ondersteu
ning van den noodlijdenden land
bouw. In deze paragraaf worden
zekere wijzigingen der douane
tarieven beoogd, ter bescherming
van de binnenlandsche productie.
Verder zijn hieraan belangrijke
bepalingen toegevoegd, betrek
king hebbende op een meng-
gebod.
De geheele noodverordening
kan in negen paragraphen ge
splitst worden en wel
Wijziging van de Noodverorde
ning van 26 Juli 1930.
Veiligstelling van de begroo-
ting.
Vereenvoudiging en standaardi
seering der belastingen.
Verlaging van directe belas
tingen en verkeersbelastingen.
$ij u nog eenigc vragendoeMie mij he-
Finanlieël evenwicht.
Kwesties, betreffende Rijks
bank, Gouddiscontobank en Emis-
siebank.
Woningvraagstukken.
Bescherming van den land
bouw.
Vereenvoudiging en bezuini
ging op het gebied der rechts
pleging.
Naar voorts nog officiëel wordt
medegedeeld, zal van een verdere
gedetailleerde motiveering van de
Noodverordening in den vorm van
een officiëele publicatie worden
afgezien, temeer daar het econo
mische en financieële plan reeds
op 30 Sept. j.l. nauwkeurig werd
toegelicht.
Parysche schandalen
Toen de groote débacle kwam
van de Oustric-bank, was het
reeds te verwachten, dat de mi
nister van financiën Reynoud een
geruststellende verklaring zou pu-
bliceeren. Hij heeft dit gedaan
en gezegd, dat dit faillissement
een op zichzelf staand geval was
en dat slechts enkele banken, die
den heer Oustric crediet hadden
gegeven, er financiëel verlies door
zonden lijden. Van een bedrei
ging der Fransche financiën was
echter geen sprake.
Inderdaad was het faillissement
voor den oppervlakkigen toe
schouwer niets bijzonders. Want
in Frankrijk vindt men evenals
overal ter wereld twee soorten
van menschendie goed willen
slapen en dit goed willen eten.
Wie goed wil slapen, brengt zijn
geld bij de van ouds bekende,
solide banken, welke voor een
veilige belegging zorgen en daar
aan meer waarde hechten dan aan
hooge rente. Dat is dan ook de
reden, dat de Fransche industrie
te klagen heeft over de geringe
medewerking der groote banken.
De menschen, die goed willen
eten, wenden zich echter tot spe
culanten van het slag van den
heer Oustric. Zij kunnen dan
papieren krijgen met groote
schommelingen in den koers, die
dagelijks aan de beurs verhan
deld worden en in enkele dagen
Sofie teekende de namen op.
een fabelachtige waarde kunnen
verkrijgen. Zij prenten zich niet
in, dat aan elke koersstijging
eenmaal een einde moet komen.
En van die onnadenkendheid
maakt een man als Oustric ge
bruik door op verschillende ma
nieren, doch voornamelijk door
de pers en door het opkoopen
der stukken door zijn strooman-
nen, den koers slechts meer op
te jagen. Totdat deze koers hem
op een gegeven oogenblik niet
meer helpt en geen verkooper
der fondsen meer een man kan
vinden, die dommer is dan hij
zelf en een hoogeren prijs betaalt
dan hij zelf betaald heeft. En dan
is hij verloren. Als een van de
papieren van zoo'n speculant
waardeloos wordt, volgen de an
dere vrijwel onmiddellijk. Het
eene fonds sleept het andere mee
in zijn val en andere voorwaarden
voor een beurspaniek zijn aan
wezig.
Aan zoo'n koersdaling kan een
geruststellende verklaring van den
minister van financiën geen einde
maken op het oogenblik zijn de
meeste effecten reeds weinig meer
waard dan scheurpapier.
Doch met dat al was het ge-
heeie proces tot nu toe dat van
een financier, die pech had, doch
niet dat van een financieël schan
daal. Het heeft zich pas in die
richting ontwikkeld, toen bleek
dat Oustric onder bescherming
had gestaan van den minister van
justitie Raoul Péret. Deze mi
nister is n.l. zoo onvoorzichtig
geweest, zonder de minste aan
leiding in het parlement gerust
stellende verklaringen af te leggen
over den heer Oustric. Nu is
zelfs gebleken, dat Péret aan
Oustric juridische adviezen heeft
gegeven en daarmee was het
schandaal meteen van de finan-
ciëele kringen tot de parlemen
taire uitgebreid. Raoul Pérei
moest onverwijld zijn ontslag
nemen, terwijl de president der
republiek in zijn plaats den se
nator Chéron benoemde, die reeds
een paar maal minister van finan
ciën is geweest en de welver
diende repulatie heeft, een goed
En toch won hij door den dood
van den matkiesi
administrateur en een man van
eer te zijn.
Naast het geval Hanau krijgen
wij nu het geval Oustric als
tweede groote schandaal. De
politieke tegenstanders van den
gewezen minister Raoul Péret
zullen er natuurlijk gebruik van
maken om hem en zelfs zijn
partijgenooten in de Kamer in
de zaak te betrekken en dat kan
slechte gevolgen hebbeji voor
het kabinet-Tardieu. Voordat deze
zijn tegenwoordige positie ver
wierf, was hij journalist voor
politieke aangelegenheden, als
zoodanig heeft hij heel wat aan
vallen te verduren gehad op zijn
wijze van zaken doen. Zoo is
hij in een zeer précaire zaak
slechts gered, doordat de politie
op het juiste oogenblik een huis
zoeking deed bij een buitenlan
der en op grond daarvan dezen
het land uitzette. Wanneer het
dus voor de rechtbank tot een
schandaal Péret komt, en Péret
heeft handige advocaten, dan
kunnen deze ook verscheidene
oude Tardieu-schandalen opwar
men.
Ontwapening
Als men de redevoeringen hoort
of leest, die worden gehouden
in feeststemming achter een keurig
gestoffeerde tafel of bij plechtige
gelegenheden, waar het publiek
van mannen van naam uitspra
ken verwacht over aangelegen
heden, die van beteekenis zijn
voor de geheele wereld, en
voornamelijk waar deze betreffen
vredesideeën, dan denkt men
toch onwillekeurig: nu zal dan
toch eindelijk eens paal en perk
gesteld worden aan ai wat nog naar
oorlog ruikt. Maar de praktijk.
ho maar, men vertrouwt elkaar
nog geen dag, Dagelijks wijzen
de feiten erop. Geen conferentie
wordt gehouden, of viedelievende
voorstellen worden verworpen,
indien zij tot ingrijpende maat
regelen aanleiding geven.
Nog deze week verwierp weer
de „voorbereidende" ontwape
ningscommissie met 6 tegen 5
stemmen en 13 onthoudingen
(durfden die niet stemmen een
voorstel van Lord Cecil om de
jaarlijksche uitgaven voor onder
houd, aankoop en aanmaak van
militaire vliegtuigen voor elk
land tot een nader te bepalen
bedrag te beperken. Tegen deze
beperking werd ingebracht, dat
tengevolge van de snelle voort
schrijding van de techniek ^der
moderne luchtvaart een vooraf
vastgestelde nauwkeurige beper
king van de jaarlijksche uitga
ven voor militaire vliegtuigen
onmogelijk zou zijn.
Met 210 stemmen en 13
onthondingen werd verworpen
een voorstel van den Duitschen
gedelegeerde graaf Bernstornff om
het gebruik van tanks, geschut
en mortieren van vast te stellen
groot kaliber te verbieden.
Een kwart eeuw kinderwetten.
Ter herdenking dat de kinder
wetten gedurende 25 jaar haar
zegenrijke werking in ons land
op 1 December zullen hebben
verricht, is Zaterdagmiddag te
's Gravenbage een bijeenkomst
gehouden in de daarvoor door
de regeering ter beschikking ge
stelde Ridderzaal. De Neder-
landsche Bond tot Kinderbescher
ming, Vereeniging van Secreta
rissen van Voogdijraden, de Ver
eeniging voor Strafrechtspraak en
de Vereeniging van Directeuren
en Directrices van rijks- en par
ticuliere opvoedingsgestichten
hadden deze samenkomst geor
ganiseerd.
Honderden personen hadden
aan de uitnoodiging, om deze
plechtigheid bij te wonen, gevolg
gegeven. In de groote zaal was
geen plaats onbezet.
Posteryen.
Voor het telefonisch afleveren
van telegrammen worden geen
extrakosten in rekening gebracht,
terwijl die thans op verzoek
ook kosteloos per post in de
eerstvolgende bestelling aan huis
worden bezorgd. Wanneer men
ook nog directe bestelling van
(Wordt vervolgd),
AXELSCHEffj COURANT
21)
Op één zaak moet ik u vooral
opmerkzaam maken, Sofie: roep nooit
de hulp in van een politiebeambte.
Deze sporen gaarne geheimen na, en
als gij er eene opdraagt om onze zaak
te onderzoeken, dan zal hij zich over
Uwe beweegredenen verwonderen, n
uithooren over uwe afkomst en uwe
geschiedenis en mij misschien ontdek
ken en doen gevangen nemen. Gij
moet uwe eigene geheime politie zijn.
Het zal dikwijls noodig wezen, dat
gij u onkenbaar maakt.. Daarin laat ik
u geheel vrij. Ik weet dat gij verstan
dig genoeg zijt, om u niet in noodt-
loos gevaar te begever. Ik schenk u
het volste vertrouwen
En ik zal er naar streven, mij
dit vertrouwen waardig te maken.
Ik sidder nog altijd bij de ge
dachte om u ter wille van deze ge
vaarlijke onderneming te laten gaan
een onervaren meisje, dat ik steeds
als mijn oogappel heb behoed War
neer het niet uw eigen geluk, uw
eigene bevrijding van smaad, eenzaam
heid, en ellende betrof, ik zou u niet
laten vertrekken. Vergeet nieh dat gij
•tij de belofte gegeven hebt, u aan
niemand te verraden, zelfs niet aan uwe
Inoeder, als gij haar toevallig ontmoet,
totdat mijn naam rein, of ik dood zal
zijn.
Softe herhaalde haar belofte.
En nu, lieve vader, zeide zij, laat
den nacht invielen gij spraak van toe
hoorders, die uw broeder geroepen had,
om uwe vernedering bij te wonen.
Traden dez; als getuige-tegen u voor
het gerecht
Ja, zij waren daartoe gedwongen.
Hunne mededeeiing bevatte, datspreekt
van zelfs, zware punten tot verdenking,
zij hadden betrekking op mijn woede,
mijnen vloek, mijn dreigen niet wraak.
Ze bewezen, dat het voorgenomen
huwelijk van mijnen broeder mijne
verwachtingen verstoord, mij uit mijne
positie als erfgenaam in het treurig
lot van den jongsten zoon had gestoc-
ten. Ze vei k aarden dat ik gronden had
om mijnen broeder te vermoorden en
dat ik in twijfelende stemming ver
keerde toen ik van hen wegging,
Wie waren die getuigen vroeg
Sofie, een sierlijk zakboekje te voor
schijn halende, om daarin aanteekc-
ning te houden.
De eerste was August Bertlneux,
mijn neef, die nu, omdat men denkt
dat gij dood zijt, Markies van Charle-
mont en bezitter der goederen is.
Sofie schreef den naam op.
De tweede was Dulez, de bot
telier, die reeds 26 jaren bij de fami
lie gediend had, een trouw, rechtscha
pen man.
Sofie Jteekende ook dezen naam op.
De derde was Charles Blanchite,
de bijzondere secretaris van mijnen
broeder; de vierde Joseph Bute, de
rentmeester, een trouwe dienaar van de
familie, vele jaren lang, die voor allen,
welke hem kenden, werd hooggeacht;
de vijfde was Philippe Piron, de ka
merdienaar van mijnen broeder, een
Engel^chman, met een donker gelaat
en onaangenaam uiterlijk.
En nu, vader, vroeg zij ernstig;
in welke betrekking stonden deze vijf
personen tot den markies?
Lepage verschrikte en zag het meisje
verwonderd aan.
Goede hemel, S jfie riep hij uit.
Gij denkt toch niet dat een van deze
vijf mannen, die met weerzin tegen
mij getuigden, den moord heeft kun
nen begaan
Ik verdenk niemand, vadermaar
als ik de zaak onderzoeken wil, moet
ik ook het karakter van elk lid der
huishouding van Charlemont leeren
kennen, den naam weten van ieder,
die met de zaak in verbinding zou
kunnen staan.
Het zou krankzinnigheid 2ijt, die
mannen te verdenken. Ik vroeg mijn
verdediger, een geheimen politieagent
last te geven om de waarheid te on
derzoeken, en zoowel de advocaat als
de agent van politie kwamen daarin
overeen, dat ik en ik alleen den moord
heb kunnen plegen. Niet de geringste
schaduw van verdenking viel op die
vijf mannen, Stfia. Ik heb u nog niet
alle bewijzen opgenoemd, die tegen
mij werden aangevoerd, maar gij moet
ze kennen, aleer gij de zaak aangaat.
Vertel mij eerst nog iets van de
mannen, vader. Had niet een van hen
eenige aanleiding om den markies te
vermoorden
AanleidingDat kan ik niet
zeggen, hoewel onder medewerking van
het een of ander ongunstig toeval, leder
hunner van de misdaad kon worden
verdacht, bijaldien de bewijzen tegen
mfj niet zoo stellig waren geweest
ieder hunner, behalve natuurlijk
August Bartineux.
Niet rechtstreeks. Indien ik niet
wegens moord veroordeeld ware ge
worden, zou ik hem in den weg ge
staan hebben en terwijl ik verwijderd
was, waart gij eene hinderpaal voor
hem, die niet ter zijde kon worden ge
zet. August Bartineux kon bovendien
geene misdaad plegen, en al mocht dit
het geval geweest zijn, de aanleiding
zou ontbroken hebben. De markies,
een verre bloedverwant, noodigde hem
uit weken en maanden op Charlemont
door te brengen, gaf hem aanzienlijke
geschenken, dikwijls groote sommen
geids.
Was August.arm
Hij bevond zich dikwijls in ver
legenheid. Hij had een niet onaardig
vermogen geërfd, maar leefde te ver
kwistend. Gij ziet, dat hij reden had
dankbaar te zijn jegens mijn broeder.
O, in mijne dwaaste veronderstellingen
viel de verdenking bij mij nooit op
Bartineux.
Kon Dulex, de bottelier, aanlei-
ding gehad hebben, om zijn meester
te dooden Dulex had u 's morgens
om twee uur voor de deur van uwen
broeder gezien?
Hij was een eerlijk man, en men
had hem op den morgen van denzelf
den dag aangezegd, dat hij een nieuwe
meesteres zou krijgen. Hij had het ge
waagd daarentegen iets in te brengen,
ik denk, met het plan mij te helpen,
en in zijne woede dreigde de markies
e~n den volgenden dag uit het huis
te jagen.
Dus had Dulex redenen,
Mijn kind, iedereen, die met
mijnen broeder in aanraking kwam,
had bepaald geene genegenheid voor
hem. Gedurende de laatste maanden
van iljn leven was hfi steeds wan*
trouwend, twistziek en morrende, en
in de laatste dagen beleedigde hij
iedereen, die hem in den weg kwam.
Sofie zag op de lijst.
Beleedigde hij ook Charles Blan
chite, zijnen secretaris
Ja; en hij mishandelde hem
smadelijk. Blanchite had de luimen
van zijnen meester gedurende langen
tijd zonder tegenspraak verdragen,
maar op dien dag overschreed de mar
kies alle maat. Hij raasde en beleedigde
zijnen secretaris zoo grof mogelijk;
hij liet hem een brief wel een dozijn
malen overschrijven en noemde hem
een ellendeling. Eindelijk verloor Blan
chite het geduld en betaalde den mar
kies met zijn eigen munt terug. Het
einde van den twist was. dat Blanchite
den volgenden morgen het huis zou
verlaten-
Dan ook had hij redenen om
den markies te vermoorden hoe stond
het met Joseph Bute, den rentmeester
De markies bescheidde hem in
de bibliotheek tot een onderhoud, dat
juist geëindigd was toen ik geroepen
werd. Hij verlangde afrekening van
Bute. Wegens een vermeende tegen
spraak geraakte de markies in hevige
woede, beschuldigde Bute, dat hij
hem bestolen had, bedreigde hem met
de gevangenis. Hij kon zulke beschul
digingen niet rustig aanhooren en
uitte bedreigingen.
Dus bestond er voor Bute aan
leiding om zich te wreken. En nu die
Engelschman, Philippe Piron de ka
merdienaar,