Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwscli -Vlaaii deren. 88VI3. No. (59. DINSDAG 35 NOVEMBER 1930. -KJe Jaarg. J. C. VINK - Axel. Landbouw. FEUILLETON. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER Bureau Markt C 4. Telef. 56. - Postrek. 60263. ADVERTENT1ÊN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Eerste Blad. De erisisrergadeiing te Goes. (Vervolg) 's Middags werd d» crisi»- vergaderiog gehouden, dia door plus minus 1500 menschop werd bijgewoond. Aanwezig waren o.a. bet Eerste Kamerlid mr, De Veer en do Tweede Kamerleden Van Dijk. Weitkamp, Lockefeer tn Van Kempen. Ook deze vergadering werd geleid door don heer mr. P. Die- leman, die bij de opening mede deelde, dat bericht van verhin dering was ingekomen van den Miuister van Binnenlandsche ZakeD en Landbouw en van den Commissaris der Koningin. Spr. wjjst dan op een viertal brooden, gebakken met 10 pCt. bloem van de inlandsche oogst 1929 of met 10 pCt. aardappel- bloem vermengd. Deze zijn den voorzitter toe gezonden door den heer Koop man, bakker te Zaamslag, die blijk geeft mede te leven met de landbouwers. 3pr. heet daarua de autoriteiten welkom en ver volgens de bestuursleden van de samenwerkende landbouworga nisaties, de landbouwarbeiders- bonden en de vele adviseurs. Tenslotte allen, die uit geheel Zeeland zijn opgekomen, de mannen met helderen blik in het maatschappelijk leven, erg bezorgd voor het heden en de toekomst. Het is gelukkig, dat allen naar Goes z\jn gekomen, het centrum van den Zeeuwschen landbouw, en men begrepen heeft te moe ten sterk staan en te moeten beraadslagen over wat des iyden nood is. Alle groote landbouw organisaties hebben begrepen, dat samenwerking meer dan ooit noodig is. Het is heerlijk allen bijeen te sien, en zij politiek en richtings verschillen op zij zetten om den landbouw te brengen op de plaats, waar hij behoort. Dit is Lepage wij moeien den naam be houden, dien hij zelf had aangenomen beschouwde haar met een angst dien zij niet kon verklaren. Zq had steeds vol deelneming met haren vader gesproken, eer zij wist wie hij was. Wat zou zij nu zeggen, na dat hij alles bekend had Zoodra de nevel, die hare gedachten voor een «ogenblik omfloersdf, was opgehelderd, zoodra haar eerste ver warring voorbij en zij in staat was de geheele verschrikkelijke waarheid te vatten, sprong zij op, snelde op ha ren vader toe en sloeg hare armen om zijnen hals, [zijn hoofd naar zich toe trekkende en zijn gezicht met kussen bedekkende. Arme vader, riep zij, op een toon, die vleiend verkondigde, dat hare liefde niet het minste bekoeld was, hoe goed is het dat gij mij de geschiedenis ver haald hebt. Nu kan ik uwen last hel pen dragen. EEN GEVAARLIJK BESLUIT. Lepage zonk op eenen stoel neder. Van het oogenblik zijner veroordeeling af had hij geen woord van belangstel ling of leedwezen gehoord en daarom overweldigde hem den indruk, dien deie innige deelneming, dat onwrikbaar geloof op hem maakten. Hij verborg zijn gezicht aan de borst zijner dochter ea snikte luid. Sofia troostte hen met hartelijke noodig, omdat men zelf» in da dorpen en steden nog niet goed begrfjpt, boa het met de boeren gesteld is, nu er nog menschen zijn die den moed hebben sala- risverhooging te vragen, ondanks de dalende, indexcijfers. De landbouw is de grondslag van onze maatscbappij en als die lijdt, lijdt alles, dus ook arbeid, handel en nijverheid. Scherpe tegenstelling tusscben stad en land is moordend voor een land. Men moet worstelend trachten er uit te komen. Spr. wil niet op de misère van de boeren ingaan, dit zullen de inleiders doen, maar spr.wijst erop, dat door de landbouworganisaties reeds veel is gedaan en men moet dan ook oppassen voor een splitsing. Een protest is op het platte land niet op zijn plaats, maar de boereu moet6n kalm en moe dig samen spreken. Arme boeren beteekent een arm land. Het is nu anders dan bij de vorige crisis. De Nederlandsche land bouw staat niet meer ten achter, doch staat hooger, dan in welk ander land ook. Nu zullen asdere middelen moeten worden gezocht, en men moet daarom luisteren naar de mannen uit de praktijk. Men moet vertrouwen op God, die alles in handen heeft. Spr. meent, dat zonder goed rendee- renden landbouw de staat ten ondergang is gedoemd. Hooid omhoog. Moedig voor waarts voor het belang van den landbouw, doch ook veor dat van het geheele land. Deze vergade ring moet een grooten indruk maken, en in bet kleine Zeeland moet't Nederlandsche volk kond doen van den nood der tijden. Moge spoedig de bloeitijd terug keeren en moge de zonnige lente spoedig den somberen winter vervangen. Hiermede eindigde spr. onder luid applaus der vergadering, Nadat alle inleider» het woord hadden gevosrd, werd gepau zeerd. Na de pauze sprak eerst de heer Boonman, namens den kring van den R K Boerenbond op Zuid Boveland. Spr. beschouwde den toestand van den landbouw, als die van iemand die aan een slepende ziekte lijdt en nog door een andere ziekte wordt aange tast. Ook deze spreker meende, dat de regeering krachtig moet helpen. Spr. legde in het bizon der de aandacht op het maai en meelgebod en op het toe la ten van Russisch graan in ons land. Spr. wekte op tot krach tige organisatie, De heer L ingenhorst, spreken de namens den R K. Bond te Hulst, wekte op tot éénheid, als in een familie, die door ern stige rampen getroffen wordt. Spr. stelde de solidariteit bij de arbeiders ten voorbeeld aan de landbouwers. Allen moeten als één man achter het urgentie programma staan en in groote eenheid moet worden opgetrok ken. Spr. brengt hulde aan de regeering en Tweede Kamer voor de pachtwetten en wil de Eerste Kamer opwekken haar aan te nemen. Spr. acht het een plicht van de regeering, te zorgen voor een welvarenden landbouw, dit kan niet zonder rijkssteun. De Zeeuwscbe boereD werken in het belang van andereD, zonder loon ja, terwijl zij verarmen. Thans dankte de heer Van Dyk, namens de Kamerleden voor de gelegenheid aanwezig te zijn, al heeft men niet veel nieuws gehoord, de groote massa betoo ging heeft grooten indruk op hem gemaakt. Het zal hem aanmoedigen mede te werxen in het belang van den nationalen landbouw, want decri sisoorzaken zijn iaternationaal en daar kan onze regeering niets aan doen. De haer De Peijter, voorzitter van den Cbr. Boereubood in Z - VlaandereD, ontkende dat er vele rijke landbouwers zijn, waarby «pr. zichzelf als paardenfokker uitsluit. Door de landbouwpro ducten kan men niet rijk wor den. Spr. beschouwt den land bouw als de ruggegraat van het Nederlandsche volk. De crisis van thans is grooter dan die van 1845 en 1870. Spr. b-sveelt het tarwebrood als uitstekend aan. De heer Lockefeer lid der Tweede Kamer, verzekerde, dat de geheele Kath. Kamerfractie staat achter de boeren van Ne derland. Spr. vergelijkt de boe ren met den Klaagmuur van Jeruzalem en meent dat men hen van dien muur moet weg brengen. Maar men kan de crisis niet laten uitziekenkrachtige maatregelen zijn noodig. Spr. noemt daarvan het om verwerpen of onschadelijk maken der tariefmuren. Men zal het vrijhandelsstandpunt niet kunnen handhaven. Men moet zorgen dat het plat teland niet vernietigd wordt, de boeren en landarbeiders mogen niet langer naar de keel worden gegrepen. De regeering is actief ook al lacht men er hier om. Spr. kan uit de beste bron verzekeren, dat de steun voor den suikerbietenteelt in ver ge vorderd stadium vanvoorbereidiDg is. Men moet niet afbreken, doch opbouwen door te staan schouder aan schouder, en vertrouwen op regeering en volksvertegenwoor diging. Achter de wolken schijnt de zon, en het schip van den landbouw op de woedende wereldzee zal in veilige haven komen als de zee bedaart. De heer D. J Dees, voorzitter van den kring Axel der Z. L M. meende, dat de ellende van de landbouwers zoo weinig door dringt tot de niet-landbouwers, wat spr. met voorbeelden nader aantoonde. Het zal moeilijk zijn de overtuiging by te brengen, dat de in nood verkeerende landbouw moet worden geholpen. Ministers en Kamerleden worden dikwyls verkeerd voorgelicht, mochten zij eens allen de woor den van den heer Lockefeer onderschrijven en er naar han delen. Aan de hand van cyfers over 1930 toont spr. nader aan, dat woorden en teedere liefkoozingen Ein delijk kwam hij tot rust. Hij verhief het hoofd en zeide Houd mij niet voor zwak, Sofieik vreesde slechts door den indruk van mijn verhaal u te verliezen dit zou ondragelijk zijn! Laten wij niet meer over dezen moord spreken, vader. Een vraag brandt mij op de lippen, die ik niet durf te uiten. Vertel mij iets van het kleine meisje, de kleine Constance Mixtome. Gij zult het wel geraden hebben, dat meisje zijt gij, thans a's Sofie Le page bekend. En mijne moeder? vertel mij iets van haar. Uwe moeder, Sofie, mijn gescheiden vrouw, de dochter van den hertog van Montfacon, heeft wederom haren meis jesnaam aangenomen. Zij woont in Frankrijk, zij gelooft dat gij dood zijt, en weet dat ik als vluchteling ergens in eenen hoek der aarde mij verberg. Zij is eene bekende schoonheid, omgeven van velen die aanzoek doen om hare hand. Lepage's gelaat vertrok door bittere smart op den dag van zijne afreis sprak graaf Alfred Beaucourt toevallig van haar. Zij is in al die jaren niet weer getrouwd, maar nu gelooft ze misschien, dat ik dood ben, want men zegt dat zij ver loofd is. VerloofdMijne moederUwe vrouw Mijne van mijn gescheidene vrouw, Sofie, Ik heb geen aanspraak meer op haar. Verloofd! O, vader, het kan niet waar zijn. Zooals iedereen, meende zij, dat ik schuldig was. Veroordeel haar niet, Sofie. Ik dot haar geen enkel verwijt j daartoe heb ik haar lief gehad. Ik be min haar nog en zou er alles voor geven, indien ik haar slechts een ooger.- blik kon terugzien. Maar hoewel ik er haar geen verwijt van kan maken, ver teer ik toch van jaloezie bij het denk beeld, dat zij een ander zal trouwen. Ik heb nog altijd aan haar gedacht als aan mijne vrouw, ik heb nog altijd gehoopt, dat de voorzienigheid ds waarheid aan het licht zou brengen en mijn naam van smet zal reinigen. Het is een dwaze droom Ik zal als een veroordeelde in mijn graf dalen en zij zal een ander trouwen. Het is zoi - derling, zij dacht markiezin van Cha - lemont te worden als mijne vrouw, thans zal zij het toch wezen, maar als de gade van een ander. Ik begrijp u niet, vader Daar ik ter dood veroordeeld ben, dus zoo goed als dood ben en men in werkelijkheid gelooft, dat gi; ook niet meer leeft, vallen de titels en goederen van de Charlemonts aan den naasten bloedverwant ten deel. Deze een neef van mij, de vroegere August Bartineux, was een van hen, die mijn broeder had uitgekozen, om als ge tuige voor mijn vernedering te dienen. Hij is nu de begunstigde pretendent voor de hand van mijne gewezen echt- genoote. Wat is hij voor een man, vader Hij staat zeer in aanzien. Als August Bartineux mocht iedereen hem lijden, als markies van Charlemont is hij de toongever in het gezelschap. Soüe zat een tijd lang in gedachten. Een ongewone ernst lag op haar ge zicht te lezen, toen zij zeidei Vader, gij moet veel over de zaak hebben nagedacht. Hebt gij geene verdenking, wie de moordenaar van een hofstede van 100 gemeten f 12.240 aan opbrengst geeft en aan uitgaven f 19 850, een ver lies van f164 per H.A. De maatregelen moeten maken, dat de landbouw wear een be hoorlijk bestaan oplevert. Spr. meent, dat men nog beter alleen de 10 gemeten weida van de 100 gemeten exploiteeren kan. Het beestje, de landbouw, is niet alleen geschoren, maar ge heel gevild. De hesr HuyssenDieleman segt, dat men geen steun ver langt, maar tydelijke hulp en wijst er op, wat men in andere landen doet om den landbouw te beschermen. Spr. meent, dat men alleen in Nederland met zijn halves minister van Landbouw steun niet toepast. De regeerders hebben meestal effecten en geen land. De heer J. C. Quist uit Schoon- dyke zegt, dat het hem meege vallen is, dat van regeeringszijda zooveel is toegezegd. Spr. ont kent, dat het goeokoope Russische graan uitvoereD geen dumping is. Het eenige punt is invoer recht op graan, en spr begrijpt ntet, dat niet gekocht is, want graan heeft men te weinig. Spr. wijst ook op de grondprysver- laging. Het in cultuur brengen van de Zuiderzeegronden zal veel g6ld aan de regeering kosten en dan krijgt men zeker invoerrechten op graan Do heer Simons, voorzit er van den Cbr. Landarbeidersbond te Utrecht, bracht dank voor de uitnoodiging, te meer omdat daaruit blijkt, dat er is een ge meenschappelijk belang, wat ook zyn hoofdbestuur geheel door voelt. Er moet een breed punt van samenwerking wordee ge boren over het geheele land. Spr. onderschrijft volkomen het woord ,V«reenigt U en dan niet alleen tot de werkgevers, maar ook tet de werknemers, in Zaeland. De heer Kregels uit Philippine wil spreken over het broei en ontkent, dat de tarwe van 1930 onbruikbaar zou zyn, terwyl men uwen broeder kan zijn? Neen Sofie, neen. Ik heb nage dacht en overwogen, maar ik weet niet, wien ik zou kunnen verdenken. Was er niemand, die door den dood van uwen broeder kon winnen? Niemand, behalve ik, zoover ik weet. Hij was een zonderling, tenge volge van zijn lamheid en bittere on dervinding in de liefde, hij had veel vijanden; maar ik ken niemand, wien ik zou kunnen verdenken den moord met bepaald opzet volvoerd te hebben. Hebt gij er nooit aan gedacht, dat deze August Bartineux aan den dood medeplichtig zou kunnen zijn Lepage glimlachte. Bartineux is boven alle verdenk ing. Hij had niets te winnen, want als mijn broeder en ik dood waren, dan zoudt gij hem toch in den weg geweest zijn hij was niet in staat een misdaad te plegen. Hoe stond het met de bedienden? vroeg Sofie verder. Kon niei de bot telier, die u voor de deur van uw broeder zag. de dader zijn geweest Hij. een oude, jarenlang beproef de dienaar? O neen, Sofie, zelfs in mijne ellende kon ik hem niet ver denken. Kon het niet het werk van een i inbreker geweest zijn? Er is niet gestolen. De moord was oogenschijnlijk eene daad van wraak. Was het ook het werk van een inbreker, die misschien door uwe schre» den is verjaagd. Werd er des morgens geen open deu rof open venster gezien Ik weet het niet, mijn schuld werd reeds vooraf als bewezen be* schcuwd. zoodat niemand zich de moeite gaf den werkelijken moordenaar te vinden, zelfs mijne bloedverwanten niet; of mijde vrouw een poging deed, heb ik niet gehoord. Waarschijnlijk was dit niet het geval, want zij ge loofde aan mijne schuld. Wederom zweeg Sofie eenige minu ten in diep nadenken verzorken. Vader, zei zij langzaam, hem met hare blauwe oogen onverschrok ken aanziende, gij moet hier in Grie kenland blijven, veilig en verborgen, en ik ga naar Frankrijk. Gij, Sofie, met welk doel? Om den naam van mijn vader van schuld te rein g n. Vader, weiger mij dat niet. Ik beu geen kind meer, maar een vrouw van twintig jaren. Mijn liefde en ijver zullen mij onder vinding en bekwaamheid geven. De ellendeling, die den moord beging, waarvoor gij aangeklaagd en veroor deeld werd, letft misschien nog in veiligheid, terwijl gij verbannen zijt en uw leven dagelijks gevaar loopt. Mis schien kan ik de waarheid uitvorschcn, hoe zwak ik ook ben. Vader, laat mij gaan. Sofie, dat plan is waarzinnig! Neen, neen, vader 1 Niemand heeft vroeger gepoogd den werkelijken moordenaar te ontdekken. Laat mij het beproeven, laat mij den naam vroeger door u gedragen, van schuld zuiveren I Ik zal mij zelf niet verraden, aan nie mand, zelfs niet aan mijne moeder, totdat uw naam rein is en gerecht» vaardigd voor geheel de wereld, (Wordt vefVölgd)i AXELSCHE COURANT. 19)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1930 | | pagina 5