Jetó rdmwó! iMagql^ (RijóTnwt Jimaten <fdep Nieuws- en Advertentieblad voor Z e e u w s c li - V1 a an d e r e n No. 68. VRIJDAG 21 NOVEMBER 1930. 46e Jaarg. J. C. VINK - Axel. St. Nicolaasfeest. Raadsverslag. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-U1TGEVER Bureau Markt C 4- Telef. 56. - Pestrek, 60263. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën werden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdag voormiddag 11 ure. Voldoend aan den wensch van eenige winkeliers zullen we ter gelegenheid van het aanst. St. Nicolaasfeest en ook in aansluiting met de bizondere actie van de winkeliers- vereeniging een of meer reclamebladen uitgeven. Deze nummers zullen in extra groote oplaag en plaatselijk van huis tot huis worden ver spreid, zoodat onze stadgenooten een gunstige gelegenheid hebben om hunne koopwaar in uitgebreiden kring aan te bevelen. Ten einde ieder in de gelegen heid te stellen hiervan te profi- teeren, hebben wij onze adver tentieprijzen voor deze nummers uiterst laag gesteld. De eerste uitgave zal Dinsdag avond of uiterlijk Woensdag ochtend verschijnen. Advertentiën voor dat nummer worden uiterlijk tot Maandag middag I uur aangenomen. DE UITGEVER. Vergadering van 13 Nov. 1930. Aanwezig alle leden benevers de secretaris. Voorzitter de heer F. Blok, burgemeester. III. 12. Begrootingen 1931. B. en W. stellen voor om eerst de gemeentebegrooting in behan deling te nemen met de daarmede verband houdende adressen en verzoeken en met verwijzing naar het verslag van het verhandelde bij het afdeelingsonderzoek op 4 en 5 November jl. De VOORZ. geeft allereerst de gelegenheid tot het houden van algemeene beschouwingen. Dhr.'T GILDE vraagt het woord en zegt aan het einde van de 4- jarige periode, zooals gebruikelijk is de balans te willen opmaken van het door B. en W. gevoerde beleid, hunne financiëele politiek en hun manier van regeeren. Deze begrooting vergelijkend met die van vroegere dienstjaren zou er z. i. stof zijn tot breedvoerig debat met B. en W. Wat de politiek betreft is er weinig te zeggen. Deze komt hoogst zelden aan de orde, wat bijdraagt tot een goede verstand houding, die hier ook met goeden wil gemakkelijk is te handhaven. Ten opzichte van ruimere dans gelegenheid en onschuldig kermis vermaak houden 7 van de 11 leden het lijntje strak gespannen en valt er met dezen stervenden Raad niet te praten, al vindt spr. het bedroevend, dat dit als te erg en verderfelijk wordt beschouwd door den Raad. Spr. zal er in berusten voor de toekomst, maar is overtuigd, dat deze zaak, hoe ook van ondergeschikt belang, bij de kiezers niet op den achter grond zal worden geschoven. Wat spr. in deze begrooting bizonder onaangenaam treft, is o. a de stof tot ernstig en zeer gemotiveerd verzet opjagende nieuwe salarisregeling van Ged. Staten, die reeds ten onrechte door B. en W. op de begrooting is gebracht. Spr. heeft bij het afdeelingsonderzoek reeds gezegd, dat toch wel zeer zonderling door die heeren over de tijdsomstan digheden wordt gedacht. Zelfs is spr. toen weersproken en werd hetgeen hij daarover zeide, on juist of overdreven beschouwd Het schijnt dus, dat de heeren den ernst van den toestand nog niet beseffen. Het is waarlijk a la Middelburg! Ondanks malaise salarissen verhoogen en de uit gaven opvoeren zal de grootste verbittering verwekken van al wat niet-ambtenaar is. Wanneer men den toestand van landbouw en handel en de daar mede samenhangenden midden stand nagaat en de groote werke loosheid die zich binnen 2 of 3 weken zal voordoen, dan past ons groote ernst en uiterste voor zichtigheid met het doen van uitgaven. En deze gaan toch maar steeds in stijgende lijn. In 1924 was de begrooting ruim f148 590, met f 10.153 als goed slot, zoodat er f 138.437 werd uitgegeven, van jaar tot jaar is dat hooger geworden, tot nu f214 932 met een saldo van f 10399. In 8 jaar dus gestegen met f70.000. Dat loopt de spui gaten uit, zegt spr. en het is daarom, dat ik me niet met deze financiëele politiek kan vereeni gen. Heusch, M. de V., er kan en moet bezuinigd worden. Niet op het onderwijs en ook niet op werkloozenzorg, wat z i. onnoodig en onmogelijk is, maar op een massa andere punten. Met een soort van genoegdoe ning wordt hier vaak gesproken over een gunstigen gemeentelijk- financiëelen toestand en zelfs kon de belastingfactor een paar malen worden verlaagd. Maar dit heeft niets te beteekenen, als straks de inkomsten van het landbouw bedrijf berekend worden. Moet dan de geheele belastingdruk ge legd worden op den kleinen mid denstand, op de ploeteraars en scharrelaars en op de arbeiders De heeren zijn nagenoeg allen bij den landbouw betrokken en weten dus ook, wat er te koop is. Spr. las dezer dagen, dat een commissie van deskundigen uit landbouwkringen heeft nagegaan, dat er dit jaar gemiddeld in den landbouw f72 per gemet wordt verloren, d.i. dus f7200 op een hofstede van 100 gemeten. Spr. roept daarom B en W. toe: Gooi het roer om! Bezuinigt waar het kan. Ge voelen B. en W. niet, zoo vraagt sprdat zóó voorbijgaande de kiemen worden gelegd voor het Bolsjewisme Spr. wijst op Duitschland, waar door het socialisme het mes gezet wordt in de salarissen van de ambtenaren, te beginnen bij den Rijkspresident, den Rijkskanselier, de afgevaardigden naar den Rijks dag, enz., terwijl hier van die zijde maar steeds de uitgaven worden opgedreven. Spr. weet wel, dat kritiseeren gemakkelijker is dan regeeren en er uitgaven zijn die wettelijk zijn vastgelegd, maar toch is het zijn overtuiging, dat er nog veel te i bezuinigen valt. Het is spr. een raadsel, hoe b.v. B. en W. den moed hebben in dezen tijd, nu in het particuliere leven ieder zich uitslooft voor een bestaan, om een nieuwen ambtenaar meer voor de secretarie te vragen. Laat ze daar eens beginnen met wat har der en langer te werken, M. de V. Er, is niets beter voor een mensch, dan gedurende zekeren tijd flink en krachtig te werken. „Luiheid en ledigheid verzwakt de gebinten" is eens geschreven en spr. zal dat niet toepassen op het secretariepeisoneel, maar we mogen dat toch voor oogen houden. Spr. komt tot de werkeloosheid en zegt van den kansel gehoord te hebben, dat er geen arbeid is, die meer afmat dan werk zoeken en geen vinden. Hij wijst erop, dat vele arbeiders daar voor staan met den komenden winter. Ge lukkig is grootendeels die zorg verlicht door de verzekering tegen werkeloosheid, maar niet allen zijn verzekerd en dan wil spr. verhoeden, dat jonge menschen, die gezond en sterk zijn, buiten hun schuld den zwaren gang naar het Burg. Armbestuur moeten doen, Spr. hoopt, dat de Raad een anderen vorm van steunver lening zal vinden, dan zij nu voorstellen. Verder heeft het hem bevreemd, dat geen aandacht is geschonken aan Sluiskilalleen ziet men bij de ontvangsten een post van f 7Q00 als gevolg van Forensen belasting. Is het college ten deze actief genoeg, vraagt spr. Van zekere zijde wordt in 't openbaar wel eens gezegd, dat we alleen maar die belasting halen. Wat denken B. en W. te doen in ver band met het ophalen van vuilnis in die wijk, waarover reeds is geklaagd. Hoe staat het met de postbezorging en andere zaken, die voorziening vragen? De VOORZ. valt spr. in de rede met de opmerking, dat hij niet kan begrijpen, dat er geklaagd is, wijl hij zich nog pas met de di rectie van de l'Azote in verbinding heeft gesteld voor die kwestie en deze ook opgelost zal worden. Dhr. 'T GILDE herhaalt, dat hij de menschen kan noemen, die geklaagd hebben. Tegenover den Raad mogen B. en W. zich wel eens duidelijk ten opzichte van Sluiskil uitspreken en niet alles met geheimzinnigheid be handelen. Het gaat ook niet aan om tel kens maar begrootingswijziging aan te vragen voor allerlei zaken, die langs dien weg worden bin nengesmokkeld. Spr. weet, dat men niet stil zit en nog steeds getracht wordt een gedeelte van Axel te annexeeren. Expansie- zucht is nog steeds de nacht merrie van eenige Terneuzensche heeren. Laten wij zorgen, dat wat Axel is, Axel blijft. Ten slotte verklaart spr. zich nog tegen verbouwing van het stadhuis, dat er door de verbou wing niet op zal verfraaien. Het gebouw is sterk genoeg en ook is er ruimte genoeg. B. en W. zeggen zelf, dat de tijdsomstan digheden er niet naar zijn om een verder strekkend voorstel te doen, wat dan beteekent een nieuw stadhuis en daarom geeft spr. in overweging nog een jaar of tien met dit gebouw voort te scharrelen. Dat kan best. Als er werkelijk aandrang is tot ver sobering, moeten we daar ook blijk aan geven. En B. en W. kunnen zich verzekerd houden van krachtigen steun, als ze dat voor oogen houden. Daar niemand verder het woord verlangt, begint de Voorz. met het globaal naloopen der posten op de Uitgaven. Artt 10, 11, 12 en 13. Jaarwed den van den burgemeester, de wethouders, den secretaris en den ontvanger, resp. f 4600, f 560, f 4600 en f 1690. Het afdeelingsverslag meldt daarvan het volgende Bij volgno. 10 e. a. werd in de 2e Afdeeling door een lid bezwaar gemaakt, dat op deze begrooting de cijfers staan van de nieuwe salarisregeling van B. W- S. O., welke regeling nog niet is goed gekeurd door de Kroon en welke goedkeuring, naar hij van ter zijde vernomen heeft, nog niet vast staat, dat hieraan goedkeuring zal worden verleend. Op deze wijze wordt ook geen rekening gehou den met den wensch van den Raad, zooals deze zich ,eer.ige maanden geleden heeft uitgespro ken. De Voorzitter zegt, dat het College deze bedragen op de begrooting heeft geplaatst, in af wachting van de goedkeuring. Zoolang de Koninkl. goedkeuring niet is bericht, worden deze niet tot dat bedrag uitbetaald. Staan ze niet op de begrooting, dan zal later deze begrooting toch gewij zigd moeten worden. Een ander lid van die Afdee ling merkt op, dat in verband met de nieuwe financieele uitkeerings- wet in bijna alle provinciën een nieuwe regeling in behandeling of vastgesteld is. De eerste spreker vindt dit een een verkeerden toestand. De tweede spreker zegt, dat men tegen deze regeling kan zijn, doch wanneer deze goedgekeurd wordt, is men verplicht die bij dragen op de begrooting te plaatsen, of anders wordt dit van de zijde van G. S. gedaan. Een derde spreker is uiterst gebelgd om die gelden nu op de begrooting te plaatsen. Waar moet het heen en dan in deze tijden? Als het niet anders kan, moet de geheele begrooting maar niet goedgekeurd worder. Een vierde spreker is tegen de ontworpen regeling en er tegen dat die cijfers in deze begrooting voorkomen. De eerste spreker blijft van meening dat deze cijfers niet op de betrokken posten hooren. De tweede spreker zegt dat dit geheel afhangt van de meerder heid van den Raad en dan zullen Ged. Staten deze ambtshalve op de begrooting plaatsen. De derde spreker zegt: wan neer dit zoo is, kunnen wij wel naar huis gaan. De Voorzitter zegt, dat wij den wettelijken weg moeten bewan delen als bestuursorgaanmen kan wel trachten de zaak omver te gooien doch men bereikt er niets mee en blameert zich zelf. De eerste spreker wil, dat de nieuwe cijfers niet in de begroo ting worden opgenomen en hij wil zijn meening motiveeren, dat hij tegen lage salarissen is, maar de overige moeten een voorbeeld blijven voor de lagere ambtenaren. B en W. beantwoorden dit met de mededeeling, dat zij bereid zijn de betrokken posten .te ver minderen tot die bedragen, als genoemd in de thans nog geldende regeling. De VOORZ. deelt mede, dat het eventueele verhoogde bedrag dan zal worden gebracht op on voorziene uitgaven. Dhr. 'T GILDE vindt dat niets dan een mooi gebaar, dat toch uitloopt op meer salaris. Spr. zou liever hooren, dat de ambte naren bereid waren om het ver hoogde bedrag, dat Ged. St hun toewijst, terug te storten in de gemeentekas, dat was wat anders. De VOORZ.De Raad heeft het toch in handen om het voor stel goed of af te keuren Spr. zegt, dat achter hun voorstel geen politiek steekt. Dhr. 'T GILDE zal de begroo ting niet goedkeuren, als die posten op de begrooting blijven staan. De VOORZ. meent, dat B. en W. voorloopig niet anders kunnen doen, dan de posten terug nemen en op onvoorzien zetten. Dhr. CLAESSENS stelt zich aan de zijde van dhr. 't Gilde en zal dan ook tegen de begrooting stemmen. Dhr. VAN DE BILT zegt, dat hij tegen die verhoogingen was, maar als de Raad zich later daar over nog kan uitspreken, gaat hij met deze regeling accoord en hoopt hij dat Ged. St. niet tot herziening zullen overgaan. Het voorstel van B. en W. wordt nu aangenomen met 9 st. Tegen de h.h. 't Gilde en Claes- sens. Art. 14, presentiegelden raadsleden f 440. Art. 15. Salarissen ambtenaren ter secretarie f5714. (Ie ambt. f2083.33, 2e f 1600, 3e (nieuw te benoemen) f 1300, gemeente bode f600, buitenbode f 130. Deze post is verhoogd met een bedrag van f1300, voor een ge diplomeerd ambtenaar ter secre tarie, die volgens B. en W. noo- dig is tengevolge van de steeds aan groeiende administratieve werk zaamheden, voortvloeiende uit de nieuwe voorschriften, wetten, welke het Gem. Best. worden op gelegd en mede tengevolge van den geleidelijken groei der ge meente door inwonertal en in dustrie. Bij het afdeelingsonderzoek deelde een lid mede, dat hij op het standpunt staat, dat waar bezuinigd kan worden, in werke lijkheid daarnaar getracht moet worden. Hij vroeg, of de aan stelling van een dergelijke kracht niet een jaar uitgesteld kan worden. Een ander lid ging van de ver onderstelling uit, dat het College niet ongemotiveerd met een der« gelijk voorstel voor den dag zoh AXELSCHE COURANT.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1930 | | pagina 1