iet li.
Nieiuvs- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch-Vlaan cl eren
No 64.
VRIJDAG 7 NOVEMBER 1930.
46 e Jaanr.
aWa
J. C. VINK - Axel.
Onderzoek der Nederlandsche
en Friesche dialecten.
FEUILLETON.
Buitenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
A B O N N F MENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Greote letters worden naar
plaateruimte berekend.
Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagveormiddag II ure.
De Dialectencommissie der
Koninklijke Academie van Weten
schappen te Amsterdam, welke
enkele jaren geleden is inge
steld, heeft voor kort een Cen
traal Bureau voor het onderzoek
der Nederlandsche en Friesche
Dialecten opgericht, en daar
mede een aanvang gemaakt met
haar werkzaamheden in eigen
lijken zinde studie der Neder
landsche en Friesche dialecten
in haar wijdsten omvang.
Terwijl Frankrijk, Duitschland,
België, Zwitserland en Italië de
studie der dialecten stelselmatig
ter hand hebben genomen, en in
den loop der jaren reeds een
belangrijk en aanmerkelijk mate
riaal (dialectkaarten en mono
grafieën) in het licht hebben
kunnen geven, bleef Nederland
op dit terrein van wetenschap
achter, en werd hier te lande de
in zoo menig opzicht toch zoo
belangrijke studie der dialecten
aan het particulier initiatief over
gelaten. Verdienstelijk werk werd
op onderscheidene wijze gele
verd van stelselmatige bearbei
ding van het terrein kon echter
uiteraard geen sprake zijn. Aan
gezien de nivelleering van het
moderne leven den woorden
schat en de syntactische eigen
aardigheden der verschillende dia
lecten meer en meer doet ver
dwijnen en de grenzen tusschen
dialect en algemeen beschaafde
taal hoe langer hoe vager wor
den, heeft de Koninklijke Aca
demie van Wetenschappen ge
meend, een centraal lichaam voor
Nederland in het leven te moe
ten roepen en eerfDialectencom
missie ingesteld. Door subsidie
van regeering, provinciale en
gemeentelijke besturen, benevens
van wetenschappelijke vereeni-
gingen daartoe in staat gesteld,
heeft deze Commissie thans een
Centraal Bureau gesticht, dat tot
taak heeftde dialecten van de
Nederlandsche en de Friesche
taal, voor zoover deze binnen de
landsgrenzen worden gesproken,
vast te leggen, zoowel in ge
schrifte als door middel van
grammofoonplaten, waardoor ook
het nageslacht zich een zoo vol
ledig mogelijken indruk zal kun
nen vormen van de taal, d i e
hun voorouders eenmaal
gesproken hebben.
Wij juichen dit streven ten
zeerste toe en meenden daarom
aan dit werk onzen bescheiden
steun te verleenen, door opname
van de circulaire, welke de lezer
hierbij afgedrukt vindt.
Het behoeft geen betoog, dat
dit werk, op breeden grondslag
ondernomen, tientallen jaren zal
vorderen het vastleggen van alle
dialecteigenaardigheden op kaar
ten en het verwerken der ver
kregen gegevens in een groot
aantal monografieën is naluur-
lijk een zeer omvangrijke en
tijdroovende taak. Een eerste
vereischte van welslagen is, dat
het Centraal Bureau zich kan
verzekeren van de medewerking
van allen, die daartoe op eeni-
gerlei wijze in staat zijn. Daarom
doet het een beroep op allen, die
in het bezit zijn van geschreven
of gedrukte stukken in dialect,
welke zij genegen zijn terstond
of te eeniger tijd ten geschenke
of in bruikleen af te staan. Een
Centraal Bureau voor het onder
zoek der Nederlandsche en Frie
sche Dialecten heeft immers al
leen dan beteekenis, als het een"
zoo volledig mogelijk dialecten
materiaal bezit, waarmee het
degenen, die zich tot het Bureau
wenden, zoo goed mogelijk kan
inlichten.
Vervolgens zijn zoowel in de
steden als ten plattelande vele
personen, die het een of ander
dialect volkomen beheerschen, en
andere die, zonder zelf een dia
lect goed te kunnen spreken,
door jarenlange inwoning of be
langstelling niettemin met den
woordvoorraad en de verschil
lende eigenaardigheden van dat
dialect vertrouwd zijn Ook op
hen doet het Centraal Bureau
een beroep, teneinde beide cate-
goriën op een of andere wijze
aan zich te verbindenopgave
van namen en adressen zal op
hoogen prijs worden gesteld.
De Dialectencommissie heeft
thans reeds van verscheidene
zijden meer of minder belang
rijke toezeggingen ontvangen, en
ziet met het volste vertrouwen
da medewerking van allen tege
moet, die het gioote wetenschap
pelijke filologische, sociologische
algemeen-cultureele belang inzien
van een stelselmatige bestudee
ring der dialecten, zooals zij die
wil ondernemen. Het Centraal
Bureau, gevestigd in het ge
bouw der Koninklijke Akademie
van Wetenschappen (Kloveniers
burgwal 29, Amsterdam, C.) zal
elke bijdrage of toezegging, hoe
gering ook, en elk aanbod tot
medewerking van belangstellen
den dankbaar aanvaarden. De
namen van de Jeden der Com
missie, waarin ook een vertegen
woordiger voor Friesland zal
worden uitgenoodigd zitting te
nemen, vindt men hieronder ver
meld.
De Dialectencommissie der
Koninklijke Academie van Weten
schappen bestaat uit de vol
gende personen prof. dr. J. H.
Kern, voorzitter, P. J. Meertens,
secretaris, mej. dr. L. Kaiser,
penningmeesteresse (postgiro
rekening No. 167415, kantoor
Amsterdam), prof. dr. H. T.
Colenbrander, dr. H. J. E. Ende
pols (vertegenwoordiger van de
Streektalencommissie van liet Alg.
Ned. Verbond), prof. dr. J. van
Ginneken, dr. S. Hoogerwerf, dr.
M. Schoenfeld, prof. dr. Jos.
Schrijnen, prof. dr. C. G. N. de
Vooys, prof. dr. N. van Wijk.
School van den vrede.
De school van den vrede, die
te Parijs gesticht is door Louise
Weiss, de uitgeefster van„L'Eu-
rope Nouvelle", en die een cen
trum van studie voor de buifen-
fandsche politiek in verband met
het werk van den Volkenbond
bedoelt te zijn, is Maandag ge
opend.
Vrijwel alle Franschen van
beteekenis, die sedert hef bestaan
van den Volkenbond te Genève
zijn geweest, zijn bereid gevon
den, colleges aan de school te
geven, Ook buitenlandsche ge
leerden zijn uitgenoodigd om
lezingen te komen houden Pain-
levé heeft de school geopend
met een toespraak, waarin hij
zeide dat er een nieuw geslacht
opgroeit, dat niet aan den oor
log heeft deelgenomen en dat
het de speciale taak van de
school zal zijn den nationalis-
tischen geest te beteugelen, die
zich vooral onder de studenten
uit. Bij de opening van de
school, die een heel eenvoudig
karakter droeg waren verschei
dene gezanten, parlementsleden,
geleerden, schrijvers en binnen-
en buitenlandsche journalisten
aanwezig.
Bezuiniging van boven af.
In den Rijksraad gaf de rijks
minister van finantiën Dietrich
een toelichting op de wetsont
werpen.
Spr. wees er op, dat de inge
diende begrooting 1931 tegen
over die van het vorige -jaar
opgesteld op grond van de
raadsverordening van Juli, met
1 140 000 mark (op 10,655.000
mark) verminderd is.
Op het gebied van de werk-
loozenverzekering is een bespa
ring van 267 millioen verkregen.
De salarisvermindering betee-
kent voor het Rijk een bespa
ring van 124 millioen mark.
Voor de landen en gemeenten
zijn de besparingen uit de sala
risvermindering op 270 millioen
geschat. Daarvan zal een bedrag
van 170 millioen in het bezit
van de landen en gemeenten
blijven, terwijl 100 millioen bij
de toeslagen gekort zal worden.
De landen moeten de salaris
sen van hun ambtenaren ver
minderen in evenredigheid van
het rijk; hetzelfde geldt voor de
gemeenten, Wanneer de gemeen
ten deze regeling niet getroffen
hebben voor Maart 1931 dan
zijn de landen verplicht de rege-
ling van rechtswege voor te
schrijven.
Zijn rede beëindigend, ver
klaarde de Minister, dat de toe
stand va-n Duitschlend moeilijk
is, maar dat er geen reden is
voorstanders van de catastrofe-
politiek tra te loopen.
Tenslotte behandelde de mi
nister nog het probleem van de
kapitaalvlucht, hetwelk men met
wettelijke maatregelen niet kan
oplossen. Door herstel van het
vertrouwen in de stabiliteit van
de Duitsche verhoudingen zal
ook de kapitaalvlucht vanze.lf
ophouden.
Vergiftigd
Een 22-jarige zoon van den
bekenden Vlaamschen activist dr.
Borms, heeft plotseling teekenen
van geestes-verbijstering gegeven.
De jongeman, die aan de uni
versiteit te Leuven studeerde,
was rustig thuis gekomen en
begaf zich naar zijn kamer. Wat
later werden de buren opmerk
zaam op een lawaai op het dak.
Het bleek, dat de jongeman uit
een zolderraam was geklommen
en op het dak bezig was steenen
naar beneden te gooien, terwijl
hij luidkeels „De Vlaarnsche
Leeuw" zong. Met behulp van
de politie is de jonge Borms in
veiligheid gebracht. Na eerst in
een ziekenhuis te zijn opgeno
men, is hij naar's-Hertogenbosch
getransporteerd, waar hij thans
verpleegd wordt in een zenuw
inrichting, waarvan een broer van
dr. Borms directeur is.
Het vermoeden bestaat, dat er
in een glas bier, dat de jonge
Borms 's middags in een café
heeft gedronken, een vergift is
gedaan, hetwelk den aanval van
krankzinnigheid ten gevolge heeft
gehad, ln dit café heef) n.i. ook
een twist plaats gehad tusschen
Vlaarnsche en Waalsche studen
ten, waarbij de jongeman inet
een glas vrij hevig op het hoofd
is geslagen.
Angstige oogenbiikken.
De „News Chronicle" geeft een
bericht uit Sydney, waar Zondag
(Wordt vervolgd),
AXEL
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - P«strek. 60263.
15)
Den volgenden morgen verscheen
mijnheer Lepage aan het ontbijt, uit
geput van vermoeienis.
Toen het ontbijt was afgeloopen, liet
hij zijn bedienden bij zich komen en
deelde hun mede, dat hij met zijne
dochter voor eenigen tijd ging ver
trekken.
Ik zal met mijn jacht reizen, ver
volgde hij, breng ei onmiddellijk mond
behoeften heen alsook de koffers welke
ik zelf zal inpakken. Ga zoo geheim
mogelijk te werk, want Leondari kon
ons bespieden. De bedienden gingen
heen om de bevelen van hunnen heer
ten uitvoer te brengen. Daarop ging
mijnheer Lep.ge naar zijne dochter.
Mijn kind, zeide hij treurig, wij
zullen van avond onze woning verlaten.
Begin dus zoo spoedig doenlijk uwe
toebereidselen te maken.
Waar gaan wij heen, vader, en
wat zullen wij met ons huisraad doen
Gij kunt het de oude Sara aan
bieder, die altijd een trouwe dienstbode
geweest is. Wij zullen koers zetten
naar den Piraeus, vervolgens zullen wij
per spoor naar Athene reizen. Daar
g5l ik mijn zaakwaarnemer last geven,
mijn landgoed te verkoopen, alsook
fijn jacht, en zal dan besluiten waar
neen wij gaan zullen.
.Zoodra de nacht was ingevallen, en
*'J afscheid hadden genomen van hunne
'rouwe dienaars verlieten de banneling
W zPe dochter het verblijf, De lucht
was somber en het kwam den vluchte
ling voor, alsof een rouwfloers over de
golf en over de bergen lag uitgespreid.
Dit zou een gunstig oogenblik zijn
voor Leondari om een aanval op ons
te ondernemen, mompelde jnijnheer
Lepage, 't is noodig, dat wij verre van
hier zijn, voor de maan doorkomt. Miar
wat hoor ik
Dat is de wind, welke door da
cypressen suist, vader, zeide het
meisje zich dichter bij hem aansluitende.
Stilzwijgend gingen beiden voort in
de richting van den stroom. Sofia dacht
aan hem. die beloofd had, terug te zul
len komen. Hij zou het huis verlaten
en deszelfs bewoners verd wenen vinden
Nooit meer, zuchtte zij innerlijk, zalik
zijn ede! gelaat weerzien, nooit meer
zal de klank zijner s'cm mijn hart doen
opspringen.
Zij kwamen in een boschje oüjfboo-
men, toen mijnheer Lepage fluks zijne
dochter achter een boomstam duwde
en er zelf neerhurkte.
Eéh gedruisch van voetstappen liet
zich hooren.
Het was Leondari met zijne mannen,
die zich naar de woonstede richtten,
en met de meeste voorzichtigheid voort
stapten.
De voetstappen kwamen steeds nader
en weldra zag men een aantal mannen
gaan. Zij waren de vluchtelingen reeds
voorbij, toen plotseling de stem van
Leondari weerklonk.
Wij zullen ze geheel en al ver
rassen, zeide hij. De wolken aan den
hemel zijn onze bondgenooten en be
gunstigen onze onderneming. Aleer de
maan zichtbaar is, zijn wij met het
meisje op weg naar onze bergvesting.
De geestelijke zit gevangen en ik zal
hem dwingen. Voor dat het meisje de
oogeri sluit tot den slaap, zal zij mijn
vrouw zijn. Zoo viert Leondari zijne
triomf
Dit hoorende, drukte Lepage met
krachtigen arm zijn dochter aan zijn
hart, tot de troep een eindweegs voorbij
was. Zonder een woord te spreken
trok hij haar gezwind roort tot aan den
oever, waar een sioep lag, met twee
roeiers bemand. Zij slapten er dadelijk
in en werden naar de „Elyse" gebracht.
(„E'yse" was de naam van het kleine
jicht, dat op eenigen afstand van den
oever voor anker lag.)
Toen vader en dochter in de sloep
gezeten waren, wierpen zij nog een
laatste» blik naar de woonstede, welke
zij hadden verlaten.
Eensklaps slaakte Sofie een kreet
van ontzetting.
Ziet, riep zij uit, onze woning staat
in brand.
Inderdaad stegen schitterende vlam
men dwarrelend in den donkeren nacht
omhoog, van tijd tot tijd verschillende
figuren vormende, welke zich ais dui
velen bewogen, om het helsche werk
t^volvoeren. Lepage onttrok zijne doch
ter aan dit droevig schouwspel en
bracht haar in de hut, waar zij zich
op eene sofa nederlegde. Bij het aan
breken van den dag landde het jacht
aan den Piraeus. De reizigers zetten
voet aan wal en begaven zich onmid
dellijk naar het station. Te Athene na
men zij hunnen intrek in een klein hotel.
Sofie bleef daar alleen, terwijl haarva
der zijn zaak waarnemer ging opzoeken,
wien hij de beweegredenen toever
trouwde waarom hij verplicht was ge
worden zijn landgoed te verlaten. Hij
verzocht hem tevens er heen te gaan,
om te zien in welken staat het zich na
(jen brand bevond.
Bij zijne dochter teruggekomen zeide
zij hem
Eene groote afdeeling militairen
is tengevolge van de mededeelingen,
die graaf Beaucourt aan den gouver
neur en den Franschen consul heeft
gedaan, reeds in de richting van Ko-
rinthe vertrokken om hem te zoeken.
Mogelijk nemen zij hem gevangen.
Het is mogelijk, antwoordde
mijnheer Lepage met eenen spotlach,
maar niet waarschijnlijk. Ik zal een
p'ek grond uitzoeken, die meerdere
zekerheid voor leven en eigendom aan
bied!. Sofie ik geloof, dat gij goed
zult doen de Grieksche kieediug af te
leggen, want gij zult ti veel de aan
dacht trekken als wij buiten dit land
zijn.
Weet gij reeds waar wij heen
gaan, vader?
Nog niet. Ik heb gedacht naar
eenige oase in eene woestijn, naar een
eiland van den stillen Oceaan, of wel
naar de steppen van Rusland.... Maar
het zou wel zelfzuchtig ziju, als ik u
naar zuike eenzame oorden bande,
niet waar mijn dochter?
Och, vader 1 Ik heb niemand dan
u en Alfred Beaucourt gekend en daar
ik aan het maatschappelijk leven niet
gewoon ben, kan het geen gemis voor
mij zijn.
Geloof zeker mijn kind, dat
zoo ik aldus handel, ik daartoe door het
noodlot gedwongen ben.
Daar ben ik van overtuigd, vader,
maar het bedroeft mij uwe smarten te
zien dragen, zonder dat gij mij een
gedeelte van dien last kunt opleggen.
Mijnheer Lepage schudde het hoofd.
Veronderstel eens, dat ik uw ge-
ielm geraden hadde, vervolgde Sofie
met bewogen stem.
Onmogelijk, riep hij met ver
wrongen stem.
Gij gelooft, lieve vader, dat ik
niets ter wereld weet, omdat ik in
strenge afzondering geleefd heb maar
gij vergeet dat ik vele werken van
Walter Scott en andere schijvers ge
lezen heb, waaruit ik het iever. heb
leeren kennen. En sedert ik vai: den
graaf Beaucourt heb hooie t ze» ;en,
dat ik hem immer waardig zoude zijn!
heb ik veel nagedacht. Ik heb mij ook
herinnerd dat gij rmj naoit over mijne
moeder hebt gesproken, gij hebt mij
niet gezegd, of zij dood of ievend is.
of.,..
Sofie uwe moeder is de waar
digste en braafste der vrouwen.
O! daarvoor dank ik den hemel,
riep zij uit, zeg mij dan toch, leeft
zij nog?
Mijnheer Lepege stond op en ging
aan het venster staan. Een oogenblik
kwam tjj hem de begeerte op, aan zijn
kind de geschiedenis van zijn leven te
verhalen, dit zou hem van een zwaren
last verlicht hebben, want de teeder-
heid van Sofie zou een balsem geweest
zijn voor de wreede wonden, die zijne
ziel verscheurden.
Ik zou dankbaar sterven, zei
mijnheer Lepage, wanneer ik de vroe
gere plekken nog eens terug kon zien
die ik zoo lief heb gehad.
Kunnen wij dan daar niet heengaan,
vader. Ik verlang ook naar Frankrijk I
riep Sofie vol geestdrift uit. Zoudt ge
in Parijs niet zeker zijn, lieve vader,
ik heb geltZen dat Parijs met eene
wildérnis gelijk staatzouden wij nns
daar niel beter kunnen verbergen dar,
in de woestijn