Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwse h-VI aan deren
BGI11.
No. 63.
DINSDAG 4 NOVEMBER 1930.
46e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Binnenland.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
ADVERTENTIÊN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Graote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentién worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagveormiddag 11 ure.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer is uiteen
gegaan om de leden nog eenige
dagen gelegenheid te geven tot
bestudeering van de begrooting.
Besloten is met 84 tegen 3 st.
dat bij het algemeen politieke
debat over de Rijksbegrooting,
de tractie's een korteren spreektijd
zullen krijgen dan gewoonlijk.
De spreektijd is verdeeld als
volgtr.-k. en s.-d. 2 uur, a.-r.
en c.-h. l1/» uur, v.-d. en liberalen
l1/* uur, staatk. gereformeerden
en communisten 1 uur, en de
andere partijen 7* uur.
Dinsdag 11 Nov. zal het debat
beginnen.
De communist De Visser
wenschte nog een interpellatie
over de verhouding van den Paus
als staatshoofd tot Nederland,
maar de voorz. gaf hem geen
kans en meende, dat dit wel ter
sprake kon komen bij de Begroo
ting van Buiteniandsche Zaken.
In de avondvergadering kwam
de radio-censuur aan de orde.
Een tweetal motie's waren in
gediend die neerkwamen op de
volgende vragenMoet er pre
ventieve censuur zijn (Albarda
s.d.a.pen: Moet de politiek in
den aether worden gehandhaafd
(Boon, lib.)
Dit onderwerp heeft de Kamer
nog eenige uren bezig gehouden.
Natuurlijk liepen de gevoelens
zeer uiteen. Wèl bleek, dat het
denkbeeld, uitgedrukt in de motie-
Boon (zeer sterke beperking van
uitzending van politiek) meer en
meer veld wint in de Kamer.
Waarmee dus ook meer en meer
de juistheid van het standpunt
der liberalen wordt bevestigd, die
zich van meet-af tegen de ver
politieking van de microfoon heb
ben verzet. De vrijzinnig-demo
craat Oud, de anti revolutionnair
Van Dijk en de christelijk-histo-
rische heer Krijger hebben er in
principe hun instemming mede
betuigdook zij wenschen een
sterke beperking van de politiek.
Maar de sociaal-democraat Vlie-
s;en staat scherp aan den anderen
Hij bracht een klein fluitje aanzijn
"tond, waaraan hij eenen toon ontlokte
kant. Hij wil niet weten van
verbod of van beperking der po
litiek. Is politiek dan zóó leelijk
vroeg hij, is het zoo iets ver
schrikkelijks
Neen zouden wij willen
antwoorden dat niet. Maar
de politieke strijd in den aether
is alles behalve stichtelijk, omdat
zij gewoonlijk de verdeeldheid
toespitst en de eenheid des volks
uit het oog verliest.
Bovendien
is er in de pers en op de ver
gaderingen nog geen gelegenheid
genoeg, om aan politiek te doen
Is het zóó dwaas om te verlangen,
dat de microfoon hoofdzakelijk
worde bestemd voor algemeene
ontwikkeling en ontspanning?
En weet men niet, dat (men kan
het betreuren, maar het is zoo),
honderdduizenden in ons volk
zich voor de politiek bitter weinig
interesseeren en om met prof.
Slotemaker de Bruine te spreken
„niet gewend zijn in politieke
schema's te denken
Maar de zaak is niet gemakke
lijk. Wat is precies politiek?
vroegen de heeren Vliegen en
Van Dijk. Hoe zal men een ver
bod precies uitschrijven. Daarom
vroeg laatstgenoemde aan den
Minister, of hij eens een onder
zoek in het buitenland wilde in
stellen, teneinde te zien hoe het
zaakje daèr is geregeld.
En de preventieve censuur?
Ook daaromtrent groot meenings
verschil.
Aan de rechterzijde (het bleek
uit verschillende redevoeringen)
wil men ze handhaven, omdat
ze niet kan worden gemist. Ook
de liberalen staan min of meer
op dit standpunt. Maar de vrij
zinnig-democraten (de heer Oud)
en de sociaal-democraten (de
heer Vliegen) hebben er zich
tegen verklaard, omdat ze on-
practisch is en toch niet helpt.
Beter is meenen zij dat
men omroepvereenigingen, die
verkeerd optreden, dus onge
oorloofde dingen uitzenden, tot de
orde roept en de uitzending
dadelijk verbreekt. Maar overi
gens willen zijvrijheid.
Men zou uit het debat deze
conclusie kunnen trekken, ten
eerste, dat een stellige meerder
heid in de Kamer wenscht te
komen tot een zeer sterke beper
king van de politiek in den aether
en ten tweede, dat er een meer
derheid is over de handhaving*
der preventieve contróle. Deze
beide dingen teekenden zich dui
delijk in het debat af.
Minister Reymer heeft na
zijn uitvoerige rede van de vorige
week nogmaals zijn standpunt
toegelicht en opnieuw doen uit
komen, dat hij zich kon beroepen
op de door de Kamer zelf ge
maakte wet. Wat de politiek
betreftals men die wil verbie
den, dan meende de Minister
moet men er tevens de for
mule bij geven, wat onder poli
tiek wordt verstaan, en wat ver
staan wordt onder zaken, die er
verband mee houden.
Thans bleek nóch de politieke
Tweede Kamer nóch de politieke
Regeering te weten, wat eigenlijk
politiek is. Politiek is van alles.
Intusschen bleef de Minister de
preventieve censuur handhaven,
doch hij beloofde naar een betere
en meer vlotte uitvoering te zul
len streven. Voorts deelde hij
mede, reeds opdracht te hebben
gegeven tot een onderzoek naar
de vraag, hoe het in het buiten
land met de politiek in de radio
staatde resultaten daarvan
zullen spoedig aan de Kamer
worden overgelegd.
Het resultaat van het debat was,
dat de heer Albarda zijn motie
handhaafde, (doch zij werd ver
worpen), terwijl de heer Boon,
zijn motie introk, onder de mede-
deeling, dat hij binnenkort bij de
behandeling der postbegrooting,
op de zaak zal terugkomen en
dan een nieuwe motie voorstel
len zal.
Verbetering van de Schalde.
Op de Belgische begrooting van
openbare werken voor 1931 zal,
zoo meldt de N.R.C. uit Brussel,
een bedrag worden voorzien van
achttien millioen francs voor ver
betering van het régime der Zee
tk ken Leondari, zei cajjakeer
schelde en het uitvoeren van
baggerwerken op deze rivier.
Meer aalarii.
Zaterdag is in Den Haag een
salaris-congres gehouden van de
Centrale vereenigingen van per
soneel in 's Rijksdienst. Een motie
werd aangenomen, waarin de
vergadering er bij de Volksver
tegenwoordiging met kracht op
aandringt voor het Rijkspersoneel
eene duurzame verbetering in de
salarieering aan te brengen o. m.
door dit personeel met ingang
van 1 Januari 1931 vrij testellen
van de bijdrage voor de premie
voor eigen pensioen.
Ook voor Watorstaatapersoneel.
Terzelfder tijd is te Den Haag
een druk bezochte vergadering
gehouden van personeel van den
Rijkswaterstaat. Ook hier werd
een motie aangenomen, waarin
wordt uitgesproken, dat een ge
gronde regeling van de arbeids
dienst- en rusttijden nog steeds
is uitgebleven en ondanks alle
pogingen de diensttijden van het
Waterstaatspersoneel lang en on
regelmatig zijn gebleven en wel
in die mate dat zij een storenden
invloed op het gezinsleven uit
oefenen en daardoor het levens
geluk van honderden beambten
aantasten.Vastgesteld wordt voorts
in deze resolutie, dat de verstrek
king van dienstkleeding in 1929
en vooral in 1930 volstrekt on
voldoende geweest is, hetgeen
tengevolge heeft dat het water
staatspersoneel geen toonbare
kleeding meer bezit, ofschoon
aftrek daarvoor wordt toegepast.
Provinciale Staten.
Aan de voorstellen, welke door
Ged. Staten aan de leden zijn
medegedeeld, is het volgende
ontleend
Het gemeentebestuur van St.
Jansteen verzoekt om toekenning
van een renteloos voorschot van
f64.300 krachtens het Tertiaire-
wegenbesluit voor de gedeeltelijke
verbetering van de Wilhelmina-
straat. Het te verbeteren wegvak,
ter lengte van 2.1 K.M., maakt
deel uit van de 7 86 K.M. lange
verbinding St. Andries—St. Jan-
steen, welke in 1893 bekeid
werd.
De keien der oorspronkelijke
verharding en de later ter her
stelling daarvan gelegde zijn thans
zóózeer versleten, dat zij voor
keibaan niet meer bruikbaar zijn.
Ged. Staten kunnen zich met het
plan en de begrooting vereeni
gen, maar meenen dat, met het
oog op het dagelijksch toezicht
op de uitvoering van het werk,
het bedrag ware af te ronden tot
f 65.000. In den onderhoudsplicht,
thans berustende bij de gemeente
St- Jansteen, komt door boven
genoemde verbetering geene ver
andering.
Qed. Staten van Zeeland wijzen
de Provinciale Staten op den
toestand van verval, waarin het
beroemde stadhuis van Veere
verkeert, zoodat het, als niet wordt
ingegrepen, ten ondergang is ge
doemd. Waar het Rijk bereid is
voor het herstel f 100.000 bij te
dragen onder voorwaarde, dat ook
de Provincie en de gemeente
financieel hulp bieden, stellen
Ged. Staten voor uit de Provin
ciale kas f 10.000 beschikbaar te
stellen en wel in 1931 f4000 en
de overige f6000 verdeeld over
de volgende jaren, doch in ieder
geval de laatste termijn in 1934.
Na nadere overwegingen heb
ben Ged. Staten er geen bezwaar
tegen in het voorstel tot wijziging
van het reglement op de wegen
en voetpaden alsnog eene veran
dering aan te brengen en wel die,
dat wagens of ladingen niet hoo-
ger mogen zijn dan 3 70 in plaats
van 3 80 M., om zoodoende 10
c.M. meer speling te krijgen tus-
schen dit maximum aan hoogte
en het minimum van 4 M. boven
den weg voor de draden van het
electrisch laagspanningsnet.
Voor de verbetering van den
toegang weg tot den steiger te
Stavenisse stellen Ged. Staten
voor een som toe te staan van
f 26.000, waarvan 75 pCt. of
(Wordt vervolgd).
COURANT
Bureau Markt C 4.
Talaf. 56. - Peatrck. *026J.
14)
Nooit I.... Ik gevoel niet de
minste begeerte den schitterenden
stand in te nemen, welken gij mij toe
kent, en ik dank u voor uw aanbod.
Ha I gij weigert riep de bandiet,
net vlammende oogen. Gij eischt te
veel om uwe vrijheid te behouden,
en bij de sterren, zweer ik, dat gij
mijne vrouw zult worden, of gij toe
stemt of niet.
Gij kent mijn antwoord, zeide
mejuffer Lepage met waardigheid, ik
heb er niets bij te voegen.
En zij .vluchtte ijlings naar de woning,
maar Leondari vloog haar na, en greep
haar woest met beide handen.
Zoo speelt men niet met mij,
zeide Leondari met een fluitenden stem,
men moet mij gehoorzamen.
Lafaard schreeuwde Sofie, eene
vrouw aanvallen, die zich niet kan ver
dedigen, ik zal hulp roepen, en je door
de knechten van mijn vader laten weg
jagen.
Maar gij zult niet roepen, ant
woordde Leondari dreigend. Ik kwam
heden hier om te zegepralen. Zachte
woorden helpen niet, er blijft dus niets
over, dan geweld uit te oefenen. Ge
weid heeft reeds menige tiotsche vrouw
deemoedig [en tam gemaakt. Gij zult
Keen tijd hebben uw vader te waar
schuwen. Gij zijt de mijne voor altijd
en eeuwig 1
als een nachtvogel, en bijna op het
zelfde oogenbllic sprongen twee gestal
ten over den muur en snelden naar
Leondari I
Grijpt haar! beval hij, brengt
haar weg naar het hol 1
Daarop nam hg zijnen mantel van
de schouders en wilde die over het
hoofd van het meisje werpen. Sofie
ontsnapte echter door een snelle bewe
ging en liep met een luiden kreet om
hulp naar huis.
De bandieten snelden haar na.
Sofie had eenigszins op hen gewon
nen, maar struikelde over een tak van
eenen rozenstruik en stortte neder.
Eer zij kon opstaan hadden de roovers
haar ingehaald en gegrepen. Leondari
wierp haar zijn mantel weer over het
hoofd, maar door een wanhopige krachts
inspanning gelukte het haar zich ge
deeltelijk uit het omhulsel te bevrijden,
en stiet een tweeden kreet om hulp
uit, scheller en luider, dan de eerste.
Óp eens vliegt een deur op de wa
rande open en schiet mijnheer Lepage
naar buiter, met een revolver in de
hand en gevolgd door zijne bedien
den.
De bandieten, die hun prooi weer
hadden gegrepen, trokken zich terug,
maar voor zij aan den muur waren
gekomen, welke zij wilden overklim-
men, gat mijnheer Lepage vuur en Leon
dari liet zijne gevangene ontsnappen.
Het schot had zijnen linkerarm ver
brijzeld
Met de andere hand greep hij zijn
revolver en keerde zich naar zijn vij
anden, terwijl zijne gezellen op de
vlucht gingen.
Sofie stelde zich aan de zijde van
haren vader bulten het bereik der ban*
dieten. Een «stal gewapende mannen
waren bereid haar op leven ef dcod te
verdedigen en maar al tebegeerigora
Leondari te dooden. Weerstand was
nuttelooshem bleef niets «ver dan
eene snelle aftocht. Hij stale den revol
ver weer in zijnen breeden gordel.
Gij durft toch niet op een on
gewapend en gewonden man schieten
zeide hij ruw.
Maar wij kunnen hem gevangen
nemen en aan de overheid uitleveren
riep mijnheer Lepage uit, terwijl hij
op hem toetrad.
Leondari legde de rechterhand op den
tuinmuur, sprong er snel op en gleed
er aan de andere zijde af.
Men zag hem near het nabijzijnde
bjschje snellen, waarheen ook zijne
makkers waren gevlucht. Verscheidene
kogels werden hem nagezonden, maar
hij werd niet getroffen. Toen hij in
het boschje verdwenen was, gingen de
bedienden en arbeiders in de keuken,
terwijl Lepage en zijn dochter zich
naar de woonkamer begaven. Hier bracht
de vader zijn dochter naar een sopha
en ging naast haar zitten, haar hoofd
aan zijn borst drukkende, terwijl Sofie
met beide armen lijn hals omklemde.
Mijn kind lief. zei mijnheer Le
page, verklaar mij toch, wat dat alles
b.teekent, en hoe Leondari bij u kwam.
Ik geloof, dat hij u mei geweld wilde
wegvoeren, is 't niet zoo?
Ja vader, antwoordde het meisje
over al haar leden bevende, en het zou
hem gelukt zijn, zoo gij my niet was
ter hulp gekomen. Hfj heeft my dur
ven voorslaan ztjne vrouw te worden,
die ellendeling, en toen ik dat ontzet-
tend en verfoeieiyk aanbod met ver
achting afwees, verklaarde hij my met
geweld te zullen ontvoeren.
Lepage, hy zal zqnen aanslag hernieu
wen, want hij geeft neoit een plan op,
dat hij heeft vastgesteld. Hq zal ons
met zqn geheele bende komen aanval
len en wjj zijn niet sterk genoeg om
hem weerstand te biedea. Ach t onze
vrede is voor altijd gestoord't Is nu
zestien jaar dat wij hier onbekend leven,
maar voortaan is er voor ons geene
veiligheid meer in dit land. Wq moeten
een nieuw toevluchtsoord zoeken.
Waar zullen wq dan heengaan vroeg
Sofie zuchtend.
't Komt er niet op aan waarheen:
naar Azië, naar Indië, of Afrika, als ik
maar onbekend blijf voor heel de wereld,
antwoordde de kluizenaar. *Geiukkig
dat de opbrengst mijn wqnstokken en
mqn oogst mij jaarlijks eene groote
som geld verschaft heeft en wjj de
middelen hebben om een lange reis te
ondernemen. Maar gq zqt bleek en gij
beeft, mqn dochter; ga slapen, mijn
kind en vrees niets, ik zal over u waken.
Sofie ging, na haren vader teeder
omhelsd te hebben, naar hare kamer.
Mqnheer Lepage nam verschillende
aardrijkskundige kaarten, en ging deze
bestudeeren.
Deze gedwongen verhuizing, mon-
pelde hy, zal zijne goede zqde hebben;
als graaf Beaucouit in Griekenland
terug komt, zal hq er ons niet weer
vinden, en ons spoor verloren hebben.
Mqnheer Lepage zat den geheelen
nacht te studeeren op de landkaarten,
doch vond geen plaats, welke hem
dezelfde zekerheid scheen aan te bie
den als zyn tegenwoordig tehuis, waar
in hy zooveel jaren in rust en tevreden
heid had gewoond. Dikwijls vermoeide
hem de eentoonightid der oranjebosch*
jes en wijngaarden van de donkere
bergen, die hem alt de muren van een
gevangenis insloten, maar hier was hy
veilig en soms tevreden geweest. Hier
had hq zjjn kind tot eene iiefelqke
jonkvrouw zien ontluiken en gehoopt
eenmaal zqne laatste rustplaats te vin
den. Daarom viel het hem moeilijk
deze plaats te verlaten maar het leek
hem noodzakelijk en daarom ook had
hq daartoe besloten.
Dikwijls deed hem het [minste ge^
ruisch verschrikken, en was het alsot
hy voetstappen hoorde, eenige maleB
sloop hq zelfs naar de kamer van zqne
dochter om zich te overtuigen, of zq
nog veilig was en sliep.
Leondari liet echter niets meer van
zich hooren.
Hij onderwierp de kaarten van Grie
kenland, Turkqe en Rusland aan een
nauwkeurig onderzoek, maar kon tot
geen besluit komen. Zuchtend stond
hq op en ging langzaam de kamer op
en neer.
Ik moet my verder naar het
oosten begeven, zeide hy in zichzelf,
Hoe verder van Frankryk verwijderd
des te beter. Het liefst zocht ik eene
oase in de woestqn Sahara ep, eene
oase zoo {klein, dat zij zelfs niet door
de Arabieren bezocht wordt. Daar lou
den Sofie en ik, met eenige negers als
bedienden, rustig kunnen leven en..,.i
sterven. Graaf Beaucourt vroeg water
van Sofie zou worden, ais ik dood ben.
Deze vraag t.oadt ook my beiig. Kon
zq maar ergens in een gesticht gaan,
opdat ik ook van deze zware sorgen
ontheven ware. Zonderling dat ik er
niet vroeger aan gedacht heb wat van
mijne dochter zal worden, wanneer ik
er niet meer zal sqn.