Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch - Vlaanderen.
De teekenen des tijds,
8® ÏSJB.
No. 56.
VRIJDAG 10 OCTOBER 1030.
46e Jaarg.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
drukker-uitgever
J. C. VINK - Axel.
ADVERTENT1ËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiën werden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag li ure.
Wanneer we hooren, dat de
tijd met zorg moet worden tege
moet gezien en het als vast
staand is te beschouwen, dat de
eerstvolgende jaren een schaduw
beeld zullen werpen op de jaren
van „weelde" die we beleefden,
dan wordt dat vaak beantwoorc
met een „dat hébben we zoo vaak
gehoord" en zeker is het geluk
kig, dat er ook optimisten zijn,
die niet alles zoo zwart inzien.
Maar toch is het verkeerd alle
voorspeiling in den wind te
slaan en zoo mogen we we
eenig vertrouwen hebben, als
mannen van naam en kennis
daarop het licht doen vallen.
Zoo lazen we de volgende
beschouwing van dr. H. Biüning,
den Rijks Kanselier, die welis
waar niet voor ons land geldt,
maar die we toch ook wel ter
harte kunnen nemen
De komende maanden zullen
het Duitsche volk op een heel
zware proef stellen. De zomer
1930 heeft niet de vermindering
der werkloozen gebracht, waar
op men had gehoopt. Het aantal
is gedurende deze maanden nog
nooit zoo groot geweestde
zomermaanden geven anders rij
kelijk kans op verdienste. Ook
is de duur der werkloosheid voor
elk afzonderlijk nog nooit zoo
lang geweest als nu. De werk
loosheid gaat ook steeds meer
over op de geëmployeerden en
de leidende persoonlijkheden.
Wat een som van teleurstellingen,
ontberingen en verdriet rust op
deze millioenen menschen, die
naar werk smachten. Welk een
menigte verliezen ook aan braak
liggende scheppingskracht voor
het algemeen
De getallen der faillissementen,
openbare verkoopingen, enz. stel
len de verlieslijsten der onder
nemers voor. Alle bedrijven en
takken van handel en nijverheid
zijn erbij betrokken, vooral ook
de landbouw; hier is de situatie
nog uiterst hachelijk. De prijzen
der landbouwproducten zijn on
toereikend, al hebben de voort-
durende bemoeiingen van het
Rijk op het gebied der graan
opbrengst ook een aanmerkelijke
verlichting gebracht. Door een
overmaat aan schulden wordt
menig bestaan in den landbouw
vernietigd. Zorg en onzekerheid
vervolgen allen, die door de
slagen van het lot nog niet ge
troffen waren. Zullen ze hun be
trekkingen behouden, zal de
werkplaats voor hen niet geslo
ten worden Zal het bedrijf, dat
ze leiden, of waar ze een be
trekking bekleeden, moeten wor
den slilgelegd Zullen de machi
nes, die alles in beweging bren
gen, moeten rusten, om te roesten
Boven het leven van den en
keling uit, gaan er bange vragen
op aan de toekomst. Zal het ge
lukken, de moeilijke situatie der
openbare financiën meester te
worden Zal de economische
politiek, naar binnen en buiten
het land, in overeenstemming met
de economische ontwikkeling er
toe bijdragen voor den produc
tieven stand betere vooruitzich
ten voor de toekomst te ver
schaffen
Kijkt men in de wereld rond,
dan nemen onzekerheid en twij
fel nog toe. In bijna alle cul-
tuurstaten ligt de industrie ter
neer. Zelfs in den zomer neemt
overal het leger der werkloozen
toe en energieke ondernemers
geest moet plaats maken voor
angstige terughoudendheid. Reus
achtige kapitalen gaan verloren
beschikbare gelden worden voor
zichtig achtergehouden stagna
tie en achteruitgang overal.
Het is noodzakelijk, dat ieder,
die in het economische leven
staaf, deze teekenen van den tijd
ziet en tracht te begrijpen, want
alleen hij, die den ernst van den
toestand inziet, kan juist hande
len en recht op het doel afgaan.
De groote samenhang moet wor
den begrepen, want alleen op
die manier kunnen met eenige
waarschijnlijkheid gevolgtrekkin
gen worden gemaakt, dat in een
economischen nood ook de be
ginselen voor een verbetering
schuilen.
Ais de dokter maar dadelijk komt,
Talrijk zijn de problemen van
dezen tijd, talrijk de stroomin
gen, die vaak verward tegen el
kaar in schijnen te loopen.
En toch, bij een kalme be
schouwing, teekenen zich de
groote economische doeleinden
der menschheid toch telkens
weer af. Er wordt op verschil
lende wegen naar gestreefd, maar
tenslotte toch in dezelfde rich
ting. Het gaat immers om den
organischen opbouw der wereld
industrie, de natuurlijke uitwis
seling van vraag en aanbod,
evenals de enkeling ernaar streeft,
inkomsten en behoeften met el
kaar in overeenstemming te bren
gen. En evenals de enkeling in
den strijd om het bestaan zich
telkens weer steunen moet op
eigen kracht en zelfvertrouwen,
zoo is het ook met het huis
houdelijk leven van het heele
volk. Alleen hij, die zichzelf op
geeft, is verloren.
Niets wijst zoozeer op het ge
meenschappelijke lot van allen,
als het economische gebeuren.
Daarom moet het inzicht in de
groote moeilijkheden, welke over
wonnen moeten worden een aan
leiding zijn voor een gemeen
schappelijke samenwerking; de
overtuiging moet gaan heerschen,
dat de zwakken vereenigd, sterk
worden. Elk individu moet in
gaan op de teekenen des tijds
en ze trachten te verklaren. Hier
toe is vertrouwen noodigj Wan
neer, ondanks alle politieke ver
deeldheid, het volk in zijn drang
naar zelfbehoud erkent, ho: noo-
dig dit vertrouwen is, dan zal
dit een sterke factor worden in
den strijd tegen den economi
schen nood en voor een betere
toekomst.
De Radio.
Wegens storingen op de 1071
M. golf, zal ons land de 1071 M.
moeten verlaten en overgaan op
de toegewezen 298 M. golf.
In verband met de geuite klach
ten over hinderlijke storing op de
1071 M., voor den omroep, kan
j het volgende worden medege
deeld
Zooals bekend, ligt de golf
lengte van 1071 M. in den band,
welke bij internationale overeen
komst, welke ook Nederland on-
derteekende, voor andere doel
einden dan den algemeenen om
roep beschikbaar is gesteld. Even
wel is door de conferentie te
Praag aan Noorwegen (aan welk
land geen lange golf in den om-
roepband toegewezen kon wor
den) toegestaan de 1071 M. voor
omroepdoeieinden te gebruiken,
echter onder voorbehoud, dat het
de diensten, waarvoor de 1071
M. officieel is aangewezen, niet
stoort.
Nu de nieuwe Noorsche zender
te Oslo, ook des avonds proef-
uitzendingen houdt op deze golf
lengte, wordt de Nederlandsche
Omroep die voorloopig 's avonds
met toestemming van den Minis
ter op eigen risico op deze golf
lengte is blijven werken, uiter
aard door dezen veel krachtiger
zender gestoord.
Aan Noorwegen is telegrafisch
gevraagd, of het de bedoeling is,
de uitzendingen op deze golf
lengte te bestendigen. Indien dit
het geval is. zal de Nederland
sche Omroep, die een lange golf
(1875 M.) te zijner beschikking
heeft, de 1071 M. moeten ver
laten en over moeten gaan op de
aan Nederland toegewezen korte
golf van 298 M. die wel overdag,
maar nog niet des avonds voor
omroepdoeieinden is gebezigd
Dat bij incidenteele proefne
mingen met de 298 M. 's avonds
verschillende storingen optraden,
is te verklaren, wijl door het tot
nu toe ongebruikt laten van deze
golf in de avonduren andere sta
tions daarop zijn gaan werken.
De storende stations worden
inmiddels opgespoord en de noo-
dige maatregelen genomen, om
aan het ten onrechte gebruik
maken van deze golf door an
deren een einde te maken.
De uitzendingen op 298 M.
zullen dus binnenkort naar ver
wacht wordt storingsvrij kunnen
worden ontvangen, behoudens dat
Zün Uotiw* dienur, niet wetende
wet hij ton doen, om ztyn meester
de kwestie van de verbetering in
de zendapperatuur nog moet wor
den opgelost. Het spreekt ove
rigens van zelf, dat de 1071 M.
golf, welke aan ons land voor
uitzendingen van zakelijken aard
is toegewezen, daarvoor beschik
baar blijft en dat tegen eventu-
eele storingen op dat gebied,
terstond maatregelen zouden wor
den genomen.
Uit het vorenstaande blijkt, dat
Nederland zich strikt wenscht te
gedragen naar de op de Confe
rentie te Praag gemaakte af
spraken.
Geen dansend* beren.
Bij herhaling werd ook door
ons gewezen op het gevaar van
beren, die noodgedwongen den
ganschen dag dansend de stra
ten door moesten om voor hun
leiders den kost te verdienen.
Afgezien van het gevaar, is zoo'n
vertooning ook daarom niet
menschwaardig, omdat zoo'n dier
alleen na gruwelijke mishande
ling tot die kunstjes werd ge
bracht en alleen uit vrees voor
herhaling der mishandelingen,
dergelijke vertooningen maakte.
Gelukkig is dit nu ingezien
door de regeering en heeft de
Minister aan de burgemeesters
een circulaire gezonden, waarbij
in herinnering wordt gebracht,
dat het rondtrekken van zigeu-
nergezeischappen, vooral met het
oog op de algemeene veiligheid
niet wenschelijk is en dat de
politie-autoriteiten reeds dadelijk
kunnen overgaan tot uitgeleide
ondanks het bezit van een
geldig vreemd paspoort, voor
zien al of niet van een Neder-
landsch visum van degenen,
wier aanwezigheid uit hoofde
der openbare orde of veiligheid
ongewenscht is.
Het is ni. gebleken, dat tal van
burgemeesters vergunning heb
ben verleend aan een vreemden
berenleider-zigeuner tot het geven
van vertooningen met zijn beer,
welk dier bovendie hoogst ge
vaarlijk is, daar deze in ons
land een kind heeft gedood en
één gewond.
(Woidt ver
COURANT.
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
8j
O! dat is mijn eenigst verlangen I
riep zij uit; ik houd veel van het land
aer Hellenen, maar ik ben die een
zaamheid, die afzondering moede.
Waarom zouden wij niet naar Frank
rijk gaan
Mijnheer Lepage keek op en zijn
voorhoofd rimpelde.
Ik zal Frankrijk nooit weerzier,
zei hij. Dus daarover geen woord
meer, Sofie, ik bid het je
Nooit had het meisje haar vader zoo
ever het land harer geboorte hooren
spreken. Nimmer had hij iets tegen
naar gezegd, noch over hare familie,
noch over hare jeugd, noch over de
oorzaak van zijn verblijf in Grieken-
ntJ- Nimmer had hii haar over hare
®?^er gesproken. Ook had zij in-
sunktmatig begrepen, dat ereensmar-
leiijk geheim bestond in het leven van
bal|ing, en zij had er zich wel
voor gewacht naar het verleden te
vragen.
»h7 Ar?e vaderl rieP zii uit, zich om
"inen hals werpende, gij hebt veel
dood' gehad 1 18 hetis het de
Q°od van moeder
7»Sh<;er Lepage verbleekte,
item'gJ Sofie» s?rak met heesche
yerIp, Spreek mij niet over haar; het
in het S voor u Kehelm blijven,
het belang van uw geluk.
die ™e]8je huiverde. Wat konden
van haren vader betee*
DE GRAAF BIJ LEPAGE.
Er deed zich een gedruisch van
stappen hooren en de klank van ver
scheidene stemmen drong tot hen door.
De huishoudster trad haastig binnen
en zeide:
Meester, een der gevangenen van
den bandiet Leondari is onderweg ziek
geworden en is in de hut van den
wijngaardenier Batto gebracht. Zijn
vriend is naar Athene gegaan om daar
hulp te zoeken. Maar, daar de vrouw
van Batto ook ziek is en zij den vreemde
niet kan verzorgen, heeft de wijngaar
denier gemeend hem hier te mogen
brengen. Hij is op de warande, in
eenen draagstoel en verzoekt u, hem
onder dak te nemen, tot dat zijn vriend
hem naar Athene kan terugbrengen.
Hij noemt zich graaf Alfred Beaucourt!
Dat men hem in de logeerkamer
brenge, zei Sofie, terwijl haar vader
onthutst, niet in staat scheen te ant
woorden.
De dienstbode ging heen en mijnheer
Lepage mompelde treurig;
Zou het noodlot mij opnieuw be
dreigen o mijn God 1 spaar ten minste
mijn schuldeloos kind.
Alfred Beaucourt was in een groote
gemeubileerde kamer gebracht, welker
glazen deuren zich op de warande
openden. Daar hij niet in staat was
zich staande te houden, was hij door
de zorg van zijnen dienaar Philippe
onmiddellijk te bed gelegd.
Zooals wij weten, was de gevangene
gedurende de verloopen maand in het
hol van den bandiet gedwongen ge*
weest op den vochtigen grond te slapen
en had daar de kwaal opgedaan waar*
aan hij nu vreeselljk leed,
zeide Philippe, ik hoop toch, dat hij
met mijnheer Berlin medekomt.
De jonge graaf keek wonderlijk om
zich heen. De smaakvolle omgeving
stak in hooge mate af bij de ellen
dige spelonk, waar hij tijdelijk had
moeien verblijven.
Waar zijn wij vroeg hij.
Wellicht in het meest afgelegen huis
van geheel Griekenland antwoordde
Philippe, 't Is een prachtig landgoed
en goed gelegenik veronderstel dat
de bewoner een rijke Griek is, die de
eenzaamheid lief heeft.
Er werd op de deur geklopt en de
huishoudster trad binnen met eene
schaal, waarop verschillende genees
middelen stonden. Zij zette haren last
op de tafel en sprak eenige woorden
tot den bediende in de landstaal. Bi-
merkende dat hij haar niet verstond,
naderde zij het bed en herhaalde:
Mijnheer ik heb u een en ander
gebracht, dat uwe pijnen zal lenigen
beveel uwe bediende u die middelen
naar behooren toe te dienen, ik ben
verzekerd, dat zij u een oogenblik
zullen verlichten. Zoodra gij wat beter
zijt, zal ik u het avondmaal brengen.
De jonker dankte haar minzaam en
zij ging heen.
Philippe zette zich aan 't werk en
inderdaad gevoelde zijn meester zich
weldra merkelijk verlicht.
Een half uur later kwam de vrouw
terug, beladen met een kostelijk avoad* i
maal, wat de graaf goed deed, na zoo*
vele ontberingen in de laatste weken
te hebben doorstaan. Toen men de
tafel kwam afnemen, werd Alfred be
richt, dat de heer des huizes verlangde
met hem kennis te maken en eenige
oogenblikken later trad mijnheer Le-
page binnen, 1
Bij het zwakke licht in de kamer zag
de graaf dadelijk dat zijn gastheer een
man uit de groote wereld was, maar
hij merkte tevens op, dat diens gelaat
de sporen droeg eener diepe droefheid
Ook vermoedde hij dat hij geen Griek
was.
Mijnheer Lepage naderde den vreem
deling, gaf zijn medegevoel en belang
stelling in diens treurigen toestand te
kennen. Alfred Beaucourt bedankte
hem en zeide, dat hij hoopte niet ge
dwongen te zullen worden de gastvrij
heid te misbruiken welke hem zoo
minzaam geboden werd.
Gij zijt bij mij geheel welkom,
mijnheer, sprak Sofie's vader hartelijk
maar ik ben slechts een arme kluize
naar, wiens naam en bestaan ik u zal
verzoeken te vergeten, zeodra gij den
drempel mijner deur weder gezond en
wel zult overschreden hebben. Zoo-
lan£ gij echter hier zijt, kunt gij be
velen, alsof gij ten uwent waartntijn
bedienden zijn tot uw dienst, en als
gi) vertrouwen wilt stellen in de ge
neeskundige ervaring mijner huishoud
ster, beloof ik u, dat gij weldra zult
hersteld zijn.
Dat wil ik gaarne, zeide de graaf,
zqn best doende een zwaren «ucht te
onderdrukken, veroorzaakt door een
vinnige pijn, die zijne spieren samen
trok.
Mijnheer Lepage zag dat z(jn gast
rust noodig had, verontschuldigde zich
en nam afscheid.
Dank zij de goede zorgen van de
oude Sara had Alfred een rustigen
nacht, maar den volgenden morgen
waren de pijnlijke aandoeningen he
viger dan te vorem
afleiding te verschaffen, besloot het
ledikant voor het venster te rollen,
zoodat de zieke door de lichte gor
dijnen heen de houtrijke bergen rondom
htt huis kon zien. Bovendien had d«
kamer ook uitzicht op het tuintje, dat
juffrouw ^Lepage zelve verzorgde en
waar zij gewoon was een groot
deel van den dag bq hare bloemen
door te brengen.
Juist onder zqn venster lag de
bloementuin van Sophie, waar de
schoonste rozen in wonderbare pracht
bloeiden. In dezen tuin bracht zij
dikwijls vele uren door» En nu kwam
zij daar, zonder eraan te denken.dat
z^A<?f>0j baren gast kon gezien worden.
Alfred Beaucourt, die vooroverge*
bogen in de kussens zat, zag bij toe-
val even op en schrikte niet weinig
bij het vluchtig zien van de bevallige
gedaante, welke voorbij zqn venster
ging.
De zon was achter de bergen ge
daald en Sofie had haren hoed afgezet.
Hare prachtige haren golfden langs
hare schouders en haar bekoorlqk en
zacht gelaat was ten halve gekeerd
naar hem, die haar met bewondering
beschouwde.
De graaf herkende onmiddellijk het
edele, moedige meisje, dat in het hol
van Leondari was doorgedrongen, om
hem en zijne medegezellen te redden,
Philippe, riep hij fluisterend, kom
eens hier.
De bediende gehoorzaamde.
Wie is deze jonge Juffrouw
vroeg de graaf met geestdrift.
De aangesprokene zeide, dat hfi het
niet wist. Zij bleven Sofie met vurige
bewondering nastaren.