De uiterste wil.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwseh- Vlaanderen.
No. 28.
VRIJDAG 4 JULI 1930.
46e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Verschil van opvatting.
FEUILLETON.
De salarisregeling van
gemeente-ambtenaren.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-UITGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor
eiken regel meer 12 Cent. Greote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertentiön worden franco ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Op zekeren dag ontmoetten
Pessimist en Optimist elkander
en begonnen de voortreffelijk
heden van hunne respectievelijke
levensbeschouwingen en syste
men op te sommen.
„Er is niets, dat goed is, zeide
de Pessimist, en ook niets kan
weder goed gemaakt worden."
,Je hebt het mis, vriend, ant
woordde Optimist, „oorspronke
lijk is alles goed en voor elke
kwaal is een geneesmiddel."
De Pessimist daagde hem daar
na uit en zeide
„Kom, laten wij eens samen op
stap gaanwij zullen dan bij
ondervinding zien, wie van ons
beiden gelijk heeft
Nauwelijks waren zij op weg,
of zij werden door een vreemde
ling ingehaald. Zijn gelaat droeg
geen spoor van bitterheid, zoodat
Pessimist zich onverschillig je
gens hem gevoelde. Hij was zeer
stil en geen glimlach verhelderde
zijn gezicht, zoodat ook Optimist
zich niet tot hem voelde aange
trokken.
Hij scheen echter beschaafd
genoeg te zijn en daarom invi
teerden zij hem om aan hun dis
puut deel te nemen.
Na ongeveer een uur zagen zij
een wagen, welke in een droge
sloot geraakt was. „Die voer
man kan den wagen nooit op
deze eenzame plaats uit de sloot
halen", zeide Pessimist.
„O, antwoordde Optimist, hij
zal het wel klaar spelen. Straks
komt er een boer met een span
paarden voorbij en trekt den
wagen er uit."
Zij wendden zich tot hun nieu
wen metgezel om ook zijn mee
ning te vernemen, doch op het
zelfde oogenblik zagen zij hem
in de sloot stappen en onder den
wagen verdwijnen.
Spoedig stond hij, zijne kleeren
onder de stof, weder voor hen.
Hij zeide tot den eigenaar van
den wagen „Vriend, indien gij
in den wagen gaat en de paarden
stuurt, zal ik hem er van achteren
uitduwen. Ik denk wel dat wij
hem er zoo uit zullen krijgen."
Na eenige oogenblikken was
de wagen op den weg en zette
zijn reis voort. De hulpvaardige
vreemdeling stofte zijne kleeren
af en wilde verder gaan.
Plotseling viel het zijne twee
metgezellen op dat zij tot nog toe
onbekend waren met z\jn naam.
„Vrienden, mijn naam is Pep-
timist. Van beroep ben ik een
man van de daad, en van aan
pakken. Wat nog niet is, zorg
ik dat komt. Hetgeen verkeerd
is, zet ik recht. Mijne gereed
schappen zijnDenken en Han
delen."
De moraal van dit verhaaltje
is gemakkelijk te begrijpen. Men
moet vooral in deze tijden niet
bij de pakken blijven zitten en
philosopheeren gaan over de
kwestie, maar men moet de koe
bij de hoorns vatten en de Daad
stellen.
Den man, die nu blijk geeft van
vasten wil en doorzettingsver
mogen, is de overwinning ver
zekerd.
44)
De reis baarde Leontine groote
verwondering. Het kwam haar voor,
of zij uit den dood herrezen was. Zij
had toch die oude, zoo goed bekende
dorpen in langen tijd niet gezienzij
ontmoette lieden, die haar vroeger
met de meeste vriendelijkheid gegroet
hadden en haar nu niet meer kenden.
Maar hoe smartelijk haar dit ook viel,
toch was het ook een troost voor
haar, dat zij niet behoefde te vreezen
herkend te worden.
Toen zij uit den trein stapte,
gevoelde «ij weder eenige onrust en
een oogenblik aarzelde zij. Toch vatte
zij weder moed en ging te voet den
weg op naar het ouderlijke huis.
't Kwam haar voor, alsof het nog
geen week geleden was, sinds zij het
laatst dien weg bewandeld of bereden
had. Elke plaats die zij voorbijkwam,
riep haar een herinnering voor den
geest.
Verscheidene personen, die niet de
minste acht op haar sloegen, had zij
als oude bekenden met een vriende
lijk lachje willen begroeten, maar
niemand herkende haar. Kinderen die
tij voorheen had liefgehad en die
menig geschenk van haar ontvangen
hadden, weken schuw voor haar terug
bij het zien van haar donkerkleurig
gelaat.
Eindelijk kwam tij in de iChoone,
half landelijke omgeving van de
Vuderlijke woning met den amaakvol-
Pro In Contra,
Nu er in de verschillende s;e-
meenteraadsveigaderingen zoo
veel te doen is geweest over de
circulaire van Ged. Staten, waar
bij aan de gemeenteraadsleden
een nieuwe regeling werd voor
gesteld voor de salarieering van
burgemeesters, secretarissen, ge
meente-ontvangers en wethou
ders, achtten we het niet on
dienstig daarvan een tweetal
meeningen te melden, die het
\óór en tegen bevatten ten aan
zien van die regeling.
De Afd. Zeeland van den Ned.
Bond van Gemeente-ambtenaren
hield op 21 Juni te Goes een
ledenvergadering, waarin als spr.
optrad Prof. Dr. Van Poelje uit
's Gravenhage, over de door Ged.
Staten ontworpen en aan de ge
meenteraden om advies gezonden
len tuin en de schaduwrijke lanen. Een
hevige smart maakte zich van haar
meester, zoodat zij zich naar de rust
bank onder de statige berkeboomen
spoedde om niet ineen te zakken van
wanhoop. Zij zette zich neer en barstte
in bitter weenen los. Hoe menigmaal
had zij hier gezeten in de dager, harer
jeugd, toen zij door haar ouders als
vergood werd en door weelde en
rijkdom was omringd, 't Was haar
alsof zij langen tijd waanzinnig was
geweest en nu haar verstand had
teruggekregen. Haar dwaze liefde had
haar verweest en haar tot een loon
trekkende dienares gemaakt. In droe
vig gepeins verzonken, zat zij zoo
geruimen tijd, tot zij zich herinnerde,
dat Hedwig vroeger gewoon was in
het -park een eenzame wandeling te
doen. Zij wilde dus hier wachten, tot
zij haar vriendin zag komen en zou
haar dan tegemoet gaan.
Een voorafgaand briefje, dat zij
haar wilde spreken, zou haar wellicht
gedreven hebben om anderen daarvan
kennis te geven, en niemand anders
moest van haar stap iets weten. Zij
besloot dus niet te schrijven en bleef
als in een droom wachten totdat de
avond viel.
Uit de verte vernam zij stemmen
en het leven van de bedrijvigheid in
het ouderlijk huis, en vaak schrikte
zij op, uit vrees herkend te worden
vóórdat zij haar doel had bereikt. Het
sloeg zes uur, toen zeven j en reeds
had zij vier uur in ongeduld en span
ning doorgebracht, Hedwig kwam nog
altijd niet. Leontine ging naar een
plaats in den tuin, die, zooals zij
wist, Hedwigs lievelingsplekje was
geweest en verborg zich in de nabij*
held, iit het struikgewas» Het Was er
regeling voor een herziening der
jaarwedden.
Spr. begon met eenige woorden
te wijden aan de beteekenis van
den beroeps-ambtenaar, waarvoor
hij o a. aanhaalt enkele door de
Ministers Donner en Verschuur,
toch zeker twee ambtsdragers,
die over het corps gemeente
ambtenaren bevoegd zijn te oor-
deelen, geschreven verklaringen,
waaruit groote waardeering blijkt
vcor den beroeps-ambtenaar i.e.
den gemeente-ambtenaar.
Naar sprekers meening is het
een plicht der overheid, aan deze
waardeering uiting te geven door
een flinke salarieering en hebben
de ambtenaren het recht te kla
gen, zoolang zij te dezer zake
niet worden behandeld, zooals
het behoort.
De overheid moet hierbij niet
alleen denken aan den ambtenaar
van heden, maar ze moet ook
denken aan den ambtenaar van
morgen en bovenal er van wor
den overtuigd, dat voorde besten
onder de beroepsambtenaren een
zekere mate van aantrekkelijkheid
blijft bestaan voor den openbaren
dienst.
De rijksambtenaren zijn be
voorrecht boven de gemeente
ambtenaren. Voor hen toch is
een algeheele salarisherziening
reeds lang tot stand gekomen.
En al is daarop reeds een paar
maal wat beknibbeld, de bevoor
rechting is gebleven, want voor
de gemeente-ambtenaren is een
dergelijke groote herziening nooit
tot stand gekomen. Bovendien
dient niet te worden vergeten,
dat de rijksambtenaar veel ge
makkelijker tot een hoogeren rang
opklimt.
Dan komt spreker vooral op
tegen het motief, dat vele ge
meenteraden aanvoeren om een
kleine verbetering als deze tegen
te gaan de landbouwcrisis.
Hij zou willen vragen, wat heeft
een landbouwcrisis met de jaar
wedde van burgemeester, secre
taris en ontvanger te maken.
Moet dan elke crisis worden aan
gepakt om een dergelijke salaris
herziening tegen te houden Dan
veel veranderd, zoodat zij goed ge
daan had met maatregelen te nemen,
om niet door een der dienstboden
opgemerkt te worden. Maar ander-
zijdsch dacht zij weer, dat haar don
ker uitzicht dat haar eenigszins op
een Zigeunerin deed gelijken, mis
schien nog gevaarlijk was omdat het
haar trekken hard en grof deed schij
nen en men haar kwade bedoelingen
zou kunnen toeschrijven.
Indien de oude portier haar in deze
eenvoudige kieeding, met haar schuw
gelaat en in eene zoo verdachte hou
ding bespeurde, zou hij haar zeker
vastgrijpen en niet weer loslaten,
voordat zij voldoende verklaring van
haar vreemd gedrag had gegeven.
De zon ging onder en Hedwig was
nog niet te zien. Leontine tuurde met
alle inspanning door de struiken en
lette op elk geluid in de hoop de
verwachte te zien verschijnen. Zoolang
het niet heel donker was geworden,
durfde zij haar schuilplaats niet ver
iaten en toch beefde zij terug voor
het denkbeeld in volslagen duisternis
op dezelfde plaats te blijven toeven.
Eensklaps kwam ze op de gedachte,
dat Hedwig misschien met of zonder
haar ouders op reis was en lij dus
onverrichterzake naar Windischcrona
zou moeten terugkeeren.
XXXIII.
UIT DEN DOOD HERREZEN.
Wat was dat?
Hoorde zij daar geen schreden na-
deren
Zich oprichtend naast een hoogen
olmenboom zag Leontine h ar vrhndia
naderen. Zij herkende haar bij den
eersten blik, ofschoon zij door struik^
gewas en neerhangende takken Hed-
zal er wel nooit veel komen van
verbetering, want wanneer, wat
te hopen is, deze landbouwcrisis
eens zal zijn opgelost, is er wel
licht weer een crisis op handels-
of scheepvaartgebied, en daarna
misschien weer een crisis op het
gebied der industrie, enz.
Integendeel. In dergelijke tij
den zou men nog eerder een
betere salariëering dienen te be
vorderen, want men vergete niet,
dat juist de titularissen, waar
het hier om gaat, veelal een
belangrijke onbezoldigde taak
vervullen in het maatschap
pelijke leven, zooals in coöpera
tieve vereenigingen, enz.
Het vervullen van soortge
lijke functies wordt tegengegaan
met een slechte salarisregeling,
want hoe lager de jaarwedden,
hoe meer de betreffende perso
nen moeten trachten door aller
lei bezoldigde nevenbetrekkingen
te komen tot het behoorlijk inko
men, dat de overheid hen ont
houdt.
Hierna werden nog enkele
meer specifieke punten uit de
door Ged. Staten ontworpen rege
ling besproken, omtrent welke
alsnog aan Gedeputeerde Staten
zal worden geadresseerd.
Misschien was het wel goed
geweest dit betoog te zenden
aan alle raadsleden en dan on
geveer een maand vroeger. Wel
licht ware dan op sommige
plaatsen over die circulaire een
gunstiger oordeel geveld. Dat
intusschen de waardeering over
het werk van bedoelde ambte
naren niet overal hetzelfde is,
moge blijken uit het adres van
St. Kruis.
Met slechts 1 stem tegen heeft
de gemeenteraad van St. Kruis,
besloten het volgende aan Ged.
Staten te berichten
„De Raad der gemeente St.
Kruis heeft de eer u mede te
deelen, dat hij met verontwaar
diging heeft kennis genomen van
uw concept-ontwerp betreffende
de regeling der jaarwedden van
burgemeesters, secr. enz. voor de
wig slechts gedeeltelijk kon zien.
Leontine beefde over al haar leden.
Haar hart klopte hevig, 't Was een
hoogst gewichtig oogenblik.
Hedwig liep snel den tuin door.
Toen zij nog ongeveer twintig schre
den van Leontine verwijderd was,
riep zij haar. Misschien was de klank
harer bevende stem niet luid genoeg
of was Hedwig te diep in gedachten,
althans moest Leontine nogmaals roe
pen voordat haar vriendin bleef staan
en verwonderd om zich heen keek.
De klank dier stem kwam deze zoo
bekend voor, dat zij ervan schrok
't was alsof de stem van een geest
haar oor trof.
Zij wilde verder gaan in de mee-
uing, dat het verbeelding was ge
weest, toen Leontine haar eensklaps
in den weg trad en haar naam ten
derde male herhaalde. Hedwig staarde
haar ten hoogste verwonderd aan.
Juffrouw Werner, vroeg zij, wat
komt gij hier doen
Hedwig 1 riep Leontine weder.
De aangesprokene ontstelde hevig.
Maar wie zijt ge dan toch vroeg
Hedwig. Uw gestalte herinnert me aan
Windischcrona en ge roept met een
stem, die me aan die van een vroegere
vriendin herinneit. Wat is er, waak
ik of droom ik
Leontine gaf geen antwoord, zij
bedekte het gelaat met de handen en
brak in een luid weenen en snikken
uit.
Ook Hedwig Werd hevi g ontroerd.
Ik weet niet wat ik er van
denken moet( stamelde tij. Qe zijt
toch Juffrouw Werner, de naaister van
Windischcrona?
Zij trok de Weenende handen van
het gelaat weg en kiek Leontine mit
gemeenten in de provincie Zee
land. Gezien de algemeene ma
laise bij den land- en tuinbouw,
die zijn terugslag wel zal vinden
bij de middenstanders, is de Raad
verwonderd n u verhooging van
jaarwedden voor te stellen. Niet
alleen de slechte economische
toestand komt daarmede in strijd,
maar ook het weinige werk dat
er ten plattelande voor de ge
meenteambtenaren te doen is,
komt daarmede in het geheel niet
overeen. Het weinige dat er te
doen is in iedere raadsvergade
ring, is daarvan het sprekende
bewijs, zoodat ook nu wederom
als eenig punt op onze agenda
prijkt naast de notulen en inge
komen stukken, uw concept-ont
werp. Het jaar is half om en
heden houden wij onze derde
vergadering. Indirect erkent gij
dat ook in uw concept-ontwerp,
waar gij spreekt van het vereeni
gen der verschillende betrekkingen
tot zes. Wanneer gij zelf er
kent dat één persoon tot zes be
trekkingen tegelijk kan waarne
men, moet men als van zelf tot
de conclusie komen dat het werk
van één persoon in één betrek
king, niet veel heeft te beteeke-
nen, anders zou hij niet in staat
zijn er nog vijf andere betrek
kingen bij waar te nemen. Komt
als van zelf de vraag naar voren,
hoeveel wordt er dan voor één
betrekking te veel betaald De
Raad zou er niet tegen zijn in
dien het werkelijk noodig was,
doch hij gaat van het standpunt
uit, dat er voldoende werk moet
zijn om zulke hooge jaarwedden
te geven. En wat den Raad
nog wel het meest heeft getroffen,
is de kindertoeslag. Volgens het
concept-ontwerp kunnen ambte
naren met f 5000 f 6000 inko
men, nog niet een behoorlijke
opvoeding aan hunne kinderen
geven, want zij hebben daarvoor
nog een kindertoeslag noodig.
De Raad meent dan ook dat naar
aanleiding van de voorgaande
opmerkingen de jaarwedden van
bovengenoemde functionarissen,
het best zouden zijn geregeld
volgens een bij dit Raadsbesluit
onderzoekenden blik aan.
Wat is dat toch de$ zij met een
uitdrukking van verbazing. Ook in uw
trekken ligt iets dat mij van vroeger
bekend en toch op dit oogenblik
vreemd is. Om Gods wil, zeg me,
wie zijt gij dan
Leontine liet het hoofd op de borst
zakken.
Hedwig. herkent gfl mij niet,
vroeg zij bevend en beschroomd.
Groote God, stamelde Hedwig
tot zichzelve. Wist ik niet, dat zij
dood is en ware haar gelaat niet
zoo bruin, dan zou ik gelooven dat
het Leontine Seewald is.
Ja, ik ben Leontine Seewald,
bevestigde de ongelukkige vrouw.
Verschrikt liet Hedwig de handen
los, die zij nog in de hare had en
zei verontwaardigd
Ge zijt het niet, ge wilt mij be
driegen en een schandelijk spel met
mij drijven, Leontine ligt al lang op
den bodem der zee,
Gave de hemel dat het zoo
ware, riep Leontine met tranen in de
oogen.
Angstig vorschend beschouwde Hed
wig opnieuw het gelaat der naaister.
Gij zoudt Leontine zijn, sprak zij.
Gij zoudt uit den dood herrezen zQn I
Zou dat mogelijk wezen Is het wer*
kelijkheid of ben ik waanzinnig
Neen het kan niet zijn I
Twijfelt ge dan nog Hedwig?
Is er dan niets, waaraan ge mij kunt
herkennen. Hebt ge geen enkel woord
van troost over voor uwe ongelukkige
vriendin
(Wordt vervolgd))
AXELSCHE
COURANT.