De uiterste wil. No. 20. VRIJDAG 6 JUNI 1930. 46e Jaarg. Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwse li - Vlaanderen J. C. VINK - Axel. Pinksterfeest. FEUILLETON. Ooft- en Tuinbouw en Veiling wezen in Z.-Vlaanderen. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Cent; franco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. DRUKKER-UITGEVER ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Greete letters worden naar plaatsruimte berekend. AdvertentiSn worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure. Wegens het Pinkster feest zal ons eerst volgend nummer in plaats van Dinsdag, aanst. Woensdag verschijnen. Het Pinksterfeest is voor de meesten onzer meer een wereldsch feest, dan wel een feestelijke uiting van ons Christenen, zooals we dit woord dan gebruiken ter onderscheiding van Mohamedanen of andere beleiders van Heiden- sche godsdiensten. En dat is eenigszins begrijpelijk. Immers het is reeds voor een ware christen, hetzij als leek of als theoloog buitengewoon moei lijk om over het Pinksterfeest te spreken, zoodanig, dat het voor ons menschen eenigszins begrij pelijk wordt. Het blijft een niet te doorgronden wonder voor cns. We lazen eens van ds. Den Hertog, die hetzelfde erkende, de verklaring, dat dit komt doordat men bij het Pinksterfeest niets tastbaars zietgeen aanbiddende herders, geen weenende vrouwen, geen engel op den afgewentelden steen, geen kind in de kribbe. Het is alles puur geestelijk in het Pinksterfeitalleen een geluid a 1 s van een geweldig gedreven wind, en tongen a 1 s van vuur. En naast wien moeten wij ons nu scharen in deze geschiedenis naast de discipelen zoo vroeg ds. Den Hertog. Maar zijn antwoord was Neen, want deze steken torenhoog boven ons uit. Moeten wij ons dan scharen bij de spotters, die smalend uit roepen „Zij (de discipelen) zijn vol zoeten wijn". Ook dat niet, want daarvoor gaan wij niet ter kerk. „Maar laten wij ons op den Pinkstermorgen scharen bij de bonte mengeling van vreem delingen, die naar Jeruzalem waren opgegaan met een heim wee en een wonderlijk verlangen naar vervulling, opdat we allen die vervulling mogen smaken, hoorende die groote werken Gods verkondigen, een iegelijk? in zijn eigen taal en eigen vorm". Wat een drang tot verdraagzaam heid schuilt er in dat woord! Lezer, voelt ge het? Een iegelijk in eigen taal en eigen vorm hooren we hetzelfde verkondigen hooren we over hetzelfde onderwerp spreken en juichen, en danken allen denzelfden God, als dezelfde kinderen, geschapen naar Zijn beeld. Het is naast de verschei denheid alles eenheid naast de geschillen alles vrede. Jezus' vertoeven op aarde is niet alleen begonnen met het „Vrede op Aarde", maa'r ook geëindigd met die klanken (voor wie ze verstaat) om ze eeuwig te hooren in den Hemel. En zelfs na Zijn Hemelvaart moeten we in het Pinksterfeit nog begrij pen, dat na de scheiding in talen en volken de vrede der eenheid daar moet zijn in het dienen van één Heiland. Er zou daarover heel wat te schrijven zijn, maar we geven het slechts ter overdenking aan een iegelijk in eigen taal en wijzen nog op twee feiten De zomertijd spreekt van bloei tijd, maar wordt gevolgd door herfst, winter en doodsslaap. Het Pinksterfeest spreekt van bloeitijd die nooit vergaan zal en waarin geen enkele vredesklank zal worden verstoord. En nu de Pinkstervreugde, die wij als menschen in menschelijke gedaante wenschen te smaken. Moet die gesmoord worden in streng huiselijk verkeer? Volstrekt niet. Laat ons genieten zooveel we kunnen, zooveel ons te ge nieten wordt geschonken, maar in eer en deugd. Laat ons ons hart verzadigen aan de pracht der natuur, waaraan ook onze omgeving zoo rijk is, doch zoo arm aan waardeering. Laat ons genieten van sport en zoo ge op reis gaat, neemt de dingen in u op, die u van nut kunnen zijn in uw vak, in uw liefhebberij-studie, in uw kunstgenot. Wees blijde, en geniet gij jeugd van de zonneschijn uws levens. En laat die ook in uw hart blijven lichten en verbleeken de duistere plekken, die van verlan gens en overmoed spreken en indien we eraan toegeven tot moeilijk uitwisbare vlekken in ons leven aanleiding geven. Zoo opgevat, kunnen zeker de aanst. dagen aan ieder vreugde geven en wenschen we onzen 1 ezers een genotvol Pinksterfeest. ii. Hoe is de toestand nu in Zeeuwsch-Vlaanderen vroeg spr. Men meent wel eens, dat Z. Vlaanderen iets bijzonders is en dat de ontwikkeling van den tuinbouw hier langs andere banen zou moeten plaats vinden als in andere streken. Dit is echter niet mijn meening. Wel doen zich hier groote be zwaren voor wat tiansport der producten betreft, doch die zullen ook vrij wat gemakkelijker op te lossen zijn, wanneer er onderlinge samenwerking is. Het feit dat de teelt van tuin bouwproducten in Z.-Vlaanderen zich richt naar de ontwikkeling van Zuid Beveland en men met zijn producten op dezelfde expor teurs is aangewezen, brengt met zich, dat men de afzet van zijn product op dezelfde wijze regelt en nu de handel geheel in die richting geleid is, zich ook aan sluit bij het bestaande systeem. Men wijst er dan wel eens op, dat een en ander zich nog in een beginstadium bevindt in Z.-Vlaan deren, doch moet men niet juist daarom ineens het goede stelsel kiezen Waarom de geheeie lijdensweg nog eens afgelegd, die andere streken hebben moeten afleggen. Men plant toch immers ook niet variëteiten, die bewezen hebben niet goed te zijn en profiteert ook zooveel mogelijk van den voor uitgang op het gebied van be- mesting, ziektebestrijding, enz. Waarom dan niet wat de afzet van producten betreft. Er zijn voorbeelden aan te halen dat op andere wijze door be paalde personen hoogere prijzen werden gemaakt, doch dit zegt niets. Wil de tuinbouw zich in Z. Vlaanderen ontwikkelen, dan zal niet alleen de afzet moeten worden geregeld voor één bepaald pro duct, doch voor alle producten, want wat maakt het uit, of men b.v. voor zwarte bessen enkele centen meer ontvangt en voor de aardbeien slechts de halve prijs. Een groote fout van hen, die in de laatste jaren met tuinbouw zijn begonnen is geweest, dat zij te eenzijdig te werk gaan. Toen de zwarte bessen duur waren plantte men zwarte bessen en nu plant men uitsluitend aardbeien. Terwille van de risico en arbeidsverdeeling is het echter noodzakelijk, dat inen gemengde bedrijven heeft. Vooral in deze onzekere tijden is het zoo moei lijk te bepalen, wat men hebben moet, terwijl men de gewenschte handel hier eerst krijgen zal, wanneer meerdere producten wor den geteeld. Voor alles is echter noodig Dat men de producten bijeen brengt en ze op een goed ge legen en goed ingerichte veiling te koop aanbiedt, zoodat ze even vlug en goedkoop ais uit andere streken naar de afzetgebieden kunnen worden vervoerd. Laten daarom de telers van tuinbouwproducten in Zeeuwsch- Vlaanderen niet achter blijven bij de andere streken in ons land en laat men evenals daar trachten één of meerdere vei lingen tot bloei te brengen. Men beweert wel eens, dat de tijd er niet rijp voor is, maar wanneer dan wel En daarom zou ik de verschillende tuinbouw organisaties willen toeroepen Werk toch samen in de rich ting van gezamenlijke verkoop van de producten door de vei lingen. Of er één veiling te Neuzen moet zijn voor geheel Zeeuwsch- Vlaanderen, of dat er een voor Oost en een voor West Zeeuwsch- Vlaanderen moet zijn of de vei ling te Oostburg tot meerdere bloei moet worden gebracht, het zijn alle vragen, die pas in de tweede instantie moeten worden behandeld. Komt de tuinbouw tot bloei in Zeeuwsch-Vlaanderen, ook dan krijgt misschien evenals in het Westland, ieder dorp zijn eigen veiling, doch zoolang er niet meer productie is, zal er getracht moeten worden alles bijeen te brengen. Vooral omdat de cultuur hier nog nieuw is op Uw gronden, kunt ge met een goed product komen. Zorgt dat de handelaar het hier volgens de eischen van den tijd, in massa en betrouwbaar wordt aangeboden. Laten de verschillende Ver- eenigingen met elkaar samenwer ken en voorop stellen dat de vereenigingen er zijn om de be langen te behartigen en laat men het niet gaan omdraaien en als vereeniging werk gaan zoeken op terrein dat op andere wijze veel beter verzorgd kan worden. Ook wat de teelt betreft moet de leiding in één hand zijn. Wanneer er b.v. boonen ge teeld worden, laat het dan aan vankelijk één soort zijn, zoodat ze straks ter veiiing bij wagon ladingen te koop kunnen worden aangeboden. Men is in Zeeuwsch-Vlaande ren nog lang niet aan de grens van de mogelijkheden. Eensge zindheid en krachtige leiding is het, wat de afzet alleen in orde kan maken. Ik weet wel dat men ook daarmede de wereldprijs niet kan dwingen, doch wat zou er al niet bereikt zijn, wanneer er ge zegd kon worden als men aan het einde der week de veiling overzichten uit de verschillende deelen van het land leest„Wij hebben de prijs gemaakt." Vervolgens vroeg spr.: Wat kaj nu de Kamer van Koophandel in dezen doen? Een terrein waarop men geza- (Wordt vervolgd.) AXELSCHE COURANT Buraau Markt C 4. Telef. 56. - Pestrek. 60262. 36) Dat het smeulende vuur der ijver zucht eindelijk in helle vlammen aou uitbarsten, was wel te voorzien ge weest. Freule Siegel had ril. ge- wer.scht, dat Hedwig zou overkomen, om te zien op welken voet zij met den heer Seewald stonden wat zij nu opmerkte, viel haar niet mee. Wei kon zij niet bespeuren, dat er een innige verhouding tusschen beide be stond, maar toch meende zij, dat zij vertrouwelijk met elkander omgingen, wat evenwel het gevolg kon zijn van de herinnering, welke in beider ziel voortleefde aan zijn overleden gade, die de vriendin van Hedwig was ge weest. Veronica hield zich vast overtuigd dat de heer Seewald haar zou huwen, indien Hedwig daarbij niet in den weg stond. Vooral als hij zag, dat Elfriede veel van Veronica hield en daarom moest deze alles aanwenden om de genegenheid van het kind te winnen. Door ervaring wijzer geworden, Was mevrouw Siegel beter opmerk ster dan haar dochter; zij had reeds Veel opgemerkt, wat haar in 't geheel hiet beviel. Evenwel was het zeker dat Hedwig den heer Seewald geens zins aanmoedigde, zij vermeed alle gelegenheid om hem te Ontmoeten of een gesprek onder vief oogen met hem te hebben gen van beide staaf vast of zij gevoelt geen liefde voor hem, öf zij is zeker van haar zaak, zei mevrouw Siegel tot zich-zelveniettemin was zij jegens Hedwig altijd vriendelijk en voorkomend. Veronica daarentegen wist tair slechte luim niet te beteu gelen, en nam elke gelegenheid te baat om bitse en boosaardige uit drukkingen tegen Hedwig te bezigen. Deze hoorde haar met fiere verach ting aan en achtte het niet de moeite waard er op te antwoorden. Een kalme glimlach speelde om Leontines lirpen, toen ook Bertram de kamer binnenkwam. Zonder er het minste vermoeden van te hebben, bevond deze zich in een allervreemdste positie. Van de diie aanwezige vrouwen de kin dermeid had juist de kamer verlaten was de eene zijne echtgenoote, die hem innig en hartelijk beminde, de tweede werd door hem bemind met het vuur der eerste liefde, en de derde had zich in het hoofd gezet met hem te huwen. Het was merk waardig te zien, hoe ieder van de vrouwen zich bij zijn komst gedroeg. Leotine wendde ontsteld het hoofd afHedwig had al lang geleerd de gevoelens harer ziel voor de blikken van anderen te verbergen, terwijl Veronica, zooals altijd wanneer Ber tram er bij was, Elfriede ging lief koozen. 't Schijnt dat wij beiden de zelfde gedachten gehad hebben, sprak zij met een aanmlnnend lachje tot den heer Seewald. Nu het weder zoo droevig stemt, ben ik hier gekomen om te trachten Elfriede aangenaam bezig te houden. Daarmee vergeet men Éelve ook het droevige Weder, want waar dat kind zich bevindt, Is altijd zonneschijn. Dat was zeer lief van u, ant woordde Bertram. Leontine raapte haar werk bij elkaar om de kamer te verlatenzij kon veel dulden en verdragen, maar te moeten zien en hooren, hoe freule Siegel haar echtgenoot vleide en trachtte te behagen, was toch te veel voor haar. Bertram bemerkte dat zij wilde vertrekken. Hij wendde zich tot haar en zei op vriendelijken toonMejuf frouw Werner, blijf gerust hier, ge behoeft u om mij niet te verwijderen. Leontine nam haar p'aits bij het venster weer in en ging met haar arbeid voort. Elfriede ontvangt nu wel bezoek, sprak Hedwig. Een regenachtige dag. die haar noodzaakt in haar kamer te blijven, is nu geen srif voor haar. Dat lieve kind 1 riep Veronica. Mijnheer Seewald, ik zie toch zoo'n groote geiijkenis tusschen u en El friede. Meent ge dat werkelijk? zeide Bertram. Dan hoop ik maar, dat ge haar niet minder genegen zult zijn, freule Zij bloosde en trachtte zich het voorkomen van verlegenheid en be schroomdheid te geven, maar dit mislukte haar. Daarna wist zij onder het voorwendsel, te willen hooren, wat hij van het weder dacht hem te bewegen, met haar aan een der vensters te gaan staan, met het voornemen hem daar een half uur aan de praat te houden, tot ergernis van Hedwig. Leontine ging bedaard met haar Werk voort, maar Was zeer ontroerd, Hedwig vertelde Elfriede kleine ge schiedenissen, die voor haar begrij pelijk waren. Door het hartelijk lachen van zijn kind opmerkzaam gemaakt, zag hij met welgevallen naar de be vallige groep, die Hedwig en het kind vormden. Mijn kleine parel zou boos op mij worden, omdat ik u van haar terughoud, zeide hij schertsend tot Veronica. Ge zijt hier gekomen om met haar te praten, en ik zou het u geheel beletten. Vergeefs beproefde Veronica hem nog een poosje bij haar te doen blij ven, doch Bertram ging naar zijn kind, dat bij Hedwig stond, en de freule, die reeds in haar triomf ge juicht had, zag zich bitter teleurge steld. XXVil. EEN HARD LOT. Mevrouw Siegel had Elfriede naar de gezelschapszaal laten brengen, op dat haar dochter zich met het kind zou kunnen bezighouden, en Elfriede meer en meer aan haar zou gewennen. Terwijl zij aan het venster zaten, trok de kleine de kostbare franje van een der gordijnen uit elkander. O. dat is niets, zeide mevrouw Siegel, de schade kan spoedig her steld worden. De naaister, die Juf frouw Vogel onlangs heeft aangeno men, Is naar zij zegt zeer bekwaam in alle handwerkenzij zal het wel in orde brengen. De gezelschapszaal Was een groote kamer twee glazen deuren gaven toegang tot den tuin. Aan die Zaal grensde de leeskamer, welke eigen' lijk als een verlenging van de zaal kon worden beschouwd, daar zij er alleen door een paar kolommen vssn gescheiden was. Den volgenden dag werd Leontine verzocht, de schade aan de franje te herstellen, en zij ging dadelijk naar de gezelschapszaal. 't Was een schoone morgen. De vensters stonden open, en de heerlijke geur van duizenden bloemen stroomde het vertrek binnen. De vo gels zongen en sjilptende geheeie natuur scheen vrede en vreugde te ademen. Leontine zag ror.d in het schoone vertrek, waar zij als meesteres had kunnen geëerd worden en van rechts wege dit ook moest worden gedaan. Een diepe zucht over haar ongeluk kig lot rees uit haar borst omhoog. Om beter de franje te kunnen her stellen, ging zij achter de gordijn in de vensterbank zitten. Terwijl zij met haar fijne vingers de zachte, uiteengehaalde draden weer in eikander vlocht, kwam Hedwig binnen en nam in de leeskamer aan een kleine tafel plaats. Zonder zelve opgemerkt te worden, kon Leontine haar nauwkeurig gadeslaan, hoewel zij zoo ver van haar verwijderd was, dat zij het niet noodig achtte, te doen blijken, dat zij zich in hetzelfde ver trek bevond. Een poosje later zag zij dat Hedwig het vel papier, het welk zij in de hand had, nedeüegde, waarbij haar lippen zich bewogen, zonder een klank voort te brengen, en zij naar den blauwen hemel blikte. Zou Hedwig wellicht aan haar den ken, die zij meende dat ln dc golven haar graf had gevonden f

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1930 | | pagina 1