De uiterste wil.
Nieuws- en Advertentieblad
voor Zeeuwsch - Vlaanderen.
No. 13.
DINSDAG 13 MEI 1930.
46e Jaarg.
J. C. VINK - Axel.
Buitenland.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden.
Afzonderlijke Nos. 5 Cent.
DRUKKER-U1TGEVER
Bureau Markt C 4.
Telef. 56. - Postrek. 60263.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Cent; voor
eiken regel meer 12 Cent. Qreate letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Advertenti6n worden franc© ingewacht, uiterlijk
tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag 11 ure.
Engeland.
Sinds de Paaschdagen onder
vindt de Labourregeering de
eene teleurstelling na de andere.
By de stembus, ter gelegenheid
van de tuischentydache verkie
zing in het district West Ful-
ham, leed de LabourcaDdidaat
de nederlaag tegenover den con
servatief, die met 16.223 tegen
15.983 werd gekozen.
Dit verlies voor Labour is
nochtans een welhaast niet in
aanmerking komende kleinig
heid tegenover ondervonden te
leurstellingen op ander gebied.
Daartoe behoort in de eerste
plaats de dreigende ontwikke
ling van den toestand in Britscb-
Indië, waaraan de regeering het
hoofd heeft te bieden. Al toonen
sommige bladen, waaronder de
.Times", ook een zeker opti
misme in dit verband, zeggende
dat de arrestatie van Gandhi
do actie voor burgerlijke onge
hoorzaamheid reeds merkbaar
doet doodloopen, de plaatsgehad
hebbende onlusten vormen een
feitenmateriaal, waardoor ue
regeeiiug veel hoofdbreken
wordt bezorgd.
Daarby voegt zich thans nog
de definitieve mislukking der
onderhandelingen met Egypte,
waarin het bestuur over den
Soedan het struikelblok vormde.
Reeds bij de in Augustus jl. ge
houden besprekingen met Mah-
mud Pasha had Henderson, de
Britsche minister van Buiten-
landsche Zaken, voorstellen ge
daan, welke hy als de uiterste
limiet bestempelde, waartoe de
Labourregeering bereid was te
gaan, op den grondslag van de
thans gehouden bijeenkomst met
de Egyptische delegatie onder
leiding van den huidigen Pre
mier Nabas Pasha, belegd. De
Egyptenaren bleken echter niet
al te sterk belust op de gestelde
voorwaarden, waarover gewikt
en gewogen werd zonder dat
het tot een beslissing kwam.
Da onderhandelingen werden op
29)
Nadat zq eenigea tijd gezeten had
den, keerden vader en kind naar huis
terug.
Leontine had haar wensch verkre
gen, zij had haar gade en kind weer
gezien. Om een enkel oogenblik dat
geluk te smaken, had zij die hatelijke
vermomming aangenomen en een verre
reis gemaakt. Zij had zich verbeeld,
dat die enkele blik haar rust zou
doen geven en haar hart er door be
vredigd zou zijn. Maar juist het tegen
deel was het geval, haar verlangen
naar echtgenoot en kind was nog
sterker geworden. Die enkele blik op
de geliefden riep haar tot het leven
terugeene stem in haar binnenste
scheen haar toe te fluisteren, dat zij
nog op eenige vreugde mocht hopen.
En hoewel zij zich vast voorgenomen
had dadelijk weder te vertrekken,
zoodra zij Bertram en de kleine El-
friede had, gevoelde zij er nu de
kracht niet toe. Die enkele blik was
de goddelijke vonk, die haar hart
Weer aan haar dierbaren ketende.
Waarom zou zij voortaan maar niet
te Bruchtal blijven zoo dacht zij,
Zij kon dan immers van tijd tot tijd
haar gade en haar kind wederzien,
en haar leven zou niet zoo trooste
loos zijn, als wanneer zij het eenzaam
en verlaten in den vreemde sleef»
't Zou haar niet moeilijk vallen, door
vrouwelijke handwerken in haar on*
Karboud te voorzien zij zou dan in
dit stille, landelijke oord gelukkiger
leven dan ergens anders, althans voor
zoover zij op deze wereld gelukkig
kon zijn. Zoo besloot zij in dit dorp
te blijven, opdat zq nog menigmaal
oog en hart in 't aanschouwen van
echtgenoot en kind zou kunnen ver
lustigen.
Weldra kwam echter nog een ander
verlangen bij haar ophoe gaarne
zou zij haar kind eens van nabij be
schouwen en zich door haar hooren
toespreken Maar hoe zou haar dit
gelukken? Vrouwelijke list zon op
middelen en ook nu had zij succes.
Den eerstvolgenden Zondag had de
dochter van vrouw Binder, die op
Windischkrona diende, haar uitgaans
dag en kwam dien, zooals gewoon
lijk, bij hare moeder doorbrengen.
Johanna zoo heette het meisje
vond veel behagen in de vriendelijke
vreemde vrouw met het donkerkleurige
gelaat en was voortdurend met haar
in gesprek. En als Leontine met
moeder en dochter zat koffie te drin
ken, luisterde zij met genoegen naar
hetgeen Johanna veitelde over de
liefderijke behandeling, die zij in haar
betrekking genoot en over de goed
heid en menschlievendheid van den
eigenaar van het landhuis. Leontine
bemerkte daaruit dat haar echtgenoot
door allen werd bemind en voor zijn
ondergeschikten vriendelijk en zorg
zaam was.
En wat de kleine Elfriede betrof,
deze werd op Windischkrona evenzeer
vergood als men in 't ouderlijk huis
de moeder had gedaan.
Leontine gaf te kennen, dat zij veel
van kleine kinderen hield, en toen
scheen aan de verhalen van Johanna
geen einde te komen» Zn vertelde van
die manier slepende gehouden
en geraakten tenslotte op het
doode punt, zoodat de Egyp
tische delegatie zich nader met
de ministers te Caïro moest ver
staan. Men kent de lijdensge
schiedenis er werd geducht
getraineerd en toen eindelijk de
lang verwachte koerier uit Caïro
was teruggekeerd, kwam men
nog geen stap verder. De Egyp
tenaren trachten blikbaar het
onderste uit de kan, maar daar
van is Henderson niet gediend.
Dus hakte hij den knoop door
en besteedde niet langer tijd
aan besprekingen, waarvan toch
geen direct resultaat te wachten
was.
ïoungverdrag In werking.
Uit Parys wordt gemeld
Vrydag had de onderteeke-
ning plaats der protocollen be
treffende de indiening der rati
ficatie-documenten van hetHaag-
sche Verdrag. De Verdragen
zijn
1. Verdrag van 20 Januari
1930 met Duitschland betreffende
de volledige en definitieve rege
ling der herstelbetalingen
2. Verdrag van 20 Januari
1930, betreffende het memoran
dum, waaraan is toegevoegd het
rapport der experts van 7 Juli
1929;
3. Verdrag van 20 Januari
1930 tu8schen de crediteursta-
ten van Duitschland.
Het protocol werd onderiee-
kend voor Frankrijk door Briand,
voor Groot Brittanië door Lord
Tyrrell, ambassadeur te Parys,
voor Italië door graaf Menzoni
en voor België door Gaiffre
d'Hestroy.
Aan de ondragelijke hitte,
welke sedert eenige dagen te
New-York heerschte, is eindelyk
door het toevloeien van koudere
luchtstroomingen en door regen
een einde gekomen. De thermo
meter is gedaald tot 27 graden
Celsius. In de atgeloopen 24
uur worden zes gevallen van
overlyden tengevolge van de
hitte gemeld. Men verwacht ook
voor heden koeler weer.
Kameroverzicht.
De beide Kamers van de
Staten-Generaal hebben deze
week haar vergaderingen hervat.
Voor de Tweede Kamer was de
hoofdschotel de wyziging van de
Gemeentewet. Vooraf ging ech
ter eenig klein goed.
Wy vermelden hiervan de
overeenkomst met de Bataafsche
Petroleum My. betreffende een
terrein aan de kust van het
eiland Ceram, dat voor die Mij.
byzonder gunstig gelegen is. De
sociaal-democraten drongen ech
ter aan op Staatsexploitatie en
gebruikten bierbij als argument,
dat particuliere exploitatie tot
internationale moeilykbedenmoet
leideD. Verder gingen de beide
communisten, die ook exploitatie
door onzen Staat uit den booze
achten en de exploitatie willen
overlaten aan bet Indische pro
letariaat. Met deze beide groe
pen stemde de heer F. Vos tegen
het voorstel.
Nadat eenige conclusies waren
behandeld, kwam de Gemeente
wet aan de orde. De wet van
1851, het groote werk van Thor-
becxe, is nog steeds in hoofd
trekken onaangetast en blyft dit
ook thans. Alleen wordt zij van
tijd tot tyd in overeenstemming
met de gewyzigde omstandighe
den gemoderniseerd. Een be
langrijk punt vormde de vraag,
wie van de verkiesbaarheid ais
raadslid zullen zyn uitgesloten.
In hoofdzaak blyft ook deze re
geling ongewyzigd. Eene poging
van den beer Boon om de uit
sluiting van de krijgsmannen in
werkelijken dienst op te heffen,
mislukte met 57 tegen 20 st.
De onderwijzers en leeraren zijn
uitgesloten.
Da uitsluiting van de geeste
lijken is opgeheven. De heer
Lingbeek deed eene poging om
den tegenwoordigen toestand van
uitsluiting te behouden, omdat
hy het vereenigen van geestelyk
en maatschappelijk gezag in één
persoon ongewenscht acht. Dit
is in theorie zeker heel juist, de
de kleine Elfriede een menigte zaken,
die het hart der arme moeder van
vreugde deden kloppen, maar tevens
van ijverzucht deden blaken. Ach I al
die vreemde lieden mochten zich in
't bijzijn van haar kind verheugen zij
hoorden haar babbelen en zagen haar
spelen, en haar-zelve, de moeder, die
het kind zoo innig liefhad, was dit
niet gegund.
Komt ge wel eens met het kind
hierheen? vroeg zq aan Johanna.
Het meisje lachte.
Met de kleine prinses, zeide zij.
„Waar denkt ge aan? Mijnheer See-
wald zou haar in geen geval aan
iemand zoo ver medegeven, dat hij
niet over haar waken kon." Vervol
gens wendde zij zich tot hare moeder
met de woorden: 'k Had bij ia iets
vergeten, moeder I De huishoudster,
juffrouw Vogel, heeft me gevraagd cf
ik ook een goede naaister wist. De
naaister, die wij tot nu toe hadden,
gaat trouwen. We moeten nu een
andere hebben, maar heel spoedig,
want er moet veel voor de kleine
prinses gemaakt worden. Weet u
iemand
Leontine kreeg dadelijk een goeden
inval. „Zou ik me daarvoor niet kun
nen aanbieden vroeg zij. Ik zou
gaarne hier willen blijven, als ik door
arbeid in mijn behoeften kon vooi*
zien, en ben met alle vrouwelijke
handwerken bekend,
Johanna zette een bedenkelijk gezicht
maar Leontine vatte haar hand en j
drukte die feeder.
Gij zult mij een grooten dienst
bewijzen, sprak zij dringend, als ge
voor mij een goed woord wilt doen
en ik zal er u altijd dankbaar Voor
zijn, indieh hst u gelukt mij de betrek»
wara toestand is echter reeds
lang geheel anders. En minister
Ruys verwekte eene algemeene
hilariteit door er aan te herin
neren, dat in de Grondwet van
1848 als argument gold, dat de
geestelijken krachtens heel bun
leven vreemd staan tegenover de
Staatkundige zaken. Men gevoelt
dit tbans anders en bet voorstel
van da. Lingbeek werd ver
worpen.
Veel debat is er geweest over
de vraag, of ook eene vrouw tot
burgemeester kan worden be
noemd. Minister Ruys de Bee-
renbrouck had in 1923 voorge
steld, de vrouw wal benoembaar
te verklaren, doch in het thans
aanhangige wetsontwerp kwam
deze benoembaarheid niet veor.
Da reden, waarom Z. E. van
meening was veranderd, werd
niet opgehelderd. Wat mr. Ruys
thans als bezwaren aanvoerde,
n.l. dat de burgemeester zelf als
hoofd van politie en brandweer
eigenhandig zou moeten kunnen
optreden en b.v. een man bij
den kraag zou moeten kunnen
pakken, wist hij toch zeker ook
wel in 1923. En het is ons ook
niet bekend, dat by benoemingen
tot burgemeester in de eerste
plaats op lichamelyke eigen
schappen wordt gelet.
De heer Boon had daarom een
amendement ingediend om de
vrouw benoembaar te verklaren
en dit werd met 45 tegen 35
stemmen aangenomen.
De Eerste Kamer heeft aller
eerst zonder stemming baar goed
keuring verleend aan de toe
treding tot de hoofdstukken I,
II en IV van de Volkenbonds
akte tot vreedzame regeling van
internationale geschillen. Deze
hoofdstukken betreffen de pro
cedure tusschen Staten en in
ternationale rechtsgeschillen.
Hoofdstuk III had betrekking op
internationale belangengeschil-
len, maar de Regeering wil tot
deze regeling niet toetreden.
Het overige gedeelte van de
week heeft de Senaat zich bezig
als naaister op Windischkrona te be
zorgen.
ik zal mijn best doen, antwoordde
Johanna. Misschien wil juffrouw Vogel
u wel aannemen. Er is echter ook
verstelwerk.
Alles is mij wel, zeide Leontine
haastig. Ik zal allen arbeid met ge
noegen verrichten, Och, lieve Johanna,
spreek voor mij. Ge vindt het immers
goed, vrouw Binders
Vrouw Binders had er niets op
tegen, en Johanna beloofde, dat zij er
nog denselfden avond met de huis
houdster over spreken zou en Leon
tine den volgenden dag iets zou laten
weten.
Die belofte vervulde Leontines hart
met hoop en vrees. De bedroefde
moeder bracht een dag in pijnlijke
onzekerheid door. Tegen den avond
echter kwam van Windischkrona een
een boodschap, die haar moed en
hoop schonk. Johanna liet zeggen, dat
de huishoudster haar eens wilde zien,
en als zij haar beviel, zou zij haar
dadelijk voor vele weken werk kun
nen geven. Juffrouw Werner moest,
als zij die had, vooral een aanbeve
ling medebrengen.
Leontine dacht er in 't geheel niet
over, of zij wel in staat zou zfjn haar
taak te vervullen, 't Was er haar
slechts om te doen in het huis van
haar echtgenoot te mogen komen en
in de nabijheid van haar kind te mo*
gen zijn, Dit denkbeeld hield haar
geest zoo geheel bezig, dat zij in 't
eerst aan niets anders kon denken,
Maar toen zij weer zooveel zelfbe-
heersching had gekregen, dat zij kon
overwegen, wat van haar gevorderd
zou worden, tag zij ontsteld naar
hare kleine handen, die de naald neeit
gehouden met de behandeling
van de Indische begrooting. De
heer Mendels besprak zeer uit
voerig de bezoeken van vreem
den aan Ned. Indië. De heer
Mendels ziet hierin eene actie
om de roode invloeden in de
koloniën tegen te gaan. Hy
vroeg van de Regeering de ver
klaring dat van zoodanige be
weging geen sprake is. De heer
Fock en de Minister kwamen
achtereenvolgens de gevraagde
verklaring afleggen, maar of de
heer Mendels hierdoor zal zyn
overtuigd, mag worden betwij
feld.
De heer De Savornin Lobman
besprak de beweging „Indië los
van Nederland" en vond aan
leiding het optreden van de rood-
getinten in Indië te critiseeren.
De heer Kranenburg trachtte
den rechtsgrond van ons bewind
in Indië op te sporen en betoogde,
dat men bjj de bestuurshervor-
mingen voeling moet houden met
de inlandsche bestuursinrichting.
De beer Anema drong aan op
Zondagsrust in Indië. De Mi
nister wil in dezelfde richting
sturen, maar hiervoor zullen
vele jaren noodig zyn.
Minister De Graaff erkent den
plicht van de Regeering om te
tergen voor het welzyn van de
inheem8che bevolking en hand
haaft zyn standpunt ten aanzien
van de ontvoogding. Hy be
tuigde zijn volle instemming met
het optreden van den G.G. en
meent, dat daarvan een gunstige
invloed is uitgegaan. Den gel-
delijken toestand van Indië acht
hy niet zorgwekkend, maar wel
zorgeischend, en de Regeering
zal niet nalaten de noodige voor
stellen tot verbetering voor te
bereiden.
Het Bevolkingsvraagstuk.
Het bevolkingsvraagstuk staat
in bet midden der internationale
belangstelling. Niet ten onrechte.
Voor zoover we over gegevens
dienaangaande beschikken is de
bevolking der aarde in betrek-
kelijk korten tyd sterk vermeer
derd. Volgens de oudste schat-
hadden gehanteerd, dan voor haar ge
noegen en verstrooiing. Toch had zij
onder leiding van haar moeder alle
vrouwelijke handwerken grondig ge
leerd, en dus hoopte zij dat de liefde
haar kracht zou schenken om te vol
harden.
Alleen de verlangde aanbeveling
baarde haar nu nog eenige zorg, doch
zq herinnerde sich juffrouw Dornfeld,
de hulpvaardige weduwe, die haar zoo
goed had ingelicht, toen zij naar een
woning zocht en daarom begaf zij
zich tot haar.
De weduwe Dornfeld voelde zich
altijd zeer gestreeld, wanneer iemand
vertrouwen in haar stelde en haar
hulp inriep, vooral indien sij daardoor
gelegenheid kreeg, zich op een goede
daad te kunnen beroemen. Zij luis
terde met alle aandacht naar Leon
tine, toen deze haar een eenvoudige
geschiedenis vertelde, waarbij zij voor
gaf dat zij haar echtgenoot en kind
door den dood had verlorendat zij
nu geheel alleen in de wereld stond,
zonder vrienden of bloedverwanten,
die haar konden heipen en dus moest
trachten in haar levensonderhoud te
voorzien. Bruchtal beviel haar zeef
goed, voegde zij er bijzij was in
alle vrouwelijke "handwerken bedreven
en juffrouw Dornfeld zou haar ten
hoogste verplichten, als zij door haaf
invloedrijke aanbeveling haar eenigfi
naaihuizen kon bezorgen,
De weduwe was daartoe dadelijk
bereid.
Iemand, die goed met de naald kon
omgaan, zou, meende lij in Bruchts!
wel genoeg werk vinden,
(Wordt vervolgd.)
AXELSC
COURANT.