:ij iri 'aj Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen De uiterste wil. No. 5. DINSDAG 15 APRIL 1930. 46e Jaarg. Raads verslag. FEUILLETON. J. C. VINK - Axel. 38 jMm f Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 75 Centfranco per post 1 Gulden. Afzonderlijke Nos. 5 Cent. Zitting van 1 April 1930. Aanwezig de heeren A. E. C. Kruijsse, M. W. Koster, C. Th. van de Bilt, H. Wolfert, Ch. Claessens, A. Th. 't Gilde, F. Dieleman, J. en P. de Feijter. Voorzitter de heer F. Blok, burgemeester, secretaris de heer J. L. J. Maris. IV. 12. Verzoek aankoop grond v«*or de Fröbelschool. Het bestuur der Chr. Nat school bericht, dat het een Fröbelschool wil bouwen op de perceelen ge legen tegenover perceel 93 tot en met 99 van het gem. bouw plan en vraagt aankoop voor 30 X 39 M. grond. Ook vraagt men in afstand van de perceelen 107 en 108, waarna dan geen bestrating en rioleering noodig zou zijn, wat een besparing geeft van f 1200. De grond is gelegen aan den Zuidkant van de ds. Jan Scharpstraat. B. en W. wenschen echter daar op niet in te gaan en stellen voor om den gevraagden grond te ver- koopen, doch zonder wijziging van het bouwplan. De Voorz. licht dhr. Van de Bilt nader toe en zegt, dat het moeilijkheden zou veroorzaken en men twee doodloopende straten zou krijgen, indien het verzoek werd ingewilligd. Het voorstel van B. en W. wordt z.h.s. aangenomen. 13 Verzoek om schadever goeding. Door dhr. M. A. Koole, café houder, wordt verzocht om scha devergoeding van gemeentewege voor ingegooide ruiten tijdens een stakingsrelletje in December j.l. Adressant heeft zich reeds vroeger tot B. en W. gewend met dit verzoek, doch aldus zegt de Voorz. daarop is afwijzend beschikt, omdat de plaatselijke overheid wettelijk, noch zedelijk verplicht is dergelijke schade te vergoeden. B. en W. stellen daarom weer voor afwijzend te beschikken, afgezien van het feit, dat reclamant, gezien het uur waarop het gooien plaats had, zijn pand behoorlijk had kunnen beschermen door de aanwezige rolluiken. Dhr. Claessens zou ervoor zijn, dat het vergoed werd. Het kwam doordat een marechaussée te paard de menschen van voor de ruiten joeg, dat er gegooid werd. Er was toch bij dhr. Koole niet gewaarschuwd en bij anderen wel De Voorz. zegt, dat er officieel nergens gewaarschuwd is. Wel is er misschien gezegd tegen som mige menschenik zou de ven sters maar sluiten, maar niet officieel. Het voorstel wordt z.h.s. aan genomen. 14. Vergoeding school kinderen. Van dhr. P. de Feijter, Q 39, Sassing, is vergoeding gevraagd voor schoeisel, daar zijn kinderen op meer dan 4 K.M. afstand ter school gaan. Z.h.s. wordt besloten f 15 per kind en per jaar toe te staan. 15. Wijziging begrootingen. Burg. en Weth. stellen voor te wijzigen de volgende begrootin gen voor den dienst 1929: a. Gemeentebegrooting. onder de ontvangsten op te nemen een post van het vleesch- keuringsbedrijf wegens winst f910; de uitgaven te verhoogen met de volgende postendrinkwater voorziening f29, onderhoud ge bouwen f50, kosten van verze kering f 35, kosten van bijzondere scholen f 150, subsidie bewaar school f 255, uitkeering aan de tot den Vleeschkeuringskring be- hoorende gemeenten f 910, samen f 2005,50 en te verminderen met de vol gende posten kosten gemeente reiniging f85, schoolbanken f35, handelsonderwijs f255, onvoor zien f 150, samen f 1095,50. DRUKKER-U1TGEVER ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels 60 Centvoor eiken regel meer 12 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën worden franco ingewacht, uiterlijk tot Dinsdag- en Vrijdagvoormiddag li ure. b. Gasbedrijf. de ontvangsten te verhoogen met de postengaslevering f 4504,64, rente belegde gelden f 1000,84, samen f5505,48; de uitgaven te verhoogen met de posten grondstoffen f 4119,08s, machinekamerbehoeften f 181,28, drukwerk f8,87, onkosten f617,88, afschrijving f2542,80, samen f7469,916; en te verminderen volgens onderhoud f 174,596, onvoorzien f 1789,84, samen f 1964,43'. c. Vleeschkeuringsbedrijf. de inkomsten te verhoogen wegens keurloonen f 586, rente f21,26, samen f607,26; te verminderen wegens pensi oenbijdrage met f 0,67 de uitgaven te verhoogen met de posten aanschaffing instru menten f 336,68, uitkeering winst f 909,46 en te verminderen wegens jaar wedden f 300, drukwerken en kantoorbehoeften f30,20, pensi oenpremie f 180,75, onvoorzien f30. Met algem. st. wordt aldus be sloten. 16. Omvraag. a. Dhr. Koster zegt dat ge bleken is, dat B. en W. nog in onderhandeling zijn met de PZ. E.M. over de verlichting op Kij kuit en vraagt in welk stadium die zaak verkeert. De Voorz. zegt, dat die nog niet zoover is gevorderd, dat ze ter sprake kan komen, maar in de volgende vergadering wil hij er nader mededeeling van doen. Misschien dat men nog tot een oplossing komt. b. Dan zegt dhr. Koster ver nomen te hebben, dat er op een deel van onze gemeente begee- rige blikken werden geworpen door een nabuur. Weten B. en W. daar iets van? De Voorz.Er is ons niets meer van bekend, dan hetgeen er in de krant stond en dat heett iedereen kunnen lezen. Spr. acht het niet noodig er zich warm over te maken, en vindt het beter, dat daar op dit moment zoo weinig mogelijk over gesproken wordt. Hij kan zeggen, dat B. en W. hier niet stil zitten. c. Nog vraagt dhr. Koster of nu de Prov. weg aan den Nieu- wendijk wordt vernieuwd, er ook verandering zal komen in den toestand naast dien weg De Voorz. zegt dat het plan is om de straat te verbreeden en waarschijnlijk zal er dan wel ver andering komen. d. Dhr. Van de Bilt wijst eveneens op de annexatieplannen van Terneuzen en leest, dat dhr. Colsen, raadslid aldaar eerst zegt, dat het wenschelijk was dat het Axelsch gebied te Sluiskil bij Terneuzen behoorde, omdat er dan beter voor gezorgd zou wor den en later klaagt diezelfde Colsen over de weinige zorg, die Terneuzen voor Sluiskil heeft. Spr. acht het goed, dat dat eens onder het oog komt. Dhr. Claessens zegt vernomen te hebben, dat de burgemeester van Terneuzen toch al een paar malen naar Den Haag is geweest, voor die annexatie. Spr. zou willen dat eens bij den minister werd geïnformeerd, welke mo tieven men daarvoor heeft; daar kan men niet vlug genoeg bij zijn. De Voorz. herhaalt slechts wat hij gezegd heeft en acht het het best om af te wachten, alvorens in te gaan op allerlei praatjes. Dhr. 't Gilde zegt wel vertrou wen te hebben in hetgeen de Burgemeester zegt, maar hij vindt toch, dat het niet door den beugel kan, dat een Raadslid van Sluis kil zich op zoo'n minderwaardige manier over den Raad van Axel uitlaat in een gemeenteraadszit ting te Terneuzen. Dit raadslid kennende zou dit feit op zichzelf niet de minste aanleiding geven hierop in te gaan, ware het niet dat bij monde van den Voorzitter van den ge meenteraad van Ter Neuzen die dit raadslid eerst den raad gaf zelf hooger zich op een stand punt te plaatsen, reeds te voren en ook later bij de omvraag dezelfde taktiek en dus nog meer officieel had toegepast n.l. door de wenschelijkheid van annexatie naar voren te brengen en te bepleiten. Eigenaardig was het overigens wel van iemand als het zooeven genoemde raadslid te moeten hooren, dat hij zich tegenover Axel gegriefd voelde, terwijl hij een paar zittingen te voren ach en wee had geroepen over de schromelijke verwaar lozing van Sluiskil en deszelfs belangen, door te wijzen op de verkeersbelemmering der brug, klachten over de post, etc. etc. Ook zelfs het Roomsch-Katho- lieke kerkhof, waar de heer Col sen een boom over opzette, moest volgens hem gesubsidieerd wor den en in dezen verwachtte hij zelfs meer steun van de zijde van Axel en Westdorpe dan van Ter Neuzen. Zelfs dreigde hij den onwil van Burgemeester en Wet houders of den Raad van Ter Neuzen in steen aan den ingang van het kerkhof te beitelen. Dat de heer Colsen, die alles nog al aan den paal spijkert, ge tuige het bord op de paal ten opzichte van de Sluiskilsche elec- triciteitsvoorziening, met de woor den „door eigen kracht tot stand gebracht", dergelijke zwaaien maakt is zeer zeker genoegzaam bekend ook uit de waterleidings kwestie, waaromtrent hij er zoo wat om den anderen dag een nieuwe meening op nahield. Maar de Burgemeester van Ter Neuzen is toch een ineer officieel persoon en voor dezen zal toch zeker ook wel gelden het „Gij zult niet begeeren I" Ik zou, indien ik de notulen van den gemeenteraad van Ter Neuzen van de laatste 25 jaren ging nasnuffelen een geweldig dossier kunnen aanleggen van allerlei klachten omtrent verwaar- loozing van de Sluiskilsche be langen, als daar zijn straatver lichting, bestrating, enz. enz. Ik wil dat niet doen hoewel men in Ter Neuzens raad nu reeds durft beweren, dat wij zoomaar de vruchten plukken die ons zonder meer in den schoot worden ge (Wordt vervolgd), v JSt COURANT 21) Kom mede naar Bertram I riep zij zoodra zij haar bespeurde, en trok haar met zich voort. „Ge behoeft u om ons niet te bekommeren, we zul len wel gered worden, ziehier uwe belooning", sprak zij vervolgens tot den matroos, die door haar echtge noot verzocht was voor Hedwig te zorgen. De matroos, die waarschijnlijk meende, dat de dames in een andere boot zouden gaan, was blijkbaar ver heugd van de zorg voor Hedwig ontheven te worden. Hij nam het geld en haastte zich om zichzelve in veiligheid te brengen. Leontine voerde Hedwig naar de plek, waar zij zooeven gestaan had. Bertram was nog niet terug. Op het dek heerschte een vreese- lijke verwarring. Allen liepen en schreeuwden door elkander, de bran dende deelen van het schip kraakten, de passagiers liepen wild heen en weer. Iedereen dacht aileen aan eigen behoud. s' Bertram blijft lang weg; ik ga hem roepen, ik weet waar hij is, zei Leontine. Zie, neemt gij mijn sluier en mijn sjaal, dan kan hij de plaats Vinden, waar ik hem wachten zou. Snel wierp zfl Hedwig den sluier ioe en hing haar rooden doek over den arm, Hedwig had geen besef van het* geen met haar voorviel j in de ver- warring, die het heen en weer loepen der passagiers, hun angstkreten, het luid geroep der opgewonden beman ning, het knetteren der vlammen en de dichte rook veroorzaakten, was het niet mogelijk geregeld te denken. Ik ben dadelijk terug, voegde Leontine erbij. Laat me mee gaan, smeekte Hedwig, ge zult een ongeluk krijgen. Leontine verstond de woorden niet, maar begreep den zin ervan door de beweging, die Hedwig maakte. Blijf staan en ga niet van uw plaatsriep zij haar toe en maakte een afwerend gebaar. Aan mijn sjaal moet Bertram u herkennen. Zij snelde heen en verdween in den dichten rook. Een oogenblik later viel de mast met een vreeselijk gekraak om en een rauwe, smartelijke kreet weer galmde door de lucht. Juist kwam Bertram weder op het dekhij had de reistasch weder ge vonden. Kom mede I riep hij, vatte Hed wig bij de hand en trok haar met zich voort, meenende dat zij zijn gade was. Waar is Leontine vroeg zij angstig. Maar door het verschrikke lijk geraas werden haar woorden niet verstaan. Bei tram bracht haar in de boot, die reeds vol was Hedwig hoopte er Leontine te vinden. Dadelijk klom hij weder aan boord om te gaan zien, of Hedwig er niet meer was. De kapitein en een paar matrozen Waren de eenige personen, die zich nog op het schip bevondenj hij ging dus met hen ln de kleine boot. Bureau Markt C 4. T «lef. 56. - Postrek. 60263. Het schip was, naar de kapitein meende, door allen verlaten en werd aan de vlammen en de golven prijs gegeven. De boot waarin Hedwig zich be vond wrs de eerste die aan land kwam. Hedwig bleef op den haven- dam staan en lette nauwkeurig op, om Leontine niet te missen, zoodra zij zou aankomen. De andere booten waren weldra geland, doch geen van allen bracht Leontine mede. Maar Bertram was ook niet aange komen, Hedwig had dus hoop, dat Leontine met hem in dezelfde boot zou zijn. Angstig en in de hevigste spanning wachtte zij op de komst van de laatste boot. Toen zag zij Bertram, maar zijn gade was niet bij hem. Zij slaakte een doordringenden kreet, en in een oogwenk stond Ber tram naast haar. Ha, Hedwig! riep hij. God zij dank, gij zijt gered! Waar is Leontine vroeg zij vol ontsteltenis, Bertram, waar is Leon- I tine? Verwonderd staarde hij haar aan. Die moet hier ook zijn, antwoordde hijik zelf heb haar in de boot gebracht. Maar wat zie ik? Gij hebt haar sluier. Wat moet dat beteekenen Hoe komt gij daaraan In een paar woorden deelde Hed wig hem mede, hoe Leontine van haar was vertrokken. Bert-am was eenige oogenblikken sprakeloos van schrik en ontroering, toen riep hij in vertwijfeling Dus gij waart degene die ik in dc boot bracht! Ën ik meende dat gij reeds door den matroos waart gered. 0 mijn Qod I zij moet u met een geheime bedoeling den sluier over gegeven hebben. Het is zeker niet te denken, dat zij nog op het brandende schip is, maar toch wil ik er gaan kijken. Door een groote belooning uit te loven, haalde hij vier matrozen over, om hem naar het schip terug te roeien. Maar 't vuur had intusschen zoo vernielend om zich heen gegrepen, dat toen zij in de nabijheid kwamen, het wrak slechts een groote vuur massa was. Er was geen m~geiijk- heid om het schip te naderenzij moesten terugkeeren. In den hevigs:en angst en door de vreeselijkste gedachten gefolterd liep Bertram als een waanzinnige door de rijen der geredden maar Leontine was niet onder hen zij was dus ver dronken of in de vlammen omgeko men. Ach, sprak Hedwig met nok kende stem tot hem, ik begin alles te *?egr>jpen. Met voorbedachte rade heeft zij mij haar sluier gegeven, om u te misleiden. In de verwarring op het brandende schip was ik niet in staat hare bedoeling te vatten, maar nu is me alles duidelijk. Ach, Bertram, hoe zullen we dit ontzettend ongeluk kunnen dragen. Met vertwijfeling zagen zij elkander aan en zij dachten niet anders, dan dat Leontine zich om hunnentwil had opgeofferd. Hoe zouden ze de tijding aan de ongelukkige ouders kunnen brengen, dat hun zoo innig geliefde dochter niet meer in leven was? Toen beiden weer eenigszins tot kalmte waren gekomen en bedaard konden nadenken, besloten zij de ware oorziak van haar dood stipt geheim te houden j niemand mocht weten, dat zij zich vrijwillig voor hen had opgeofferd. Nog vijf andere per sonen werden vermisteen Italiaan- sche dame met haar dochter en drie matrozen. Als een stormwind ging de treurige mare van de verschrikkelijke ramp naar alle richtingen. De heer en mevrouw Harders kregen de tijding op hetzelfde oogenblik, toen sij den brief van hun schoonzoon ontvingen, die te Messina gebleven was, om alle mogelijke nasporingen naar zijn echt- genoote in het werk te stellen. XVI. LEONTINE VERONGELUKT? De droefheid der ongelukkige ouders was hartroerendzij waren voor geen troost vatbaar. Men trachtte hen te bemoedigen, dat hun dochter door het een of ander schip of een visschers- boot was gered geworden de dag bladen waren van dezelfde meening, ook ten opzichte van de Italiaansche dame en drie matrozen, en grondden die vooral op het feit, dat in den loop van de week, nadat het ongeluk was gebeurd, slechts één lijk, dat van het jonge Italiaansche meisje, was opgevischt geworden. De heer Harders en Bertram be zochten alie kustplaatsen van Italië. Zij loofden groote belooningen uit aan ieder die eenig bericht kon geven etl en deden allerlei nasporingen, matf alles bleef vruchteloos. Tenslotte twij felde niemand meer aan haar dood, ofschoon de meeningen omtrent de wijze, hoe tij dien had gevonden, teer verschilden,

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1930 | | pagina 1